' En dan rechtsaf, meneer. En dan ben je in de Versmallenstraat.', zei een oudere man met een cowboyhoed op zijn hoofd. ' Merci, kerel!', riep Stefaan uitbundig en draaide het raampje van zijn oude Rover terug dicht. Stefaan had me een driekwart geleden komen halen bij mij thuis. Hij was maar vijf minuutjes binnengebleven, redelijk ontgoocheld omdat Jee hem nauwelijks had aangekeken en 'zot!' had geantwoord op zijn vraag of ze geen zin had om mee te rijden naar Gent. De rit naar Gent was enorm vermoeiend geweest omdat die Stefaan de hele tijd zat te zagen over occassieauto's die hij nu verkocht en dat daar veel geld mee te verdienen was en meer van die onzinnige onzin. Ik had geprobeerd om steeds enthousiast te reageren op alles wat uit zijn debiele bek woei. Ik was al blij dat ik eindelijk mijn auto kon halen en dus beet ik op mijn tanden al had ik meer de neiging om in één van zijn gigantische oren te bijten,dat wel. Stefaan reed verder en eventjes laten reden we inderdaad de Versmallenstraat in. Het was zo'n donkere nauwe straat waar je liefst niet rondliep als je niet verkracht, vermoord of in elkaar geslagen wilde worden. Kortom, zo'n straat die bewoond werd door meest gore klootjesvolk dat je je kon inbeelden. ' Waar staat die auto,verdomme?', vroeg hij en keek me idioot aan. Ik haalde mijn schouders op. ' In deze straat,Stefaan. Maar waar precies weet ik niet echt.', glimlachte ik. Stefaan reed traagjes de donkere Versmallenstraat door. ' Hier staat de wagen, zie!', zei ik een honderd meter verder opgelucht. Het was waar ook.Het was misschien wel donker en zo maar ik had mijn auto direct herkend. Daar stond mijn Peugeot 309 en even voelde ik me gelukkig. Stefaan parkeerde zijn Rover een stukje verder. We stapten uit en liepen richting mijn auto. Mijn gelukkig zijn was van korte duur want toen we bij mijn auto aankwamen merkte ik op dat er precies iets niet klopte. Mijn voorruit was volledig in gruzelementen geklopt en op de bestuurdersdeur stond 'Fuck' in het knalgeel gegraffiteerd. Ik kreeg bijna een beroerte en begon zwaar te hijgen. Ik liep rond mijn gemolesteerde wagen en merkte dat ook mijn achterruit kapot geslagen was. ' DJ, godverdomme. Hoe is't mogelijk, miljaarde.', zei Stefaan zuchtend. Hij keek me treurig aan en wreef even over zijn neus. ' Krapuul is het. Al dat Gents volk is krapuul,Stefaan. Godverdomme, bekijk dat nu eens!' riep ik het uit. Ik had zin om een moord of zes te plegen en schopte een paar keer loeihard tegen mijn auto waardoor ik bijna mijn rechtervoet brak. ' Dat heeft geen zin,DJ. Ik wil maar zeggen dat het niks oplost je zo kwaad te maken. 't Kwaad is geschied.', probeerde Dumbo mij te kalmeren. ' Kwaad zal geschieden, bedoel je? Ik heb veel zin om heel Gent een kogel door het hoofd te sjassen, verdomme.', brulde ik het uit. Ik stak een sigaret op en keek Stefaan aan alsof hij diegene was die mijn auto naar de kloten had geholpen. ' Dat begrijp ik,DJ. Je zou groot gelijk hebben ook maar we kunnen misschien best gewoon aangifte doen bij de flikken.', zei Stefaan op een rustige manier. ' Bij de flikken? Laat me niet lachen! Dat zootje tweederangsranddebielen kunnen met moeite hun eigen fluit vasthouden als ze moeten zeiken. Laat staan dat zij eventjes zullen uitvissen wie er mijn auto verkloot heeft. Voor 't zelfde geld zijn het wel de flikken zelf geweest die tussen twee parkeerboetes schrijven door gedacht hebben van : ' Kijk, wat een strontwagen. Laten we de eigenaar ervan eens serieus pesten. Champetter Frans, neem jij eens de spuitbus en een voorhamer uit de combi!' Nee, Stefaan. We gaan niet naar de flikken. Van mijn leven niet, verdomme.', riep ik luid en gooide mijn sigaret weg. ' Okee dan,DJ. Dan niet. 't Was maar een voorstel. Kom, kruip in je wagen. Dan zijn we weg.', antwoordde Stefaan. ' Kruip in je wagen? Je denkt toch niet dat ik nog met een wagen door Gent zal rijden waarvan zowat elke ruit ontbreekt en waarop in koeien van letters 'FUCK' gespoten staat, zeker? Dat ze hun plan trekken met mijn wagen, miljaardezju!', riep ik nog steeds zo hard ik kon. Door al dat gebrul en geroep kwamen een paar debiele straat- bewoners uit hun huizen gekropen en kwamen onze richting uitgewandeld. Kom maar niet te dicht, klootzakken van het zuiverste water of het kan wel eens de meest gewelddadige avond van jullie ellendige leventje worden, dacht ik bij mezelf en keek welke loser ik als eerste een muilpeer tegen zijn bakkes zou geven. ' ' t Waren jonge gasten, menier!', zei een Marokkaanse twintiger met een gigantische kop krulhaar. ' Inderdaad!', zei een andere allochtoon. ' Ik heb het ook zien, menier. Jonge mannen waren it. Zeker zes of zeven!' ' Waren het ook makakken?', vroeg Stefaan en even leek het of zijn megaflaporen begonnen te flapperen. ' Wat? Makak? Neen, man! Geen makak. Geen makak!', maakte een oudere heer met een gigantische grijze snor zich kwaad. ' Hij bedoelt of het vreemdelingen waren. Turken, Molukkers, Chinezen, Albanezen, dat soort schorriemorrie, versta je?', kwam ik tussen en had het gevoel dat hier wel eens herrie kon van komen. Ik keek de man glimlachend aan. ' Neen, menier!', antwoordde de krullekop.' 