Inhoud blog
  • Vrouwelijke achterblijvers
  • Bibi's baby
  • Kamperen
  • Deutsch
  • Inner thin person
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Marie
    Musings of the unemployed
    26-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bibi's baby

    Ineens bevind ik me midden in een aanval van babyfever. Eén van mijn beste vriendinnen ontdekte net dat ze zwanger is en dit lokt in mijn omgeving een non-stop ge-oooh en aaah uit. Iedereen, inclusief ikzelf natuurlijk, is dolenthousiast over deze eerste baby in onze dichte vriendenkring.

    Voor mij is dat echter niet zo vanzelfsprekend. Ik ben namelijk geen grote fan van kinderen in het algemeen en baby’s in het bijzonder. Kinderen zijn luid, vervelend en een pain in the ass. Kinderen kan ik echter -als het echt moet- nog wel verdragen. Baby’s daarentegen zijn downright scary. Als je eens echt objectief nadenkt over baby’s, zijn ze helemaal niet schattig. Stel nu dat ik jou een kale dwerg zonder tanden op je schoot zet, dan ga je toch ook niet spontaan kirren van blijdschap? Dan denk je toch ook niet: ‘wauw, dit is zó mooi, wat een wonder’? En je steekt toch al helemaal geen vingers in die tandenloze mond om dan uitgelaten te roepen: ‘kijk, hij zuigt’! Als die dwerg dan ook nog eens niet zindelijk bleek te zijn, je te pas en te onpas onderkwijlde en niet eens zelfstandig rechtop kon zitten, zou het toch al snel gedaan zijn met de lieflijke kreetjes. Toch lijken de meeste vrouwen zo’n vieze, verrimpelde baby onweerstaanbaar te vinden. I’m not that kind of girl.

    Nu er een baby op komst is, ben ik maar eens naar de babyafdeling van de Hema getrokken. Een leuke ervaring, want voor iemand die helemaal niets heeft met baby’s zelf, ben ik wel dol op de minatuurspulletjes die zo’n monstertje vereist. De kleine sokjes, tutjes, mutsjes en schoentjes in allerlei blije kleurtjes zijn onmiskenbaar erg schattig. Toch viel me op dat er ook heel wat vreemde spullen stonden. Spullen die ik nog nooit had gezien en dus ook totaal niet kon plaatsen. Heb jij al ooit een borstpomp gezien? Het ziet er een beetje uit als een megafoon met een reservoir. Ik bedacht me dat het voor toekomstige moeders erg eng moet zijn om op zo’n afdeling te staan en te denken: ‘shit, ik heb maar negen maanden om uit te zoeken waarvoor al deze rommel dient’. Ik zou een instant paniekaanval krijgen. Waarom? (1) Je wordt verantwoordelijk voor iemand die niets zelf kan (als in: als jij het geen eten geeft, gaat het dood), (2) er blijkt een hele markt te bestaan vol spullen die recht uit een martelkamer lijken te komen, (3) je krijgt op regelmatige tijdstippen foto’s van iets dat eruit ziet als een alien (dat grote hoofd!), (4) je moet een bevalling doorstaan (wat mijns inziens alleen maar te vergelijken is met een groot uitgevallen gebraad dat je er langs je neusgat uit moet zien te krijgen) en dan heb ik het nog niet eens gehad over die freaky plek op baby’s hoofd (zeer terecht benoemd als de self-destruct button in How I Met your Mother), waar je zo, zonder zelfs hard te proberen, je vinger door zou kunnen rammen. Die plek die met het hart meeklopt (‘it’s the beating of that hideous heart’, zei Edgar Allan Poe al). Daarom!

    Ondanks mijn babyangst denk ik echter dat het met deze baby helemaal anders zal zijn. Want het is de baby van iemand die ik graag zie. Toen mijn vriendin gisteren hier was, kon ik niet anders dan enthousiast meekirren over haar baby, die wel mooi en schattig moet zijn, want hij is van haar. Toen ze vroeg of we op de gang wilden staan terwijl ze gaat bevallen, moest ik zelfs even een beetje huilen. Ik, die er al meermaals van ben beschuldigd geen ziel te hebben omdat ik zelden huil, vond het zo’n mooi gebaar dat ze me erbij wilde dat ik moest huilen. Natuurlijk wil ik op de gang staan terwijl zij haar baby op de wereld zet. Want het kan gewoon niet anders dan een prachtige, roze, heerlijke baby worden. 

    26-08-2010 om 15:13 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kamperen

    Ik ging er al van uit dat kamperen niets voor mij was. Ik had het nooit echt geprobeerd, dus het was geen empirische vaststelling (het vrij onderzoek blijft een VUB’er in het bloed zitten), maar wel een redelijk veilige veronderstelling. Na vier horribele nachten op de Pukkelpopcamping kan ik echter concluderen dat mijn hypothese meer dan correct was. I am not a happy camper.

    Voor Pukkelpop was mijn kampeerervaring beperkt tot één keer. Mijn zus en ik waren acht en tien en wilden wel eens in zo’n tent slapen. Mijn ouders moeten vermoed hebben dat we toen al niet echt natuurmensen waren, want we bleven veilig met de tent in de tuin. Ze hadden de tent opgezet, slaapzakken gekocht en deze gevuld met onze poppen en knuffelberen. Mama bleef binnen (voor het geval dat) en papa legde zich er gezellig bij. Na het obligatoire bedtime verhaaltje werd het stil in de tent. Maar niet stil genoeg. Na ongeveer een kwartier waren we er beiden van overtuigd dat het nachtelijke lawaai niet afkomstig was van de buurman, onze hond of een handvol vogels, maar dat onze tent omsingeld was door wraakzuchtige wolven, tijgers en olifanten (we keken indertijd graag naar Jungle Book). Na dit avontuurlijke kwartiertje stonden we dus opnieuw binnen, waar mama de chocomelk al had klaargezet. Ik denk dat mijn vader er niet meteen rouwig om was.

    Pukkelpop was enigszins anders. Er was ook een tent, maar daar stopt de gelijkenis. We waren vroeg in Kiewit, om onze tent dicht bij de festivalweide op te zetten. We stonden inderdaad dicht bij de weide, maar ook erg dicht bij (lees: op) de tenten rondom ons. Als je je bedenkt dat er heel veel tenten stonden op heel weinig ruimte, dat we een vaakvoorkomende standaardtent hadden én dat mijn oriëntatiegevoel (zeker dronken in het donker) niet bepaald overontwikkeld is, kan je je voorstellen dat ik de eerste nacht dankbaar was dat ik mijn vriend bij had. Zonder hem had ik immers nooit onze tent teruggevonden en was ik na een tijdje zoeken waarschijnlijk gewoon in de grootste, meest luxueus uitziende tent in de buurt gekropen om daar ‘goeienacht, hè mannen’ te mompelen en me te nestelen in de eerste de beste slaapzak.

    Naast de obvious ongemakken van een tent (probeer jij maar eens je onderbroek te verwisselen in een propvolle, smerige ruimte waar je niet kan rechtstaan.Ik vind nu nog Spaghetteria-noedels in mijn sokken), kon ik me ook moeilijk vinden in de vuilheid van het kamperen. Ik, gedoopt bij een studentenkring, kan me nochtans gemakkelijk verplaatsen in een avondje smerige marginaliteit. Eén avondje. Na dat avondje wordt het bier uit mijn haar gewassen, het braaksel van mijn schoenen geveegd en enige gevolgen van wildplassen uit mijn kleren gewreven. Ik lak mijn nagels, trek een paar pumps aan en ga weer my merry way. Niet zo in Kiewit. Na vier dagen heb ik net geen natuurlijke dreadlocks (een tasty mengsel van zweet, zand en bier), zitten er verdachte vlekken op verdachte plaatsen, heb ik rouwranden onder mijn teennagels en stink ik naar -opniew- bier, zweet en Spaghetteria-noedels. Bekaterd als ik ben, heb ik geen zin om drie uur in de vlakke zon aan het schuiven voor een douche en laat ik het er maar bij. Op de camping blijken er in dit verband drie soorten mensen te zijn: zij die het duidelijk bevrijdend vinden om zich niet te moeten wassen, zij die het zich niet aantrekken en ik, die veel geld had gegeven voor een nagelborsteltje.

    Een kampeerfenomeen waar ik ook niet helemaal mentaal klaar voor was, waren de Toi Toikotjes. Natuurlijk heb je wel eens je behoefte moeten doen op zo’n bizar plastic wc’tje, maar ik kan je vertellen dat de ervaring pas echt compleet is als je eens hebt vertoefd in een Toi Toi die vier dagen lang werd gefrequenteerd door vuile festivalgangers met bierdiarree en vervolgens al die tijd lekker heeft staan marineren in de snikhete zon. Je bent warempel gelukkig als je weer tot aan je enkels in de dubieze modderlaag voor de toiletten staat.

    Het kamperen was dus verschrikkelijk. Maar het was het wel volledig waard. De ‘nijdige woestijnwind’ van Queens of the Stone Age (dixit Humo), puur jeugdsentiment met Limp Bizkit (denk: Move in now move out/ hands up now hands down/ back up back up/ Tell me what you gonna do now), The Prodigy, de Bloody Beetroots en de marginaal coole afsluiter van 2manydjs: je zou voor minder in een tentje slapen. Volgend jaar zeker opnieuw. Maar wel pas volgend jaar. Ik wil eerst even 365 dagen lang geen Spaghetteria meer zien, eten of ruiken en met volle teugen genieten van mijn propere, geparfurmeerde wc-met-spoelbak.

     

    26-08-2010 om 15:08 geschreven door Marie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)


    Archief per week
  • 01/11-07/11 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs