Als werkloze heb ik onmetelijk veel tijd. In een poging om mezelf bezig te houden, ben ik blogs beginnen schrijven. Volg mee hoe ik me dagenlang te plétter verveel!
In het licht van de afgelopen
verkiezingen, ben ik eens echt beginnen letten op slogans. Net als bepaalde
politieke partijen (Uw centen. Daar gaat het om? I mean, come on!), hebben
sommige producten compleet absurde slogans. Mijn bescheiden mening:
NMBS Onze wegen lopen samen. Bij deze slogan vraag ik me spontaan
af: waar is dat dan precies?. Lopen de wegen van de NMBS en mezelf samen aan
het loket waar er ofwel niemand is (dus ook geen loketbediende), ofwel honderd
mensen voor je staan, die allemaal een onmogelijk lange inlichting nodig
hebben? Lopen onze wegen samen op het perron, waar ik veel vaker excuser pour
le retard dan arrivera en quelques instants hoor? Daar waar ik in sneeuw
en regen uren wacht tot er plots, zonder verdere uitleg supprimé verschijnt naast
mijn trein? Of lopen onze wegen samen tot helemaal in het verre Limburg? Want
dan reizen de NMBS en ik samen heel wat af. Bijna vijf uur zitten we dan
gezellig bij elkaar, voor een afstand van nochtans nog geen honderd kilometer.
Wanneer ik na vijf vreselijke uren op een overvolle trein verfrommeld en
pisnijdig uitstap in Genk, alwaar me nog een busrit te wachten staat van een
uur, hoop ik oprecht voor de NMBS dat onze wegen zich niet net daar kruisen!
McDonalds Im loving it. Deze slogan is waar (I do love my
hamburgers!), maar zou men moeten nuanceren. Iets in de zin van Im loving it,
until I finish it vat de McDo-ervaring beter samen. Nadat je je McMenu hebt
binnengewerkt, heb je immers nog minstens drie uur verteerplezier voor de boeg.
Op de weg terug naar huis al, krijg je McMaagpijn, een opgezette, harde, angry
maag. Een tweede symptoom zijn de McKrampen, rommelende darmen die duidelijk
iets kwijt moeten. Ten slotte -als je pech hebt- eindigt het hele proces met
McDiarree. En eerlijk, de poor soul die na jou het toilet gebruikt, denkt vast
niet Im loving it
Always have a happy period. Wàt een stomme slogan! Tijdens mijn
period ben ik helemaal niet happy. Meer nog; tijdens mijn period is niémand
happy. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen, aangezien er in die fase van de
maand maar twee emoties bestaan: heel erg kwaad en heel erg emotioneel. Voorbeeld:
mijn vriend maakt een onschuldig mopje over mijn gewicht. Hij is meestal wel
grappig en ik kan er in een normale bui best om lachen. But not today! Er zijn
maar twee mogelijke reacties op zijn grapje. Ofwel ga ik die-hard voor de
tegenaanval, waarin ik hem, bijna spugend van razernij, naar het hoofd slinger dat
hij zélf een walgelijke, vette dikzak is! Waar haalt híj wel het lef vandaan
om míj dik te noemen?, ofwel kan ik niks anders denken dan hij heeft gelijk,
ik bén een walgelijke, vette dikzak en loop ik al jankend de kamer uit. Er is
een derde optie (die echter ook zeker niet onder de noemer happy valt): eerst
hem uitfoeteren met taal die ik niet van mijn mama heb geleerd, en dan alsnog
huilend wegrennen. Daar ik veronderstel dat ik niet de enige ben die vier dagen
per maand te kampen krijgt met moodswings die recht uit de hel komen, kan ik
niet anders dan besluiten dat deze ronduit belachelijke slogan moet bedacht
zijn door mannen. En dan niet zomaar mannen, maar vrijgezellen. Want ik denk
niet dat mijn vriend ooit de woorden happy en period in één zin zou zetten
Doe het zelf met Roger Wat je zelf doet, doe je beter. Er zijn
veel dingen die ik beter doe dan anderen. Schrijven, shoppen, commentaar geven
op slogans, Wat echter absoluut helemaal niet thuishoort in dit rijtje is
doe-het-zelven. Ik behoor namelijk tot die categorie van de bevolking die
-zelfs met plannetje, instructies en bekwame assistent- nog niet misschien een
Ikeameubel in elkaar getimmerd krijgt. De categorie die een vakman moet betalen
om een gaatje te boren. Hetzelfde geldt voor gaatjes dicht plamuren (resultaat:
muren vol dikke klodders slecht gemengd plamuursel, veel opvallender dan het
oorspronkelijke gaatje), schilderen (resultaat: strepen op de halve muur die ik
schilder voor ik het beu ben en het alweer voor bekeken hou) of spijkers
inslaan (resultaat: blauwe, bloedende duimen en een muur vol kromme spijkers en
gaten die ik dan weer niet zelf kan wegwerken). Je reinste onzin dus, die
slogan, want wat ik zelf doe, is nooit beter. Wat ik zelf doe, doet zelfs een klunzige
blinde zonder armen beter.
Gisterochtend vond ik twee briefjes in de bus. Een handgeschreven boodschap en een officieel uitziend document, geen van beiden persoonlijk geadresseerd, beiden -uiteraard- in het Frans. Het geschreven briefje bleek afkomstig van de onderburen: Even om te laten weten dat we een feestje geven op 21/6. Xxx, le troisième étage. De andere was van de NMBS: er zijn werken aan de spoorlijn tijdens de nachten van 16/6 tot en met 30/6. Veuillez nous en excuser pour les inconvénients..
De eerste keer dat ik zon briefje kreeg, dacht ik nog ach kijk eens, wat attent!. Na de nacht van 21/6 denk ik er volstrekt anders over. Waarom? Gisteravond 23 uur. Ik rek me uit, kleed me uit en leg me neer, klaar voor acht uur zalige nachtrust. Niet dus. Tegen kwart na elf hoor ik plots een meute opgelaten, luid schreeuwende Walen de gemeenschappelijke trap van ons appartement bestormen. Niet veel later zijn ze er: dreunende technobeats. Het feestje van de onderburen is duidelijk geen besloten kaas- en wijnavond met een bevriend koppel, maar een regelrechte rave voor mensen met gehoorproblemen (zo kan ik alleen maar afleiden uit het aantal decibels dat door de vloer omhoog komt bulken).
Wanneer ik me al tien keer chagrijnig heb omgedraaid met een kussen op mijn oren, komt er door mijn raam een scherp licht met een al even scherp geluid. De apocalyps? Nee. Na inspectie blijkt dat ook de NMBS zijn big guns heeft bewaard tot vannacht: een twintigtal luid communicerende werkers leggen een nieuwe spoorlijn aan, net achter mijn slaapkamer. Of, zo lijkt het toch, ín mijn slaapkamer. Tot vroeg s ochtends lig ik wakker bij de aangename, soothing combinatie van dronken Franstalig geloei, hardcore techno en het raspende lawaai van twintig slijpschijven op metaal.
Om zeven uur ben ik het zat. De NMBS-arbeiders zijn gaan slapen en ook de laatste feestvierders -nu onvermijdelijk volledig doof, vermoed ik- trekken huiswaarts. Ik, intussen nog steeds klaarwakker en -vooral- pissed off, bereid me voor op een tegenoffensief. De NMBS kan ik moeilijk terugpakken, maar onze onderburen zullen na een nachtje raven hun slaap wel kunnen gebruiken. Niet dus. Terwijl ik dit schrijf, verzamel ik alle boxen in huis en stel ik een playlist samen van de extreemste, irritantste, monotoonste Drum n Bass die ik kan vinden. Boxen op de grond, volume volledig open, timer op de komende acht uur. Nu alleen nog even naar de apotheek voor oordopjes. Zo kan ík tenminste een vredig dutje doen om mijn verloren nachtrust in te halen. Xxx, le quatrième étage!