't Waren van die skinheads! Gij verstaat wel, van die poenkers, menier!' maakte de man zich druk. ' Punkers bedoel je? Ik had het kunnen denken. Krapuul met minder verstand dan haar, zo'n types.', zei ik luid. De man knikte zijn debiele kop bijna van zijn romp en keek me breed lachend aan. Ik had zin om één voor één de tanden uit zijn bakkes te kloppen maar bedacht dat ik mijn frustraties beter kon inhouden en die klootzakken van skinheads te lijf kon gaan. Stefaan was intussen in mijn wagen gekropen en was bezig met al het glas dat in de auto lag naar buiten te gooien. ' En kan je mij vertellen waar we die kloefkappers kunnen vinden?', vroeg ik ietwat rustiger. ' Koefklappers? Ik niet begrijpen menier.', antwoordde de man vriendelijk. ' Waar kunnen we die poenkers vinden?', herhaalde ik in het taaltje van de piespater die voor me stond. ' Ze hebben een café waar ze altijd zitten, menier. Ali Kebab, hoe is naam van café?' zei de krullekop en riep de oude Marokkaan erbij. De oude man kwam dichter en knikte me vriendelijk toe. ' Die café is 'De Hete Teef', menier. Is een paar straten verder, menier.', zei de oude man. ' Dan wordt het wel eens tijd dat we die verkankerde kontgaten een bezoekje brengen.', zei ik zacht maar ik voelde dat mijn hart weer als bezeten bonkte onder mijn borstkas. Stefaan stapte uit de auto en kwam terug bij mij en de twee Marokkanen staan. ' Wat denk je,DJ. Gaan we die vuile janetten eens een lesje leren,he?', riep Stefaan opgewonden. Ik keek hem aan en dacht dat hij niet echt de ideale vechtpartner was. Wellicht zou één van die punkers hem direct vastgrijpen bij zijn flaporen en er zo hard aan trekken dat Stefaan na zowat tien seconden kermend van de pijn op de grond ligt. 'Misschien is het beter dat we het juiste moment afwachten. Toeslaan wanneer ze het helemaal niet verwachten en zo, begrijp je?, zei ik. Stefaan en de Marokkanen begrepen het blijkbaar helemaal niet want ze keken me alle drie aan met een smoel waarvan je spontaan de neiging kreeg te beginnen kokhalsen. ' Spijtig,DJ. Ik heb godverdomme wel heel veel zin om iemands gezicht in gehakt te kloppen.', zei Stefaan en keek eventjes uitdagend naar de twee kamelenneukers die nog steeds bij ons stonden. De twee knikten ons nog eventjes vriendelijk toe en wandelden vervolgens mompelend weg. ' Ik ook,Stefaan. Ik ook, maar onze tijd komt nog. Wees daar maar zeker van!', glimlachte ik. ' Je hebt gelijk,DJ. Kom, we zijn weg. Jee zal zitten wachten op ons.', zei Stefaan. Dat is een feit, dacht ik. Maar ze wacht niet op jou, lul. Neen, ze wacht op mij, op mij alleen. Ik, die er nooit is, of toch weinig, te weinig misschien. ' Je hebt gelijk,Stefaan. Overschot van gelijk. Kom, we gaan terug naar Zulte. Wil jij met mijn auto rijden? Ik ben redelijk gevoelig voor koude wind en zo. Krijg ik meteen een kopvalling van hier tot Tokyo, begrijp je?', antwoordde ik. Stefaan zei dat het geen probleem was, gaf me zijn bos sleutels en stapte mijn mishandelde wagen in. Even later reden we Gent uit. De weg naar Zulte, naar huis was lang en eenzaam. Het werd tijd dat ik in het bezit kwam van wat men een wapen noemde. Een pistool, een geweer, een handgranaat. Om het even. Als het maar iets was wat doodde. Daar moest ik zo vlug mogelijk werk van maken. Toen we Zulte binnenreden, regende het oude wijven. En ik dacht aan mijn dode moeder die ergens hierboven toekeek hoe ik mijn leven leefde. Meestal zat en soms gelukkig. Zou ze daar mee kunnen leven, mijn dode moeder? Ik wist het niet. Ik reed mijn straat in, zoals ik al zoveel keren had gedaan en parkeerde de auto van Stefaan eventjes voorbij de oprit van mijn huis. Even later, toen ik naar de voordeur wandelde, reed Stefaan de oprit op. Ik riep hem binnen uit beleefdheid al had ik helemaal geen zin om die klootzak nog langer gezelschap te houden. Stefaan twijfelde geen moment en even later zaten we in de woonkamer. Stefaan en ik. Jee was reeds gaan slapen. We dronken nog samen een fles goedkope wijn uit en middenin de nacht verliet Stefaan mijn huis. Hopelijk verlaat je ook mijn leven, gigantische zeikpaal, dacht ik toen ik de deur dichtgooide. Ik dronk een laatste glaasje wijn en kroop doodmoe in bed, bij Jee, die lag te slapen als een roos. Maar dan een roos zonder doornen. Mijn roos.
' Ik kan toch moeilijk met zo'n auto gaan solliciteren,DJ. De mensen zullen nogal kijken zeker?', riep Jee luid. Ik had haar verteld dat mijn auto redelijk toegetakeld was maar nog prima reed en zo. Het was kwart voor negen 's ochtends en we zaten aan de keukentafel waarop nog een lege fles wijn en twee glazen, stille getuigen van de voorbije nacht, stonden. ' Welke mensen,Jee?', vroeg ik zachtjes. Ik had helemaal geen zin in ruzie maken. Niet nu. Niet op de dag dat ik een wapen moet kopen. ' Welke mensen? Weet ik veel,verdomme. Gewoon, de mensen op de straat. De mensen die in dat bedrijf werken, meneer Wittebrock. Die mensen,DJ.', ging Jee hevig door. Ze is boos op mij omdat ze me graag ziet, dacht ik en glimlachte. ' En zit niet zo onnozel te lachen,verdomme. Binnen twee uur moet ik daar zijn,DJ. Dus denk na over een noodplan,DJ.' ' Een noodplan? Jeetje,Jee. Een noodplan dan nog. Ik bedoel, je kan de bus nemen en dan de trein en dan de tram of zo. Hebben ze een tram in Kortrijk? Dat weet ik niet precies.', probeerde ik te helpen maar blijkbaar was mijn plan niet het plan die Jee in gedachten had. ' Als ik het openbaar vervoer moet nemen dan ben ik pas morgenavond in Kortrijk,DJ. En nee, ze hebben geen trams in Kortrijk. Alsof jij dat niet weet?', dramde Jee door. Ik had zin in een sigaret maar had het gevoel dat ik nu best niet naar buiten liep om te roken. ' Wat ik weet is dat ik zin heb in een sigaret. Dus moeten we vlug iets bedenken. Bel je pa of zo. Dat moest ik gisteren toch ook doen? Ik bedoel, je had toch ook aan je pa gedacht, gisteren, toen ik naar Gent wou.' zei ik met stille stem. ' Mijn pa? Jij wil dat ik mijn pa bel. Het is toch maandag. Dus is mijn pa gaan vissen in Middelkerke. Dat weet je toch,DJ.' riep Jee nu echt boos. Ze zag rood en ik zag de tranen in haar mooie ogen opborrelen. ' Juist ja. Was ik vergeten,Jee. Wil je dat ik Waldo bel? Of Randie misschien? Die zullen je graag naar Kortrijk brengen. Wil je dat ik ze opbel?', vroeg ik opgewonden. Jee knikte. Ze wou dat ik hen opbelde. Ze moet radeloos zijn, dacht ik bij mezelf. Ze moet ten einde raad zijn want ze heeft een grote hekel aan die kerels. Wellicht terecht,dat wel. Ik belde eerst Waldo op. Het was zijn voicemail. Ik sprak geen boodschap in. Dat vond ik idioot. Daarna probeerde ik Randie. Die nam ook niet op. ' Ze liggen wellicht nog te slapen of ze hebben zich doodgedronken deze nacht, dat kan ook. IK wil maar zeggen dat die twee jou ook niet naar Kortrijk zullen brengen,Jee.', zei ik zachtjes en wreef even over haar rechterarm. ' Op die twee kan je ook nooit rekenen.', zei ze en trok haar arm weg. Ze keek me bedroefd aan en ik dacht dat zij ook wel vrienden had, vrienden die ze kon opbellen. Vrienden die haar naar Kortrijk konden brengen. ' Bel iemand op die jij kent. Een vriendin of zo.', probeerde ik. Het werd hoog tijd dat er iets gebeurde want het verlangen naar nicotine werd zo ongeveer onweerstaanbaar. Jee keek me glimlachend aan. ' Een vriendin of zo? DJ, mijn vrienden en kennissen zijn allemaal wezens die op een maandag aan het werk zijn. Mensen die geen tijd hebben om eventjes Jee naar Kortrijk te rijden.', zei ze zuchtend en haar stem klonk alsof ik alleen maar mensen kende die niet werkten. De meesten werkten ook niet. Meestal omdat ze te lui waren of te druk bezig met drinken, drugs gebruiken en wijven vogelen. Aanvaardbare redenen dus. Maar sommigen werkten wel. AL kon ik nu niet echt iemand bedenken. Ja toch wel. Stefaan. Die werkte. Die deed in occassie-auto's en zo. ' Ik ken nog wel iemand.', zei ik voorzichtig. ' Wie dan?' ' Stefaan. Die zal je wel helpen. Die doet in auto's. Misschien mag je wel een auto lenen of zo voor een dag. Moet ik hem bellen?' ' Nou ja ... Ok dan, bel die maar. Het is een noodoplossing.!', zei Jee. Dat was het inderdaad. Een noodoplossing. Een noodzakelijke handeling waarvan ik nu al walgde. Met veel tegenzin belde ik de flapdrol op. ' Stefaan,DJ hier. Ja, ik weet het. Ik ben hier al terug. En ik heb nog een vraag. Jee heeft een auto nodig om naar Kortrijk te rijden. Jij hebt toevallig geen autootje staan die ze vandaag eventjes mag lenen?' begon het telefoongesprek. Stefaan had geen autootje klaar staan maar hij zag het wel zitten om Jee eventjes naar Kortrijk te brengen? Dat was geen probleem. De gluiperd. ' Binnen een half uur is hij hier,Jee. Je kan met hem meerijden naar Kortrijk.', zei ik toen ik mijn gesprek met Mr Dumbo had beëindigd. ' Dank je wel,DJ. Je bent een schat. Kom hier!', zei Jee lief en ze gaf me een zoen op mijn wang. Ik wreef even door haar loshangende zwarte haar, stond recht en liep naar buiten. Ik stak een sigaret op en inhaleerde diep. Wat was roken toch fijn. Een fantastische hobby was het. Wel een dure hobby, dat wel. Maar hobby's kostten nu eenmaal geld. Zoals modelvliegtuigen bouwen of kaviaar snuiven. Rokende kaviaarsnuivers moesten wellicht fortuinen verdienen om hun hobby's te bekostigen. De idioten. Tijdens het roken dacht ik aan Jee en aan Stefaan die straks in de auto samen naar Kortrijk zouden rijden. Stefaan die tijdens de rit zou proberen om Jee te verleiden door haar complimentjes te geven. Door misschien heel eventjes over haar dijen te wrijven. Door haar voor te stellen iets te gaan eten na het sollicitatiegesprek. Zo'n dingen flitsten door mijn kop en ik rookte nerveus mijn sigaret verder op. Daarna ging ik terug naar binnen, de keuken in waar Jee nog steeds aan de tafel zat. ' Mag ik mee?', vroeg ik en ging achter haar staan. Ik wreef zachtjes haar nek. Ze kreunde zachtjes. ' Wat?', fluisterde ze. ' Mag ik mee? Naar kortrijk?', vroeg ik opnieuw. Ze schudde haar hoofd hevig zodat er een einde kwam aan de nekmassage. ' Neen, jij mag niet mee. Ik ben groot en oud genoeg om alleen te gaan solliciteren, DJ.', zei ze kordaat. ' 't Was maar een voorstel,Jee.', zei ik zo lief mogelijk en ging zitten. ' Heel lief,hoor. Maar neen. Ik wil dit alleen doen, begrijp je. Ik wil bewijzen dat ik ook zonder jou iets kan. Dat ik zonder jou een job kan vinden. Begrijp je?', antwoordde ze. Ze keek me aan met de mooiste grote bruine ogen die ik ooit had gezien. ' Ik begrijp het,Jee. Ik begrijp het volkomen. Maar ik dacht, nou ja, misschien vind je het beter om niet alleen met die Stefaan in een wagen te moeten zitten. Ik weet dat je die kerel niet kan luchten.' ' DJ, ik kan best mijn mannetje staan,hoor. En hij moest eens proberen om mij aan te raken, verdomme. Ik nijp zijn kloten er af.', antwoordde Jee vurig. Ik lachte luid en dacht dat ik me helemaal geen zorgen moest maken. Dat Jee zo trouw was als een hond. Mijn hond. Mijn lekker loops teefje. ' Goed dan,Jee.', zei ik opgelucht. Ik had weeral zin in een sigaret en ook wel in een biertje of een Bacardi Cola. Iets om mijn geest te verruimen. Iets wat mij door de dag zou helpen. De dag waarop ik een wapen zou vinden. ' Vind je het erg dat ik nu al een biertje drink?', vroeg ik voorzichtig. ' Neen, hoor,DJ. Zolang je maar van mij houdt.', zei Jee lief. Ik stond recht, opende de koelkast, haalde een blik Jupiler uit kast, deed de koelkast dicht en opende het blikje bier. Ik ging terug zitten en dronk bier. Jee keek me met verleidelijke ogen aan en even had ik zin om haar keihard te neuken op te keukentafel. Haar gebloemde rokje naar omhoog te schuiven, haar onderbroekje opzij te schuiven en haar dan lekker te naaien. Zonder voorspel. De pure daad. ' Zie ik er een beetje goed uit?', onderbrak Jee mijn gedachtengang. Ze was recht gaan staan en draaide twee keer om haar as. ' Je ziet er fantastisch uit, lieve meid. Je bent om op te eten, echt waar.', zei ik gemeend. ' Dan mag je, straks als ik terug ben, van mij proeven,DJ. Zo gulzig mogelijk.', zei ze fluisterend en knipoogde even. Ze kwam vlak bij me staan en wreef even over mijn hoofd. Ik zuchtte diep en dacht aan Smieke. Smieke die rook naar rozen en Cointreau. Smieke met het lichaam van een godin. Mijn godin. ' Ik wacht op jou.', zei ik zacht. ' Dat weet ik,DJ.', fluisterde Jee en even leek het of de stem van Smieke in mijn oren blies. ' Ik ga nog een sigaret roken,Jee. Ga je mee naar buiten? Stefaan zal niet zo lang meer wegblijven,denk ik.' , zei ik ietwat verward en dronk nog een flinke slok bier. Jee knikte en eventjes later stonden we samen in de voortuin. Ik rokend en denkend aan Smieke en aan Dudu, wie ik heel vlug een wapen had beloofd en Jee, pratend over haar gesprek straks, over de zenuwen die ze nu al voelde en over haar vader die aan het vissen was in Middelkerke. Even later kwam een Rover de straat ingereden en na een afscheidszoen stapte mijn meisje in de wagen van Stefaan die mij nog even te uitbundig wuivend groette bij het wegrijden. Ik gooide mijn peuk in het gras van de voortuin en ging naar binnen. De zoektocht naar een wapen kon beginnen.
