Als de herfst zijn roodbruine ambiance begint te leveren, welt bij madame een sterkere neiging op om te cocoonen. Gezellig thuis zitten bij krant, kruiswoordraadsel en computer, in kamerjas rondlopen tot de noen, van achter het raam de herfstpracht aanschouwen en zich verkneukelen in de huiselijke warmte. De hang naar gloeiende gerechten en dampende dranken wordt dan groot
Ze maakte macaroni klaar met een knapperig krokante kaaslaag. Want ja, ze was tussen de soep en de patatten een combimagnetron gaan kopen. Later op de avond kreeg madame zin in warme chocomelk. Een modern gezin heeft doorgaans prefab-chocomelk en/of cacao in huis. Bij madame vind je dat niet. Mijnheer en madame consumeren zelden melkproducten. Maar er was chocolade en een half litertje melk. Ze fabriceerde chocomelk op grootmoeders wijze in haar geavanceerde combimagnetron.
Aan alle moderne kookprinsessen. Koop nooit nog kant en klare chocomelk! Maak het zelf! Dat pittige, dat fluwelen, die afdronk is gewoon hemels. t Is bovendien poepsimpel om maken en snel klaar.
Doe een geutje water in een kop en brokkel er een stukje fondant chocolade in.
Zet de kop 30 seconden in de magnetron om de chocolade te laten smelten.
De dag na het tripje naar Londen was madame opmerkelijk afwezig. Ze hoorde amper wat mijnheer zei en had ze toch iets opgevangen gaf ze een antwoord dat op niets sloeg. Was het nagenieten, vermoeidheid of nawerkend Engels flegma? Ze was er in ieder geval met haar kop niet bij. Iets zinnigs doen zat er ook niet in. Het was alsof geest en leden onderling niet meer coördineerden.
Er was geen charcuterie meer in huis. Haar verstand zei dat ze naar de winkel moest. Maar haar lijf wou niet. Toen er eten op tafel moest komen, reed ze in extremis dan toch naar de winkel. Ze passeerde de bakker en dacht: Als ik nu eens worstenbrood kocht. Dat lust mijnheer graag. Dat thuis een brood aan t bakken was, kwam niet meer bij haar op. Toen ze met twee worstenbroden buiten kwam, sloeg ze zichzelf tegen de kop en mompelde: Kieken! Prompt stapte ze bij de kruidenier binnen en kocht vier soorten broodbeleg.
Thuis gekomen zei ze tegen mijnheer: Ik heb een stommiteit gedaan.
Verschrikt keek hij haar aan. Je zag zo dat zijn scenarios de richting van een geblutste auto uitgingen.
Ik heb worstenbrood gekocht. zei madame.
Ja, en dan? vroeg mijnheer.
Kleintjes flapte ze het er uit: De oven werkt niet!
Mijnheer fikste de oven en zorgde er voor dat er toch nog warm worstenbroden op tafel kwamen.
Rond 21u merkte hij dat de broodmachine nog op stond.
Heb jij brood gebakken? vroeg hij.
Euh ja. Dat was om 17u gebakken. Maar k was het vergeten.
Heel enthousiast was madame aanvankelijk niet. Een dag naar Londen met een 84-jarige leek haar meer een klus dan een uitstap. Madame was trouwens niet de enige die er met een bang hartje aan begon. Omdat bomma en madame mekaar slechts oppervlakkig kennen, begon ook bomma met een ietwat ongemakkelijk gevoel aan de trip, zo bleek. Maar het werd een super leuke dag. Voor beiden.
Ze vertrokken s morgens in de vroegte vanuit een opstapplaats zonder stationnetje. Kaartjes kopen zouden ze dus op de trein moeten doen. En daar begon de leut. Ze zaten allebei met de handtas op schoot, klaar om bij het passeren van de kaartjesknipper een ticket te kopen. Gedurende de welhaast één uur durende rit kwam echter geen kaartjesknipper voorbij. In Brussel Midi stapten ze af, giechelend omdat ze ongewild zwartrijders waren.
Hoewel door de stakingen in Frankrijk het tijdschema van de Eurostars overhoop gegooid was, vertrok hun Eurostar stipt op tijd. Bommas pret kon beginnen. Want van daar af begon de verwezenlijking van een droom die ze tijdens de rit nog eens bevestigde: Ik heb er altijd van gedroomd om voor ik sterf nog eens in Engeland te komen.Wat ze niet had kunnen dromen was, dat ze voor die rit een hele treinwagon ter beschikking zou hebben. De zetels 51 en 52 waren voor hen gereserveerd, twee enge zitjes helemaal achteraan in het coupé. Toen de trein vertrok, waren er in hun wagon geen medereizigers. Ze zaten er moederziel alleen. Gezwind palmden ze de ruimste zetels in. Bomma kon gedurende de hele rit naar Londen, ongeremd en met schalmende stem(interessante) verhalen over het verleden ophalen. Ze ging zo op in haar vertellingen dat ze niet eens gemerkt had dat ze door de tunnel gereden had.
