Inhoud blog
  • Vrouwelijke achterblijvers
  • Bibi's baby
  • Kamperen
  • Deutsch
  • Inner thin person
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Marie
    Musings of the unemployed
    11-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hittegolf

    Het is 8u18. Het is ook 33 graden. Ik kijk in de spiegel en vraag me af hoe andere vrouwen er toch in slagen om er, met zo’n weer, fris en aantrekkelijk zomers uit te zien. Ik kan het duidelijk niet. Na een paar dagen hittegolf lijkt mijn stijlgevoel namelijk gewoon te verdampen.  Ik –normaal in alle omstandigheden voorzien van strakke kleedjes, zijden lingerie, hoge hakken, make-up, zorgvuldig geselecteerde accessoires en stijl haar- zie er niet uit!

     

    Even overlopen. Strakke kleedjes zijn uit den boze. Ik héb wel een kast vol sexy kleding, maar die zit altijd wel ergens fout. Laatst probeerde ik nog een dun satijnen kleedje uit in deze temperatuur, maar bleek het zo heet dat het hele ding (loose fit) aan mijn warme lijf plakte. En laat ik nu niet meteen een lijf hebben waarvan voorbijgangers spontaan blij worden als er iets aan plakt. Ik begin warempel te begrijpen waarom vrouwen in Irak (gemiddelde temperatuur: 41 graden) denken: ‘ik gooi er een groot, donker laken over en klaar’.

     

    Hetzelfde verhaal met sexy lingerie. De gemiddelde push-up beha doet wat ie moet doen –mijn redelijk sizeable borsten dichter bij elkaar brengen- en veroorzaakt dus zweet op plaatsen waar je het niet wil hebben. Want eerlijk, wie loopt er nu graag rond met een extra oksel op zijn borstkas? Even geen rode, krullerige kanten en satijnen keurslijven dus, maar een oude, katoenen huidskleurige minimizer bra die ik normaal alleen maar gebruik om te sporten.

     

    Mijn hoge hakken heb ik ingeruild voor slippers. Niet the good kind (elegante platte schoentjes met lakleren bandjes), maar oerdegelijke plastic slippers. Mijn voeten zijn zo opgezwollen dat al mijn andere schoenen te warm zijn, knellen en daardoor gewoon niet de moeite waard lijken.

     

    Make-up kan me helemaal gestolen worden. Ik ben nochtans een heavy user. Zelfs als ik op expeditie Robinson zou gaan (‘zou gaan’, want as if!), zou mijn ‘item’ mijn make-uptasje zijn. Ok, het zou mogelijke ruilhandel wel enigszins bemoeilijken (‘als ik even jouw vuursteen mag, krijg jij mijn mascara, Harry’), maar zonder mijn dagcrème, fond de teint, camouflagestick, zonnepoeder, eyeliner en oogschaduw-in-drie-tinten, ben ik niets. Toch kan ik het in deze temperatuur niet opbrengen om een laagje pretty op te smeren. Mijn zorgvuldig aangebrachte schmink heb ik er twee minuten later toch alweer afgezweet…

     

    Ook accessoires zijn niet langer een prioriteit. Ik heb er wel een berg (ik bewaar mijn accessoires in grote slakommen), want in de winkels lijken die kleurige kettinkjes, armbandjes, sjaals allemaal super, maar in de praktijk wil je echt niet met een sjaal in je nek rondlopen als het boven de dertig graden is. Hell, als het boven de dertig graden is wil je eigenlijk helemaal niets aan, laat staan een warme, klamme sjaal, hoe kleurrijk hij ook is!

     

    Misschien wel het ergste van alles is mijn haar. Je kon al lezen dat ik moeilijk haar heb (zie blog hieronder), maar je moet begrijpen dat ik. Moeilijk. Haar. Heb. Ik besteed normaal elke ochtend toch wel een halfuur aan het sluik maken van mijn alle kanten op krullend haar. Het leidt namelijk een eigen leven en is tegelijkertijd krullend, droog én dun. Op dit moment is het zo kurkdroog dat ik er echt niks mee kan. Ik probeerde al conditioners, maskers, speciale borstels, ioniserende stijltangen en zelfs oldfashioned prayer, maar het krijgt zijn (zo al spaarzame) glans maar niet terug. De stijltang moet dus maar even wachten. Ik steek het gewoon bij elkaar in een bushy, stro-achtige staart.
     