Nadat ik mezelf nog tweemaal had getrakteerd op een 50cl blik Jupiler belde ik Waldo nog eens op. Het was bijna halftwaalf 's middags en het werd dan ook wel eens tijd dat die zeikteil wakker werd. Dat was hij blijkbaar want hij beantwoordde zowaar meteen mijn telefoontje. Ik vroeg of hij niet eventjes tot bij mij kwam want dat ik een speciale opdracht had vandaag en ik het wel leuk had gevonden dat hij mij daarbij hielp en zo. Tot mijn verbazing was Waldo akkoord en zei hij dat ie er binnen een kwartier zou zijn. Een uur later pas ging de voordeurbel en sjoffelde ik de keuken uit en liet Waldo binnen. Hij zag er redelijk gezond uit, jointje in de bek en een muts van Palm op zijn idiote kop. ' Dag DJ, wat is er godverdomme met uw auto gebeurd? Ruzie gehad met 't wijf?', lachte Waldo luid en liep de keuken in. ' Nee, ruzie met wat krapuul uit Gent,Waldo. Bedankt trouwens om mij gisteren naar die flikkerstad te brengen.', zei ik kordaat. Ik vond het nog altijd niet zo fijn dat hij me in de steek had gelaten en het feit dat hij weeral zat te roken in mijn, pardon, ons huis, maakte me zowat kierewiet. IK zette het keukenraam open en haalde twee blikken bier uit de koelkast. ' Ik kon niet,kerel. Echt niet. Zo zat. Niet normaal.', argumenteerde Waldo en klikte het biertje open. Hij dronk gulzig. ' Heb je eigenlijk nog gevoetbald gisteren of hoe zit dat?', veranderde ik maar van onderwerp. ' Nee. Ik heb afgebeld voor die klotematch en ook meteen voor de rest van het seizoen. Die voetballers kunnen allemaal mijn ballen kussen. Geen voetbal meer voor deze halfgod. Alleen maar drank, drugs en wijven,DJ.',lachte Waldo luid. ' Een verstandige keuze,Waldo. Een mens moet prioriteiten stellen in zijn toch al korte leven en jij weet precies wat belangrijk is. Proficiat.', zei ik en dacht meteen dat FC Paal en Binnen wellicht blij was met het plotse ontslag van die gek. Waldo knikte en vroeg of ik zin had in een jointje. Ik zei van nee omdat vandaag een dag was om helder te blijven. ' Om helder te blijven? DJ, wat scheelt er kerel? Ga je je leven beteren?', vroeg Waldo bezorgd. Ik glimlachte. ' Dat is de bedoeling,ja. Mijn leven beteren door er een paar andere naar de haaien te brengen.', zei ik rustig. ' Jee?', vroeg Waldo. ' Nee, niet Jee. Zij zeker niet. Andere mensen, Waldo. Maar dat leg ik je straks wel uit. Straks, onderweg.', zei ik. ' Onderweg? DJ, praat eens niet in raadsels, godverdomme. Daar krijg ik zowat het fladderend schijt van.', riep Waldo opgewonden en gooide zijn zo goed als opgerookte joint in één van de lege blikjes bier die op de keukentafel stonden. ' Ik leg het je direct uit. Kom, we zijn weg. We gaan een pint drinken op café. Jij rijdt.', zei ik kort. Waldo haalde zijn schouders op, zei : 'Whatever' en stond recht. We verlieten ons huis, kropen op zijn Harley en reden de straat uit.
Op maandag waren er niet zo heel veel cafés open in Zulte en dus stopten we maar bij café 'De Phip', een kroeg waar vooral gepensioneerde pamperschijters een kaartje kwamen leggen en liters koffie zaten te zuipen. Klootjesvolk dus. Waldo parkeerde zijn auto en eventjes later zaten we aan de toog. De meeste tafeltjes waren bezet met telkens een viertal oude zakken die vloekend en rokend de ene kaart na de andere met een gigantische dreun op de tafel poeften. In de toog stond Gerdi, een wijf met meer haar onder haar neus dan de voorzitter van de Vlaamse snorrenclub. ' Ja?', vroeg ze en keek ons aan alsof wij verantwoordelijk waren voor de borstel die weeldig onder haar reukorgaan groeide. ' Twee pintjes en een croque monsieur, madam.', zei Waldo vriendelijk. Hij stak een joint op. Ik schudde het hoofd. ' Pinten kan je krijgen. Eten niet. 't Is hier een café he, manneke. Geen restaurant. ', zei Gerdi bitsig. Waldo blies de wietrook recht in haar bakkes. Het vrouwmens begon te hoesten als een paard met een driedubbele longontsteking. ' Twee pintjes dan.', zei Waldo en keek Gerdi aan met giftige ogen. Het wijf schudde eventjes haar hoofd, wreef de brokken slijm uit haar snor en tapte vervolgens twee pinten. ' 3 euro!', zei ze en pootte de twee glazen voor onze neus neer. Waldo betaalde gepast en zei : 'Schol'. Gerdi nam de geldstukken van de toog en liep de toog uit naar een tafeltje kaarters dat vier koffie's bestelde. ' Je bent gek.', zei ik tegen Waldo en dronk een teugje bier. ' Gek? IK ben gek? Waarom nu weer?', vroeg Waldo en trok gulzig aan zijn jointje. IK wees naar de toeter die hij in zijn poten vasthield. ' Omdat ik wiet rook? Is dat het? Jeetje,DJ. De helft van de wereld rookt wiet. Misschien niet op café, dat geef ik toe. Maar ik wel. Zo eenvoudig is dat. Wiet roken is trouwens veel gezonder dan gewone sigaretten, wist je dat?', verdedigde Waldo zich. Ik stak een sigaret op en dacht plots aan Jee. Zou ze al gedaan hebben met solliciteren? Ik zou haar straks wel even bellen. ' Ok, Waldo. Geen probleem, kerel. Je doet maar. Ik bedoel, wat kan mij het wat schelen? Ik heb al genoeg zorgen aan mijn kop.', zei ik en trok nerveus aan mijn sigaret. ' Vertel,DJ. Wat scheelt er aan?', vroeg Waldo en ik zag even een glimp van vriendschap in zijn waterachtige ogen. ' Ik moet dringend een wapen hebben,Waldo.', zei ik zacht. Ik keek hem aan alsof ik hem net had verteld dat ik gisteren bloemkool met blinde vink had gegeten. Waldo knikte eventjes, dronk een slok bier en glimlachte eventjes. ' Een wapen? Ok. En waarom heb jij een wapen nodig?', vroeg hij zonder enige emotie in zijn stem. Hij gooide zijn joint op de grond. Ik vertelde hem over mijn ontmoeting met Dudu en over het voorschot dat die gestoorde kwiet me had gegeven om een wapen te kopen en over de belofte die ik had gedaan een wapen te vinden en over de tijd die drong. ' En dan zeg jij dat ik gek ben omdat ik op café een joint zit te paffen. DJ, je bent zelf helemaal onnozel, kerel. Een wapen kopen zodat één of andere vuile hoerenloper zijn vriendinnetje kan mollen. Jij bent kompleet aan het doordraaien,man. Zo zot als de achterdeur van een gekkenhuis. Dat ben jij. Madam, nog twee pinten aub.', zei Waldo opgewonden. Gerdi kwam vanuit een bijkeukentje geslenterd en tapte twee biertjes. Ik betaalde de drankjes en schoof mijn barkruk wat dichter bij Waldo. Ik zuchtte diep en keek hem ernstig aan. ' Misschien ben ik niet goed snik. Maak daart maar heel zeker van,Waldo. Maar ik zit nu éénmaal in deze situatie en ik zou graag hebben dat jij me helpt.', fluisterde ik. Ik mocht er niet aan denken dat één of andere oude kwakkel in dit café de inhoud van onze gesprekken volgen kon. Ik keek even rond en zag tot mijn opluchting dat de meesten nog steeds druk aan het kaarten waren alsof hun leven er vanaf hing. ' Dat ik jou help? DJ, je weet dat ik je vriend ben. Dat ik je altijd wil helpen. Maar ik heb echt geen zin om in de problemen te komen, man. Echt niet. Het spijt me.', zei Waldo met gedempte stem. Hij dronk bier en stak nog maar eens een joint op. ' Ik geef je 500 euro als jij me aan een wapen helpt. 500 euro is veel geld, Waldo.', zei ik zacht. ' En waarom denk jij dat ik aan een wapen kan geraken,DJ? Ik ben misschien wel een klein stukje krapuul maar toch helemaal geen gangster he,kerel. Onnozelaar!', maakte Waldo zich boos. Hij dronk zijn pint in één teug uit en keek me strak aan. ' Ik zeg niet dat jij aan een wapen moet geraken,Waldo. Ik vraag gewoon om mij te helpen bij mijn plan. Da's alles.', zuchtte ik diep. ' Je hebt dus een plan,DJ. Mooi zo. En is het helemaal niet mogelijk om dat plan alleen uit te voeren? Is het echt nodig dat ik jou daarbij help?', reageerde Waldo nijdig. Hij blies een verse wolk wiet het café in. ' Dat is inderdaad niet mogelijk,Waldo. Ik heb je hulp nodig. Godverdomme,kerel. Het wordt wel eens tijd dat jij ook iets voor mij doet zeker? ', antwoordde ik en bedacht meteen dat ikzelf nog maar bitter weinig voor mijn vriend had gedaan tenzij je iemands leven naar de kloten helpen door teveel samen op te trekken en te zuipen van het vaderland weg als een goede daad kon zien. Waldo schudde eventjes zijn verwaaide kop en keek me toen ernstig aan. ' Je hebt dus een plan. Vertel!', zei hij tenslotte. Ik wreef even door zijn vettige haren en lachte luid. Ik dronk mijn pint leeg en keek hem toen ernstig aan. ' Luister!', zei ik. Waldo luisterde.
' Kunnen we niet beter gewoon naar Brussel of zo rijden en in een wapenshop dat materiaal kopen?', vroeg Waldo. Het was bijna halfvijf en het motregende zachtjes. Waldo had zijn motor vakkundig verborgen achter een hoop struiken. We zaten samen vanachter diezelfde struiken gehurkt te kijken naar de achtertuin van een mooi wit herenhuis met bijpassend zonneterras. Het was zo'n typisch huis voor rijke oude mensen die hun hele leven zwart geld verdiend hadden dat het niet proper meer was en nu volop wilden genieten van hun geslaagd krapulenbestaan. ' Hou je bek,Waldo. We zijn hier nu en niet in Brussel. We gaan door met het plan. Tenminste ik ga door met het plan. Jouw taak zit er op. Voor nu toch.', antwoordde ik geïrriteerd en keek Waldo even boos aan. ' En hier denk jij een wapen te vinden,DJ? ', vroeg Waldo vol ongeloof. Hij schudde zijn debiele kop en stak een sigaret op. ' Nee, een opgezet nijlpaard,Waldo. Tuurlijk ben ik zeker,verdomme. Ik vertrek nu. Jij houdt alles in het oog. Je belt me als je iets verdachts ziet. Ok?', fluisterde ik nerveus. ' Ok,Waldo?' ' Ok,DJ. Veel succes met jouw inbraak, onnozel kalf.', antwoordde Waldo venijnig en blies de tabaksrook in mijn smoel. Ik sprong vanachter de struiken en liep de achtertuin in. Zo snel ik kon liep ik naar het terras. Vijftien seconden later stond ik puffend tegen de zijmuur van het herenhuis. Ik stond vlakbij een raam en tuurde eventjes door het venster naar binnen. Ik zag een verlaten keuken. Ik aarzelde geen moment en en haalde de steenbrok die ik daarnet tussen de struiken had gevonden uit mijn trainingsjasje en gooide zonder veel problemen het raam in diggelen. Ik trok de mouw van mijn jasje over mijn rechtervuist en sloeg de stukken glas die waren blijven zitten de keuken in. Twintig seconden later stond ik in de keuken. Ik liep de keuken uit en kwam in de woonkamer van het herenhuis terecht. Het stond er vol antieke meubelen en aan de muren hingen de meest lelijke schilderijen. Ik liep de woonkamer door en kwam in een tweede vertrek terecht. Hier moest ik zijn. Ik wandelde voorzichtig de kamer binnen. Mijn geheugen had me niet in de steek gelaten. In deze kamer stond er inderdaad een hoge glazen kast. Ik glimlachte eventjes en deed de kastdeur voorzichtjes open. Ik kon kiezen tussen drie pistolen en een shotgun. Ik nam het zwarte pistool voorzichtjes uit de kast en deed het deurtje terug dicht. Ik stak het pistool in mijn jaszakje en liep nu zo snel ik kon terug de keuken in. Op één van de keukenkastjes stonden een hoop kaders met foto's in.Op eén van de foto's was een heel jong meisje te zien. Ze lijkt een beetje op Jee, schoot het door mijn hoofd. Nu niet aan Jee denken,DJ. Dit is niet het moment. Zonder veel problemen klauterde ik het raam door. Een halve minuut later viel ik zowat halfdood van de adrenaline neer in de struiken naast Waldo. Waldo had gelijk. Ik was inderdaad knettergek. Zoveel was zeker. Ik zweette als een neger die net een wijf of zes gevogeld had en hijgde zowat de longen uit mijn lijf. Waldo trok me wat dieper de struiken in en kletste een paar keer in mijn gezicht. ' Alles goed,DJ? Heb je dat verdomde wapen?', vroeg hij nerveus. Ik knikte en ging terug op mijn hurken zitten. ' Dan zijn we weg vooraleer we voor de rest van ons dagen in den bak zitten, stom kieken.', fluisterde Waldo paniekerig. Waldo duwde zijn Harley langs de andere kant de struiken uit en startte de motor. Ik sprong achterop en langs het zijweggetje dat achter het herenhuis liep, reden we rustig weg. Toen we op de openbare weg kwamen en het gevaar geweken was, gilde ik het uit van de spanning. Ook Waldo joelde er op los en stak zijn Harley in vierde versnelling. Een kilometer of zes verder stopten we op de parking van een tankstation. We stapten van de Harley en gingen zitten op een bankje naast een vuilnisbak. We staken een sigaret op en keken elkaar lachend aan. ' Hoe wist jij eigenlijk dat er in dat huis een wapen lag,DJ?', vroeg Waldo plots. Ik keek hem niet aan en rookte verder. ' In dat huis woont een verre kennis van mij,Waldo. Dat is alles. En stel aub geen verdere vragen over wat daarnet gebeurd is,man. Echt niet. Ik bedoel maar, het is niet echt iets om fier op te zijn, begrijp je?', zei ik traag. Ik schudde eventjes mijn hoofd en dacht plots aan Jee. Ze was nu toch al zeker terug van dat sollicitatiegesprek. Dat kon niet anders. Waarom belde ze me dan eventjes niet? Waarom liet ze mij, de man die haar het liefste zag, niet weten of ze de job als schoenzolenverkoopster had gekregen? Waarom stelde ze mij niet gerust door te sms'en dat Stefaan haar niet betast had en dat ze hem een ontzettende eikel vond? Waarom deed ze verdomme soms alsof ik niet bestond? Ik gooide mijn sigaret weg en stak een nieuwe op. Ik heb het al duizend keer gezegd. Roken was een echte hobby, echt waar. ' Ik begrijp het zeker.', zei Waldo. ' Binnenbreken bij iemand is erg. Bijna zo erg als een kind van elf verkrachten als je't mij vraagt. Dat is een feit. Maar ik heb toch recht op wat meer uitleg he, DJ. Ik ben toch maar eventjes diegene die jou naar Latem gevoerd heeft, is het niet?' ' Waar jij recht op hebt, is 500 euro, zoals beloofd. Verder heb je nergens recht op,Waldo. Klaar?', maakte ik me boos. ' Jaja. 't Is al goed, stuk marginaal. Zitten er trouwens wel kogels in dat pistool van jou, DJ?', antwoordde Waldo geërgerd. Ik haalde mijn schouders op. Kogels verdomme. Dat ik daar niet aan gedacht had. Ik keek Waldo aan. ' Ik hoop van wel, verdomme. Voor 't zelfde geld kan ik nog efkes op zoek gaan naar een troep klotekogels ook.', zei ik. ' Kijk eens, nietwaar? DJ? Kijk of er kogels in dat kutpistool zitten?', riep Waldo nu opgewonden. Hij gaf me een duw. ' Dat doe ik straks wel, als ik thuis ben,Waldo. Straks ziet één of andere oelewapper van een vrachtwagenchauffeur mijn wapen en dan hebben we het wel schudden vrees ik.', zei ik met een gejaagde stem. ' Vrachtwagenchauffeurs zijn jeanetten,DJ. Als die een pistool zien, schijten ze in ééntweedrie hun reeds bevuilde onderbroek vol.', grapte Waldo en gaf me weer een duw. Hij begon luid te lachen en even had ik zin om het pistool tevoorschijn te halen, het tegen zijn kop te houden en de trekker over te halen om te controleren of er wel of niet kogels aanwezig waren. ' Kom, we zijn weg,Waldo. Jee wacht op mij.' zei ik en kroop achterop de Harley. Waldo stond recht, kroop met enige moeite zijn moto op en startte zijn tweewieler. We reden de parking af naar Zulte. Op weg naar huis bedacht ik dat ik best het pistool ergens verstopte waar mijn Jee het niet zou vinden. Gewoon om haar te beschermen, haar een veilig gevoel te geven. Gewoon omdat ik van haar hield. Waldo reed als een gek naar Zulte. Ik hield me stevig vast rond zijn middel en voelde hoe het pistool in mijn jaszak woog als lood.