Madame had vooraf op het internet uitgeplozen welke metro ze moesten nemen om in de buurt van The London Dungeons te geraken. In de krioelende metrogangen van Londen de weg vinden, was één van haar schrikbeelden. Ze liet het echter niet merken. Ze nam bomma bij de hand en alsof ze alle dagen in Londen kwam, loodste ze bomma resoluut van de ene (juiste) gang naar de andere, van de ene (juiste) roltrap naar de andere. In de metrotrein maakten ze kennis met ontroerende hoffelijkheid. Een Afrikaanse heer bood bomma meteen zijn zitje aan. Tegenover bomma was nog een plaats vrij. Een zwaar bepakte dame verleende madame voorrang om daar te gaan zitten. Een Oosterse, die naast het vrije zitje zat, raadde madame aan om er niet te gaan zitten want de zit was vuil. Er lag kristalsuiker op. Dan nam ze een papieren zakdoekje, veegde de zit schoon en gebaarde dat madame er nu wel kon gaan zitten. Vriendelijkheid om te koesteren
In de London Dungeons heerste een Halloweensfeer. Het was er donker en dat was even aanpassen. Senioren zijn onbewust bang om te vallen. Hand in hand schoven bomma en madame mee van de ene act naar de andere. Het spektakel in The London Dungeons bestond hoofdzakelijk uit angstaanjagende taferelen die door acteurs kracht werden bijgezet. Het liep er vol heksen, folteraars, villers, moordenaars die met een korte humoristische act het bloed hielpen stollen. Bomma verstond er wel geen woord van, maar ze genoot want ze was er als de kippen bij om bij iedere act op de eerste rij te staan. Bij de vrije val was madame net op tijd om er tussenuit te glippen. Toen ze aanschoven voor wat komen ging (bomma stond weer vooraan) zag ze in haar rechterooghoek een waarschuwingsbord met: pregnant women, persons with heartdisease, bad back Ze sprak de begeleidende acteur aan. Hij wees haar een binnenweg. Bleek later dat bomma die vrije val wel zou aangedurfd hebben, maar dat ze het niet alleen wou doen.
Na de Dungeons reden ze met de metro terug naar de omgeving van Waterloo station. Ze flaneerden langs de City Hall, de Big Ben, The House of Parlement en langs de boorden van de Theems. Het was schitterend weer. Op de zonovergoten promenade naast de Theems hadden ze de meeste lol. Ettelijke acteurs stonden er in verbluffende kledij standbeeld te zijn. Voor ieder standbeeld stond (natuurlijk) een bedelhoed of potje. Bomma werd edelmoedig. Ze had, evenals madame, voor vertrek al haar oude Engelse puntjes bijeen gescharreld. Met knipbeugel in de hand dartelde ze van standbeeld naar standbeeld en beloonde hen met muntjes, waarop ieder standbeeld haar op een originele manier bedankte en met haar poseerde voor een foto.
Toen de kilometerteller van hun benen op zowat 6 km stond, zetten ze zich op het zonnig en bovendien verwarmd terras van een eethuis. Bomma was van meetaf zinnens om madame met een warme maaltijd te trakteren. Zij zou dan lamb eten. Want in Engeland had ze ooit het verrukkelijkste lamsgerecht gegeten. Dat wou ze overdoen. Maar helaas, in geen enkel restaurantje stond lam op het menu. Dus kozen ze maar voor een typische Fish & Chips.
De terugrit verliep eveneens probleemloos. Hoewel er nu wel volk in de wagon zat, babbelde bomma de tijd van de terugrit weer vol. Toen mijnheer hen in het laatste stationnetje ophaalde, keek hij in de ogen van een overgelukkige bomma en een stralende madame. Hij moest niets vragen. Hij zag dat beide dames zich kostelijk geamuseerd hadden.
Een kop koffie. Toen madame thuiskwam wou ze meteen een kop koffie. Ze was er dringend aan toe. Ze deed bovendien twee lepels gesuikerde melk bij de koffie als zoetmaker voor een pinnig humeur. Ze heeft een gloeiende hekel aan technisch getinte boodschappen. Als zon boodschap van de eerste keer lukt, is ze dolgelukkig. Maar bij de minste strubbelingen is ze het eerste half uur danig uit haar hum.
Gisteren stapte ze naar de winkel waar mijnheer acht jaar geleden de oven gekocht had. Ze had het defecte thermostaatje meegenomen want er stond een serienummer op. Met die gegevens, dacht ze, zou het geen enkel probleem zijn om een identieke thermostaat te bestellen. Toete Gerard. Het magazijn van de verkoopfirma gebruikt de oorspronkelijke serienummers niet. Zij hebben hun eigen magazijnnummers. Madame werd verzocht om het serienummer van de oven op te sporen. Dat staat aan de achterkant of de zijkanten van de oven of op de factuur, mevrouw. Madame blies de aftocht.
Mijnheer vroeg zich af waarom de verkoper eens niet in zijn klantenbestand gekeken had. Daar staan normaal per klant alle gegevens van zijn/haar aankopen in. Maar goed, hij zocht en vond het serienummer. Gewapend met de nodige gegevens, stapte madame vandaag weer naar de winkel. Terwijl de winkelbediende alle gegevens in de computer tikte, vroeg madame langs haar neus weg: Hebben jullie eigenlijk geen klantenbestand waar je die gegevens kan terugvinden?
Dat hadden we, antwoordde hij, maar begin januari heb ik een crash gehad en sindsdien zijn mijn gegevens weg.
Hebben jullie dan geen server waarop alles bewaard wordt?
Ja, maar die krijg ik alleen maar mits speciale aanvraag. Maar de aankoop van jullie oven zal er toch niet meer in staan. We houden de aankopen maar zes jaar bij. Mag ik dan 10 euro voorschot, asjeblieft?
Madame betaalde en pas toen (te laat!) vroeg ze wanneer de bestelling zou binnenkomen. De man trok een bedenkelijk gezicht. Zijn pronostiek was: Als alles vlot verloopt binnen een viertal weken. Maar het zouden ook wel eens zes weken kunnen duren. Madame slaagde er nog in om vriendelijk afscheid te nemen, maar eenmaal buiten zakte haar humeur tot onder het vriespunt. Zes weken geen ovenbroodjes meer! Geen krokante macaroni met kaas! Ze raasde door. Zes weken geen aardappelkoek! Misschien zelfs geen kerstkalkoen!
De sterk gesuikerde koffie kalmeerde haar enigszins. Toch legt ze zich nog niet neer bij het feit dat ze het zoveel weken zonder oven moet stellen. Een combimagnetron Als ze nu eens een combimagnetron kocht. Dat zou handig zijn. Als mijnheer vanavond thuiskomt zal ze er eens op haar kousenvoeten over beginnen. Bij een kopje gesuikerde koffie. Of hij zou voor thuiskomst deze blog al moeten gelezen hebben. Dan wordt het meteen een geanimeerd gesprek.
Nog twee nachtjes slapen en madame gaat met de 84-jarige bomma op daguitstap naar Londen. De nodige afspraken zijn gemaakt. De tickets voor de Eurostar zijn besteld. Rest enkel nog uit te zoeken wat ze in Londen gaan doen. En dat wordt een probleem
Tijdens een bezoek aan de bomma vernam madame dat ze reeds een keer of drie in Londen geweest is. Buckingham palace, the Tower, Mme Tussauds, St. Pauls Cathedral, Trafalgar Square, Piccadily Circus alle bezienswaardigheden heeft ze al gezien. Ze shopte al bij Harrods, reed al met een dubbeldekker, spelevaarde al op Theems. Waar kan madame haar in s hemelsnaam nog mee naartoe slepen?
Zoals steeds zocht madame het mogelijke antwoord op het internet. Ze dwaalde uren in virtueel Londen rond en vond twee mogelijkheden.
London Dungeon is een horrormuseum waar je meegenomen wordt naar het duistere verleden van Londen. Zie liters bloed vloeien en hoor het gekerm van hen die je voorgingen. Ga er niet heen als je een zwakke maag hebt.
Madame is er van overtuigd dat bomma daar gaat van genieten. Bomma is een stoere tante. Maar gaat madame er wel tegen kunnen? Er is daar sprake van een vrije val in het duister. Brr madame besterft het van het gedacht alleen al.
Hier bevindt zich een grote collectie levende en fossiele planten, dieren en mineralen, met veel bijzondere exemplaren die zijn te bezichtigen. Er worden veel spannende tentoonstellingen georganiseerd om mensen van alle leeftijden zich te laten interesseren in de geschiedenis van de natuur.
Dat vond madame destijds een super interessant museum. Maar de vraag is dan weer of bomma er haar draai wel gaat vinden.
Zijn lezers die nog andere ideeën hebben? (The London Eye is geen optie. Madame heeft hoogtevrees.)
Vriend Ray is aan zijn eindwerk voor 2008 begonnen, nl. de regie van de eenakter Wrakhout. Hij gaat nogal onorthodox te werk. De meeste regisseurs roepen hun acteurs/actrices samen, doen een paar lezingen en beginnen dan aan het en scène zetten. Ray niet. Ray gaat in de komende maanden geregeld bij elke acteur/actrice aan huis om er zijn/haar rol te bespreken en uit te werken. En dan, als ieder zijn tekst en personage(s) beet heeft, worden de rollen als puzzelstukken in elkaar geschoven.
