Châtellerault -Poitiers
via Chézelles, Dissay, Saint Georges, Bonnillet, Buxerolles
14.00 - 17.00, 49 km (803-852)
Donder en bliksem, koeler als gisteren, tegenwind
MP3: Coldplay, Depré historie, Shania Twain, Franse liedjes
-------------------------------------------------------------------------
Slecht geslapen vannacht. Ik begon mij allerlei ongedierte voor te stellen, vlooien in de matras, ...
Wakker geworden om half acht. Hans was al weg en in zijn haast heeft hij zijn 2 drinkbussen laten staan. Hij heeft dan ook een strak plan.
Ik wil vandaag naar Poitiers. Slechts 40 km. Tijd om een handwasje te doen en de dingen op orde te stellen. Ondertussen dondert en bliksemt het. Ik zit lekker in mijn caravantje. Ik kan er blijven tot 12 uur.
Eerst een stempel gaan halen in het Office de Tourisme. Aurélie die mij de tip van de camping gaf, was er niet.
Daarna de Sint-Jacobskerk bezocht. Bekend is het standbeeld van de pelgrim Sint-Jacobs.
Ik reserveer telefonisch mijn volgende slaapplaats: de jeugdherberg in Poitiers.
En route passeer ik 'La bataille de Poitiers':de veldslag waarbij Kael Martel de invasie van de Moren uit Spanje definitief heeft tegengehouden.
Met zicht ôp die vlakte heb ik een picnic: beschuit met boursin en saucisson en veel limonade.
Ik voel toch dat ik er gisteren er een beetje over ben gegaan; ik heb geen force in de benen of waren het de twee biertjes van gisteravond. Als dat al niet meer mag...
Onderweg luister ik naar Franse liedjes; plots de Connemara en ik denk terug aan de trouw van Jeroen en Sylvie. Jeroen op tafel met een serviette in de hand: overgelukkig.
En daarna "Gueule de Métèque" van Moustaki: ik denk aan mijn studententijd en aan de doop van Hilde in de Zovlast.
Op het ritme van Shania Twain fiets ik verder en kom ik aan de jeugdherberg.
Een andere fietser komt aan het onthaal naast mij staan en ik zeg - waarom weet ik niet - simpelweg "Goeiemiddag". "Amai", zeg de fietser,"Ligt het er zo dik op dat gij weet dat ik Vlaming ben?".
Ik maak kennis met Frank en Natasja; ze zijn een dag later dan ik vertrokken vanuit Gent en hebben onder andere ook in de gîte in Beauvais verbleven waar ze mijn geschrijf in het gasten boek hebben gelezen.
Sindsdien zijn ze voortdurend aan het uitkijken:"Waar zou Mark nu zijn? Zou dat Mark zijn?".
Ze wonen in de buurt van de Visserij en ze hebben mij dus ingehaald met hun tandem. We praten over van alles en nog wat en spreken af om morgen een toeristische stop in POitiers te houden.
Daarna zullen onze wegen zich scheiden want zij nemen de weg naar Angoulême, terwijl ik afbuig naar Saintes.
Ik eet een kleinigheid in het restaurant van de JHB en ga voor mijn doen vroeg slapen; het is een goed bed en slaap goed door, met oordopjes. Ik hoor niets van de bende jonge gasten die veel lawaai maken.
|