    Mijn vriend moet vast denken dat hij een kat in een zak heeft gekocht. Net nu we zijn gaan samenwonen, doe ik niet alleen een beetje vervelend tegen hem (of, zoals hij het uitdrukt, ‘megalomaan en territoriaal’), ik zie er ook niet helemaal uit zoals hij dacht dat ik eruitzie. Ik ben kleiner dan hij kon vermoeden, mijn borsten zijn gereduceerd tot handig sportformaat, mijn stralende teint blijkt uit een potje te komen en mijn haar… Tja, mijn haar. Ik hoop dus, voor mijn eigenwaarde, mijn medemens en mijn vriend, dat het snel weer winter wordt…

     

     

    11-07-2010 om 10:44 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    02-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samenwonen

    Sinds een paar dagen woon ik samen. Zowel hij als ik hebben lang uitgekeken naar dit moment. Toch lijkt het –nu al- niet zo geweldig smoothly te verlopen. Zelfs na een relatie van bijna zeven jaar, blijkt namelijk dat we toch niet àlles wisten over mekaar.

     

    Zo heb ik, na veel gezeur, toch maar een plaatsje vrijgemaakt in de badkamerkast voor zijn toiletspullen. In plaats van een lade vol volgens kleur geordende nagellakjes is er nu een lade vol slecht onderhouden scheergerief. In plaats van een luxueuze roze doos vol gezichtscrèmes is er nu een kartonnen doos vol mannenprul waar ik niks mee kan. Ik word er een beetje triest van. Wat ik echter nog triester vind, is dat hij zich helemaal niet kan verplaatsen in mijn tristesse: ‘Marie, waarom heb jij twaalf soorten shampoo?’. Uit zijn gezucht leid ik af dat mijn –vind ik- logische antwoord (‘omdat ik erg moeilijk haar heb, schat’) hem niet lijkt te bevredigen.

     

    Ongeveer hetzelfde scenario met mijn collectie schoenen: ‘Marie, mogen mijn schoenen ook in het schoenrek?’. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat mijn schoenrek heilig is. En dat mijn schoenrek nu al regelmatig bezwijkt onder het gewicht van mijn prachtige verzameling. Mijn reactie? ‘Nee! Mijn schoenrek is van míj en staat propvol. Nee. In geen geval’. Zijn reactie? ‘Dan doe je er toch gewoon een paar weg, schat’. Ik kan alleen maar denken: ‘Have we met?’.

     

    Bovendien is het onbegrip wederzijds. Toen ik mijn schattig, oud televisietje wou beginnen instellen, riep hij me kordaat een halt toe: ‘wat doe je daar met dat stuk rommel?’. Ondertussen manoevreerde hij zijn monster van een televisie naar de tv-kast. ‘Ik zet mijn tv’tje in onze slaapkamer. What’s it to you?’, zei ik argwanend. Waarop hij me toesnauwde dat ‘het oude ding nul beeldkwaliteit heeft’, en dat hij ‘om te gamen echt wel een grotere tv nodig heeft!’. Ik, geen fervent gamer of uitgesproken fan van beeldkwaliteit, zie geen enkel voordeel in zo’n grote tv. Ik zie enkel dat het rotding niet bij het interieur past, de hele kamer domineert en, kortom, een huge eyesore is!

     

    Vandaag is hij gaan werken. Ik vraag me af hoe hij gaat reageren wanneer hij terugkomt en ziet dat ik al mijn roze dozen bovenop zijn gigantische tv heb geïnstalleerd. ‘Tja, plaats zat daar, hè schat.’.

     

     

    02-07-2010 om 17:15 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smelten

    De warmste dag van het jaar. Ik heb alle voorzorgen genomen (ik zit in mijn bikini achter een ventilator op een ijsblokje te zuigen) en nog smelt ik bijna. Je zou kunnen denken: ‘pf, het kan veel erger’, en dan zou je gelijk hebben. Mijn vriend bijvoorbeeld (een militair), zit nu niet indoors koude drankjes naar binnen te werken en hij heeft al helemaal geen bikini aan (enfin, dat hoop ik toch, bikini’s met legerprint zijn soooo 1998). Integendeel; hij rent rondjes in de vlakke zon in een legeroutfit in dik stof. Hij mag zelfs zijn –lange- mouwen en broek niet oprollen. De arme kerel zweet zich dus te pletter.

     

    Wat echter ook niet cool is midden in een hittegolf (lame pun intended), zijn mijn activiteiten van de laatste week. In gemiddeld dertig graden heb ik al mijn bezittingen ingepakt, die bezittingen vier trappen naar beneden gesleurd, om ze vervolgens weer twee trappen naar boven te sleuren op een andere locatie. That’s right; ik ben verhuisd. En wel van het ene bloedhete appartement naar het andere. Tijdens dit proces heb ik me een paar dingen afgevraagd:

     

    1) Waarom moet en zal ik altijd verhuizen in de zomer? Wat lijkt het me idyllisch en gezellig om eens midden in een prachtig sneeuwlandschap een nieuw appartementje te betrekken. Natuurlijk ben ik me er wel van bewust dat ik heel januari, februari en een groot deel van maart heb lopen bitchen over koude, klamme voeten en rode, ruwe handen, maar, terwijl er een zweetstraaltje over mijn rug loopt, wou ik ineens dat ik zin had in een warme choco...

     

    2) Waarom bezit ik zoveel boeken? Boeken nemen veel plaats in, zijn loodzwaar en kosten geld. Geld dat ik –bij nader inzien- beter had geïnvesteerd in airconditioning, niet-plakkerige kleding of meer ijsblokjes.

     

    3) Waarom was ik te lui om mijn winterkleren bij mijn ouders te leggen? Normaal wissel ik elk jaar leren laarzen voor rieten sandaaltjes en dikke, donkere breisels voor lichte, kleurrijke stofjes. Niet dit jaar, dus. Terwijl ik tien dozen winterjassen omlaag én weer omhoog sleep, zie ik de pijnlijke ironie in het feit dat ik me in het zweet werk om hopen fleece dekentjes en flanellen lakens op mijn nieuwe appartement te krijgen. En God knows dat ik die voorlopig niet nodig ga hebben!

     

    4) Zal ik het ooit nog koud hebben? Elke zomer komt er een moment waarop ik denk dat ik gewoon nooit meer zal afkoelen. Dat ene moment waarop je mascara van je wimpers smelt, je haar tegen je voorhoofd plakt en je gewoon niet nog meer kleren kan uittrekken zonder gearresteerd te worden voor indecent exposure. Natuurlijk staat dit moment tegenover het punt in december waarop ik denk het nooit meer warm te zullen krijgen. Misschien is het goed dat ik hier eens schriftelijk over zeur. Zo kan ik in december tenminste denken: ‘hitte is ook niet alles’. Op deze blog komt dus vermoedelijk nog een vervolg ergens rond kerstmis waarin ik mezelf een volstrekte idioot ga vinden (genre: ‘What was I thinking?! Kou hebben is zóveel erger dan zweten en wel om de volgende goede redenen: ...).

     

    In het achterhoofd houdend dat mijn vriend dit at some point wel eens gaat lezen, zie ik me verplicht om wel een kanttekeningetje maken bij de verhuis-from-hell. Ik moet eerlijk toegeven dat hij degene is die telkens twee dozen tegelijk heeft gedragen (‘ik heb korte armen, schat, ik kan er echt geen twee’), degene die achterwaarts naar beneden heeft gelopen met het volle gewicht van mijn kasten op zich (‘ik ben maar een klein meisje, schat, ik kan dat echt niet dragen’) en degene die helemaal alleen de lompe, zware meubels heeft getild (‘laat maar Marie, het gaat vlotter zonder jouw “hulp”’). Ik moet voor hem dus ook maar een koel drankje klaarzetten, geloof ik.