Waldo had me thuis afgezet en was direct doorgereden. En zo hoorde het ook. Als je iemand thuis hebt afgezet, rij je door en kom je niet eventjes ongewenst mee naar binnen want eventjes wordt al vlug een halfuur of maak daar maar meteen twee of drie uren van. Neen, je zet iemand netjes af, wenst de persoon nog een goedendag, en vertrekt. Tenzij die persoon je natuurlijk mee naar binnen vraagt. Iets wat ik zelden deed. Ik vroeg nooit iemand mee naar binnen (behalve dwergen, trollen en ander ongedierte). En dus had ik ook Waldo niet mee naar binnen geïnviteerd. Ik opende de voordeur, riep heel luid : 'Jee, ik bent thuis!' en sloeg de deur met een klap achter me dicht. Jee antwoordde niet. Ofwel is ze nog niet terug ofwel ligt ze hier ergens dood in huis, ging het door mijn hoofd. Ik wandelde de gang door, de keuken in. Geen Jee. Ook in de woonkamer geen Jee te zien. Ik stond beneden aan de trap en riep nog eens haar wondermooie naam. Geen reactie. Ze was dus nog niet thuis. Misschien was dat maar best ook want ik moest dat pistool ergens kunnen verstoppen op een plaats waar Jee het niet zou vinden en zonder Jee in huis schoot die opdracht beter op. Ik opende de achterdeur, liep de tuin in en volgde het paadje naar het tuinhuis. Ik opende het houten deurtje en stapte binnen. Waar kon ik dat rotding het best verstoppen? Ik keek rond en besloot dan maar om de zak met aardappelen uit te gieten, het pistool in die zak te stoppen en vervolgens de aardappelen terug in de zak te doen. Nadat ik gecontoleerd had of er kogels in het pistool zaten (er zaten er 5 in) en het wapen in de aardappelzak verstopte, sloot ik het tuinhuisje af en wandelde terug naar binnen. Ik nam een blikje Jupiler uit de koelkast en plofte me neer in de fauteuil. Ik dronk gulzig. Stap één was volbracht. Op naar stap twee dus. Stap twee was Dudu bellen en zeggen dat ik een pistool gevonden had. Maar eerst zou ik Jee bellen. Waar zat die toch? Ik dronk mijn blikje bier leeg en stapte naar buiten. In de voortuin stak ik een sigaret op en sneltoetste het nummer van Jee. Ze nam niet op. Verdomme toch! Waar ben je toch mee bezig?, dacht ik bij mezelf. Ik toetste het nummer van die Stefaan. Na een beltoon of drie werd er opgenomen. ' Yo, DJ! Hoe is't, manneke?', hoorde ik aan de andere kant van de lijn. ' Stefaan, waar zitten jullie godverdomme?', vroeg ik ietwat nijdig. Ik hoorde een lange bulderlach en daarna: ' Oei,oei,oei. Zijn we een beetje ongerust,DJ? Zijn we bang dat den Stefaan met de mooie Jee aan 't vossen is?' Opnieuw een lange lach waarvan je direct de vliegende spetter voelt opborrelen. ' Geef mij Jee, onnozelaar!', antwoordde ik zo koel mogelijk. Ik at bijna mijn sigaret op van krankzinnigheid. ' Dat zal niet gaan,DJ. We hebben een ommetoerke moeten doen.', lachte Stefaan luid. Ik had zin om hem in duizend stukken te snijden en aan een bende naar stront riekende hyena's te voederen. Ik zuchtte even diep. ' Tuurlijk, kerel. Een ommetoerke. Waarom niet,hé? Vind jij dat nog allemaal normaal of wadde? Kutmongool.' 'Wat?' ' Geef mij NU Jee!' ' Ze is nog efkes bezig,DJ. Ik zit te wachten in de auto. Jaag u toch eens niet zo op, man.' ' Bezig? Ommetoerke? Zeg, wat is dat daar allemaal? Is ze nog steeds bezig met die sollicitatie, of wat?' 'Maar neen gij kieken. We zijn erna naar haar pa gereden. Er is iets gebeurd. Ze is net binnen.' 'Wat is er dan gebeurd?', vroeg ik geschrokken. ' Dat weet ik niet,DJ. Maar ze was alleszins overstuur. Ze weende en ze wou niet zeggen wat er was. Typisch wijven, zeker?', antwoordde Stefaan. 'Godverdomme,toch!' Ik zuchtte diep en gooide de peuk van mijn sigaret in het gras van mijn voortuintje. ' Ik bel je straks,DJ.', zei Stefaan. Ik duwde af. Kalm blijven,DJ. Kalm blijven. Er is nog niks gebeurd. Ze is gewoon eventjes binnengesprongen bij haar pa. Straks komt ze thuis en dan troost je haar. Zoen je haar zachtjes in slaap. Zijn alle mogelijke problemen opgelost. Ik ging naar binnen, plofte me in de fauteuil en floepte de tv aan. Ik zapte en zapte en zag van alles en niks en werd plots zo moe dat zelfs zappen lastig werd en ik tenslotte in een ...