Vandaag kwam hij madames personage uitwerken. Het werd geen repetitie maar een workshop. Na iedere paragraaf vuurde Ray namelijk vragen af. Wat is hier belangrijk? Is dit relevant? Draagt dit bij tot het stuk? Madame werd er bijna kierewiet van. En toch na drie uur repetitie waren er schitterende vondsten uit voortgesproten. Tekst die door mimiek vervangen werd en daardoor veel sprekender overkwam, stukjes monoloog die overgeheveld werden naar een ander personage en tekst die geschrapt werd. Als opsteller van de tekst had madame het daar wel wat moeilijk mee. t Voelde soms aan alsof haar kind geamputeerd werd. Maar de eenakter was door Rays lesgever toch al te lang bevonden. Er moest gesnoeid worden. En omdat het tenslotte om Rays regie-examen te doen is, waarbij hij verondersteld wordt te regisseren zoals hem is aangeleerd, deed madame water bij de wijn, veel water bij de wijn.
Het was geestelijk een vermoeiende namiddag. Maar als je het resultaat bekijkt, was het geen vergeefse moeite. Ray gaat een schitterende regie tegemoet. En dat telt!
De laatste tijd mislukten alle ovengerechten. Aanvankelijk dacht madame dat het haar schuld was omdat ze tijdens het bakproces naar andere bezigheden fladderde en de baktijd niet nauwgezet in het oog hield. Na een reeks zwartgeblakerde broodjes en veel te krokante macaronischotels kocht ze een keukenklokje dat einde baktijd zo indringend rinkelde dat madame elke bezigheid met een schok staakte. Boter aan de galg. Nog steeds produceerde de oven gerechten die met een beitel moesten gekapt worden. Bij een volgende poging stelde ze het keukenklokje in op de helft van de braadtijd. Van dan af zou ze met haar neus voor het ovenglas gaan zitten om de baksoap van nabij te volgen. Maar het was te laat, de ovenbroodjes hadden al de kleur en de constitutie van een zwarte snookerbal. Toen begon het te dagen. Er scheelde waarschijnlijk iets aan de oven. Ze kocht een oventhermometer en inderdaad, bij instelling van 150° stookte de oven lustig door naar 220°.
Vandaag ontmantelde mijnheer, de immer toestellenredder in nood, de oven. De diagnose van de doctorandus technicus was: thermostaat naar de filistijnen. Morgen mag madame op zoek naar een identiek exemplaar. De blonde techneut die deze queeste gaat aanvatten, groet u.
Half april bekloeg madame zich er over dat Woefke op het tapijt plast. Intussen verschenen over Woefkes plasgedrag geen blogjes meer. Wat niet wil zeggen dat Woefke geen tapijtplasser meer is. Overdag is ze zindelijk maar haast iedere nacht hurkt Miss Piskous getrouw op het tapijt in de living en loost er haar blaas. Madame legt al geruime tijd krantenpapier onder de tapijtrand waar Woefke bij voorkeur plast, zodat de plas geen zompig moeras wordt maar in het krantenpapier dringt. Ze heeft ook al vanalles geprobeerd om het foute plasgedrag te verhinderen: later op de avond met Woef gaan wandelen, het tapijt met speciale shampoo (met geurbestrijding) inwrijven, de tapijtboord omdraaien, er kranten bovenop leggen. Soms leek zon voorzorgsmaatregel doeltreffend. Maar als madame de sanitaire blokkade eens vergat, was het weer prijs. Ze had gehoopt dat Woefke na een week quarantaine in het hondenpension die slechte gewoonte zou afgeleerd hebben. IJdele hoop! Woef sopt het tapijt nog iedere nacht in.
Vandaag was madame het kotsbeu. In een Frans colère rolde ze het tapijt op en kiepte Woefs nachtspiegel buiten. Nu ligt het omgekeerd te drogen onder de carport. Wat ze er verder mee aan moet, weet ze nog niet.
Een week buiten laten liggen en Woefs plasgedrag afwachten?
Een nieuw tapijt kopen?
Insmeren met mosterd of zoiets? en dan terugleggen?
Broer en schoonzus kwamen op bezoek, wat recht evenredig loopt met ettelijke bakjes koffie en uitgebreid causeren. Verder heeft madame zich ettelijke uren te pletter gezocht naar een hidden muziekfile in een powerpoint die ze per mail toegestuurd kreeg. Toen ze het, met veel omwegen, gevonden had, wou ze de wav-file op haar blog zetten. Maar ook dat verliep met veel strubbelingen. Een blogje schrijven zit er vandaag niet in. Maar ze wil jullie wel laten meegenieten van dat ene speciale geluidsbestandje. 't Is een nostalgisch ding in sappig Brussels. De tekst ervan vind je hieronder. Enjoy!
Klik op het muisje om 't Ketje te horen!
Van een giel klaan moeizeke - 't Ketje (Renaat Grassin)
E giel klaan en e zjantee moeizeke da was ne ki on't spele in e gardemanzjei En het preufdege van de makaroni, en van de restant van ne roti En dén wei van nen ette keis en van e pak sjikolet en van n transjke patei. Et à la fin van n aabakke kest.Mo toon kreig da moeizeken vriedegen dest, Want et zag do e fleske stoen mé vaaf stêre mè spinnewebe rond en vol stof. En da moeizeke vond da fleske tof.