    02-07-2010 om 17:08 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    23-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slogans

    In het licht van de afgelopen verkiezingen, ben ik eens echt beginnen letten op slogans. Net als bepaalde politieke partijen (‘Uw centen. Daar gaat het om’? I mean, come on!), hebben sommige producten compleet absurde slogans. Mijn bescheiden mening:

    NMBS – Onze wegen lopen samen. Bij deze slogan vraag ik me spontaan af: ‘waar is dat dan precies?’. Lopen de wegen van de NMBS en mezelf samen aan het loket waar er ofwel niemand is (dus ook geen loketbediende), ofwel honderd mensen voor je staan, die allemaal een onmogelijk lange “inlichting” nodig hebben? Lopen onze wegen samen op het perron, waar ik veel vaker ‘…excuser pour le retard’ dan ‘… arrivera en quelques instants’ hoor? Daar waar ik in sneeuw en regen uren wacht tot er plots, zonder verdere uitleg ‘supprimé’ verschijnt naast mijn trein? Of lopen onze wegen samen tot helemaal in het verre Limburg? Want dan reizen de NMBS en ik samen heel wat af. Bijna vijf uur zitten we dan gezellig bij elkaar, voor een afstand van nochtans nog geen honderd kilometer. Wanneer ik na vijf vreselijke uren op een overvolle trein verfrommeld en pisnijdig uitstap in Genk, alwaar me nog een busrit te wachten staat van een uur, hoop ik oprecht voor de NMBS dat onze wegen zich niet net daar kruisen!

    McDonalds – I’m loving it. Deze slogan is waar (I do love my hamburgers!), maar zou men moeten nuanceren. Iets in de zin van ‘I’m loving it, until I finish it’ vat de McDo-ervaring beter samen. Nadat je je McMenu hebt binnengewerkt, heb je immers nog minstens drie uur verteerplezier voor de boeg. Op de weg terug naar huis al, krijg je McMaagpijn, een opgezette, harde, angry maag. Een tweede symptoom zijn de McKrampen, rommelende darmen die duidelijk ‘iets’ kwijt moeten. Ten slotte -als je pech hebt- eindigt het hele proces met McDiarree. En eerlijk, de poor soul die na jou het toilet gebruikt, denkt vast niet ‘I’m loving it’…

    Always – have a happy period. Wàt een stomme slogan! Tijdens mijn period ben ik helemaal niet happy. Meer nog; tijdens mijn period is niémand happy. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen, aangezien er in die fase van de maand maar twee emoties bestaan: “heel erg kwaad” en “heel erg emotioneel”. Voorbeeld: mijn vriend maakt een onschuldig mopje over mijn gewicht. Hij is meestal wel grappig en ik kan er in een normale bui best om lachen. But not today! Er zijn maar twee mogelijke reacties op zijn grapje. Ofwel ga ik die-hard voor de tegenaanval, waarin ik hem, bijna spugend van razernij, naar het hoofd slinger dat ‘hij zélf een walgelijke, vette dikzak is! Waar haalt híj wel het lef vandaan om míj dik te noemen?’, ofwel kan ik niks anders denken dan ‘hij heeft gelijk, ik bén een walgelijke, vette dikzak’ en loop ik al jankend de kamer uit. Er is een derde optie (die echter ook zeker niet onder de noemer ‘happy’ valt): eerst hem uitfoeteren met taal die ik niet van mijn mama heb geleerd, en dan alsnog huilend wegrennen. Daar ik veronderstel dat ik niet de enige ben die vier dagen per maand te kampen krijgt met moodswings die recht uit de hel komen, kan ik niet anders dan besluiten dat deze ronduit belachelijke slogan moet bedacht zijn door mannen. En dan niet zomaar mannen, maar vrijgezellen. Want ik denk niet dat mijn vriend ooit de woorden ‘happy’ en ‘period’ in één zin zou zetten…

    Doe het zelf met Roger – Wat je zelf doet, doe je beter. Er zijn veel dingen die ik beter doe dan anderen. Schrijven, shoppen, commentaar geven op slogans, … Wat echter absoluut helemaal niet thuishoort in dit rijtje is doe-het-zelven. Ik behoor namelijk tot die categorie van de bevolking die -zelfs met plannetje, instructies en bekwame assistent- nog niet misschien een Ikeameubel in elkaar getimmerd krijgt. De categorie die een vakman moet betalen om een gaatje te boren. Hetzelfde geldt voor gaatjes dicht plamuren (resultaat: muren vol dikke klodders slecht gemengd plamuursel, veel opvallender dan het oorspronkelijke gaatje), schilderen (resultaat: strepen op de halve muur die ik schilder voor ik het beu ben en het alweer voor bekeken hou) of spijkers inslaan (resultaat: blauwe, bloedende duimen en een muur vol kromme spijkers en gaten die ik dan weer niet zelf kan wegwerken). Je reinste onzin dus, die slogan, want wat ik zelf doe, is nooit beter. Wat ik zelf doe, doet zelfs een klunzige blinde zonder armen beter.

     

    23-06-2010 om 18:04 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (8 Stemmen)
    22-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Xxx

    Gisterochtend vond ik twee briefjes in de bus. Een handgeschreven boodschap en een officieel uitziend document, geen van beiden persoonlijk geadresseerd, beiden -uiteraard- in het Frans. Het geschreven briefje bleek afkomstig van de onderburen: ‘Even om te laten weten dat we een feestje geven op 21/6. Xxx, le troisième étage’. De andere was van de NMBS: ‘er zijn werken aan de spoorlijn tijdens de nachten van 16/6 tot en met 30/6. Veuillez nous en excuser pour les inconvénients.’.

     

    De eerste keer dat ik zo’n briefje kreeg, dacht ik nog ‘ach kijk eens, wat attent!’. Na de nacht van 21/6 denk ik er volstrekt anders over. Waarom? Gisteravond 23 uur. Ik rek me uit, kleed me uit en leg me neer, klaar voor acht uur zalige nachtrust. Niet dus. Tegen kwart na elf hoor ik plots een meute opgelaten, luid schreeuwende Walen de gemeenschappelijke trap van ons appartement bestormen. Niet veel later zijn ze er: dreunende technobeats. Het ‘feestje’ van de onderburen is duidelijk geen besloten kaas- en wijnavond met een bevriend koppel, maar een regelrechte rave voor mensen met gehoorproblemen (zo kan ik alleen maar afleiden uit het aantal decibels dat door de vloer omhoog komt bulken). 

     

    Wanneer ik me al tien keer chagrijnig heb omgedraaid met een kussen op mijn oren, komt er door mijn raam een scherp licht met een al even scherp geluid. De apocalyps? Nee. Na inspectie blijkt dat ook de NMBS zijn big guns heeft bewaard tot vannacht: een twintigtal luid communicerende werkers leggen een nieuwe spoorlijn aan, net achter mijn slaapkamer. Of, zo lijkt het toch, ín mijn slaapkamer. Tot vroeg ‘s ochtends lig ik wakker bij de aangename, soothing combinatie van dronken Franstalig geloei, hardcore techno en het raspende lawaai van twintig slijpschijven op metaal.

     

    Om zeven uur ben ik het zat. De NMBS-arbeiders zijn gaan slapen en ook de laatste feestvierders -nu onvermijdelijk volledig doof, vermoed ik- trekken huiswaarts. Ik, intussen nog steeds klaarwakker en -vooral- pissed off, bereid me voor op een tegenoffensief. De NMBS kan ik moeilijk terugpakken, maar onze onderburen zullen na een nachtje raven hun slaap wel kunnen gebruiken. Niet dus. Terwijl ik dit schrijf, verzamel ik alle boxen in huis en stel ik een playlist samen van de extreemste, irritantste, monotoonste Drum ’n Bass die ik kan vinden. Boxen op de grond, volume volledig open, timer op ‘de komende acht uur’. Nu alleen nog even naar de apotheek voor oordopjes. Zo kan ík tenminste een vredig dutje doen om mijn verloren nachtrust in te halen. Xxx, le quatrième étage!

    22-06-2010 om 15:21 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom

    Beste lezer,

     

    Als werkloze heb ik onmetelijk veel tijd. In een poging om mezelf bezig te houden, ben ik blogs beginnen schrijven. Volg mee hoe ik me dagenlang te plétter verveel!

    22-06-2010 om 15:01 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    20-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Binnenkort

    Ik vraag me ernstig af wat sommige mensen verstaan onder het bijwoord ‘binnenkort’. Ik, toch een moedertaalspreker van het Nederlands en bovendien een gediplomeerd taalkundige, dacht dat ‘binnenkort’ een synoniem was voor ‘spoedig’. Als ik dus tegen iemand zeg: ‘ik ga binnenkort verhuizen’, wil dat concreet zeggen dat ik, plus minus, ergens in de komende twee weken ga verhuizen. 

     

    Niet iedereen denkt er zo over, zo blijkt. In de laatste drie maanden, had ik drie sollicitatiegesprekken. De afsluiter van deze gesprekken is altijd hetzelfde:

     

    -‘Heb je nog vragen?’

    -‘Ja, wanneer laten jullie iets weten?’

    -‘Binnenkort’

     

    Ik ben intussen respectievelijk drie maanden, anderhalve maand en vier weken aan het wachten op een verlossend telefoontje of een e-mail van de mensen die lang, lang geleden ‘binnenkort’ zeiden.

     

    Ik vermoed dat die mensen niet (meer) weten hoe het is om werkloos te zijn, en niets -maar dan echt niéts- anders te doen te hebben dan staren naar je (roerloze) gsm en (lege) inbox. Ze begrijpen vast niet dat vanaf het moment waarop zij ‘binnenkort’ zeggen, ik mijn e-mailpagina blijf refreshen tot op het moment waarop zij me uit mijn lijden verlossen. Dat ik om de twee dagen mijn moeder opbel om te checken of mijn gsm wel werkt. Dat ik mijn vrienden, ouders en grootouders kindly but firmly heb verzocht me niet meer te bellen tussen 9 en 5, omdat ik elke keer als mijn gsm rinkelt net geen hartaanval krijg. Om dan vervolgens lastig op te nemen als blijkt dat ‘zij het maar zijn’. Dat ik er een gewoonte van heb gemaakt om na mijn nachtelijke toiletbezoek even mijn inbox te openen. Dat ik tegenwoordig liever thuisblijf dan naar een feestje te gaan, want wie weet hoor ik mijn gsm niet afgaan in het feestgedruis. Dat ik brul tegen verkopers die me bellen met een onbekend nummer ‘dat ze me godverdomme met rust moeten laten!’. Dat ik zeiknat de douche uitren als ik van onder een waterstraal mijn beltoon hoor. Als ik schreeuwtherapie zou volgen voor dit manische gedrag, zou ik steeds hetzelfde schreeuwen: ‘LAAT DAN TOCH IETS WETEN! BINNENKORT IS ALLANG VOORBIJ, B*TCH!’.

     

    Deze mensen beseffen dus niet dat ik, gewoon door ‘binnenkort’, mijn sociale leven verwaarloos, 24/7 aan gsm en mailbox vastkleef én dat ik een hartkwaal aan het ontwikkelen ben. En als ze dat wel beseffen, zijn het psychopathische sadisten, allemaal!

    20-06-2010 om 00:00 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    17-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mevrouwenmomenten

    Ik las laatst dat je in deze fase van het leven (ik ben 24 en dwaal ergens tussen verantwoordelijkheidsvrije student en werkende, aan de samenleving bijdragende burger) last krijgt van mevrouwenmomenten, momenten waarop je je ineens meer mevrouw dan juffrouw voelt. Nu ik binnenkort verhuis naar mijn eigen appartement, moet ik toegeven dat ik inderdaad mijn eerste mevrouwenmomenten achter de rug heb.

     

    Akkoord, de tijd dat ik onbezonnen in het ballenbad kon springen bij Ikea, ligt ver achter me (jammer, want -eerlijk- wanneer is een bad vol kleurrijke balletjes niet leuk?). Toch komt de enge volwassenheid van brand- en ziekteverzekeringen, huurcontracten en serieuze sollicitaties in mantelpakjes ineens wel heel dichtbij.

     

    Het allergrootste mevrouwenmoment tot nu toe kwam echter toen mijn oma vroeg waar ik wasmanden ging kopen voor mijn nieuwe appartement. Tot nu toe zeulde ik mijn vuile was elk weekend van Brussel naar Limburg, dropte ik mijn koffervol in nette hoopjes (wit, zwart en bont) voor de ouderlijke wasmachine en kon ik op zondagavond alles netjes gewassen, gestreken en opgevouwen weer opbergen in mijn koffer. Nu ik echter de trotse bezitter zal zijn van een eigen wasmachine, strijkplank en een state-of-the-art stoomstrijkijzer, heb ik dus wasmanden nodig.

     

    Terwijl mijn oma verrassend lang bleef doorbomen over het comfort van wasmanden van Blokker, bleef mijn leven even stilstaan. ‘Ik moet geld uitgeven aan wasmanden’, dacht ik. Geld dat normaal steevast naar een zoveelste onnodig paar schoenen gaat. Of een dure sjaal. Of nagellak in net dat ander tintje rood. Wat een schok!