Mo seul'ment, t aa gienen tierboesjon vè da fleske te deeboesjoneire...
En toon paktege da moeizeke zaanen eelan en et begost da fleske te sjarzjeire
en et sproenk en et sproenk... en et sproenk da flesken omvêr et par terre
et fleske was stukked en watat er in was, was faaine konjak, ieste kaleeter,
ne gielen alve leeter.
En et moeizeke lanseidegen em in daane plas en et lektege, et lektege...ge kunt ni geluuve oo good dat da was,
en et lektege nog et encore et toujours totdat et op't leste gin fles ni mi zag en giene plafon en giene vloor
en et veel van alteroêsen op za gat want da moeizeke was in iene ki scheilkrimineilzat.
Mo, dans un dernier effort stont et recht op zan achterste puute
en et kloptege mè zan twie vosjten op zan bëst lek as ne gruute
en et reep lek as Tarzan oeit de sinema, geried tot de straaid:
"Woe es daane smeirege koêter da'k em zaane nek afbaait!"
Hei hei pas oep zunne. Naa mooie ni paaze zenne da 'k em da powezeek zit te deklameire alien vui aale t'amuzeire. Neineie neineie ik em aaile wille demonsteiredat sa er soemegste zaain dee uile mé konvikse e stuk in uilen uur drinke dat da ni es seul'ment en allien vui te kunne drinke, mo wel vui ne ki goo zat en gielegans doefes te kunne zaain. Want den vergeite z'uile mizeire en vergeite z'uile paain; en noé zaane vaaifde of tiende guis (da angt af van a konstiteuse) voelt de klainste pasjakroet em lek as ne ruis; nen erme vagabont die voelt tem gelek as ne miljoneir en em paastdat em in e zilvere bedde mè zaa loekes slopt in plosj van op zaane paljaspartêr; ne poefer verget zaane poef en zaan schuld; nen boeilt zan mimoktaaid en zaanen boeilt; ne lafoêt wëdt nen eero, ne loerik ne rappe, en ne pei mè 'n stem vui out mei te kappe dië paast dat em zingt lek as ne nachtegoêl,...
ne zatte schacht es kapitaain en ne zatte kapitaain es zjeneroêl...
En ik, et Ketsje zëlf, fabrikeir den powezeekes en détail et en gros
en ik veul ma nog straffer as Vondel en as Victor Hugo.
Aswannier ge donc van a leive ne zatlap zeejt,
respekteit em en bezeet em mé takt:
ge kunt nuut weite vui wee dat em zan aaige pakt.
En surtoe, mense dee no maa lëstert, bekloêgt em neet ...
et es mascheen den ienegste momentin daane soekeleir za leive dat em ni af ën zeet
De ochtenden worden mistig. Dat leidt bij madame tot de volgende gedachtegang:
Mist = Snertweer
Snert = erwtensoep
Mistig weer = erwtensoepweer
En dus brouwde madame vandaag erwtensoep. Volgens de ongeschreven statistieken van madame, is 90% van de mannelijke bevolking verzot op soep. Met (verse) soep kan je - nog steeds volgens het evangelie van madame - bij het merendeel van de mannen het humeur opkrikken. Soep geeft hen a.h.w. een mentale boost. Jarenlang heeft madame in het verschaffen van die soepboost gefaald. Soep stond haast nooit op het dagelijkse menu. Toen ze haar beide benen nog 78 uur per week afsleet in haar gazettenwinkel, had ze de tijd niet om verse soep te maken. Bijgevolg is het vandaag de tweede keer in haar leven dat ze erwtensoep maakt. Ze deed het zoals ieder debuterend huisvrouwtje: mét kookboek. En ze is er in geslaagd om heuse snert te bereiden. Zonder knoeien nog wel! Voor deze prestatie graag uw applaus.
Madame ging naar de supermarkt. Ze verzamelde wat ze nodig had en reed met het winkelkarretje naar de kassa. Er was één kassa open en één klant aan de kassa. Een déjà vu moment (zie blog aan de kassa dd 5/10). Maar wacht nog even. Het wordt spannend.
Op de grond, in de buurt van de kassa, stond een mandje gevuld met kruidenierswaren. Madame ging er van uit dat de dame van het boodschappenmandje in de rekken nog iets gaan zoeken was. Ze keek rond, maar er was niemand te zien. Dus schoof ze aan achter de dame die aan de kassa bediend werd. Kwam ineens een wervelwind aangelopen. Ze greep het mandje en plofte van achter madames rug haar winkelwaren op de band, knal achter de waren van de in bediening zijnde klant, terwijl ze met die dame een gesprek aanknoopte. Het voorval van vorige vrijdag indachtig dacht madame: Ah nee! Toch weer niet, hè!. Stoïcijns schoof ze de koopwaar van Mme. Vanachteren een beetje achteruit en schoof haar aankopen er voor. Dat viel niet in goede aarde
Mme. Vanachteren: Hé madame! Ik was eerst, hoor! Heb je dat winkelmandje niet zien staan?
Madame: Ja madame, maar ik zag u niet.
Mme. Vanachteren: Ik ben samen met die madame daar.
Madame: Sorry, maar dat kon ik niet weten.
Mme. Vanachteren: Ah nee, want jij bent blind! Breng in t vervolg je stok mee, dan zie ik het tenminste! Slecht volk! t Is ongelooflijk hoeveel slecht volk er tegenwoordig rondloopt! Maar doe maar! Doe maar! Ik trek het me niet aan!
Madame: Nee madame, dat hoor ik.
De furie foeterde nog voort, maar madame deed alsof ze het niet hoorde. Beleefd en charmant rekende ze bij de kassierster haar aankopen af. Asjeblieft. Dank u wel. Tot ziens. Madame kreeg van de kassierster een glimlach en een olijke blik. Dat zalfde. Maar madames goed humeur had wel een flinke knauw gekregen.
Madame verliet haar computer om nog eens lijfelijk te chatten met blogmaat Jetje. De koffieklets vond plaats in een babbelbox (lees: taverne) voor pateekesmadammen en duurde zo maar eventjes vier uur. De gesprekken waren weer zeer geanimeerd en de onderwerpen gevarieerd:
Loverboys op het internet
Afrikaanse jongetjes in chatrooms
Wat staat er in het Middelheimpark, een penis of een dildo?
De situatie in Pakistan
Mahjong, sudoku en adventure games
Harry Potter
Blogachtergrond wijzigen in html
De dikke nek van den Aanwaarpeneir (werd weerlegd)
Niet echt onderwerpen die men van zestigplussers zou verwachten, niet?
Over het laatste onderwerp vertelde Jetje een anekdote die madame deed schateren van t lachen. Het voorval speelde zich af in de jaren 50/60, de tijd dat de stadsmadammen nog hoeden droegen. Zon stadse schminkdoos, getooid met een buishoed die hier en daar artistiek gedeukt was, stapt met gipsen dedain op de tram. Ze zet zich op een vrije tweepersoonsbank en trekt een hautain rookgordijn op. Aan de volgende halte stapt een straatzanger op, een vagebondfiguur met gescheurde broek, bloemetjeshemd én een verfomfaaide hoge hoed (chapeau buse) van hetzelfde model als die omhooggevallen stadsmadame. Gaat die gast toch wel naast die kakmadam zitten, zeker! Die twee identieke hoeden naast mekaar, de ene met arrogante noblesse gedragen, de andere potsierlijk op zijn kop gesodemieterd. Een contrast om van te smullen! Een idee voor een schilderij?
Met het risico uitgejouwd te worden, waagt madame zich vandaag aan antireclame. Na de Tupperware homeparty (zie blog Tupperware) bleef de vraag of het alom geprezen nut van die potten niet overdreven was. Vooral de twijfelachtige functionaliteit van de Quick Chef bleef bij madame nazinderen. Op de voorstelling die ze bijwoonde, werd het toestel aangeprezen om bv. krabsla, tonijnsla, kip curry, avocadosla enz. te maken.
Hoe werkt het apparaat? Men kiepe alle ingrediënten in de Quick Chef, draaie aan een wieleke, akke akke tuut-tuut en het gerecht is klaar. Het toestel kost 54 euro.
Madame maakte vandaag krabsla. Ze kiepte de ingrediënten (2 gekookte eieren, 6 surimi sticks, 2 eetlepels mayonaise, peper, zout en bieslook) in een kom, prakte de boel met een vork en klaar was kees. Toegegeven, prakken oogt ouderwets, aan een wieltje draaien staat ergonomisch. Maar als er moet afgewassen en afgedroogd worden, staat de Tupperware-vrouw wel met vier complexe onderdelen te foefelen, terwijl madame slechts een bord en een vork moet schoonmaken. Ah! De Quick Chef mag in de vaatwasser? Wel nogal spatiaal die Quick Chef, niet?
Nu, of de krabsla met vork en kom of met een Quick Chef klaargemaakt wordt, zelfgemaakte krabsla is overheerlijk.
Mijnheer was vrijdag voor zijn werk naar een technische beurs geweest in Nederland. Contacten leggen, symposia volgen, nieuwe producten monsteren en tot slot nog uren in de file staan. Hij was fysisch en mentaal bekaf. Een rustige zaterdag was aangewezen. Hierna enkele tekstuele snapshots van mijnheers mentale upgrading.
Mijnheer wou gaan noten rapen. Madame zag net een eekhoorntje voorbijschieten. Dan moet je wel rap zijn, zei ze, of de eekhoorntjes schieten je voor met hun winkelkarretje.
Mijnheer had zin om te kokkerellen. Hij maakte een grote pot kalfsfricassee. Omdat hij de boel niet wou laten overkoken, schakelde hij het elektrisch vuur op lage stand. Na enige tijd kwam er beweging in de kookpot. Zegt mijnheer: Ah, ça commence à prutteler.
Mijnheer en madame zitten te eten. Woefke houdt zich koest. Maar dan kan het beestje zich niet meer houden en bedelt. Woefke mag niet bedelen, dus madame kijft. Maar Woefke gehoorzaamt niet en zegt weer: Woef! Daarop zegt madame: Hond! Hier wordt niet geteut! Schrijf 100 keer: je ne peux pas teuter.
De lichtvoetige stemming was de ganse dag aanwezig. Bij het avondmaal een fles wijn gekraakt en nippend van het edele vocht speelden ze nog een uurtje Boggle. Oh happy days!
Met een halfvol winkelwagentje wandelde madame naar de kassa. Ze moest zich niet haasten. Het was kalm in de supermarkt. Van ver zag ze dat er maar één kassa open was en dat er maar één klant stond. Dat was een meevaller. Ze duwde haar winkelwagentje tussen de rayons uit. Op datzelfde moment kwam van tussen rayons die iets verder lagen, nog een winkelwagentje met een vrouwmens te voorschijn. Madame moest een kleinere afstand overbruggen en normaliter zou zij voor dat vrouwmens aan de kassa staan. Maar ineens trok dat mens een sprint aan en finishte met een wiellengte voor madame. Eerst stond madame paf. Daarna broeide er verbolgenheid. Ze zou pisnijdig geworden zijn, ware het niet dat de sprintkampioene voor een grappige noot zorgde. In haar hevigheid had ze haar winkelkarretje te ver in het gangetje naast de kassa geduwd. Vanuit haar triomfantelijke positie kon ze haar winkelwaren niet op de band leggen. Ze probeerde zich naast haar karretje te wurmen, maar daar kon zelfs geen anorexie-mannequin passeren. Kribbig trok ze uiteindelijk haar karretje achteruit, loens lettend of madame niet voorkroop. Madame voorkruipen? Maar mens toch! Die gunt je geen blik. Stik in je egoïsme!
Aan de kassa daarnaast arriveerde een caissière (m). Hij gesticuleerde naar madame dat hij kassa 2 ging open maken. Madame draaide haar winkelwagentje richting kassa 2. Op datzelfde moment stormde iemand die achter haar stond in vliegende vaart naar kassa 2. En zo werd madame in amper vijf minuten tijd tweemaal verrast in een absurde winkelwagenrace. Waar is der vaderen lankmoedigheid toch gebleven?
Na maanden inactiviteit op creatief gebied greep madame weer naar doek en verf. Ze wou per se haar nieuwe schilderhoek uitproberen. t Moet gezegd, zon ruimte waar ze naar believen kan schilderen is een luxe. Ezel en verfmateriaal kunnen nu rustig blijven staan tot het kunstgewrocht af is, of tot haar artistieke bui over is.
t Was weer even wennen aan het gedrag van verf en borstels. Nu ja, borstels heeft ze weinig gebruikt. Ze had zin om eens voluit te kledderen en te klodderen en nam het paletmes. Lekker smeren en vegen met kwakken verf. Opgaan in de smeuïge kleuren. Veeg na veeg een beeld baren
Het resultaat zie je hierboven. t Is geen schilderij geworden om u tegen te zeggen. Maar t was voor madame letterlijk en figuurlijk een deugddoende uitspatting.
Als het weer niet aanzet tot een zonnig humeur moet je er zelf maar wat aan doen dacht madame en besloot om creatief te gaan schilderen. Ze trok deur van de hobbykamer open en deinsde achteruit. Oh my God! Wat een rommel! Maandenlang had ze alles wat niet dagelijks gebruikt werd snel in de hobbykamer geduwd. Wat een junkberg! Eigenlijk zou ze beter die kamer eens uitmesten in plaats van zich te amuseren. Als ze het goed aanpakte, kon ze er misschien een schilderhoek creëren, zodat ze haar schildergerief niet telkens naar de keuken moest sjouwen.
Ze stak al haar creativiteit in de ruimtelijke ordening: versleepte meubels, sorteerde stapelde, stouwde. Het weer interesseerde haar niet meer. Ze concentreerde zich enkel op orde en netheid. Vier uur later walste madame van de ene hoek van de hobbykamer naar de andere. Er was ruimte. Er was lucht. Er was een schilderhoek! Er was een tevreden madame met een zonnig humeur.
De vakantie zit er op. Mijnheer gaat weer fulltime werken. Die ochtend van alweer solohuishouden keek alles wat niet op zijn plaats stond madame provocerend aan. Koffiekopjes, lege glazen, de nieuwe telefoonboeken, plateaus met noten, een foodmaster, oude kranten, enz. t Was alsof ze allemaal treiterend scandeerden: Wij staan toch niet op onze plaats, ne-ne-ne-ne-ne! Madame keek ze bliksemend aan. Wacht maar, dacht ze straks draai ik jullie allemaal op achter slot en grendel.
En zo geschiedde. Madame ontwikkelde een grimmige opruimwoede. Stelselmatig en met oog voor detail elimineerde ze alles wat haar esthetica ergerde. Ze sodemieterde alles op zijn plaats. Stuk voor stuk kraakte ze die ettertjes van walnoten die living en keuken ontluisterden. Ze maalde ze tot gruis en stak ze in de diepvriezer. Uiteindelijk lachten een frisse living en keuken haar toe. Tien minuten lang genoot ze van de aanblik. Toen was het tijd om voor het avondeten te zorgen. Ze bakte het kalkoenvlees aan, maakte het gehakt aan en rolde gehaktballetjes, kokkerelde tot de keuken heerlijk geurde naar verse kalkoenfricassee. En toen toen lachten het leeg blikje, het uitgeknepen potje room, de gebruikte vork, de vleesplank, de kookpot, de maïzena, de eierschalen, het vergiet en de ovenwanten haar uit. Ne-ne-ne-ne-ne!
Opruimen t Is een vloek die een huisvrouw levenslang blijft achtervolgen.
Is het nog altijd pruimentijd? vroeg mijnheer, Ik heb al een tijdje zin in pruimen.
Volgens mij is die tijd voorbij antwoordde madame, maar als ik ga shoppen zal ik eens uitkijken.
En ja hoor, madame vond in de supermarkt nog een mandje pruimen. Madame was blij dat ze mijnheers wens kon vervullen en mijnheer was blij dat hij toch nog pruimen kon eten. Gretig nam hij een pruim.
Oei! Die zijn nog hard, zei hij, ik zal ze nog een paar dagen moeten laten liggen.
Vijf dagen liet hij het mandje pruimen onaangeroerd. Toen nam hij weer een pruim.
Nu zijn die nog altijd hard! zei hij verbaasd. Zijn dat wel echte pruimen? t Zijn toch geen pronkpruimen?
Pronkpruimen? antwoordde madame, k Denk niet dat die in de supermarkt te koop zijn. Voor pronkpruimen zal je naar de rosse buurt moeten.
Vooralsnog liet mijnheer geen interesse meer blijken, noch voor echte pruimen, noch voor pronkpruimen.
Madame ging naar een toneelvoorstelling, gepastiekzakt met een paar kilootjes noten. Geen alledaagse handtas om naar een toneelvoorstelling te gaan. Maar Paz had gevraagd om en passant noten mee te brengen en dan doet madame dat.
Bloggenoot Paz had madame uitgenodigd om naar haar vertolking van de monoloog Shirley Valentine te komen kijken. Madame ging er met alle plezier naartoe. Sedert ze (in de jaren 90) de film gezien had, koestert ze het gegeven van Shirley Valentine.
Shirley Valentine leidt een kleurloos bestaan in een uitgeblust huwelijk. De kinderen zijn de deur uit en ze praat alleen nog maar tegen de keukenmuur. Ze droomt van een ander bestaan, zoals het was voor haar huwelijk. Na lang aarzelen laat ze haar man achter en gaat met een vriendin op vakantie naar Griekenland. Daar vindt ze, na een slippertje met een Griekse macho, haar vroegere eigenwaarde terug.
Uitbreken uit de sleur. Welke huisvrouw heeft daar nooit naar gesnakt? Madame snakte daar in haar midlifecrisisjaren zelfs heel hevig naar, tot hikkens toe! Een hartstochtelijke Griek was toen (helaas J) niet voorhanden. Was ook niet nodig. Want waar draait een midlifcrisis eigenlijk om? Om het heroveren van je eigenwaarde, toch? En daar kan je zelf wat aan doen.
Proficiat Paz, voor je puike vertolking. Jouw publiek, madame incluis, heeft genoten!
Simon – partner van Draakje Kwik - 1° zoontje van Simon Flupke - 2° zoontje van Simon
Meer familie Ma - moeder van mijnheer Bomma - schoonmoeder van mijnheer Broer - broer van madame Schoonzus - vrouw van Broer Directrice - 1° dochter van Broer en Schoonzus Moesje - 2° dochter van Broer en Schoonzus de Soep - zoon van Broer en Schoonzus
Cousine - 1° dochter van tante van madame
Medemensen
Polska – interieurverzorgster Jetje - tof blogmaatje Antoine - buurman, man van Maria Maria - buurvrouw, vrouw van Antoine
Tuinsmurf - de tuinman Ray - vriend regisseur
Beestenboel
Woefke – hond van mijnheer en madame Sloeber - Berner Sennen van Knoopke en Joost Stripke - Kat van Draakje