     

    In de namiddag ga ik dus maar eens naar Blokker. Als een echte mevrouw zoeken naar een wasmand die handig afgerond is, zodat ze fijn tegen je heup aanleunt. Een wasmand met ronde handvatten, zodat deze niet in je huid snijden als je met een zware hoop was moet sjouwen. Een wasmand in wit, een degelijke kleur. ‘Niet goedkoop, maar wel een goede investering’, aldus oma. Al kan ik, mevrouw of juffrouw, niemand verzekeren dat ik niet terug zal komen met een volstrekt onpraktische, knaloranje wasmand zonder handvatten, zo goedkoop mogelijk. Zo kan de juffrouw in mij misschien met het wasmandenfonds ook nog een koraalkleurig nagellakje kopen?

    17-06-2010 om 00:00 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    15-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Immofrans

    Nog erger dan gewoon werkloos zijn? Werkloos zijn en een appartement zoeken. Ik ga binnenkort verhuizen en zoek dus een leuk tweekamerappartement in Brussel. Unlike mensen-met-job ben ik niet minstens acht uur per dag bezig met nuttige werkgerelateerde problemen, maar kan ik ongestoord de ganse dag rondsurfen op immowebsites en potentiële appartementen bezoeken. Na een paar weken ben ik niet, zoals verwacht, de toekomstige bewoner van mijn droomappartement. Integendeel; er blijkt geen enkel geschikt appartement te vinden op het hele worldwide web.

     

    Wat ik echter wel ben nu, is een vlotte spreker van een gloednieuwe taalvariant: het Immofrans. ‘Frans’ omdat ik in Brussel aan het zoeken ben, en de meeste immowebsites zich consistent distantiëren van mijn moedertaal met de frase ‘het spijt ons, maar wij hebben geen Nederlandstalige vertaling gekregen’. ‘Immofrans’ omdat het taaltje dat de Franstaligen gebruiken om hun vastgoed aan te prijzen, niet het Frans blijkt te zijn dat ik terugvind in mijn Van Dale Frans-Nederlands woordenboek.

     

    Daarom heb ik voor jou een lijst samengesteld van vaakvoorkomende uitdrukkingen, hun Franse vertaling én hun Immofranse vertaling.

     

    Uitdrukking

    Van Dale’s Frans-Nederlands

    Marie’s Immofrans-Nederlands

    Entièrement renové

    Volledig gerenoveerd

    ‘we hebben alle grote barsten in de muren dichtgesmeerd en hopen dat deze oppervlakkige ingreep kan vermijden dat het hele gebouw zal instorten tijdens jouw bezoek. Nadat je getekend hebt, is enig instortingsgevaar evenwel jouw probleem’.

    Grande chambre

    Grote kamer

    ‘Als je je kast op je bed zet, is er net genoeg plaats om een bescheiden stoeltje te zetten, zodat je gezellig gasten kan ontvangen op your very own zes vierkante meter’.

    À quelques pas de

    Op een paar voetstappen van

    ‘Gesteld dat je toevallig een reus van Godzilla-achtige proporties zou zijn, hoef je maar zeven voetstappen van elk gemiddeld één kilometer te zetten voor je er bent’.

    Cuisine hyper equipée

    Superuitgeruste keuken

    ‘In onze keuken kan je absoluut alles, behalve voedsel koelen, invriezen, opwarmen, ontdooien, bakken, koken of opbergen’.

    Beaucoup de lumière

    Veel lichtinval

    ‘wanneer je op exact het juiste moment in de ochtend/middag/avond vanuit je kelderraam reikt over de muur waarop je uitkijkt, vang je net genoeg zonnestralen op om je ecologisch verantwoorde zonne-energielamp briefly te laten flikkeren’.


    Als je verder nog in aanmerking neemt dat het met vierkante meters werkt als met mijn eigen lengte (‘tel alvast maar dertig procent af van het getal dat ik je probeer wijs te maken’), ben je klaar om te gaan apartment-hunten in Franstalige gebieden. Ik ga alvast even Immofrans toevoegen aan de talen die bij ‘talenkennis’ staan op mijn cv.

    15-06-2010 om 00:00 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)


    Archief per week
  • 01/11-07/11 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs