Laatst ging
ik met mijn fiets naar de supermarkt. Ik zette mijn fiets bij een ingebouwde
ladder en naast een rolluik van een garage. De garage was een dikke 4 meter
breed.
Ik deed
mijn boodschappen en zette bij de kassa alles op de rolband. Ik kwam van mijn
werk en dan kijk ik over het algemeen wat verdwaasd en wil ik in de zetel
zitten met mijn voeten op de poef en een drankje. Er kwam een oude vrouw binnen
bij het meisje van de kassa staan en zei
: Zeg er staat daar een fiets in de weg. We kunnen niet binnen in de garage. Is
die hier ? Ik viel uit de lucht. Ik was terug klaarwakker. Ik zei nogal luid : t
Is mijn fiets ! Dan begon de oude vrouw terug dat ze niet in de garage konden
en blijkbaar had ze zin in een discussie. Ik zei : Is uw auto 4 meter breed ?
Daar zei ze niets op, maar vervolgde met gezever. De klant die voor mij stond
zei : t Is niet de moeite om daarover kwaad te worden. Ik vond het eigenlijk
ook en zweeg. Ik liet ze wachten en op mijn dooie gemak rekende ik af en ging
op mijn dooie gemak naar mijn fiets. De poort van de garage was al open en
inderdaad ze had ongeveer 5 meter om te passeren. Er stond een stelling in de
hoek en het enige wat ze moesten doen is draaien en trager rijden.
De vrouw
bleef naast de auto staan en haar man in de auto. Toen ben ik rustig en op mijn
gemak doorgereden.
Dat vond ik
nu onredelijk !
Dat zette
mij eens aan het denken : wat is redelijk en wat is onredelijk ?
Jezus zei :
je moet je vijand liefhebben. Daar zal Hij ook wel mee bedoeld hebben : je moet
je vijand liefhebben, zelfs al zijn die onredelijk. Het verhaaltje van de
andere wang toekeren is altijd eindeloos populair. Het is alleen hoe moet je
onredelijk dragen, zonder kwaad te worden, zonder verhitte discussies, zonder
tegenacties, zonder wraak ?
Het spreekt
vanzelf dat alle kwade acties van kwaad naar erger gaan. Net zoals een spiraal,
net zoals een draaikolk. Het komt erop aan je niet te laten meesleuren. Je moet
op tijd weten stoppen. Ik kon bijvoorbeeld beginnen roepen, of schelden, of
zoiets. Het beste is je kalmte te bewaren. Het is niet gezegd dat je dan niet
meer kwaad bent. Ik was zo kwaad dat ik s avonds de hele historie nog eens aan
mijn man heb verteld. En ook nog een de volgende dag op mijn werk. Daarom is
die onredelijk ook heel afhankelijk van hoe je je dan voelt. Het is altijd
beter om niet direct te reageren, maar af te wachten en pas reactie te geven
als je terug kalm bent. Het is spijtig, maar je kunt in sommige gevallen niet
wachten omdat er direct een actie van je wordt verwacht.
In het
licht van christen geloof moet je onredelijkheid zelfs nog meer overwinnen. Het
is niet gemakkelijk. Maar het kan aanzien worden als het overwinnen van een
ingebakken eigenschap van mensen om altijd een tegenreactie te geven op
onredelijkheid. Als je het er moeilijk mee hebt, dan helpt het om de
overwinning op jezelf te vieren. En dit is volledig Jezus weg.
Redelijk is
onder omstandigheden hetgene wat zelfs een niet gelovig mens zou doen. Daarom
moet je eigenlijk als gelovige meer doen en meer het verschil maken !
Hoe zouden
anders christenen en ongelovigen verschillen. Hopelijk toch niet alleen door
het geloof in God.
Mary Kathryn Baxter werd geboren in Chattannooga, Tennessee. Zij werd
opgebracht in het Huis van God. Terwijl zij nog jong was onderwees haar moeder
haar over Jezus Christus en Zijn behoudenis. Kathryn werd wedergeboren toen zij 19 jaar was. Nadat zij de Heer verscheidene
jaren had gediend is zij tijdelijk teruggevallen. De Geest van God wilde haar
echter niet loslaten en zij kwam terug en gaf haar leven opnieuw aan Christus.
Nu dient zij Hem nog altijd getrouw.
In het midden van de jaren zestig verhuisde zij met haar familie naar Detroit,
Michigan, waar zij tijdelijk heeft gewoond. Later verhuisde zij naar
Belleville, Michigan, waar zij visioenen van God begon te krijgen.
De voorgangers, leiders en heiligen van de Heer spreken met veel lof over haar
en haar bediening. De beweging van de Heilige Geest met demonstraties worden
gemanifesteerd in haar samenkomsten, want zij wordt geleid door de Geest van
God. Zij heeft de Heer lief met haar hele hart, verstand, ziel en kracht, en
verlangt boven alles om een zielenwinner voor Jezus Christus te zijn.
Kathryn is meer dan 25 jaar getrouwd met Bill Baxter. Zij hebben vier kinderen
en zes kleinkinderen, die haar helpen in haar bediening.
Zij is waarlijk een toegewijde dienstmaagd van de Heer. Haar roeping ligt
vooral op het terrein van dromen, visioenen en openbaringen. Zij werd
ingezegend als predikante in 1983 in de Volle Evangelie Kerk van God in Taylor,
Michigan. Tegenwoordig is haar bediening in de nationale Kerk van God in
Washington, D.C.
In 1976, terwijl zij in Belleville woonde, verscheen Jezus aan haar in
menselijke vorm, in dromen, visioenen en openbaringen. Sinds die tijd heeft zij
vele bezoeken van de Heer gekregen. Gedurende die bezoeken heeft Hij haar de diepten,
de graden, de verschillende niveaus en de martelingen van de verloren zielen in
de hel laten zien. Zij heeft ook visioenen ontvangen van de hemel, de periode
van de grote verdrukking en de eindtijd. Gedurende één periode in haar leven verscheen Jezus aan haar elke nacht,
veertig nachten lang. Hij vertelde haar dat deze boodschap voor de hele wereld
is.
20. De hemel Ik was vele dagen ziek nadat ik in de kaken van de hel
was achtergelaten. Het licht moest aan blijven, wanneer ik sliep. Ik moest de
bijbel altijd bij mij hebben en ik las er aanhoudend in. Mijn ziel was in ernstige
shock. Ik wist nu wat de verlorenen doormaakten wanneer zij voorgoed naar de
hel gingen. Jezus zei telkens: Vrede, wees stil, en dan stroomde de vrede mijn
ziel binnen. Maar een paar minuten later werd ik weer gillend wakker,
hysterisch van angst. Gedurende deze tijd wist ik dat ik nooit alleen was,
Jezus was er altijd. Maar zelfs met die wetenschap kon ik soms Zijn
tegenwoordigheid niet ervaren. En ik was zo bang dat ik weer naar de hel terug
moest dat ik soms zelfs angstig was om Jezus bij me te hebben. Ik probeerde
anderen te vertellen over mijn ervaringen in de hel. Zij wilden niet naar mij
luisteren. Ik smeekte hen : Alstublieft, bekeert u van uw zonden, voordat het
te laat is. Maar het was moeilijk voor de mensen om te geloven wat ik hun vertelde
over de folteringen waar ik doorheen was gegaan en dat Jezus mij had gezegd dat
ik over de hel moest schrijven. De Heer verzekerde mij dat Hij de Heer, mijn
Heelmeester, was. En hoewel ik dacht dat ik nooit ten volle zou herstellen: de
genezing kwam. En toen gebeurde het weer. Nogmaals was ik in de geest met de Heer
Jezus, en wij stegen hoog de lucht in.
Jezus :
Ik wil je de liefde en goedheid van God laten zien en gedeelten van de hemel.
Ik wil dat je de wonderlijke werken van de Heer ziet, die zo prachtig zijn om
te aanschouwen.
Voor ons zag ik twee reusachtige planeten, heerlijk mooi en glorieus in
al hun luister. God Zelf was daar het licht.
Een engel kwam ons tegemoet.
Engel :
Zie de goedheid en liefde van de Heer uw God. Zijn goedertierenheid is tot in
eeuwigheid.
Er ging zoveel liefde en tederheid van de engel uit, dat ik op het punt
stond te wenen.
Engel :
Aanschouw de kracht en de macht en de majesteit van God. Laat mij u de plaats
tonen die Hij voor de kinderen heeft geschapen.
Opeens rees daar een grote planeet voor ons op, een planeet zo groot als
de aarde. En toen hoorde ik de stem van de Vader zeggen :
God de Vader
: De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn allen één. De Vader en de Zoon
zijn één, en de Vader en de Heilige Geest zijn één. Ik zond Mijn Zoon om te
sterven op een kruis, zodat niemand verloren hoefde te gaan.
Maar, Ik zou je de plaats laten zien die Ik voor Mijn kinderen heb gemaakt. Ik
heb alle kinderen zeer lief. Ik bekommer Mij erom wanneer een moeder een kind
verliest, zoals de vrucht in jou schoot te vroeg werd geboren, Mijn kind. Je
ziet, Ik weet alle dingen en Ik draag zorg voor Mijn kinderen. Vanaf de tijd
dat er leven is in de moederschoot weet Ik ervan. Ik heb kennis van de babys
die vermoord worden, terwijl zij nog in het lichaam van hun moeder zijn - de
geaborteerde levens die verworpen zijn en ongewenst. Ik weet alles van de
doodgeborenen en van die kinderen die worden geboren met gebreken waardoor ze
kreupel of verlamd raken. Vanaf de tijd van de ontvangenis is het een ziel. Mijn
engelen dalen naar beneden en brengen de kinderen naar Mij wanneer zij sterven.
Ik heb een plaats waar zij kunnen groeien, leren en geliefd worden. Ik geef ze
complete lichamen en herstel welke delen zij ook missen. Ik geef ze
verheerlijkte lichamen.
Over de hele planeet kon men voelen dat men geliefd was, er was een
gevoel van volmaakt welzijn. Alles was volmaakt. Hier en daar tussen het
weelderige gras en de poelen van kristalhelder water waren speelterreinen met
marmeren zitplaatsen en glanzend gewreven houten banken om op te zitten. En er
waren kinderen die zich met allerlei soorten activiteiten bezighielden. Elk
kind droeg een smetteloos wit kleed en sandalen. De witte kleren waren zo
helder dat ze glinsterden in het heerlijke licht op de planeet. Een overvloed
van kleuren overal benadrukten de witheid van de kleren van de kinderen.
Engelen waren de bewakers van de poorten en de namen van de kinderen werden
alle in een boek geschreven. Ik zag kinderen het Woord van God leren en zag dat
ze muziekles kregen uit een gouden boek. Ik was verbaasd toen ik allerlei soort
dieren naar de kinderen toe zag komen of naast hen zag zitten, terwijl de
kinderen in deze engelenschool waren. Er waren geen tranen en er was geen
verdriet. Alles was uitermate mooi en overal was vreugde en geluk.
Toen liet de engel mij een andere planeet zien die vóór mij scheen als
een groot licht. Het licht scheen met een glans als van een miljoen sterren, en
alles op de planeet was levend en vol van schoonheid. In de verte zag ik twee
bergen die gemaakt waren van puur goud, en dichter bij mij stonden twee gouden
poorten ingelegd met diamanten en andere kostbare gesteenten. Ik wist dat dit
de nieuwe aarde was en dat de stad die in glorie voor mij lag het nieuwe
Jeruzalem was: de stad van God neergedaald naar de aarde.
En toen was ik terug op de oude aarde - de aarde zoals die was vóórdat de
laatste vuren haar zouden zuiveren en reinigen voor Gods glorieuze doel. En hier
was ook een nieuw Jeruzalem, de hoofdstad van het duizendjarig rijk. En ik zag
mensen uit de rotsholen en uit de bergen komen en op weg gaan naar deze stad. Hier
was Jezus Koning, en de naties van de hele aarde brachten Hem gaven en bewezen
Hem hulde. Jezus gaf mij de vertolking van mijn visioen.
Jezus : Spoedig zal Ik wederkomen en eerst met Mij mee naar de hemel
nemen de rechtvaardige gestorvenen, dan zullen zij die levend achterbleven,
opgenomen worden en Mij ontmoeten in de lucht. Hierop volgt de regering van de
Antichrist, hij zal op aarde regeren voor een vastgestelde tijd, en er zullen
verdrukkingen zijn zoals er nimmer op aarde zijn geweest, en ook nooit meer
wezen zullen. En dan zal Ik terugkeren met Mijn heiligen, en $atan zal in de
bodemloze put geworpen worden waar hij duizend jaren gebonden zal zijn.
Gedurende die duizend jaar zal Ik vanuit Jeruzalem regeren over de hele aarde.
Wanneer het duizendjarig rijk voorbij is zal $atan tijdelijk losgelaten worden
en Ik zal hem verslaan door de schittering van Mijn komst. De oude aarde zal
voorbijgaan. Zie er zal een nieuwe aarde komen en een nieuw Jeruzalem zal
nederdalen op de aarde - en Ik zal regeren tot in alle eeuwigheden.
21. Valse religie Jezus: Als de mensen op aarde naar
Mij willen luisteren en zich bekeren van hun zonden, zal Ik de werkingen van de
antichrist en het beest tegenhouden tot er een tijd van verfrissing komt.
Bekeerden de inwoners van Ninevé zich niet op de prediking van Jona? Ik ben
Dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid. Bekeer u, en Ik zal een tijd van zegen zenden. Mijn volgelingen zouden
elkaar moeten liefhebben en elkaar moeten helpen. Zij moeten de zonde haten en
de zondaar liefhebben. Door het zien van deze liefde zullen alle mensen weten
dat u Mijn discipelen bent.
De aarde opende zich en we waren terug in de hel. Ik zag een heuvelkant
bezaaid met dode boomstammen en daar overal tussendoor was een grijsachtige
grond. Ik zag ook kleine putten in de heuvelzijde, en de grijze vormen van
mensen die liepen en praatten. Ik volgde Jezus op een zeer krom, slingerend en
vuil spoor dat omhoog voerde de grijze heuvel op. Toen wij dichter kwamen zag
ik dat de mensen volledig waren, maar wel dood. Zij waren samengesteld van
grijs dood vlees, en zij waren verbonden met een touw van slavernij, een soort
koord van grijs materiaal dat zich geheel rondom de mensen op de heuvel wond.
Hoewel er geen vuur te zien was, wist ik dat dit een deel van de hel was, want
dood vlees viel van de beenderen van de mensen en groeide dan weer vlug aan. De
dood was overal, maar de mensen bleken er geen erg in te hebben - zij waren
geheel verdiept in hun gesprekken.
Jezus :
Laten wij luisteren naar wat zij zeggen.
Man
(tegen een ander) : Heb je gehoord over deze man Jezus, die kwam om de zonde
weg te nemen ?
Ander
: Ik ken Jezus. Hij heeft mijn zonden weggewassen. Eigenlijk weet ik niet wat
ik hier doe.
Man
: Ik ook niet.
Nog een ander :
Ik probeerde tegen mijn buurman te getuigen over Jezus, maar hij wilde niet
eens luisteren. Toen zijn vrouw stierf kwam hij naar me toe om geld te lenen
voor de begrafenis, maar ik herinnerde me dat Jezus had gezegd dat wij
voorzichtig moesten zijn als de slangen en argeloos als de duiven. Daarom wees
ik hem af. Hoe dan ook, ik wist dat hij het geld aan iets anders zou besteden.
Wij moeten goede rentmeesters van ons geld zijn, weet u.
Man
: Ja broeder, een jongen in onze kerk had kleren en schoenen nodig, maar zijn
vader drinkt, daarom weigerde ik om iets voor zijn zoon te kopen - wij hebben
die man werkelijk een les geleerd.
Nog een ander
: Wel, wij moeten anderen altijd leren hoe als Jezus te leven. Die man had niet
het recht om te drinken. Laat hem maar lijden. (terwijl hij het touw van
slavernij in zijn handen hield en het nerveus helemaal om zich heen wond)
Jezus :
O onverstandigen en tragen van hart, laat de waarheid tot u doordringen, en
hebt elkander lief met een vurige liefde. Help de hulpelozen. Geef aan hen die
in nood zijn, zonder iets terug te verwachten. Als u berouw toont, o aarde, dan
zal Ik u zegenen en niet vervloeken. Ontwaak uit uw slaap en kom tot Mij.
Verneder u en buig uw harten voor Mij en Ik zal tot u komen en bij u wonen. Gij
zult Mijn volk zijn en Ik zal uw God zijn.
22. Het merkteken van het beest Heer Jezus
: Mijn Geest zal niet altijd strijden met de mens. Kom en zie het beest. Gedurende
de laatste dagen zal een slecht beest opkomen uit de aarde en velen verleiden
uit iedere natie op de aarde. Hij zal eisen dat iedereen zijn merkteken draagt,
nummer 666, op hun hand of op hun voorhoofd. Iedereen die het merkteken
ontvangt zal het beest toebehoren en zal met hem geworpen worden in de poel van
vuur die brandt van vuur en zwavel. Het beest zal oprijzen onder de
toejuichingen van de wereld, want hij zal zoveel vrede en voorspoed brengen dat
niemand ooit iets dergelijks heeft meegemaakt. Wanneer hij de
wereldheerschappij heeft verkregen, zullen diegenen die zijn merkteken niet op
hun voorhoofd of op hun hand hebben, niet in staat zijn om voedsel, kleren,
autos, huizen of wat dan ook te kopen. Noch zullen zij in staat zijn om iets
dat zij bezitten te verkopen aan iemand anders, tenzij zij het merkteken
hebben. De Heer God verklaart
nadrukkelijk dat zij die het merkteken dragen, hun getrouwheid aan het beest
hebben bevestigd en voor altijd van de Heer God afgesneden zullen worden. Zij
zullen hun deel hebben met de ongelovigen en de werkers der ongerechtigheid.
Het merkteken verklaart eenvoudig dat zij die het bezitten, God hebben
verworpen en zich tot het beest hebben gekeerd voor hun levensonderhoud. Het
beest en zijn volgelingen zullen hen die het merkteken weigeren, vervolgen en
zij zullen velen van hen doden. Zij zullen grote druk uitoefenen op degenen die
in de ware God geloven om hen te dwingen het merkteken aan te nemen. Kinderen
en babys zullen gedood worden voor de ogen van de ouders die weigeren het
merkteken te dragen. Het zal een tijd van grote rouw zijn. Zij, die het
merkteken bezitten, zullen gedwongen worden hun bezittingen aan het beest te
geven, in ruil voor de belofte dat het beest zal voorzien in alle noden van
zijn volgelingen. Sommigen van u zullen verzwakken en zich overgeven aan het
beest en zijn merkteken op hun hand of voorhoofd ontvangen. U zult zeggen: God
zal vergeven, God zal begrip hebben. Maar Ik zal niet op Mijn Woord terugkomen.
Ik heb u herhaaldelijk gewaarschuwd door de mond van Mijn profeten en dienaars
van het Evangelie. Bekeer u nu, terwijl het nog dag is, want de nacht komt
waarin het oordeel voor altijd zal vastgesteld worden. Als u het beest niet
gehoorzaamt en weigert zijn merkteken te dragen, zal Ik voor u zorgen. Ik zeg
niet dat velen niet voor hun geloof zullen moeten sterven in die tijd, want
velen zullen onthoofd worden omdat zij op de Heer God vertrouwden. Maar
gezegend zijn zij die in de Heer sterven, want hun loon zal groot zijn. Het is
waar dat er een tijd van vrede en voorspoed zal aanbreken en gedurende die tijd
zal het beest aan populariteit en respect winnen. Hij zal de problemen van de
wereld in het niets doen verdwijnen - maar de vrede zal eindigen in
bloedvergieten en de voorspoed zal in het land veranderen in grote hongersnood.
Vrees niet voor wat een mens u kan doen, maar vrees hem die uw ziel en lichaam
in de hel kan werpen. Want al zal er grote vervolging zijn en zullen de
verdrukkingen vermenigvuldigd worden, Ik zal u door alles heen bevrijden. Maar
voordat die boze dag komt zal Ik een machtig leger verwekken dat Mij zal
aanbidden in geest en in waarheid. Het leger van de Heer zal machtige
heldenfeiten verrichten en wonderbare daden voor Mij doen. Daarom, kom tesamen en aanbidt Mij in geest en in waarheid. Breng de
vruchten der gerechtigheid binnen en geef Mij wat Mij toekomt, en Ik zal u
bewaren voor het boze uur. Bekeer u nu, en wordt behouden, dan zult u bespaard
worden voor de vreselijke dingen die de onverstandigen en onbekeerden zullen
overkomen. Het loon dat de zonde geeft is de dood, maar de genade die God
schenkt, is het eeuwige leven. Roep Mij aan terwijl u nog kunt en Ik zal u
aannemen en vergeven. Ik heb u lief en het is niet Mijn wil dat u verloren
gaat. Geloof dit verslag en leef. Kiest nu wie u wilt dienen.
23. De wederkomst van Christus
Ik zag de komst van de Heer. Ik hoorde Zijn roepen als het klinken van een
bazuin en de stem van een aartsengel. En de hele aarde schudde, en uit de
graven kwamen de rechtvaardige doden om hun Heer in de lucht te ontmoeten. Het
scheen mij toe dat de bazuinen urenlang klonken en de aarde en de zee gaven hun
doden op. De Heer Jezus Christus stond bovenop de wolken in een gewaad van vuur
en aanschouwde het glorieuze tafereel.
Weer hoorde ik het geluid van de bazuinen. Terwijl ik toekeek begonnen de
levenden die achterbleven op aarde op te stijgen om hen te ontmoeten. Ik zag de
verlosten als miljoenen lichtpunten zich samenvoegen op een vergaderplaats in
de lucht. Daar gaven de engelen hun gewaden van het puurste wit. Er was grote
vreugde.
Het werd de engelen gegeven om de orde te bewaren en zij schenen overal te
zijn. Zij gaven speciale aandacht aan de verrezenen. De verlosten ontvingen een
nieuw lichaam en zij werden veranderd terwijl zij door de lucht gingen. Grote
vreugde en geluk vulden de hemelen en de engelen zongen: Glorie voor de Koning
der koningen! Hoog in de hemelen aanschouwde ik een groot geestelijk lichaam -
het was het lichaam van Christus. En het lichaam lag op zijn rug op een bed, en
bloed druppelde op de aarde. Ik wist dat dit het geslagen lichaam van onze Heer
was. En toen werd het lichaam groter en groter totdat het de hemelen vulde. En
miljoenen vrijgekochten gingen in en uit. Ik zag met verbazing dat miljoenen
mensen trappen naar het lichaam beklommen en het begonnen te vullen, te
beginnen met de voeten en vervolgens de benen, dan de armen, de buik, het hart
en het hoofd. En toen het lichaam vol was, zag ik dat het gevuld was met mannen
en vrouwen van iedere natie, volk en taal van de aarde. En met een machtige
stem prezen zij de HEER. Miljoenen waren gezeten voor een troon, en ik zag
engelen terwijl zij de boeken brachten waaruit het oordeel werd voorgelezen.
Daar was het verzoendeksel en aan velen werden beloningen gegeven. Toen,
terwijl ik bleef kijken, bedekte duisternis het oppervlak van de aarde en
overal waren demonische machten. Een ontelbaar aantal boze geesten waren uit
hun gevangenis bevrijd en werden op de aarde geworpen. Ik hoorde de Heer zeggen: Wee de bewoners van de aarde, want $atan is
gekomen om onder u te wonen. Ik zag een kwaad beest en hij stortte zijn
venijn uit over de hele aarde. De hel schudde in haar furie en uit een
bodemloze put kwamen horden van slechte creaturen die krioelden over heel de
aarde. Ze maakten de aarde zwart met hun enorme aantallen. Mannen en vrouwen
renden roepend om hulp naar de heuvels, de grotten en de bergen. En er waren
oorlogen op de aarde en er was hongersnood en dood. Tenslotte zag ik vurige
paarden en wagens in de hemelen. De aarde beefde en de zon werd rood als bloed.
En een engel riep: Hoor, o aarde, de Koning komt !
En daar verscheen in de lucht de Koning der koningen en de Heer der Heren, en
met Hem waren de heiligen van alle eeuwen, gekleed in pure witte gewaden. En ik
herinnerde mij dat de bijbel zegt dat elk oog Hem zal zien en elke knie zich
voor Hem zal buigen. Toen begonnen de engelen met hun sikkel het gerijpte graan
te oogsten - dit is het einde van de wereld.
Jezus : Bekeer u en laat u
verlossen, want het Koninkrijk van God is nabij. Mijn wil en Mijn Woord zullen
volbracht worden. Bereidt de weg van de Heer.
Wij moeten elkaar liefhebben. Wij moeten vaststaan in de waarheid en
onze kinderen corrigeren in het licht van de spoedige komst van Christus. Want
voorzeker, de Koning komt spoedig !
24. Gods laatste pleidooi Jezus : Vermaan
hen, die in de wereld zijn, niet hooghartig te zijn en niet te vertrouwen op
onzekere rijkdom, maar op de levende God, die ons alles rijkelijk geeft om
ervan te genieten. Wandel in de Geest, en u zult niet toegeven aan de begeerte
van het vlees.
Dwaal niet, God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij
ook oogsten. Zaai op (de akker van) het vlees, en u zult verderf oogsten. Zaai
op (de akker van) de Geest en u zult eeuwig leven oogsten. De werken van het
vlees zijn : overspel, hoererij, onreinheid, afgoderij, tovenarij, twist,
afgunst, dronkenschap, brasserijen, en dergelijke. Zij, die dergelijke dingen
bedrijven, zullen het Koninkrijk van God niet beërven.
De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid,
goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Want wie Christus
toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
Wanneer het Woord van God vervuld is geworden, zal het einde komen. Niemand
weet de dag noch het uur dat de Zoon van God naar de aarde zal wederkeren. Ook
de Zoon weet het niet, want het is alleen bekend bij de Vader. Het Woord wordt
haastig vervuld. Kom als een kind, en
laat Mij u reinigen van de werken van het vlees. Zeg tot Mij : "Heer
Jezus, kom in mijn hart, en vergeef mij al mijn zonden. Ik weet dat ik een
zondaar ben, en ik heb berouw van mijn zonden. Was mij in Uw bloed, en maak mij
rein. Ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U en ik ben niet waardig Uw kind
genoemd te worden. Door het geloof ontvang ik U nu als mijn Redder". Ik zal u voorgangers naar Mijn eigen hart geven, en Ik zal uw Herder zijn.
Gij zult Mijn volk zijn, en Ik zal uw God zijn. Lees het Woord, en verzuim uw
eigen bijeenkomsten niet. Geef uw gehele leven aan Mij en Ik zal u bewaren. Ik
zal u nooit verlaten of laten begeven.
Mensen, door die ene Geest hebben wij toegang tot de Vader. Ik bid dat u
allen zult komen om uw hart aan de Heer te geven.
25. Visioenen van de hemel Sommige van de volgende visioenen werden mij gegeven,
voordat Jezus mij meenam naar de hel. Sommige hiervan kwamen tot mij, toen mijn
reis door de hel bijna ten einde was.
Gelijkenis van God
Ik ontving dit hemelse visioen terwijl ik diep in gebed, meditatie en
aanbidding was. De heerlijkheid van de Heer daalde neer op de plaats waar ik in
gebed was. Grote golven van vuur, schitterende lichten en majesteitelijke macht
kwamen mij voor ogen. In het centrum van het vuur en de lichten was de troon
van God. Op de troon was een gelijkenis van God. Vreugde, vrede en liefde
vloeiden uit God de Almachtige. De ruimte rondom de troon was gevuld met baby
cherubs, zingende en kussende de Heer op Zijn gezicht, Zijn handen en Zijn
voeten. Het gezang dat zij zongen was: "Heilig, heilig, heilig is de Heer
God Almachtig". De cherubs hadden tongen van vuur op hun hoofd en op elke
kleine vleugelspits. Hun vleugels schenen zich gelijktijdig te bewegen met de
beweging van de macht en de glorie van de HEER. Een cherub vloog naar mij toe
en raakte mijn ogen aan.
Gouden bergen
In een visioen keek ik ver uit over de aarde. Ik kon zien dat het land voor
vele mijlen dorstig was naar regen. De grond was opengebarsten, droog en kaal.
Er waren geen bomen noch was er enig ander gewas te zien. Toen werd mij
toegestaan verder te zien dan het droge land en ik keek langs heel de afstand
naar de hemel. Daar, zij aan zij en elkaar aanrakend bij hun basis, waren twee
reusachtige bergen. Ik weet niet hoe hoog zij waren, maar ze waren heel erg
hoog. Ik kwam dichterbij en ontdekte toen dat zij van solide goud gemaakt waren
- goud, zo puur, dat het transparant was. Door en voorbij de bergen zag ik een
schitterend wit licht, en het licht nam toe totdat het heel het universum
vulde. Ik voelde in mijn hart dat dit het fundament van de hemel was. Mensen
vechten om een kleine gouden ring, maar God bezit al het goud.
Het bouwen van een woning
Terwijl ik aan het bidden was ontving ik dit visioen. Ik zag engelen alles
lezen wat opgetekend staat over de werken die we hier op aarde doen. Sommigen
van de engelen hadden vleugels en anderen niet. Sommigen waren groot en anderen
waren klein, maar hun gezichten waren allen verschillend. Zoals de mensen hier
op aarde, konden ook de engelen herkend worden aan hun gelaatstrekken. Ik zag
dat de engelen druk bezig waren met het snijden van buitengewone diamanten die
ze plaatsten in de fundering van prachtige grote huizen. De diamanten waren 30
cm dik en 60 cm lang en zeer mooi. Elke keer dat er een ziel voor God gewonnen
is, wordt een diamant toegevoegd aan de woning van de zielenwinner. Geen arbeid
die voor God gedaan is, is zonder beloning.
De poorten van de Hemel
Op een andere keer, toen ik in gebed was, zag ik het volgende hemelse visioen. Ik
was in de geest en een engel kwam naar mij toe en nam mij mee naar de hemelen.
Nogmaals waren daar de prachtige taferelen van golvend licht en verblindende
glorie zoals ik gezien had achter de solide gouden bergen. Het was
ontzagwekkend de glorie van God tentoongespreid te zien. Toen de engel en ik
twee reusachtig grote poorten naderden, die gezet waren in een grote muur,
zagen wij bijzonder grote engelen met zwaarden. Zij waren ongeveer 15 meter
lang, en hun haar was gesponnen goud. De poorten waren zo hoog, dat ik de
bovenkant ervan niet kon zien. Zij waren het prachtigste kunstwerk dat ik ooit
gezien heb. Zij waren gebeeldhouwd met ingewikkelde vouwen, draperingen, lagen,
beeldsnijkunst, saffieren en andere edelstenen. Alles aan de poorten was in volmaakt
evenwicht en de poorten openden naar buiten. Een engel met een boek in zijn
hand kwam tevoorschijn van achter de poorten. Na het boek gecontroleerd te
hebben, knikte de engel, hiermee bevestigde hij dat ik kon binnenkomen.
Lezer, u kunt de hemel niet binnengaan, als uw naam niet geschreven staat in
het Boek des Levens van het Lam.
Het Archief
In een visioen nam een engel mij mee naar de hemel en liet mij een heel grote
kamer zien met muren van solide goud. Alfabetische letters waren hier en daar
in de muren gegrift. De scéne had veel weg van een enorm grote bibliotheek,
maar de boeken waren in de muur ingesloten in plaats van op boekenplanken
gezet. Engelen in lange klederen namen boeken uit de muren en bestudeerden ze
nauwkeurig. Het scheen mij toe, dat bij hun werk de orde streng werd
gehandhaafd. Ik merkte op dat de boeken dikke gouden kaften hadden en dat
sommige van de paginas rood waren. De boeken waren erg mooi. De engel die bij
mij was zei dat deze boeken een verslag bevatten van het leven van ieder mens
die ooit op de aarde geboren was. Mij werd verteld dat er op een andere plaats
meer kamers waren met nog meer verslagen. Van tijd tot tijd brachten de
aartsengelen de verslagen voor God voor Zijn goedkeuring of afkeuring. De
boeken bevatten gebedsverzoeken, profetieën, houdingen, groei in de Heer,
zielen tot Christus geleid, de vrucht van de Geest en nog veel meer. Alles wat
wij op aarde doen is door de engelen opgetekend in één van de boeken. Telkens
nam een engel een boek uit de muur en waste dan de bladzijden met een zachte
doek. De gewassen bladzijden werden rood.
Een Hemelse Ladder
De Geest van de Heer bracht mij het volgende visioen. Ik zag een grote
geestelijke ladder die neerdaalde van de hemel naar de aarde. Aan een kant van
de ladder daalden engelen naar de aarde, terwijl zij aan de andere kant omhoog
klommen. De engelen op de ladder hadden geen vleugels, maar iedere engel had
een boek met een naam op de voorkaft geschreven. Sommigen van de engelen
schenen aanwijzingen te geven en vragen te beantwoorden die de andere engelen
hen stelden. Als de aanwijzingen waren ontvangen en hun vragen beantwoord
waren, verdwenen zij. Ik zag ook andere ladders in andere delen van de aarde.
Engelen waren aanhoudend in beweging, klimmend en dalend. De engelen bewogen
zich met vrijmoedigheid en autoriteit, aangezien zij boodschappers waren met
opdrachten van God.
26. Een profetie van Jezus Toen Jezus de eerste keer aan mij verscheen :
Jezus
: Kathryn, de Vader heeft je gekozen om Mij te vergezellen door de diepten van
de hel. Ik zal je vele dingen laten zien over de hel en over de hemel, waarvan
Ik wens dat de wereld ze zal weten. Ik zal je zeggen wat te schrijven zodat dit
boek een waarachtig verslag is van wat deze onbekende plaatsen werkelijk zijn.
Mijn Geest zal geheimen openbaren over de eeuwigheid, het oordeel, liefde, de
dood en het leven hiernamaals.
De boodschap van de Heer aan een verloren wereld is deze: "Het is
niet Mijn verlangen dat u naar de hel gaat. Ik heb u gemaakt voor Mijn eigen
welbehagen en voor eeuwigdurende vriendschap. U bent Mijn schepping, en Ik heb
u lief. Roep Mij aan terwijl Ik nabij ben, en Ik zal u horen en u antwoorden.
Ik wens u te vergeven en te zegenen". Aan hen die wedergeboren zijn zegt
de Heer: "Vergeet niet uw samenkomsten. Kom tesamen en bidt en bestudeer Mijn
Woord. Aanbidt Mij in de geest van heiligheid". De Heer zegt tot de kerken
en de naties : "Mijn engelen strijden altijd voor de erfgenamen van de
zaligheid, en voor hen die erfgenamen zullen worden. Ik verander niet. Ik ben
Dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid. Zoek Mij en Ik zal Mijn Geest over
u uitstorten. Uw zonen en dochters zullen profeteren. Ik zal grote dingen onder
u doen". Als u nog niet gered bent, neem alstublief op dit moment de tijd
ervoor om te knielen voor de Heer en Hem te vragen of Hij uw zonden wil
vergeven en u tot Zijn kind wil maken. Wat de kosten ook zijn, u zou nu de
beslissing moeten nemen om de hemel tot uw eeuwig thuis te maken. De hel
bestaat werkelijk en de hel is verschrikkelijk.
27. Tot besluit Ik wil u nog eens verzekeren dat de dingen die u in
dit boek gelezen heeft de waarheid zijn. De hel is een werkelijke brandende
plaats vol folteringen. Maar ik wil u tegelijkertijd vertellen dat de hemel
eveneens waarlijk bestaat en uw eeuwig tehuis kan zijn. Als Gods dienstmaagd
heb ik mijzelf overgegeven aan de leiding van de Heer Jezus Christus en heb
deze dingen die Hij mij heeft laten zien en verteld, getrouw opgetekend. Voor
de beste resultaten zoudt u dit boek moeten lezen met uw Bijbel naast u en
hetgeen hier geschreven is in evenwicht brengen met de Heilige Schrift. Moge
God dit boek gebruiken tot Zijn glorie.Mary Kathryn Baxter.
Openbaring 20:13-15
Mattheüs 10:28
Mattheüs 23:33
Jesaja 5:14
Lucas 16:20-31
Romeinen 10:9-10
Mattheüs 5:22
Spreuken 7:27
Spreuken 9:18
Lucas 12:5
Marcus 9:43-48
Jesaja 14:12-15
Psalm 9:17
1 Johannes 1:9
17. Oorlog in de hemelen De geest van de Heer rustte op mij en weer gingen wij
de hel in.
Jezus :
Ik zeg je de waarheid. Vele zielen zijn hier wegens hekserij, occultisme, het
aanbidden van andere goden, ongehoorzaamheid, ongeloof, dronkenschap en
vuilheid van vlees en geest. Kom, Ik zal je een geheim tonen en je vertellen
over verborgen dingen. Ik zal je openbaren hoe te bidden tegen de machten van
het kwaad.
Wij kwamen in een deel van de hel dat naast het boze hart was.
Jezus
: Wij gaan spoedig de kaken van de hel binnen, maar het is Mijn verlangen aan
allen te openbaren dat de hel zich heeft uitgebreid.
Wij stopten. Jezus : Aanschouw
en geloof.
Ik keek en toen zag ik een visioen. In dit visioen waren Jezus en ik
hoog boven de aarde en keken het luchtruim in. Ik zag een geestelijke cirkel
hoog boven de aarde. De cirkel was onzichtbaar voor het natuurlijke oog, maar
in de geest kon ik het goed zien. Ik wist dat het visioen verband hield met
onze strijd tegen de prinsen en machten van de lucht. Terwijl ik bleef kijken,
ontdekte ik dat er in feite verscheidene cirkels waren. In de eerste cirkel
waren vuile, boze geesten. Ik zag hoe de vuile geesten de vorm van heksen
aannamen; zij begonnen door de lucht te vliegen en richtten veel geestelijke
schade aan.
Stem van Jezus
: In Mijn naam geef Ik Mijn kinderen macht over deze kwade geesten. Luister en
leer hoe te bidden.
Ik zag een vreemdgevormde gedaante uit een andere cirkel tevoorschijn
komen, die in het rond begon te draaien en mensen begon te betoveren. Daarna
zag ik dat een demon verrees die boze daden op aarde deed. De demon had de
geest van een tovenaar. Hij draaide zich al lachend om en om en met een stok
die hij in zijn hand had betoverde hij verscheidene mensen. Ik zag dat meer
boze geesten zich bij de tovenaar voegden, en $atan gaf hem meer macht.
Jezus
: Voorwaar, wat gij bindt op aarde, zal Ik binden in de hemel. $atan moet
gebonden worden willen de gebeden van de heiligen effectief zijn in deze
laatste dagen.
Uit een andere cirkel zag ik weer een tovenaar oprijzen die bevelen
begon uit te geven. Regen en vuur viel op de aarde terwijl hij sprak. Hij sprak
vele goddeloze dingen en hij misleidde de mensen op de aarde. Terwijl ik
toekeek zag ik nog twee boze geesten zich voegen bij de tovenaar, hoog boven de
aarde. Dit waren allen prinsen en machten van de lucht. Zij gaven hun macht aan
heksen die in een zekere plaats waren samengekomen om kwaad te doen. Werkers
van de duisternis vergaderden zich rond hen. De geesten kwamen en gingen net
zoals zij wilden.
Jezus :
Let goed op, want de Heilige Geest gaat je een grote waarheid openbaren.
In het visioen zag ik vreselijke dingen gebeuren op aarde. Het kwaad
werd verheerlijkt en de zonde nam toe in overvloed. De machten van het kwaad
waren er de oorzaak van dat de mensen stalen, logen, bedrogen, elkaar pijn
deden, kwaad spraken van elkander en zwichtten voor de lusten van het vlees.
Allerlei soort van kwaad werd op de aarde losgelaten.
Mary K.
: Jezus, dit is verschrikkelijk om te zien.
Jezus
: Mijn kind, in Mijn naam moet het kwaad wijken. Doe de gehele wapenrusting van
God aan, om weerstand te kunnen bieden aan de bozen, en om stand te houden.
Vooral als de dag van hun heerschappij aanbreekt.
Terwijl de boze geesten hun smerigheid en laster op de aarde
uitbraakten, zag ik dat de mensen van God begonnen te bidden. Zij baden in de
naam van Jezus en in geloof. Als zij baden kantte het Woord van God zich tegen
de boze geesten, die grond begonnen te verliezen. Terwijl de heiligen baden,
verloren de machten van het kwaad hun greep. Betoveringen werden verbroken.
Degenen die verzwakt waren door de krachten van de hel, werden versterkt. Wanneer
zij baden als met één stem, mengden de engelen zich in het gevecht. Ik zag hoe
de heilige engelen van God met de boze prinsen en machten van de lucht vochten,
en de machten van het kwaad aan het vernietigen waren. Er waren rijen en rijen
van engelenmachten. Er waren ongeveer 600 engelen in iedere rij. Wanneer de
mensen God geloofden, gingen de strijdmachten der engelen voorwaarts. God gaf
de bevelen, en machtig was Zijn kracht. Hij gaf geweldige sterkte aan Zijn volk
en aan het engelenleger om de werken van $atan te vernietigen. God was aan het
strijden tegen het kwaad in de lucht. Wanneer de mensen baden en God geloofden,
werden de boze machten vernietigd. Maar wanneer er ongeloof was, begonnen de
boze geesten te overwinnen.
Jezus
: Mijn volk moet geloven en zij moeten met elkaar overeenstemmen en met Mij,
want dan zullen alle dingen onder de voeten van de Vader onderworpen worden.
Hemel en aarde moeten overeenstemmen, als wij onze vijanden willen uitroeien.
Wanneer de lofprijzing van Gods mensen van de aarde omhoog begon te
rijzen, trokken de kwade machten zich terug. Ik zag heiligen van God bidden met
hun hele hart tegen de listen van de duivel. Terwijl zij dat deden werden
beheksingen en vloeken verbroken, en hadden de heiligen de overwinning. Op deze
wijze gebeurde het. Als de engelen van de Heer met de demonen en machten van de
hel vochten, werden heiligen bevrijd door gebed. Wanneer de mensen werden
bevrijd, stegen lofprijzingen op naar God, en het prijzen bracht meer
overwinningen. Alleen wanneer de resultaten van het gebed niet onmiddellijk
gezien werden, hield het prijzen op en begon het kwade de strijd te winnen.
Engel (met
luide stem ) : O Heer, het geloof van Uw volk is zwak. Zij moeten geloof hebben
als zij door U verlost willen worden van de horden van $atan. Heer, wees de
erfgenamen van de zaligheid genadig.
Stem van de Almachtige God
: Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Maar de Heer is getrouw en
Hij zal u bevestigen.
Toen zag ik in het visioen dat God Zijn Geest op alle vlees uitstortte,
en de mensen geloofden dat God alles zou doen wat zij Hem vroegen omdat zij van
Hem waren en Hem oprecht liefhadden. Zij hadden geloof in God en geloofden Zijn
Woord, en God verloste hen. En het Woord van God vermeerderde in het land.
Heer Jezus :
Alle dingen zijn mogelijk voor hen die geloven. Ik waak over Mijn Woord om dat
te doen. U doet uw deel, en dan kunt u weten dat Ik Mijn deel zal doen. Als
Mijn volk zal staan voor de waarheid en de goede strijd zal strijden, dan
zullen wonderbare dingen gebeuren zoals op Pinksterdag. Roep Mij aan en Ik zal
horen. Ik zal uw God zijn en u zult Mijn volk zijn. Ik zal u bevestigen in
gerechtigheid, waarheid en oprechtheid.
In het visioen zag ik hoe christenen werden geboren als kleine babys.
Ik zag hoe de engelen beschermend over hen heen stonden om hen voor kwaad te vrijwaren.
Ik zag hoe de HEER der heerscharen hun strijd streed en de overwinning voor hen
behaalde. Toen zag ik dat de babys opgroeiden en de velden van de Heer der
heerlijkheid begonnen te oogsten. Zij deden het werk van de Heer met een blij
hart - zij beminden God, vertrouwden God en dienden God. Ik zag hoe de engelen
en Gods Woord zich verenigden om het kwade van de oppervlakte van de aarde te
verdelgen. Ik zag vrede op aarde toen tenslotte alle dingen werden onderworpen
onder de voeten van God.
18. Visioenen van de hel Jezus : Dit visioen is voor de
toekomst en het zal gebeuren. Maar Ik zal terugkomen om Mijn bruid, Mijn
gemeente te verlossen en zij zullen deze dingen niet zien. Ontwaak, o Mijn
volk! Blaas het alarm tot aan de einden van de aarde, want Ik zal wederkomen
zoals Mijn Woord heeft gesproken.
Ik aanschouwde het vurige serpent dat in de rechterarm van de hel was.
Jezus
: Kom, zie wat de Geest tot de wereld zegt.
Ik zag hoe de horens van het vurige serpent de lichamen van de mensen op de
aarde binnendrongen. Velen werden geheel bezeten door het serpent. Ik zag een
enorm beest in een grote ruimte oprijzen en in een man veranderen. De bewoners
van de aarde renden van hem weg, sommigen naar de wildernis, sommigen naar
grotten, en sommigen in de metros en bomvrije schuilplaatsen of
atoomschuilkelders. Zij zochten overal een schuilplaats om zich te verbergen
voor de ogen van het beest. Niemand prees God of sprak over Jezus.
Stem
: Waar is Mijn volk ?
Ik keek nauwkeuriger toe en zag mensen zich voortbewegen als doden. Er was een
hopeloze droefheid in de lucht, en niemand keerde zich naar links of naar
rechts. Ik zag dat de mensen geleid werden door een onzichtbare macht. Nu en
dan sprak een stem vanuit de lucht tegen hen en zij gehoorzaamden de stem. Zij
spraken niet met elkaar. Ik zag ook dat het nummer "666" op ieders
voorhoofd en handen was geschreven. Ik zag soldaten en paarden de mensen bij
elkaar jagen alsof zij vee waren. De Amerikaanse vlag lag als een vod in
vlarden op de grond. Er was geen blijdschap, geen gelach, geen geluk. Overal
zag ik het kwaad en de dood. De mensen liepen achter elkaar een grote
supermarkt binnen. Zij bleven in de pas als ontmoedigde soldaten en waren
indentiek gekleed in een soort gevangeniskleding. Een hoge schutting omringde
de winkel, en bewakers stonden hier en daar op post. Waar ik ook keek zag ik
soldaten in oorlogsuniform. Ik zag hoe deze zombie-achtige mensen, in een groep
bijeengehouden, door de winkel geleid werden. Daar werd hun toegestaan alleen
het allernoodzakelijkste te kopen. Als iemand zijn inkopen had gedaan, werd hij
geplaatst in een grote groene legertruck. De truck, die goed werd bewaakt, werd
daarna naar een ander terrein gereden. Op dat terrein werden deze mensen
onderzocht, in een soort kliniek, op besmettelijke ziekten of belemmerende
handicaps. Een klein aantal van hen werd opzij geschoven als wegwerp materiaal.
Spoedig werden zij, die bij het onderzoek afgekeurd waren, naar een andere
kamer gebracht. In die kamer was een indrukwekkende reeks van schakelaars,
knoppen en maatstokken die een gehele muur bedekten. Er ging een deur open en
verscheidene technici kwamen binnen. Een van hen begon de namen af te roepen
van de mensen in de kamer. Zonder tegenspartelen stonden zij op wanneer hun
naam afgeroepen werd en marcheerden een grote container binnen. Toen zij binnen
waren sloot een andere technicus de deur en haalde een schakelaar over in een
paneel aan de muur. Een paar minuten later opende hij de deur, nam veger en
blik en wat er nog van de mensen over was veegde hij op van de vloer. Niets dan
een beetje stof was overgebleven van wat een kamer vol mensen was ! Ik zag dat
de mensen die bij het medisch onderzoek goedgekeurd waren in dezelfde truck werden
gebracht en naar een trein werden gereden. Niemand sprak of keek zelfs naar een
ander. Bij een ander gebouw gekomen kreeg iedere persoon een job toegewezen.
Zij gingen allen zonder enige tegenspraak aan het werk. Zij werkten erg hard
aan de hun toegewezen taak, en aan het eind van de dag werden zij naar een
flatgebouw gebracht, waaromheen een hoge schutting stond. Elk van hen
ontkleedde zich en ging naar bed. Morgen zouden zij weer hard werken. Ik hoorde
een luide stem de nachtlucht vullen. Ik zag een enorm beest dat op een grote
troon zat. Alle mensen gehoorzaamden het beest. Ik zag geestelijke horens uit
zijn hoofd groeien. Deze reikten tot in iedere plaats op de aarde en kwamen
daar dan weer uit. Het beest gaf zichzelf vele gezaghebbende posities en vele
functies, en hij kreeg grote macht. Het beest drong zichzelf binnen op vele
plaatsen en misleidde vele mensen. Zowel de rijken en de beroemden werden
bedrogen, als de armen en degenen aan wie alle voorrechten ontnomen waren.
Klein en groot bewezen hem hulde. Een grote machine werd in een kantoor
gebracht. Het beest zette zijn merk erop en toen kwam zijn stem eruit. Er was
ook een "big brother" machine die in ieders huis en zaak kon zien. Er
bestond slechts één machine van dit type en die was het bezit van het beest.
Het deel van de machine dat in de huizen was geplaatst was onzichtbaar voor het
blote oog, maar het kon iedere beweging volgen die de mensen maakten, en het
liet het beest alles zien. Ik bleef kijken toen het beest zijn troon omdraaide
en in mijn richting keek. Op zijn voorhoofd was het nummer 666. Terwijl ik
toekeek zag ik een man in een ander kantoor erg boos worden op het beest. Hij
eiste een gesprek met hem. Hij schreeuwde zo hard als hij kon. Het beest kwam
tevoorschijn en leek erg beleefd toen hij zei: "Kom, ik kan u helpen om
van al uw problemen af te komen". Het beest nam de boze man met zich mee
naar een grote kamer en wees hem een grote tafel aan waarop hij moest gaan
liggen. De kamer en de tafel deden mij denken aan een "eerste hulp bij
ongelukken" kliniek. De man werd onder narcose gebracht en onder een grote
machine gereden. Het beest hechtte staaldraden aan het hoofd van de man en
zette de machine aan. Bovenop de machine stonden de woorden: "Deze
gedachtenuitwisser en wilbewerker is het eigendom van het beest 666". Toen
de man van de tafel werd gehaald hadden zijn ogen een afwezige blik, en zijn
bewegingen deden mij denken aan een zombie in een film. Ik zag een grote witte
plek bovenop zijn hoofd en ik wist dat zijn denkvermogen chirurgisch was
veranderd, zodat hij door het beest beheerst kon worden. Het beest zei:
"Nu mijnheer, voelt u zich nu niet beter? Heb ik niet gezegd dat ik al uw
problemen op kon lossen? Ik heb u een nieuw verstand gegeven. Nu zult u geen
zorgen of moeilijkheden meer hebben".
De man zei geen woord. "U zult al mijn bevelen gehoorzamen", zei het
beest terwijl hij een klein voorwerp oppakte en het aan de man zijn hemd
hechtte. Hij sprak weer tegen de man en deze antwoordde zonder zijn lippen te
bewegen. Hij bewoog als een levende dode. "U zult werken en niet kwaad of
gefrustreerd worden, noch zult u huilen of bedroefd zijn. U zult voor mij
werken totdat ik sterf. Ik heb er velen zoals u die ik beheers. Sommigen
liegen, sommigen doden, sommigen stelen, sommigen voeren oorlog, sommigen
hebben kinderen, sommigen werken aan machines, en er zijn er die andere dingen
doen. Ja, ik heb alles onder controle". Hij lachte boosaardig.
De man kreeg papieren om te tekenen. Graag gaf hij al zijn bezittingen aan het
beest. In mijn visioen zag ik dat de man het kantoor van het beest verliet, in
zijn auto stapte en naar huis reed. Toen hij bij zijn vrouw kwam probeerde zij
hem te kussen, maar hij deed geen poging om te reageren. Hij had geen gevoelens
voor zijn vrouw of voor iemand anders. Hij was niet meer in staat om enige
emotie te voelen. De vrouw werd erg boos en ging te keer tegen haar man, maar
er was geen reactie. Tenslotte zei ze: "O.K., ik zal het beest bellen. Hij
zal weten wat te doen". Na een vlug telefoontje verliet zij het huis en
reed naar hetzelfde gebouw dat haar man zojuist had verlaten.
Het beest verwelkomde haar en zei: "Vertel mij al uw moeilijkheden. Ik
weet zeker dat ik u kan helpen".
Een heel knappe man nam haar bij de arm en leidde haar naar dezelfde tafel
waarop haar echtgenoot eerder gelegen had. Na dezelfde operatie werd ook zij
een automatische, willoze slaaf van het beest. Ik hoorde dat het beest haar
vroeg: "Hoe voelt u zich?" Zij antwoordde hem niet voordat hij een
klein voorwerp aan haar bloes had gehecht. Toen erkende zij dat hij haar
meester en heer was en begon hem te aanbidden. Hij zei: "U zult een fokker
zijn. U zult volmaakte babys hebben en zij zullen mij aanbidden en dienen. De
vrouw antwoordde in een stem als van een robot: "Ja meester, ik zal
gehoorzamen". Ik zag de vrouw weer. Deze keer was zij in een ander gebouw.
Er waren daar vele zwangere vrouwen. De vrouwen lagen levensloos op hun bed en
prezen het beest in eentonige gezangen. Allen hadden 666 op hun voorhoofd. Het
beest vermeerderde zijn macht totdat zijn gebied zich uitstrekte over de hele
aarde. De babys groeiden ook op en er kwam een tijd dat ook zij onder de
verstand-vernietigende machine gingen. Zij aanbaden het beest en zijn beeld.
Maar de machine had geen macht over de kinderen van God.
Stem van de Heer Jezus
: Zij, die het beest en zijn beeld aanbidden zullen vergaan. Velen zullen
verleid worden en vallen, maar Ik zal Mijn kinderen tegen het beest beschermen.
Deze dingen zullen plaatsvinden aan het einde der tijden. Neem het merk van het
beest niet aan. Bekeer u nu, voordat het te laat is. Het beest zal zich een man
van vrede noemen. En hij zal in een zeer chaotische tijd vrede aan vele naties
brengen. Hij zal in staat zijn om de wereld te voorzien van vele goedkope goederen,
en hij zal ervoor zorgen dat het salaris van iedereen voldoende is. Hij zal een
overeenkomst afsluiten met vele naties en de grote mannen van de wereld zullen
hem volgen en een vals gevoel van veiligheid hebben. Vóór deze tijden komen,
zal Ik een leger van gelovigen verwekken die voor waarheid en gerechtigheid
staan. Het machtige leger waarover Joël sprak, zal Mijn stem horen vanaf de
opgang tot aan de ondergang van de zon. Ook in de nachtelijke uren zullen zij
Mijn stem horen, en zij zullen Mij antwoorden. Zij zullen voor Mij werken, en
zij zullen rennen als machtige oorlogshelden. Zij zullen grote werken voor Mij
doen, want Ik zal met hen zijn.
Al deze dingen werden mij geopenbaard door de Heer Jezus Christus in een
visioen. Het zijn de woorden van Zijn mond, en zij gaan over de eindtijd. Jezus
en ik gingen terug naar huis, en ik verbaasde mij over al de dingen die Hij mij
had laten zien en had verteld. Al biddend voor de hele mensheid viel ik in
slaap.
19a. De kaken van de hel De volgende nacht gingen Jezus en ik de kaken van de
hel binnen.
Jezus :
Wij zijn nu bijna de hel doorgegaan, mijn kind. Ik zal je niet heel de hel
laten zien. Maar Ik wil dat je aan de wereld zal vertellen, wat Ik je heb
getoond. Zeg hun dat de hel werkelijk bestaat. Zeg hun dat dit verslag de
waarheid is.
Tijdens onze wandeling stonden we stil op een heuvel vanwaar men een
kleine vallei kon zien. Zo ver als ik kon kijken bedekten hopen mensenzielen de
zijden van de heuvel. Ik kon hun geweeklaag horen. De plaats was vol van hels
lawaai.
Jezus
: Mijn kind, dit zijn de kaken van de hel. Elke keer dat de mond van de hel
zich opent, zul je dat harde geluid horen.
De zielen probeerden eruit te komen, maar zij konden niet want zij waren
ingesloten in de zijden van de hel.
Terwijl Jezus sprak, zag ik vele donkere vormen langs ons naar beneden vallen
en met een bons onderaan de heuvel neerploffen. Demonen met grote ketenen
sleepten de zielen weg.
Jezus :
Dit zijn de zielen die zojuist op aarde zijn gestorven en in de hel aankomen. Deze
activiteit gaat dag en nacht door.
Plotseling vulde een grote stilte de plaats.
Jezus :
Ik heb je lief Mijn kind, en Ik wil dat je de mensen op aarde over de hel
vertelt.
Ik keek ver naar beneden in de kaken van de hel door een soort van
patrijspoort in de zijkanten van de kaken. Kreten van pijn door de folteringen
stegen vandaar omhoog. Wanneer zal dit allemaal een einde nemen? vroeg ik me
af. Ik zou zo blij zijn als ik weg van dit alles was en rust kon nemen. Toen,
opeens, voelde ik me erg verloren. Ik kan niet zeggen hoe, maar ik wist met
mijn hele hart dat Jezus weg was. Ik voelde me erg bedroefd. Ik keek naar de
plek waar Hij was geweest. Ik had gelijk, er was geen Jezus !
Mary K.
(roepend) : O nee! Niet nog eens! O Jezus, waar bent U ?
Wat u nu zult lezen zal u schrik aanjagen. Ik bid dat het u genoeg zal
doen schrikken, om u tot een gelovige te maken. Ik bid dat u zich zult bekeren
van uw zonden, zodat u niet naar die vreselijke plaats hoeft te gaan. Ook bid
ik dat u me zult geloven, want ik wil niet dat dit iemand anders overkomt. Ik
heb u lief en ik hoop dat u ontwaakt voor het te laat is. Als u die dit leest
een christen bent, verzeker u van uw redding. Wees ten allen tijde gereed om de
Heer te ontmoeten, want het gebeurt soms dat er geen tijd meer is om u te
bekeren. Hou uw lamp brandend en vol van olie. Wees gereed, want u weet niet
wanneer Hij terug zal komen. Als u niet wedergeboren bent, lees dan Johannes
3:16-19 en roep de naam van de Heer aan. Hij zal u redden van deze plaats vol
martelingen. Toen ik om Jezus riep, begon ik de heuvel af te rennen om Hem te
zoeken. Ik werd tegengehouden door een grote demon met een keten.
Demon
(lachend) : Er is geen plaats waar je naartoe kan rennen, vrouw. Jezus is niet
hier om je te redden. Je bent voor altijd in de hel.
Mary K.
(schreeuwend) : O nee, laat me gaan!
Ik vocht tegen hem met al mij kracht, maar ik was spoedig gebonden met
een keten en werd op de grond geworpen. Terwijl ik daar lag begon een vreemde,
kleffe massa mijn lichaam te bedekken. Het had zon verschrikkelijke stank dat
ik misselijk werd. Ik wist niet wat er ging gebeuren. En toen voelde ik dat
mijn vlees en huid van mijn botten begon te vallen! Vol afgrijzen gilde en
gilde ik.
Mary K.
(schreeuwend) : O Jezus, waar bent U ?
Ik keek naar mezelf en zag dat er gaten begonnen te verschijnen over al
het vlees dat ik nog had. Ik begon een vuilgrijze kleur te krijgen en grijs
vlees viel van mij af. Er waren gaten in mijn zijden, mijn benen, mijn handen
en mijn armen.
Mary K.
(schreeuwend) : O nee ! Ik ben voor eeuwig in de hel ! O nee !
Ik begon de wormen binnenin mij te voelen en toen ik keek zag ik dat
mijn beenderen wemelden van de wormen. Zelfs wanneer ik ze niet kon zien, wist
ik dat ze er waren. Ik probeerde ze van mij af te trekken, maar als me dat
lukte, kwamen er meer om hun plaats in te nemen. Ik kon het verderf in mij
lichaam voelen. Ja, ik wist alles en kon me precies herinneren wat er op aarde
gebeurd was. Ik kon de martelingen van de hel voelen, zien, ruiken, horen en
proeven. Ik kon binnenin mijzelf zien. Ik was niets dan een vuile skeletachtige
vorm, en toch kon ik alles voelen wat er met mij gebeurde. Ik zag anderen zoals
ikzelf was. Zo ver als ik kon zien waren er zielen. Ik riep uit in grote pijn:
Mary K.
: O Jezus ! Help mij alstublieft Jezus.
Ik wilde sterven, maar kon niet. Ik voelde het vuur weer tegen mijn
benen opvlammen.
Mary K.
(gillend) : Waar bent u Jezus ?
Ik rolde om en om op de grond en huilde en kermde met al die anderen
mee. Wij lagen in de kaken van de hel in kleine hoopjes, als weggegooid afval.
Onze ziel leed ondraaglijke pijnen.
Mary K.
(telkens weer gillend) : Waar bent U Jezus ? Waar bent U Jezus ?
Ik vroeg mij af of dit alleen maar een droom was. Zou ik wakker worden?
Was ik werkelijk in de hel? Had ik de één of andere grote zonde tegen God
bedreven, en mijn behoudenis verloren? Wat was er gebeurd? Had ik gezondigd
tegen de Heilige Geest? Ik herinnerde mij al het bijbelonderwijs dat ik ooit
had gehoord. Ik wist dat mijn gezin ergens boven mij was. Met ontzetting
realiseerde ik mij dat ik in de hel was net als al die andere zielen die ik
gezien had en met wie ik had gesproken. Het voelde zo vreemd aan, dat ik in
staat was om volkomen door mijn lichaam heen te zien. De wormen begonnen weer
door mij heen te kruipen. Ik voelde ze kruipen. Ik schreeuwde van angst en
pijn.
Een demon
: Jouw Jezus heeft je mooi in de steek gelaten, hé ? Wel, je bent nu $atans
bezit !
Uit hem kwam een boosaardig lachen toen hij mijn vorm opraapte en mij
bovenop "ïets" plaatste. Ik ontdekte al gauw dat ik op de rug van de
levend-dode vorm van een soort beest zat. Het was, net als ik, vuilgrijs, vol
van smerigheid en rottend dood vlees. Een afschuwelijke geur vulde de vuile
lucht. Het beest nam mij mee omhoog naar een brede strook grond. Ik dacht: O
Heer, waar bent U? Wij gingen voorbij vele zielen die weenden om verlossing. Ik
hoorde het harde geluid van het openen van de kaken van de hel en meer zielen
vielen langs mij naar beneden. Mijn handen waren op mijn rug samengebonden. De
pijn was niet aanhoudend - zij kwam plotseling en ging opeens weer weg. Ik
gilde iedere keer dat de pijnen kwamen en wachtte vol angst wanneer ze
verminderden.
Ik dacht : Hoe zal ik hier ooit uitkomen? Wat ligt we vóór mij? Is dit het
einde? Wat heb ik gedaan dat ik de hel verdiend heb?
Mary K. (wenend
en vol pijn) : O Heer, waar bent U ?
Ik weende, maar er kwamen geen tranen - alleen droge snikken schudden
mijn lichaam. Het dier stopte voor iets. Ik keek op en zag een prachtige kamer
vol overdadige rijkdom en glanzende juwelen. In het midden van deze kamer was
een mooie vrouw, gekleed in de dracht van een koningin. Ik vroeg mij in mijn
staat van wanhoop af, wat dit te betekenen had.
Mary K.
: Vrouw, alstublieft, help mij.
Zij kwam dichtbij en spuwde in mijn vorm van een gezicht. Zij vervloekte
mij en zei gemene dingen tegen mij.
Mary K.
: O Heer, wat gaat er nu gebeuren !
Een boze lach kwam uit haar.
19b. De kaken van de hel Vlak voor mijn ogen begon de vrouw te veranderen in
een man, een kat, een paard, een slang, een rat en een jonge man. Wat ze ook
verkoos te zijn, dat was zij. Zij bezat geweldige boze kracht. Boven haar kamer
stond geschreven: "Koningin van $atan". Het beest liep door en het
leek wel uren voordat het stopte. Met een stoot werd ik van het beest op de
grond geworpen. Ik keek op en zag een leger van mannen te paard naar mij toe
komen rijden. Ik werd gedwongen opzij te gaan toen zij langs gingen. Zij waren
ook geraamten met de vuilgrijze kleur van de dood. Nadat zij gepasseerd waren
werd ik van de grond opgepikt en in een cel gegooid. Toen iemand de deur op
slot deed keek ik vol afschuw de cel rond en huilde. Ik bad, maar zonder hoop.
Ik weende en bekeerde mij wel duizend keer van mijn zonden. Ja, ik dacht aan de
vele dingen die ik had kunnen doen om anderen tot Christus te leiden en om
mensen te helpen wanneer ze mij nodig hadden. Ik had berouw van de dingen die
ik had gedaan en van de dingen die ik ongedaan had gelaten.
Mary K. (roepend)
: O Heer, red mij.
Telkens en telkens weer riep ik tot God om mij te helpen. Ik kon Hem
niet zien of voelen. Ik was in de hel precies als al diegenen die ik had
gezien. Ik viel op de grond van de pijn en weende. Ik voelde dat ik voor altijd
verloren was. Uren gingen voorbij, en telkens weer kwam dit harde geluid en dan
vielen er weer andere zielen in de hel. Ik bleef roepen: "Jezus, waar bent
U?" Er kwam geen antwoord. De wormen begonnen weer binnenin mijn
geestesvorm te kruipen. Ik kon ze vanbinnen overal voelen. De dood was overal.
Ik had geen vlees, geen organen, geen bloed, geen lichaam en geen hoop. Ik
bleef de wormen uit mijn skeletvorm plukken. Ik wist alles wat er gebeurde en
ik wilde doodgaan, maar ik kon niet. Mijn ziel zou voor eeuwig leven. Ik begon
te zingen over het leven en de kracht die in het bloed van Jezus zijn, het
bloed dat in staat is om van zonden te redden. Toen ik dit deed kwamen er grote
demonen op mij af met speren.
Demonen (luid
schreeuwend) : Stop dat !
Zij doorstaken mij met de speren en ik voelde hete vuurstralen, als de
punten door mijn vorm gingen. Zij staken mij aanhoudend. Op een zangerige toon
dreunden ze gedurig:
Demonen
: Hier is $atan God. Wij haten Jezus en alles waarvoor Hij staat !
Toen ik niet wilde stoppen met zingen haalden ze mij uit de cel en
sleepten mij naar een grote opening.
Demonen
: Als je niet stil bent zul je zwaardere folteringen krijgen.
Ik stopte met zingen en eindelijk brachten ze mij terug in de cel. Ik
herinnerde mij een bijbelvers over gevallen engelen die in ketenen bewaard
worden tot het laatste oordeel. Ik vroeg mij af of dit mijn oordeel was.
Mary K.
: Heer, red de mensen op aarde. Schud ze wakker voor het te laat is.
Vele bijbelverzen kwamen bij mij op, maar ik was bang voor de demonen en
zei ze niet hardop. Gekerm en gegil vulden de vuile lucht. Een rat kroop naar
me toe. Ik schopte het beest weg. Ik dacht aan mijn man en kinderen.
Mary K.
(smekend) : O God, laat ze niet hier
komen !
Ik wist zeker dat ik in de hel was. God kan mij niet horen. De oren van
de Almachtige zijn gesloten voor het gekerm in de hel, dacht ik. Als er maar
iemand wilde luisteren. Een grote rat rende mijn been op en beet me. Ik gilde
en trok de rat van mij af. Er was een ontzettende, snijdende pijn. Een vuur dat
nergens vandaan kwam, begon langzaam naar mij toe te branden. Seconden,
minuten, uren gingen voorbij. Ik was een zondaar die naar de hel was gegaan.
Mary K. (huilend)
: O dood, kom alsjeblieft !
Mijn kermend geroep scheen de kaken van de hel geheel te vullen. Anderen
deden mee met mijn geweeklaag : voor eeuwig verloren, geen uitkomst! Ik wilde
dood maar kon niet. Ik viel in een hoopje op de grond, en voelde al de
martelingen. Ik hoorde de kaken weer opengaan, en er kwamen meer zielen binnen.
De vuren waren me nu aan het verbranden en ik voelde een nieuwe pijn. Ik was
bewust van alles wat er gebeurde. Ik had een scherp, helder verstand. Ik wist
al deze dingen en ik wist dat wanneer zielen die niet gered zijn van hun zonden
op aarde sterven, hier in de hel komen.
Mary K. (huilend)
: O mijn God, red mij. Alstublieft, red ons allen.
Ik herinnerde mijn hele leven en al de mensen die mij over Jezus hadden
verteld. Ik herinnerde mij dat ik voor de zieken had gebeden en hoe Jezus hen had
genezen. Ik herinnerde mij Zijn woorden van liefde en troost en Zijn
getrouwheid. Als ik maar meer als Jezus was geweest, dan zou ik hier niet zijn,
dacht ik. Ik dacht aan al de goede dingen die God mij had gegeven - dat Hij mij
zelfs de lucht die ik inademde had gegeven, voedsel, kinderen, een huis, en
goede dingen om van te genieten. Maar, als Hij een goede God is, waarom ben ik
dan hier? Ik had geen kracht om op te staan, maar mijn ziel bleef aanhoudend
roepen : Laat mij eruit. Ik wist dat boven mij het leven doorging en dat mijn
vrienden en familie hun normale leven leefden. Ik wist dat er gelach, liefde en
vriendelijkheid was ergens daarboven. Maar zelfs dat begon te vervagen in de
ontzettende pijn. Schemerduister en een vuile dikke mist vulde dit deel van de
hel. Overal was een dofgeel licht en de geur van rottend vlees en verderf was
zo sterk dat het bijna ondraaglijk was. Minuten schenen uren en uren reikten
tot in een eeuwigheid. Wanneer zou dit een einde nemen? Ik had geen slaap, geen
rust, geen voedsel en geen water, ik had grote honger en was dorstiger dan ik
ooit in mijn leven was geweest. Ik was zo moe en zo slaperig - maar de pijn
verminderde geen moment. Iedere keer dat de kaken zich openden stortte men weer
een lading verloren mensheid in de hel. Ik vroeg me af of er iemand bij was die
ik kende. Zouden ze mijn man hier brengen? Uren waren voorbij gegaan sinds ik
in de kaken van de hel was aangekomen. Maar toen merkte ik dat een licht de
ruimte begon te vullen. Plotseling stopte het vuur, de rat rende weg, en de
pijn verliet mijn lichaam. Ik keek rond of er enige mogelijkheid tot
ontsnapping was, maar die was er niet. Ik vroeg mij af wat er aan de hand was,
ik wist dat dit iets vreselijks was. En toen begon de hel te schudden, en het
vlammende vuur kwam er weer aan. Daar kwamen weer de slangen en de ratten en de
wormen ! Ondraaglijke pijn vulde mijn ziel toen de folteringen weer begonnen.
Mary K.
(gillend) : O God, laat mij sterven.
Ik sloeg met mijn knokige handen op de aarden vloer van de cel. Ik gilde
en riep, maar niemand wist het of gaf er enige aandacht aan. Opeens werd ik uit
de cel getild door een onzichtbare kracht. Toen ik weer tot bewustzijn kwam
stond ik samen met de Heer naast mijn huis.
Mary K. (huilend)
: Waarom Heer, waarom ?
Ik viel in wanhoop aan Zijn voeten.
Jezus
: Vrede, wees stil.
Onmiddellijk had ik vrede. Hij tilde mij liefdevol op en ik viel in
slaap in Zijn armen. Toen ik de volgende dag wakker werd was ik erg ziek.
Dagenlang doorleefde ik de verschrikkingen van de hel en de martelingen. s
Nachts werd ik gillend wakker en riep dat er wormen in mij kropen. Ik was erg bang
voor de hel.
11. Buitenste duisternis Nacht na nacht gingen Jezus in ik terug de hel in,
zodat ik verslag kon uitbrengen van deze vreselijke waarheden. Elke keer dat
wij voorbij het hart kwamen, liep ik heel dicht naast Jezus. Een enorme angst
greep mijn ziel aan, iedere keer dat ik mij herinnerde wat mij daar was
overkomen. Ik wist dat ik door moest gaan om zielen te redden. Maar het was
alleen door de genade van God dat ik terug kon gaan. Wij stopten voor een groep
demonen die $atan prezen en hem toezongen. Zij leken zich geweldig te amuseren.
Jezus :
Ik zal je laten horen wat zij zeggen.
Demonen
: Wij gaan vandaag naar dat huis en zullen degenen die daar zijn martelen. Wij
krijgen meer macht van heer $atan als we dit op de juiste manier doen. O ja,
wij gaan ze veel pijn en ziekte brengen en veel leed aandoen.
Zij begonnen te dansen en liederen van aanbidding voor $atan te zingen,
zich verheugend in het kwade.
Een van de demonen
: Wij moeten wel erg uitkijken voor de mensen die in Jezus geloven, want zij
kunnen ons uitdrijven.
Een andere
: Ja, voor de naam van Jezus moeten we op de vlucht slaan.
Nog een
: Maar we gaan niet naar hen toe die Jezus en de macht van Zijn naam kennen.
Jezus
: Mijn engelen beschermen Mijn volk voor boze geesten, en zodat de demonen niet
voorspoedig zijn in hun werken. Ik bescherm ook velen van de nog
"ongeredden", ook al weten zij het niet. Ik heb vele engelen in Mijn
dienst, die $atans kwade plannen verhinderden. Er zijn vele demonen in de lucht
en op aarde. Ik heb je toegestaan sommige van deze demonen te zien, maar
anderen kunnen ze niet zien. Dat is de reden waarom de waarheid van het
Evangelie aan iedereen gepredikt moet worden. De waarheid zal de mensen vrij
maken, en Ik zal ze beschermen tegen het kwaad. Er is verlossing en bevrijding
in Mijn naam. Ik heb alle macht in hemel en op aarde. wees niet bevreesd voor $atan,
maar vrees God.
Toen wij onze weg door de hel verder zetten, kwamen we een zeer grote en
zeer donkere man tegen. Hij was omgeven door duisternis en had het uiterlijk
van een engel. Hij hield iets in zijn linkerhand.
Jezus
: Deze plaats wordt de buitenste duisternis genoemd.
Ik hoorde geween en tandengeknars. Tot dan had ik nog nooit zulke
uiterste wanhoop ontmoet als in deze plaats. De engel die voor ons stond had
geen vleugels. Hij leek ongeveer 9 meter lang, en hij wist precies wat hij
deed. Hij had een grote schijf in zijn linkerhand en hij draaide langzaam rond
terwijl hij deze schijf hoog ophief alsof hij zich voorbereidde om die te
gooien. Er was een vuur middenin de schijf en de buitenste rand was zwart. De
engel hield zijn hand onder de schijf en reikte ver naar achteren om meer
werpkracht te kunnen ontwikkelen.
Ik vroeg mij af wie deze reusachtige engel was en wat hij op het punt stond te
doen. Jezus kende mijn gedachten.
Jezus
: Dit is de buitenste duisternis. Herinner je dat Mijn Woord zegt: De kinderen
van het Koninkrijk zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis: daar
zal geween zijn en tandengeknars" (Mattheüs 8:12).
Mary K.
: Heer, bedoelt U dat Uw dienaars hier zijn ?
Jezus
: Ja, dienaars die zich afkeerden, nadat Ik ze geroepen had. Dienaars die de
wereld meer liefhadden dan Mij en die teruggingen om zich te wentelen in de
modder van de zonde. Dienaars die niet wilden staan voor de waarheid en voor
heiligheid. Het is beter om nooit te beginnen, dan terug te keren nadat men Mij
begon te dienen.
Geloof Mij, als je zondigt dan heb je een advocaat bij de Vader. Als je berouw
hebt van je zonden zal Ik rechtvaardig zijn om je te reinigen van al je
ongerechtigheden. Maar als je je niet wilt bekeren, dan zal Ik komen op een
tijd dat je het niet verwacht en je zult samen met de ongelovigen geworpen
worden in de buitenste duisternis.
Ik keek toe en zag hoe de donkere engel de grote schijf heel ver de
duisternis in wierp.
Jezus
: Mijn Woord bedoelt precies wat het zegt : Zij zullen geworpen worden in de
buitenste duisternis.
Onmiddellijk waren Jezus en ik in de lucht en volgden deze schijf door
het luchtruim. Wij kwamen bij de buitenkant van de schijf en keken naar binnen.
Er was een vuur in het midden van de schijf (disk), en mensen zwommen in en uit
onder de vlammende golven. Er waren hier geen demonen of boze geesten, alleen
zielen die brandden in een poel van vuur. Buiten de schijf was de zwartst
mogelijke duisternis. Alleen het licht van de vlammen verlichtte de nacht. In
dat licht zag ik mensen die probeerden naar de buitenzijden van de schijf te
zwemmen. Sommigen van hen hadden bijna de buitenkant bereikt, toen een zuigende
kracht vanuit het binnenste van de schijf hen terug de vlammen in sleepte. Hun
vormen veranderden in skeletten met mistige-grijze zielen. Toen wist ik dat dit
niets anders was dan een ander deel van de hel. En toen zag ik, als in een
visioen, engelen zegels openen. Natiën en koninkrijken bleken daaronder
weggesloten te zijn. Als de engelen de zegels openden, marcheerden mannen en
vrouwen, jongens en meisjes regelrecht de vlammen in. Ik keek toe in ijzingwekkende
fascinatie, mij afvragend of ik enige van de gevallen dienaars van de Heer die
voorbij marcheerden, kende. Ik kon mijn hoofd niet afwenden van het gezicht van
de zielen die regelrecht het vuur inliepen. En niemand probeerde hen te
stoppen.
Mary K.
: Heer, alstublieft, stop ze voordat ze bij het vuur zijn !.
Jezus :
Wie oren heeft, laat hem horen, wie ogen heeft, laat hem zien. Mijn kind, roep
het uit tegen de zonde en het kwaad. Zeg tegen Mijn dienaars dat zij getrouw
moeten zijn en de naam van de Heer moeten aanroepen. Ik neem je mee naar deze
verschrikkelijke plaats, opdat je hun kan vertellen over de hel. Sommigen
zullen je niet geloven. Sommigen zullen zeggen dat God te goed is om mannen en
vrouwen naar de hel te sturen. Maar zeg tegen hen dat Mijn Woord de waarheid
is. Vertel hun dat de lafhartigen en ongelovigen hun deel zullen hebben in de
poel van vuur.
12. Horens Jezus :
Vanavond Mijn kind, gaan wij naar verschillende delen van het hart van de hel.
Ik wil je vertellen over de horens en je laten zien hoe deze gebruikt zullen
worden om boze geesten en demonische machten naar het oppervlak van de aarde te
geleiden.
Terwijl Jezus sprak, was ik getuige van een visioen. In het visioen zag
ik een oude boerderij, die er doods en grijsachtig uitzag, omringd door vele
dode bomen en hoog, dood gras. Het erf rondom de boerderij was bezaaid met dode
rommel. Er was daar geen leven. De boerderij zag eruit alsof zij aan het zinken
was in het centrum van het veld. Er waren geen andere gebouwen te zien. De dood
was overal. Ik wist dat deze boerenwoning deel uitmaakte van de hel, maar ik
kon nog niet begrijpen wat het was dat ik zag. Binnenin het huis, achter de
vuile ramen zag ik grote schaduwen in menselijke vorm. Er ging iets slechts uit
van hun verschijning. Eén van de vormen bewoog naar de buitendeur en opende
die. Een reusachtige man met geweldige spieren kwam de deur uit en bleef aan de
veranda staan. Ik zag hem duidelijk. Hij was ongeveer 2 meter lang, met het
lichaam van een gewichtheffer. Zijn kleur was hetzelfde dode grijs als de
omgeving. Hij droeg alleen een broek, die net zo grijs en doods van kleur was
als de blote huid van zijn bovenlichaam. Zijn vlees was als schubben, en zijn
hoofd was erg groot. Zijn hoofd was in feite zo ontzettend groot dat zijn benen
gebogen waren door het zware gewicht dat ze moesten dragen. Zijn voeten waren
gehoefd, zoals de poten van een varken. Zijn gezicht was bars en boosaardig en
hij zag er heel oud uit. Zijn ogen waren dood en zijn gezicht was erg breed. In
het visioen zag ik dit afschuwelijk schepsel van de waranda afstappen. De aarde
schudde als hij bewoog en er groeiden horens uit de kruin van zijn hoofd -
grote horens die groter en langer werden tot ze uit het gezicht verdwenen.
Terwijl hij liep zag ik dat de horens groeiden, heel erg langzaam. Er begonnen
nog meer horens uit zijn hoofd te groeien. Kleine horens ontsproten aan de
grotere. Ik zag dat zijn hoofd was als een beest - een krachtig, kwaadaardig
beest, vol van vernietiging. Bij elke stap die hij nam beefde de aarde. Ik zag
hoe de horens hun weg omhoog vonden, en eindigden in huizen, kerken,
ziekenhuizen, kantoren en gebouwen van allerlei soort, over de gehele aarde. De
horens richtten overal grote schade aan. Ik zag dat het beest sprak en boze
geesten werden op de aarde uitgespuwd. Ik zag hoe vele mensen verleid werden
door deze demonische machten en in $atans valstrikken vielen. Wij zitten
middenin een oorlog, dacht ik, goed tegen kwaad.
Geest van God
: Wij voeren oorlog : goed tegen kwaad.
Donkere wolken kwamen uit de horens en verborgen de vele boze vormen die
uitgingen over de aarde. Al de gruwelen die God verfoeit, waren daar. Ik zag
koninkrijken oprijzen uit de aarde, en miljoenen mensen begonnen deze boze
machten te volgen. Ik zag dat de oude horens werden verwijderd en er nieuwe
horens in hun plaats groeiden.
Jezus
: Dit begint nu plaats te vinden ! Deze dingen zijn, waren en zullen zijn. De
mensen zullen meer liefde hebben voor zichzelf dan voor God. Het kwaad zal hand
over hand toenemen in de laatste dagen. Mensen zullen huizen, autos, gebouwen,
materiële zaken, hun zilver en goud meer liefhebben dan Mij.
Bekeert u, want Ik ben een
naijverige God. Niets kan de plaats innemen van uw aanbidding van Mij - geen
zoons, dochters, echtgenotes of echtgenoten. Want God is Geest, en Hij moet
aanbeden worden in Geest en Waarheid.
De horens bewogen over de oppervlakte van de aarde, en rezen hoog op in
de lucht. Nieuwe koninkrijken rezen op, en er was oorlog en vernieling door het
hele land. Er waren velen die het beest aanbaden. Het kwade beest met de horens
liep heen en weer alsof het aan het nadenken was, en de aarde schudde onder
zijn gewicht. Na enige minuten ging het terug naar de boerderij. Donkere wolken
rezen op en er waren vele doden in het land. Ik zag hoe de wereld middenin een
grote verdrukking was, en ik begon met mijn hele hart te bidden. "O Heer,
help ons", riep ik uit. Toen rezen twee grote beesten in geestesvorm uit
de aarde en begonnen oorlog te voeren tegen elkaar. Ik wist dat zij uit de hel
kwamen. Een mensenzee stond te kijken naar deze twee boosheden. En toen zag ik
iets tussen hen in uit de grond oprijzen. Zij stopten hun gevecht en stonden nu
aan iedere kant van een groot schip. Beide beesten probeerden het schip te
vernietigen, maar konden het niet klaarspelen. Zij duwden het terug onder de
aarde en begroeven het tussen hen in. Zij stonden vlak tegenover elkaar, klaar
om hun oorlogsvoering te hervatten.
Ik hoorde een stem zeggen: "Zie toe". Terwijl ik keek, verscheen er
een licht op de plaats van de grond waar het schip begraven was. Toen verscheen
het schip weer op de aarde en werd een grote schijf. De twee beesten begonnen
een andere vorm aan te nemen en werden groot en zwart. Voorin de disk werd een
deur geopend en een sterke lichtstraal onthulde de trap. De trap ging naar
beneden, lager en lager binnenin de aarde en ik hoorde een stem zeggen:
"Naar de hel !"
Er was een sterk gevoel van boosheid in de lucht, en ik voelde mij angstig en verloren
terwijl ik aan het kijken was. Een vlammende kracht kwam uit de schijf en ik
kon nergens heenvluchten. Ik voelde mij gevangen, ook al was ik in de Geest. Bijna
onmiddellijk hief Jezus mij hoger en hoger op net zolang tot ik neerkeek op het
visioen. Maar nu was de trap een lift geworden, die op en neer bewoog vanuit
het hart van de aarde. Toen ik naast Jezus was voelde ik mij veilig en
beschermd. "Het zal voortkomen uit de hel" hoorde ik een stem zeggen.
Jezus : Dit zal zijn. Dit moet nog
komen. Schrijf het op zodat allen het zullen weten. In mijn visioen bracht
de lift de demonische machten en boze geesten naar omhoog. De twee beesten
stonden elk aan een kant van het schip, en ik zag dat zij weer begonnen te
veranderen. Ik hoorde het geluid van een groot lawaai; het geluid van motoren
die op hoge snelheid draaiden. De koppen van de beesten werden groot en een
licht begon hun handen te vullen. Ik zag toen hoe de twee beesten en het schip
één geheel werden. Vele zielen marcheerden één van die beesten binnen alsof zij
in hun slaap wandelden. Urenlang keek ik naar dit gruwelijke gezicht, tot
tenslotte één van de beesten volgepakt was met mensen. Terwijl ik luisterde
kwam van het ene beest een brullend geluid alsof een vliegtuig zich klaarmaakte
voor de vlucht. Het beest had zijn kracht van het schip ontvangen. Toen hij
begon te vliegen was hij weer in de vorm van een man. Terwijl hij vloog scheen
zijn hoofd vol lichten te zijn en grote krachten gingen van hem uit. Toen hij
verdween in de lucht veranderde zijn hoofd weer in het schip. Ik kon nog altijd
het geluid van het eerste beest horen, terwijl ik keek hoe het tweede beest
zich vulde met zielen. Toen hij vol was ging het tweede beest recht omhoog
zoals een raket. Hij vloog naar het andere beest, en beiden bewogen zich
langzaam voort, en verdwenen in de grijze lucht. Ook het tweede beest had de
vorm van een man aangenomen. Ik hoorde een bulderend geluid toen zij uit het
gezicht verdwenen. Ik vroeg mij af wat dit betekende. Ik zag het schip, of de
disk, zich weer in de aarde nestelen. De aarde overdekte het totdat het weer
onzichtbaar was. Toen het visioen begon te vervagen zag ik een grote
gerechtszaal, en ik dacht aan het oordeel van de grote witte troon.
Jezus
: Deze dingen die je ziet zijn voor de eindtijd.
13. De rechterarm van de hel Na het eerste visioen gingen Jezus en ik naar een
andere gedeelte van de hel.
Jezus
: Wij zijn in de rechterarm van de hel.
Wij beklommen een hoge, droge heuvel. Bovenop de heuvel gekomen keek ik
naar beneden en zag een warrelende rivier. Er waren geen zwavelputten, demonen
of boze geesten, alleen die grote rivier die stroomde tussen ongeziene oevers.
De oevers van de rivier waren verborgen in de duisternis. Jezus en ik liepen
naar de rivier toe en ik zag dat die vol bloed en vuur was. Toen ik beter toekeek
zag ik vele zielen, elk geketend aan een ander. Het gewicht van de ketenen
sleurde hen onder het oppervlak van de poel van vuur. De zielen in de hel waren
in het vuur van de hel. Ik zag ook dat zij in de vorm van geraamten waren met
mistig-grijze zielen.
Mary K.
: Wat is dit ?
Jezus
: Dit zijn de zielen van de ongelovigen en de goddelozen. Zij hadden hun eigen
vlees meer lief dan God. Zij waren mannen die mannen liefhadden, en vrouwen die
vrouwen liefhadden. Zij wilden zich niet bekeren en gered worden van hun zonde.
Zij genoten van hun leven van zonde en versmaadden Mijn verlossing.
Ik stond naast Jezus en keek in de poel van vuur. Het vuur begon op te
laaien, als een grote oven, zich voortbewegend en alles verslindend wat in zijn
pad kwam. Al snel vulde het bijna de gehele rechterarm van de hel.
Het vuur naderde tot vlakbij ons - nog geen halve meter - maar raakte ons niet
aan. De rivier verbrandde alles wat haar in de weg kwam. Ik keek naar Jezus
gezicht en het was bedroefd en teder. Op Zijn gezicht stond nog altijd liefde
en medelijden voor deze verloren zielen te lezen. Ik begon te wenen en wenste
dat ik deze plaats van martelingen kon verlaten, het was bijna ondragelijk om
verder te gaan. Ik keek nog eens naar de zielen in het vuur. Zij waren een
vurig rood, en hun botten waren zwartgeblakerd. Ik hoorde hoe de zielen het
uitschreeuwden van spijt en verdriet.
Jezus
: Dit is hun foltering. Zij zijn keten na keten met elkaar verbonden. Zij
begeerden het vlees van hun eigen soort, mannen met mannen en vrouwen met
vrouwen, en deden wat onnatuurlijk was. Zij verleidden vele jonge meisjes en
jongens tot zondige handelingen. Zij noemden het liefde, maar het einde was
zonde en dood.Ik weet dat vele jongens en meisjes, mannen en vrouwen, tegen hun
wil gedwongen werden zulke afschuwelijke handelingen te verrichten. Dit weet Ik
en Ik zal hun deze zonde niet aanrekenen. Onthou echter dit : Ik weet alle
dingen, en de personen die deze jongens en meisjes tot zonde dwongen, hebben
een zwaardere straf. Ik zal rechtvaardig oordelen. Tegen de zondaar zeg Ik :
Bekeer u, en Ik zal genadig zijn. Roep Mij aan, en Ik zal horen. Telkens weer
riep Ik deze zielen om zich te bekeren en tot Mij te komen. Ik zou ze vergeven
hebben en ze gezuiverd hebben; in Mijn naam konden ze bevrijd worden. Maar zij wilden
niet naar Mij luisteren. Zij wilden de lust van het vlees liever dan de liefde
van de levende God. "Wees heilig, want Ik ben heilig. Raak het onreine
niet aan, en Ik zal u tot Mij nemen".
Ik voelde mij erg ziek toen ik naar de zielen keek in de poel van vuur.
Jezus
: Als zij zich maar tot Mij hadden gekeerd, voordat het te laat was. "Mijn
bloed is vergoten opdat iedereen tot Mij kan komen. Ik gaf Mijn leven opdat
zelfs de slechtste zondaar zou kunnen leven".
Menigten zielen gingen ons voorbij in de vlammende rivier. Boven en
onder de golven van vuur, gingen zij, zonder dat zij konden ontkomen aan het
verbranden en zwemmen in de brandende rivier. Ik hoorde de kreten van spijt als
de bloedige rivier langs ons stroomde. Wij liepen langs een pad naast de rivier.
Vóór ons, zittend op een heuvel, was een grote vrouw. Zij zwaaide heen en weer
alsof zij dronken was. Op haar waren de woorden geschreven: "Mysterie
Babylon". Ik wist nu dat de moeder der gruwelen op de aarde, uit de hel
kwam. Een kwade, machtige kracht ging van haar uit. Ik zag menigten, volkeren
en allerlei tongen en talen onder haar. Zij had zeven hoofden en tien horens.
In haar werd gevonden het bloed van de profeten, de heiligen en allen die op
aarde gedood waren.
Jezus
: Kom uit hun midden, en scheid u af. Wanneer het haar tijd is zal zij
vernietigd worden.
Wij liepen door, langs de vrouw met de horens op haar hoofd. Alles begon donker
te worden. Nu was Jezus het enige licht. Wij liepen door totdat wij bij een
andere heuvel kwamen. In de verte kon ik hete vlammen in de lucht zien. Het
werd drukkend heet. Wij liepen rond de heuvel en kwamen bij een grote deur met
gleuven erin gesneden. De deur was in de zijkant van de heuvel gezet. Er was
een grote ketting op de deur, en felle vlammen kwamen eruit. De deur was ook
gegrendeld met grote sloten. Ik vroeg mij af wat dat alles betekende. Opeens
verscheen in de deuropening de donkere figuur van een man, gekleed in een lange
donkere cape. Zijn gezicht zag er erg oud en erg vermoeid uit. De huid van zijn
gezicht was strak gespannen over de beenderen van zijn doodshoofd. Hij zag
eruit alsof hij zon duizend jaar oud was.
Jezus
: Achter die deur is de bodemloze put. Mijn Woord is de waarheid.
De vlammen achter de deur reikten hoger totdat de deur bolstond van de
druk van de hitte.
Mary K.
: Lieve Heer, Ik zal zo blij zijn wanneer $atan in de bodemloze put wordt
geworpen en al deze vreselijke dingen tijdelijk ophouden.
Jezus
: Kom en hoor wat de Geest tot de gemeenten zegt: Het einde is nabij en Ik roep
de zondaren tot bekering opdat zij gered worden. Kijk nu.
Wij stonden in een open ruimte en ik was met de Heer in de Geest. Ik had
een visioen. In dat visioen zag ik een vurig serpent die met zijn enorme staart
in de lucht begon te slaan. Ik keek hoe dit geestelijke serpent bewoog met
ontzagwekkende kracht. Toen zag ik hem teruggaan naar de rechterarm van de hel,
waar hij wachtte. Ik wist dat hij de aarde niet kon slaan voordat Gods Woord
vervuld zou zijn. Ik zag vuur en rook opstijgen uit de aarde en ik zag hoe een
vreemde mist zich over de aarde begon te vormen. Hier en daar zag ik plekken
duisternis verschijnen. Horens groeiden uit de kop van het vurige serpent. Deze
spreidden zich uit totdat zij de gehele aarde bedekten. Er waren boze geesten
en duivels aanwezig. Toen zag ik het boze, vurige serpent uit de rechterarm van
de hel komen. Hij begon de aarde te slaan met groot geweld, en hij beschadigde
en vernietigde vele mensen.
Jezus :
Dit zal gebeuren in het einde der tijden. Kom hogerop.
Lezer, als u één van de zonden doet waarover ik geschreven heb, hou op
met zondigen alstublieft, en aanroep Jezus, vraag of Hij u wil redden. U hoeft
niet naar de hel te gaan. Roep de Heer aan, terwijl Hij nabij is. Hij zal u
horen en redden. Wie de naam van de Heer aanroept zal behouden worden.
14. De linkerarm van de hel
Visioen van Jezus voor iedereen : Jezus : Deze dingen beginnen nu te
geschieden op aarde, zij moeten nog komen, en komen spoedig op de gehele aarde.
Het vurige serpent is een deel van het beest. De profetieën die u nu zult lezen
zijn waarachtig. De openbaringen zijn waarheid. Waak en bid. Heb elkander lief.
Bewaar uzelf heilig. Hou uw handen rein. Mannen, heb uw vrouwen lief net als
Christus de Gemeente liefhad. Echtgenoten en echtgenotes, heb elkander lief net
als Ik u heb liefgehad. Ik heb het huwelijk ingesteld en zegende het met Mijn
woord. Hou het huwelijksbed heilig. Reinig uzelf van alle ongerechtigheid en
wees rein, net als Ik rein ben. De heilige mensen van God zijn weggevoerd door
vleiers. Laat u niet misleiden, want God laat niet met Zich spotten. U zult
begrip ontvangen als u uw oren wilt openen en naar Mij wilt luisteren. Dit is
de boodschap van de Heer aan de gemeenten. Laat u niet in met valse profeten,
die in Mijn heilige plaats staan en u misleiden met vleierijen. O aarde, Mijn
heilig volk is in slaap gevallen bij het horen van valse leerstellingen. Wordt
wakker! Wordt wakker! Ik zeg u dat alle ongerechtigheid zonde is. Reinig uzelf
van alle zonde van het vlees en de geest. Mijn heilige profeten leefden heilige
levens, maar u bent in opstand tegen Mij en Mijn heiligheid gekomen. U hebt
kwaad over uzelf gebracht. U hebt gezondigd en uzelf onder de gebondenheid
gebracht van ziekte en dood. U hebt ongerechtigheid bedreven, u hebt slecht
gehandeld en bent weerspanning tegen Mij geweest. U bent afgeweken van Mijn
verordeningen en Mijn uitspraken. U heeft niet geluisterd naar de woorden van
Mijn dienaren, de profeet en de profetes. Vloek in plaats van zegen is over u
gekomen en u weigert nog altijd tot Mij terug te keren en u van uw zonden te
bekeren. Indien u terugkeert en berouw hebt van uw zonden en u wilt Mij eren
met de vrucht van gerechtigheid, zal Ik uw huis zegenen en uw huwelijksbed
eren. Als u zich wilt verootmoedigen en Mij wilt aanroepen, zal Ik horen en u
zegenen. Luistert, gij dienaars van Mijn heilig Woord. Leer Mijn volk niet te zondigen
tegen hun God. Herinner u, dat het oordeel begint bij het huis van God; tenzij
u zich bekeert, zal Ik u verwijderen, door de zonden die u Mijn volk onderwezen
hebt. Denkt u dat Ik blind ben, zodat Ik niet kan zien en doof, zodat Ik niet
kan horen? Gij, die de waarheid in ongerechtigheid onderhoudt, en uw zakken
vult met zilver en goud ten koste van de armen - bekeert u, zeg Ik, voordat het
te laat is. Op de dag van het oordeel zult u alleen voor Mij staan om
rekenschap te geven van wat u deed met Mijn heilig Woord. Als u in berouw tot
Mij roept zal Ik de vloek van uw landen wegnemen en u zegenen met een machtige
zegen. Als u zich wilt bekeren en u zich zult schamen voor uw zonden, zal Ik u
barmhartigheid betonen en Mij over u ontfermen, en Ik zal uw zonden niet meer
gedenken. Bidt opdat u een overwinnaar zult zijn.
Ontwaak tot het leven en leef. Betoon spijt tegenover mensen die u op een
dwaalweg hebt gebracht en een valse leer hebt onderwezen. Zeg hen dat u hebt gezondigd
en dat u Mijn schapen hebt verstrooid. Zeg hen dat u berouw hebt.
Zie, Ik ben bezig een heilig leger te bereiden. Zij zullen machtige daden voor
Mij doen, en uw hoge plaatsen teniet doen. Het is een leger van heilige mannen
en vrouwen, jongens en meisjes. Zij zijn gezalfd om het ware Evangelie te
prediken, om handen op de zieken te leggen en zondaars tot bekering te roepen.
Dit is een leger van arbeiders, huisvrouwen, ongehuwde mannen en vrouwen, en
schoolkinderen. Zij zijn gewone mensen, want niet vele hooggeplaatsten hebben
gereageerd op Mijn oproep. In het verleden waren zij onbegrepen en slecht
behandeld, misbruikt en verstoten. Maar Ik heb hen gezegend met vrijmoedigheid
in heiligheid en geest. Zij zullen beginnen Mijn profetie te vervullen en
zullen Mijn wil doen. Ik zal in hen wandelen, in hen spreken en in hen werken. Zij
zijn degenen die zich tot Mij gekeerd hebben met heel hun hart, ziel, verstand
en kracht. Dit leger zal velen doen ontwaken, velen tot gerechtigheid en
reinheid van geest brengen. Ik zal spoedig over hen bewegen, om voor Mijn leger
te kiezen diegenen die Ik wens. Ik zal naar hen zoeken in de steden en in de
dorpen. Velen zullen verbaasd staan over degenen die Ik heb gekozen. U zult
zien hoe ze beginnen het land door te trekken, en daden te doen terwille van
Mijn naam. Verwacht het en ziet Mijn kracht in werking. Ik zeg u nogmaals,
bezoedel niet het huwelijksbed. Bezoedel het lichaam niet waarin de Heilige
Geest woont. Zonden van het lichaam leiden tot zonden van de geest. Hou het
huwelijksbed heilig. Ik heb de man voor de vrouw en de vrouw voor de man
gemaakt en verordend dat de twee verenigd zouden zijn in de heilige
huwelijksstaat. Weer zeg Ik u: wordt wakker.
Ik zag nog veel meer visioenen in de linkerarm van de hel. De Heer gaf
mij de instructies dat ik ze nog niet mocht openbaren. Vele daarvan waren
visioenen van de wereld in de eindtijd, wanneer velen van Gods volk zullen
afvallen en verloren zullen gaan. In de visioenen werden mij openbaringen
gegeven aangaande het lichaam van Christus, de bediening van de zonen Gods, de
kinderen van het beest en de uiteindelijke wederkomst van Christus.
Jezus
: Later mag je die dingen openbaren, maar niet nu. Dit leger, waarover de profeet
Joël sprak, zal uit het land oprijzen en grote werken voor God doen. De Zoon
der Gerechtigheid zal opgaan en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen. Hij
zal de goddelozen vertrappen, en zij zullen als as zijn onder Zijn voetzolen. Zij
zullen het leger des Heeren genoemd worden. Ik zal hun gaven geven, en zij
zullen Mijn machtige werken ten uitvoer brengen. Zij zullen daden doen voor de
Heer der heerlijkheid. Ik zal Mijn Geest uitstorten op alle vlees en uw zonen
en dochters zullen profeteren. Dit leger zal vechten tegen de boze machten en
zal veel van $atans werk vernietigen. Zij zullen velen voor Jezus Christus
winnen, voordat de dag van het verdorven beest aanbreekt. Kom, het is nu tijd
om te gaan.
Eindelijk verlieten wij de visioenen en de linkerarm van de hel. Ik was
er heel blij om.
Jezus
: Vertel uw gezinnen dat Ik ze liefheb en corrigeer ze in liefde. Zeg tegen hen
dat Ik hen voor het kwade zal bewaren als zij vertrouwen in Mij willen stellen.
15. De dagen van Joël Een stem : Schrijf, want deze dingen
zijn getrouw en waarachtig.
Weer was ik met de Heer in de Geest. Hij was hoog en verheven, en Zijn
stem was als de donder.
Geest van God
: Zie, o aarde, deze dingen zijn, waren en zullen komen. Ik ben de Eerste en de
Laatste. Dien Mij, de Schepper, want Ik geef het leven, niet de dood. Sta op
uit het kwade en roep Mij aan en Ik zal u genezen en bevrijden. Bekeer u, want
de tijd is nabij, en de Heer der heerlijkheid zal spoedig verschijnen. Wees
gereed, want u weet niet de dag noch het uur. Groot zal het loon zijn voor hen
die Mij blijven verwachten. Ik zal Mijn kleinen zegenen die het geloof behouden
hebben en Mij in waarheid en gerechtigheid gediend hebben. Voordat zij het
weten zal Ik tot hen gekomen zijn. Ik heb een zegen bereid voor hen die getrouw
zijn geweest aan hun roeping en voor hen die Mijn naam niet hebben verloochend.
Ik zeg, als Mijn volk dat genoemd is naar Mijn naam, zich wil verootmoedigen en
bidden, zal Ik hen vergeven, genezen en herstellen wat ze verloren hebben. Het
is mijn verlangen u te horen, te bevrijden, en allen te behouden die geloven en
Mijn naam aanroepen. Heilig vasten. Roep een plechtige samenkomst bijeen.
Vergader de oudsten en al de inwoners van de landen in Mijn Huis, en roept tot
Mij... want de dag van de Heer komt als een dief in de nacht - de dag is nabij.
Vertrouw op Mij, en Ik zal u vergoeden de jaren waarin de sprinkhaan, de
verslinder, de kaalvreter en de knager alles hebben opgevreten.
Mijn grote leger dat Ik heb geroepen zal de gelederen niet breken noch hun
opmars. Zij zullen geweldige daden doen en zij zullen niet overwonnen worden,
want Ik ben hun sterkte. Hun stemmen zullen klinken als de trompet; zij zullen
klinken als de donder en allen zullen horen en weten dat Ik de Heer, uw God
ben.
Gebed
Lieve Heer Jezus, het is mijn gebed dat Ik waardig geacht mag worden om in dit
leger te komen. Ik wil in dit leger zijn, maar ik weet dat ik puur en heilig
moet zijn zoals Jezus puur en heilig is. Reinig mij van alle ongerechtigheid
door het bloed dat Jezus heeft gestort. Help mij om een boetvaardig hart te
behouden, vrij van alle haat en bitterheid. Vader, ik weet dat velen van Uw
volk slapende zijn. Ik vrees dat U onze vaten van klei zult moeten breken en
ons zal moeten vernederen willen er vruchten van gerechtigheid te zien zijn.
Heer, ik wil niet weer naar de hel gaan om daar te moeten blijven. O Heer, help
mij om de mensen te waarschuwen. Geef mij kracht om een eind te maken aan de
vergroting van de hel. Help mij en Uw volk om goed, vriendelijk,
vergevingsgezind en liefhebbend te zijn tegenover elkaar. Help ons om te allen
tijde de waarheid te spreken.
Ik weet dat Jezus Christus spoedig wederkomt, en dat Zijn loon met Hem is. Ik
weet dat mijn boodschap aan de wereld is: Bekeer u, want de dag des Heren is
nabij. Vader, ik wil niet het bloed van deze mensen aan mijn handen hebben.
Amen.
16. Het centrum van de hel Weer gingen de Heer en ik de hel in.
Jezus
: Mijn kind, voor dit doel werd je geboren : om te schrijven en te vertellen
wat Ik jou heb verteld en heb laten zien. Want deze dingen zijn getrouw en
waarachtig. Ik heb je verwekt om de wereld door jou te vertellen dat er een hel
is, maar dat Ik een weg ter ontkoming heb gegeven. Ik zal je niet alle delen
van de hel laten zien. Er zijn verborgen dingen die ik je niet kan laten zien.
Maar Ik zal je veel laten zien. Kom nu en zie de machten der duisternis en hun
einde.
Wij gingen weer naar de buik van de hel en liepen naar een kleine
opening toe. Ik keek om me heen om te zien waar wij binnenkwamen en zag dat wij
op een brede richel waren, naast een cel, in het centrum van de hel. Wij
stonden stil voor een cel waarin een mooie vrouw zat. Boven de cel stonden de
letters "B.C."
Vrouw
: Ik wist dat U op een dag zou komen. Verlos mij alstublieft uit deze plaats
van martelingen.
Zij was erg mooi. Ik wist dat zij hier reeds vele eeuwen verbleef, maar
niet kon sterven. Haar ziel onderging folteringen. Zij begon aan de spijlen van
de cel te trekken en te huilen.
Jezus (zachtjes)
: Zwijg, wees stil. (met droefheid in Zijn stem) Vrouw, u weet waarom u hier
bent.
Vrouw
: Ja, maar ik kan veranderen. Ik herinner mij dat U al die anderen uit het
paradijs verloste. Ik herinner mij Uw woorden van verlossing. (wenend) Ik zal
nu goed zijn, en ik zal U dienen.
Zij hield de spijlen krampachtig vast met haar kleine vuisten.
Vrouw
(gillend) : Laat mij eruit! Laat mij eruit!
Op dat moment begon zij voor onze ogen te veranderen. Haar kleren
begonnen te branden. Haar vlees viel van haar af en alles wat over bleef was
een zwart geraamte met uitgebrande gaten in plaats van ogen en een holle huls
van een ziel. Ik keek toe in ontzetting toen de oude vrouw op de vloer viel. Al
haar schoonheid had zij in een moment verloren. Ik kon het feit dat zij hier
reeds was voordat Christus was geboren, niet bevatten.
Jezus :
U wist op aarde wat uw einde zal zijn. Mozes gaf u de wet en u hoorde die. Maar
in plaats van Mijn wet te gehoorzamen koos u ervoor om een instrument te zijn
in de handen van de duivel: een waarzegster en een heks. U onderwees zelfs de
kunst van tovenarij. U had de duisternis meer lief dan het licht en uw daden
waren slecht. Als u in uw hart berouw had gehad zou Mijn Vader u vergeven
hebben. Maar nu is het te laat.
Met groot verdriet en medelijden in ons hart liepen wij door. Er zou
nooit een einde komen aan haar pijn en lijden. Haar knokige handen strekten
zich uit naar ons toen wij doorliepen.
Jezus
: Mijn kind, $atan gebruikt vele listen om goede mannen en vrouwen te
vernietigen. Hij werkt dag en nacht, trachtend mensen zover te krijgen dat zij
hem willen dienen. Als men er niet voor kiest om God te dienen, heeft men reeds
gekozen voor de duivel. Kies het leven, en de waarheid zal u vrijmaken.
Na een korte afstand gelopen te hebben stopten we voor een andere cel.
Man
: Wie is daar ?
Ik vroeg mij af waarom hij dat riep. Jezus : Hij is blind.
Ik hoorde een geluid en keek om mij heen. Voor ons was een grote demon met
reusachtige vleugels die gebroken schenen te zijn. Hij keek recht langs ons
heen. Ik stond dicht bij Jezus. Samen keerden wij ons om, om naar de man te
kijken die gesproken had. Hij was ook in een cel en stond met zijn rug naar ons
toe - hij was een skeletvorm met vuur en de reuk van de dood aan hem.
Man
: (in de lucht slaand en schreeuwend) : Help mij. Laat iemand mij helpen !
Jezus
(liefdevol) : Man, wees kalm, wees stil !
Man
(zich omkerend) : Heer, ik wist dat U mij zou komen halen. Ik bekeer me nu.
Laat mij er alstublieft uit. Ik weet dat ik een vreselijk mens was en mijn
handicap gebruikte om er in mijn zelfzucht profijt van te trekken. Ik weet dat
ik een heksenmeester was en velen voor $atan misleidde. Maar Heer, ik heb nu
berouw. Laat mij er alstublieft uit. Dag en nacht word ik gefolterd in deze
vlammen, er is geen water. Ik heb zon dorst. Wilt U me geen teug water geven ?
De man riep Jezus nog steeds na toen wij verder liepen. Ik keek in
droefheid naar de grond.
Jezus
: Alle tovenaars en werkers der ongerechtigheid zullen deel hebben in de poel
die brandt van vuur en zwavel. Dat is de tweede dood.
Wij kwamen bij een andere cel, waarin ook een man zat.
Man
: Heer, ik wist dat U zou komen om mij te bevrijden. Ik heb me reeds lang
geleden bekeerd.
De man was ook een geraamte, vol vlammen en wormen.
Jezus
: O man, u bent nog altijd vol leugens en zonde. U weet dat u een discipel van $atan
was, een leugenaar die velen misleidde. De waarheid was nooit in uw mond, en de
dood was altijd uw loon. U hoorde dikwijls Mijn woorden, maar stak de draak met
Mijn verlossing en Mijn Heilige Geest. U heeft uw hele leven gelogen en wilde
niet naar Mij luisteren. U bent van de duivel. Alle leugenaars zullen hun deel
hebben in de poel van vuur. U hebt de Heilige Geest gelasterd.
De man begon te vloeken en zei vele boze dingen tegen de Heer. Wij
liepen verder. Deze ziel was voor altijd verloren in de hel.
Jezus
: Wie wil mag tot Mij komen, en hij die zijn leven verliest om Mijnentwil zal
het leven vinden, ja, leven in overvloed. Maar zondaars moeten zich bekeren
terwijl zij nog op aarde zijn. Wanneer zij hier komen is het te laat. Vele
zondaars willen God en $atan dienen, of zij geloven dat zij onbegrensd de tijd
hebben om de genade die God aanbiedt te aanvaarden. Degenen die waarlijk wijs
zijn, zullen nu kiezen wie zij willen dienen.
Spoedig kwamen we bij de volgende cel. Wanhopige kreten van verdriet en
smart weerklonken. Toen wij naar binnen keken zagen wij het skelet van een man
in elkaar gedoken op de grond zitten. Zijn beenderen waren zwart van het
verbranden en zijn ziel binnenin was een vuilgrijze mist. Ik merkte op dat
delen van zijn lichaam ontbraken. Rook en vlammen rezen rond hem omhoog. Wormen
kropen binnenin hem.
Jezus
: Deze man had vele zonden. Hij was een moordenaar en had haat in zijn hart.
Hij wilde zich niet bekeren of zelfs geloven dat Ik hem wilde vergeven. Was hij
maar tot Mij gekomen !
Mary K.
: Bedoelt U Heer, dat hij dacht dat U hem de moorden en de haat niet wilde
vergeven ?
Jezus
: Ja, als hij maar had geloofd en tot Mij was gekomen, dan zou Ik hem al zijn
zonden, groot en klein, vergeven hebben. In plaats daarvan bleef hij zondigen
en stierf in zijn zonden. Daarom is hij hier. Hij kreeg dikwijls de gelegenheid
om Mij te dienen en het Evangelie te geloven, maar hij weigerde. Nu is het te
laat.
De volgende cel was gevuld met een verschrikkelijke stank. Ik kon het
huilen van de doden en het berouwvolle geklaag overal horen. Ik was zo bedroefd
dat ik me bijna ziek voelde. Ik nam het vaste besluit dat ik alles zou doen wat
ik maar kon om de wereld te vertellen over deze plaats.
Een vrouwenstem
: Help mij.
Ik staarde in een echt paar ogen, niet de uitgebrande holten die de
tekenen van verbranding waren. Ik was zo verdrietig dat ik beefde, en ik voelde
zoveel medelijden en pijn voor deze ziel. Ik wilde haar zo graag uit de cel
trekken en met haar wegrennen.
Vrouw
: Het doet zoveel pijn. Heer, ik zal nu het goede doen. Eens kende ik U en U
was mijn Verlosser. Waarom wilt U nu niet mijn Verlosser zijn ?
Haar handen grepen krampachtig de spijlen van de cel vast. Grote stukken
brandend vlees vielen van haar af, en het waren slechts beenderen die de
spijlen vastgrepen.
Vrouw (wenend)
: U genas mij zelfs van kanker. U zei tegen mij dat ik moest heengaan en niet
meer moest zondigen, opdat mij niet iets ergers zou overkomen. Ik probeerde
het, Heer, U weet dat ik mijn best deed. Ik probeerde zelfs voor U te getuigen.
Maar, Heer, ik merkte dat zij die Uw Woord prediken niet populair zijn. Ik
wilde populair zijn. Langzaamaan ging ik terug de wereld in, en de vleselijke lust
verslond mij. Nachtclubs en sterke drank werden belangrijker voor mij dan U. Ik
had geen contact meer met mijn christenvrienden en al spoedig realiseerde ik me
dat ik zevenmaal erger was dan ik ooit was geweest. En ook al had ik
liefdesbetrekkingen met mannen en vrouwen, het was nooit mijn bedoeling om
verloren te gaan. Ik wist niet dat ik door $atan bezeten was. Ik voelde U nog
altijd roepen in mijn hart, om mij te bekeren en gered te worden, maar ik wilde
niet. Ik bleef denken dat ik nog tijd genoeg had. Ik dacht : morgen zal ik
terugkeren naar Jezus, en dan zal Hij mij vergeven en bevrijden. Maar ik
wachtte te lang, en nu is het te laat.
Opeens gingen haar droevige ogen op in vlammen en verdwenen in het vuur.
Ik gilde en viel tegen Jezus aan. O Heer, dacht ik, dat had ik kunnen zijn of
één van mijn geliefden ! Zondaar, alstublieft,
ontwaak voordat het te laat is ! Wij liepen door naar een andere cel.
Daarin was weer een man met een skeletvorm en een vuilgrijze ziel vanbinnen.
Kreten van zon uitermate grote pijn en smart kwamen uit deze man, dat ik weet
dat ik ze nooit zal kunnen vergeten.
Jezus
: Mijn kind, sommigen die dit boek lezen zullen het vergelijken met fictie :
met een roman of een film die zij gezien hebben. Zij zullen zeggen dat dit niet
waar is. Maar jij weet dat deze dingen de waarheid zijn. Jij weet dat de hel werkelijkheid
is, want Ik heb je hier door Mijn Geest vele keren gebracht. Ik heb je de
waarheid geopenbaard, zodat je hiervan kunt getuigen. Verloren mens, als u geen berouw wilt hebben en gedoopt wilt worden en
het Evangelie van Jezus Christus wilt geloven, dan zal dit voorzeker uw einde
zijn. Deze man is hier door zijn rebellie. De zonde van opstand is gelijk
aan de zonde van tovenarij. In feite zijn allen die Mijn Woord en Mijn wegen
kennen, en die het Evangelie gehoord hebben maar zich nog altijd niet willen
bekeren, in opstand tegen Mij. Velen zijn vandaag in de hel door deze zonde.
Man :
Eens was ik van plan U tot de Heer van mijn leven te maken, maar ik wilde niet
Uw rechte en smalle weg gaan. Ik wilde de brede weg gaan. Het was zoveel
gemakkelijker om de zonde te dienen. Het stond me niet aan dat ik steeds
rechtvaardig moest zijn. Ik hield van mijn zondige weg. Ik begeerde sterke
drank te drinken en de dingen van deze wereld te doen meer, dan Uw bevelen te
gehoorzamen. Had ik maar geluisterd naar degenen die U naar mij toezond. In
plaats daarvan bedreef ik kwaad en wilde mij niet bekeren.
Diepe snikken deden hem beven.
Man
(vol spijt) : Ik word reeds jarenlang in deze plaats gefolterd. Ik weet wat ik
ben en ik weet dat ik hier nooit uit zal komen. Ik word dag en nacht gefolterd
in deze vlammen en met deze wormen. Ik roep, maar niemand komt mij helpen.
Niemand hier maakt zich druk om mijn ziel - niemand geeft om mijn ziel.
Hij viel in een hoopje op de vloer en bleef huilen.
Wij gingen door tot we bij een andere cel kwamen. Een vrouw was bezig de
wormen van haar beenderen af te pikken. Zij begon te schreien toen zij Jezus
zag.
Vrouw :
Help mij Heer. Ik zal goed zijn. Laat me er alstublieft uit.
Ook zij stond op en greep de tralies van haar cel beet. Ik voelde zon
groot medelijden met haar. Haar lichaam schudde van het huilen.
Vrouw
: Heer, toen ik op aarde was, aanbad ik de Hindoe-goden en nog vele afgoden. Ik
wilde het Evangelie dat de zendelingen mij predikten niet geloven, niettegenstaande
ik het vele malen heb gehoord. Op een dag stierf ik. Ik riep mijn goden aan om
mij te redden van de hel, maar zij konden het niet. Nu, Heer, wil ik me graag
bekeren.
Jezus
: Het is te laat.
Vlammen overdekten haar vorm toen wij doorliepen. Haar kreten weerklonken
en raakten mijn ziel. $atan had haar bedrogen. Jezus (met droefheid in Zijn stem) : Kom, wij zullen morgen
terugkeren. Nu is het tijd om te gaan.
8. De cellen in de hel
Jezus en ik stonden naast de eerste rij cellen, op een gangpad dat ruim een
meter breed was. Ik keek omhoog en zover als ik kon zien waren er allemaal van
die gangpaden in een grote cirkel rondom iets dat op een reusachtige put leek.
Naast het gangpad waren cellen die ingegraven waren in de aarde. Zoals
gevangeniscellen, stonden deze cellen alle in een rij, en werden door niet meer
dan een halve meter grond gescheiden.
Jezus
: Dit celblok is 27.350 meter hoog, beginnend op de bodem van de hel. Hier, in
deze cellen, zijn vele zielen die aan hekserij deden of in het occulte verzeild
waren. Er waren tovenaars, mediums, drugdealers, afgoderij-dienaars of waren
goddelozen die een gedienstige geest hadden. Dit zijn de zielen die de
grootste gruwelen tegen God bewerkstelligden - velen van hen zijn hier
honderden jaren geweest. Dit zijn degenen die geen berouw wilden tonen, en
vooral zij, die de mensen bedrogen en ze meesleepten, weg van God. Deze zielen
hebben vele boze daden tegen de Heer en Zijn volk gedaan. Zij hadden een
hartstocht voor het kwade en hadden de zonde lief.
Terwijl ik de Heer op de ronding van de richel volgde, keek ik naar
beneden naar het centrum van de hel, waar de grootste bedrijvigheid was. Een
zwak licht vulde het centrum, en ik kon vele vormen zien bewegen. Er waren
cellen zover ik kon kijken. Ik dacht bij mezelf dat de martelingen in de cellen
toch zeker niet verschrikkelijker konden zijn dan die in de putten. Overal om
ons heen hoorde ik het vreselijke huilen en klagen en gillen van verdoemden in
de cellen. Ik begon mij erg ziek te voelen. Groot verdriet vulde mijn hart.
Jezus
: Ik laat je nu pas deze kreten horen, kind. Want Ik wil je nu tonen hoe $atan
komt om te stelen, te doden en te vernietigen. Hier in de hel zijn
verschillende folteringen voor verschillende zielen. $atan dient deze
folteringen toe tot de dag van het oordeel, tot de dood en de hel in de poel
van vuur geworpen worden. Er gaat ook nu en dan een stroom van vuur door de hel
heen.
Terwijl wij op het gangpad liepen werden de geluiden sterker. Gierend
gehuil kwam vanuit de cellen. Ik liep dicht naast Jezus toen Hij stilstond voor
de derde cel. Een helder licht verlichtte de cel vanbinnen. In de cel was een
oude vrouw die in een schommelstoel zat, schommelend en schreiend alsof haar
hart zou breken. Ik weet niet waarom, maar ik was geschokt toen ik zag dat deze
vrouw een echt persoon was met een lichaam. De cel was volkomen kaal en leeg,
uitgezonderd de vrouw in de schommelstoel. De wanden van de cel waren gemaakt
van lichte klei en slijk, en waren in de aarde gezet. De hekopening overspande
de hele voorkant van de cel en was gemaakt van zwart metaal met metalen tralies
en er zat een slot op. Aangezien de traliesstaven ver uit elkaar stonden hadden
Jezus en ik een bijna onbeperkt overzicht van de cel. De huid van de oude vrouw
was askleurig - vlees vermengd met een grijsachtige tint. Zij schommelde op en
neer. Terwijl zij schommelde rolden de tranen langs haar wangen. Ik wist door
de gekwelde uitdrukking op haar gezicht, dat zij ontzettend veel pijn had en dat
zij door een ongeziene foltering leed . Ik vroeg mij af waarvan zij beschuldigd
was, omdat zij hier gevangen zat.
Opeens, vlak voor mijn ogen, begon de vrouw van vorm te veranderen : eerst
veranderde zij in een zeer oude man, toen in een jonge vrouw, toen in een vrouw
van middelbare leeftijd en toen werd zij weer de oude vrouw die ik eerst had
gezien. Geschokt keek ik toe, terwijl zij de ene na de andere verandering
onderging. Toen zij Jezus zag riep zij:
Vrouw
: Heer, ontferm U over mij. Verlos mij uit deze plaats van martelingen.
Zij leunde vooruit in haar stoel en strekte haar handen uit naar Jezus,
maar zij kon Hem niet aanraken. Zij bleef aanhoudend veranderen, zodat zij
gekleed was als een man, daarna als een jong meisje, vervolgens als een vrouw
van middelbare leeftijd en tenslotte weer als een oude vrouw. Al deze
gedaanteveranderingen schenen niet meer dan een paar minuten te duren.
Mary K.
: Waarom, Heer ?
Vrouw
(gillend) : O Heer, laat me eruit, voor ze terugkomen.
Zij stond nu voorin de cel, en greep krampachtig de tralies vast.
Vrouw
: Ik weet dat Uw liefde echt is. Ik weet dat Uw liefde waar is. Verlos mij
hieruit !
Dan, als de vrouw gilde in grote angst, zag ik dat iets onzichtbaars
bezig was het vlees van haar lichaam af te scheuren.
Jezus
: Zij is niet wat zij schijnt te zijn.
De vrouw zat weer in de stoel en begon te schommelen. Maar nu zat er
niets dan een skelet in de schommelstoel - een skelet met een vuile mist
vanbinnen. Waar dat geklede lichaam van enkele minuten geleden was, waren nu
slechts zwartgeblakerde en verbrande botten en lege oogkassen. De ziel van de
vrouw klaagde en huilde tegen Jezus in berouw. Maar haar huilen was te laat.
Jezus
: Toen zij op aarde was, was deze vrouw een heks en aanbad zij $atan. Zij
bedreef niet alleen tovenarij, maar zij onderwees anderen in de toverkunst.
Vanaf de tijd dat zij een kind was, beoefende haar familie de zwarte kunst. Zij
hadden de duisternis meer lief dan het licht. Vele keren riep Ik haar tot
bekering. Zij spotte met Mij en zei: "Ik vind het fijn om $atan te dienen.
Ik zal hem blijven dienen". Zij verwierp de waarheid en wilde zich niet
bekeren van haar boze weg. Zij keerde vele mensen af van de Heer, sommigen van
hen zijn heden met haar in de hel. Als zij berouw had getoond, zou Ik haar
gered hebben en velen van haar familie, maar zij wilde niet luisteren. $atan
bedroog haar, want hij vertelde haar dat zij haar eigen koninkrijk zou
ontvangen als loon voor haar dienst aan hem. Zij geloofde hem. Hij zei tegen
haar dat zij nooit hoefde te sterven, maar voor eeuwig met hem zou mogen leven.
Zij stierf, $atan prijzende. Toen zij hier kwam, vroeg zij hem om haar
koninkrijk. $atan, de vader der leugens, lachte haar uit en zei: "Denk je
nu werkelijk dat ik mijn koninkrijk met jou zou delen? Dit is jouw
koninkrijk". Hij sloot haar op in deze cel en martelt haar nu dag en
nacht. Op aarde onderwees deze vrouw vele heksen, witte en zwarte heksen, in de
toverkunst. Eén van haar magische trucs was te veranderen van jonge vrouw tot
een oude vrouw van middelbare leeftijd, tot een oude vrouw en zelfs tot een
oude man. In die dagen had zij plezier in die kunstjes, en joeg er graag de
gewone heksen schrik mee aan. Maar nu lijdt zij de pijnen van de hel, en haar
vlees wordt met iedere verandering van haar weggescheurd. Zij kan het nu niet
beheersen en blijft van de ene vorm naar de andere veranderen, maar haar
werkelijke vorm is de mistige ziel binnenin haar geraamte. $atan gebruikt haar
voor zijn boze doeleinden en beschimpt en bespot haar. Dikwijls wordt zij voor $atan
gebracht om voor zijn plezier gefolterd te worden. Ik riep haar velen malen, en
Ik zou haar gered hebben. Maar zij wilde Mij niet. Nu smeekt en pleit zij om
vergeving, maar het is te laat. Nu is zij verloren zonder hoop.
Ik keek naar deze vrouw die voor altijd verloren was in lijden en pijn,
en hoewel zij een slechte vrouw was, brak mijn hart van medelijden.
Mary K. (in tranen) : Heer, hoe afschuwelijk !
En toen, alsof Jezus en ik er niet eens waren, kwam een vuile, bruine
demon met gebroken vleugels, ongeveer de grootte en de vorm van een grote beer,
naar de deur van haar cel en opende die met een sleutel. Hij brulde tegen haar,
alsof hij haar schrik wilde aanjagen. De vrouw gilde, wanhopig van angst, toen
hij haar begon aan te vallen en haar uit haar cel trok.
Jezus :
Deze demon foltert haar vaak.
Ik zag hoe zij uit de cel werd gesleept en meegenomen werd.
Mary K.
(medelijdend) : Lieve Heer, is er niets wat wij kunnen doen ?
Jezus
: Het is te laat ! Het is te laat.
9a. De verschrikkingen van de hel Ik begreep waarom de mensen in deze cellen verschillend waren, van
degenen die ergens anders gekweld werden. Maar er was veel dat ik niet begreep.
Ik luisterde eenvoudig naar Jezus en schreef alles wat ik hoorde en zag op voor
de glorie van God. Zo ver als het oog reikte stonden de cellen in een eindeloze
cirkel. In elke cel zat één ziel. Geklaag, gejammer, gezucht en gekerm kwam uit
de cellen als wij er voorbij liepen. We hadden nog niet ver gelopen, toen Jezus
weer voor een cel stopte. Toen wij naar binnen keken, ging er een licht schijnen
(Jezus maakte het licht). Ik keek naar de ziel waarvan ik wist dat die in grote
kwelling was. Het was weer een vrouw en zij had een blauwgrijze kleur. Haar
vlees was dood en de delen die vergaan waren vielen van haar botten af. Haar
beenderen waren allemaal verbrand tot ze diepzwart zagen, en er hingen hier en
daar nog wat voddige stukjes kleren. Wormen kropen uit haar vlees en beenderen.
Een afstotende geur vulde de cel. Net als de vorige vrouw zat ook zij in een
schommelstoel. Zij hield een lappenpop in haar armen. Terwijl zij schommelde weende
zij en hield de lappenpop tegen zich aan. Haar lichaam schokte van de diepe
snikken. Jammerklachten kwamen uit de cel.
Jezus
(tot Mary K.) : Zij was ook een dienares van $atan. Zij verkocht haar ziel aan
hem en zij beoefende elk soort van kwaad. Tovenarij bestaat echt. Deze vrouw onderwees
en bracht hekserij en tovenarij in praktijk. Zij leidde velen naar het pad van
de zonde. Dezen, die hekserij onderwezen, kregen speciale aandacht en meer
macht van $atan, dan zij die hekserij alleen maar in praktijk brachten. Zij was
een waarzegster, een voorspelster en een medium voor haar meester. Zij genoot
grote gunsten van $atan, door al het kwaad dat zij bedreef. Zij wist hoe de
machten der duisternis te gebruiken voor haarzelf en voor $atan. Zij ging naar
diensten waar men $atan aanbad. Ze prees $atan. Zij was voor hem een vrouw met
veel macht.
Ik vroeg me af hoeveel zielen zij voor $atan had misleid. Ik keek ernaar
hoe dit knokige omhulsel van een ziel weende over een lappenpop : niets dan een
vuil stuk stof. Mijn hart deed pijn en tranen vulden mijn ogen.
Zij hield de lappenpop stijf vast, alsof die haar kon helpen, of misschien
alsof zij de pop kon helpen. Een dodengeur vulde de plaats. Toen zag ik dat zij
begon te veranderen, zoals die andere vrouw. Zij was eerst een oude vrouw in de
jaren 1930, en toen een jonge moderne vrouw. Keer op keer maakte zij deze hele transformatie
vlak voor onze ogen.
Jezus
: Deze vrouw stond gelijk met een prediker, maar dan voor $atan. Net als het
ware Evangelie wordt gepredikt door een echte prediker, zo heeft $atan zijn
valse predikers. Deze vrouw heeft de sterkste soort van $atanische macht, een
macht die zij pas ontving toen zij haar ziel aan $atan verkocht. $atans boze
gaven zijn tegengesteld aan de geestelijke gaven die Jezus schenkt aan
gelovigen. Dit is de macht der duisternis. Deze medewerkers van $atan werken in
het occulte, in de winkels die toverboeken en tovergerei verkopen, als
handlezers, en op vele andere manieren. Een medium van $atan is een machtige $atanische
werker. Deze personen zijn tot het uiterste misleid en geheel eigendom van $atan.
Sommige werkers der duisternis kunnen zelfs niet tegen $atan spreken tenzij hun
medium voor hen spreekt. Zij offeren mensen en dieren aan de duivel.
Vele mensen geven hun ziel aan $atan. Zij kiezen ervoor hem te dienen in plaats
van Mij. Hun keus is de dood, tenzij zij zich bekeren van hun zonden en Mij
aanroepen. Ik ben getrouw en zal ze redden van hun zonden. Velen verkopen hun
ziel aan $atan, zij denken dat zij dan voor altijd zullen leven. Maar zij
zullen een vreselijke dood sterven. $atan denkt nog altijd dat hij God kan
verslaan en Gods plan kan verijdelen, maar hij was verslagen aan het kruis. Ik nam de sleutels van $atan af, en Ik heb
alle macht in hemel en op aarde.
Haar geschiedenis :
Toen deze vrouw stierf ging zij regelrecht naar de hel. De demonen
brachten haar voor $atan, en daar vroeg zij kwaad waarom de demonen haar
overheersten, want op aarde, dacht zij, heerste zij over hen. Zij hadden haar
bevelen uitgevoerd. Zij vroeg $atan ook om het koninkrijk dat hij haar beloofd
had. $atan bleef tegen haar liegen, zelfs na haar dood op aarde. Hij zei dat
hij haar weer levend zou maken en haar zou gebruiken voor zijn doeleinden. Door
misleiding had zij vele zielen tot hem gebracht, dus leken zijn leugens haar
redelijk. Maar tenslotte lachte $atan haar uit en hoonde haar.
$atan
: Ik heb je bedrogen en je al die jaren gebruikt. Ik zal jou nooit mijn
koninkrijk schenken.
De duivel bewoog zijn armen in haar richting, en het bleek dat haar
vlees van haar botten werd gescheurd. Zij gilde van de pijn, terwijl men $atan
een groot zwart boek bracht. Hij opende het en ging met zijn vinger langs de
bladzijden tot hij haar naam vond.
$atan
: O ja, je hebt mij goed gediend op aarde. Je bracht mij meer dan 500 zielen. (liegend)
Je straf zal niet zo zwaar zijn als die van de anderen.
Er kwam een kakelend boosaardig gelach uit hem. Hij stond op en wees met
zijn vinger naar de vrouw; een machtige wind rees op en vulde de plaats. Hij
bracht een geluid voort dat klonk als een brullende donder.
$atan
(lachend) : Ha-ha, probeer je koninkrijk maar te krijgen als je kan.
Toen sloeg een onzichtbare kracht haar tegen de grond.
$atan
: Je gaat mij hier ook dienen.
Hij lachte toen zij trachtte op te staan. De vrouw gilde van de pijn
terwijl het vlees van haar beenderen werd afgestroopt door de demonen. Zij werd
weer naar deze kooi gesleept. Zij herinnerde zich $atans beloften. Hij had haar
verteld dat zij alle macht zou hebben. Hij zei dat zij nimmer behoefte te
sterven. Hij vertelde haar dat hij macht had over leven en dood, en zij
geloofde hem. Haar werd verteld dat $atan alles kon tegenhouden waardoor zij
gedood kon worden. $atan vertelde haar vele leugens en beloofde haar vele
dingen.
Jezus
: Ik ben gekomen om alle mensen te redden. Mijn verlangen is dat allen die nog
verloren zijn berouw hebben en Mijn naam aanroepen. Het is niet Mijn wil dat
iemand verloren gaat, maar dat zij het eeuwige leven hebben. Het is droevig te
moeten zeggen dat de meesten zich niet van hun zonden willen bekeren voordat
zij sterven, en zij zullen naar de hel gaan. Maar de weg naar de hemel is
dezelfde voor alle mensen. Men moet wederomgeboren worden om het Koninkrijk van
God binnen te gaan. Men moet tot de Vader komen in Mijn naam en zich van zijn
zonden bekeren. Men moet in oprechtheid zijn hart aan God geven en Hem dienen. Kind,
het volgende dat Ik je zal openbaren is nog verschrikkelijker. Ik weet dat het
je zal bedroeven. Ik wil echter dat de wereld zal horen en weten wat de Geest
tot de gemeenten zegt.
In deze cellen, zo ver als je kunt zien, worden zielen gefolterd. Iedere
keer dat de cellen vol zijn vergroot de hel zich om meer zielen binnen te
krijgen. Je bezit al je zintuigen in de hel. En als je op aarde blind was, dan
zul je in de hel blind zijn. Als je slechts één arm had op aarde, zul je ook in
de hel maar één arm hebben. Ik moet u zeggen dat u zich moet bekeren, want de
hel is een vreselijke plaats, een angstaanjagende plaats, een plaats van grote
droefheid en eeuwigdurende wroeging. Alstublieft, ik smeek u te geloven wat ik
zeg, want het is de waarheid. Dit alles was zo moeilijk voor mij, dat ik vele
keren ziek was tijdens het opmaken van dit verslag. Ik zag dingen in de hel die
te verschrikkelijk zijn om over te spreken - zelfs ontzettender dan het gekerm
bij het folteren, de stank van rottend vlees, de angstwekkende helse vlammen,
en de diepe putten. Ik zag ook de dingen, die God niet wilde dat ik opschreef. Als
u sterft op aarde en wedergeboren bent door de Geest van God, gaat uw ziel
direct naar de hemel. Als u een zondaar
bent wanneer u sterft, gaat u onmiddellijk naar een brandende hel. Demonen
met grote ketenen zullen uw ziel door de poorten der hel heenslepen. Daar zult
u in een put worden geworpen en gemarteld worden. Mettertijd zult u voor $atan
gebracht worden. U weet en voelt alle dingen die u in de hel overkomen.
9b. De verschrikkingen van de hel
Jezus vertelde mij dat er een plaats is die het pretpark genoemd wordt.
Zielen die gevangen zitten in de putten kunnen daar niet heengebracht worden.
Hij vertelde mij ook dat, hoewel de folteringen verschillend zijn voor
verschillende zielen, zij wel allemaal in het vuur branden. Het pretpark heeft
de vorm van een circustheater. Verscheidene mensen die als vermaak moeten
dienen, worden naar de centrale ring van het pretpark gebracht. Dit zijn
mensen die op aarde $atan bewust gediend hebben. Zij zijn diegenen die uit
eigen vrije wil ervoor kozen om $atan te volgen in plaats van God. Rondom de
arena zijn de andere zielen, behalve de zielen in de zwavelputten. Degenen in
de centrale ring van de arena waren leiders in de occulte wereld voor hun dood.
Zij waren mediums, waarzeggers, tovenaars, gedachtenlezers, heksen - al diegenen
die bewust de keuze maakten om $atan te dienen. Toen zij op aarde leefden,
misleidden zij velen en waren er de oorzaak van dat dezen zondigden en $atan
volgden. De mensen die door hen misleid en door hen tot zonde gebracht werden,
kwamen om hun bedriegers te martelen. Het werd hun hoofd voor hoofd toegestaan
om ze te martelen. Eén van die martelingen was dat de geestelijke botten uit
elkaar gebroken werden en in verschillende delen van de hel werden begraven. De
ziel werd letterlijk uiteen gescheurd en de delen over de hel verstrooid in een
soort demonische folterjacht. De verminkte zielen voelden onuitsprekelijke
pijn. Zij, die buiten de arena zaten, mochten stenen gooien naar de zielen in
de ring. Iedere denkbare methode van foltering werd toegestaan. De zielen die
gemarteld werden, gilden om de dood, maar dat is de eeuwige dood. $atan gaf de
bevelen voor dit alles. Het is zijn pretpark.
Jezus
: Vele jaren geleden nam Ik van $atan de sleutels van de hel af. Ik kwam en
opende deze cellen en liet Mijn volk eruit. Want in de tijd van het Oude
Testament, voordat Ik feitelijk Mijn leven op het kruis gaf, was het paradijs
vlak naast de hel. Deze cellen waren eens in het paradijs. Nu gebruikt $atan ze
voor zijn kwade doeleinden en heeft er meer bijgemaakt. O lezer, wilt u zich
niet bekeren van uw zonden voordat het voor eeuwig te laat is? Want allen
zullen in het oordeel voor Mij komen te staan. Toen Ik stierf en herrees door
de macht van God, Mijn Vader, werd het paradijs van zijn positie bij de hel
verplaatst naar een ander deel van het heelal. Nogmaals wil ik u zeggen dat
deze cellen, die 27 1/2 km hoog rijzen, dienen als een gevangenis voor hen die
eens $atans medewerkers der duisternis waren. Zij, die deelnamen aan elke soort
van zonde die met demonische geesten, het occulte en duivelsaanbidding te doen
had. Kom, Ik wil je iets laten zien.
Opeens zaten we ongeveer 300 meter hoog in het centrum van de buik van
de hel, midden tussen het 27 1/2 km hoge blok met cellen. Door de duisternis
voelde ik me alsof ik in een put was waar boven noch beneden een eind aan kwam.
Een geel licht begon de plaats te vullen. Ik hield Jezus hand stevig vast.
Mary K.
: Lieve Heer, waarom zijn we hier ?
Plotseling kwam er een wind met de kracht van een orkaan en een machtig
ruisend geluid. Grote golven vuur schoten langs de buitenwanden van de cellen
omhoog en zetten alles wat ze tegenkwamen in vlammen. De vlammen bereikten het
binnenste van iedere cel en veroorzaakten meelijwekkende kreten van pijn en
ellende. Hoewel de vlammen Jezus en mij niet bereikten, keek ik angstig toe hoe
de zielen van de verlorenen naar de achterkant van de kleine cellen renden. Ze
probeerden een schuilplaats te vinden. Een kwaad geluid begon links van ons
omhoog te rijzen. Ik keek, en daar stond $atan met zijn rug naar ons toe en hij
stond geheel in brand. Hij verbrandde echter niet, integendeel, hij
veroorzaakte het vuur. Hij stond gehuld in vlammen, genietend van het gegil van
deze arme, verloren zielen. Als $atan zijn armen bewoog, schoten er grote ballen
vuur uit hem. Hartbrekend gegil en ontzettende kreten van pijn kwamen uit de
cellen. De zielen daarbinnen werden levend verbrand door deze allesverzengende
poel van vuur, en toch konden zij niet doodgaan. De demonen lachten met $atan
mee als hij van cel naar cel ging om de verlorenen te folteren.
Jezus
: $atan leeft van het kwade. Hij verheugt zich in pijn en lijden en wint erdoor
aan macht.
Ik keek naar $atan, terwijl een roodgele vlam met bruine randen geheel
om hem heen in sterkte toenam. Een wilde, stormachtige wind blies in zijn
kleding die niet verbrandde. De geur van brandend vlees vulde de ruimte en ik
realiseerde mij opnieuw dat de verschrikkingen van de hel werkelijkheid zijn. $atan
wandelde door de vlammen, maar ze konden hem niet verbranden. Niettegenstaande
ik alleen zijn rug zag, kon ik zijn kwaadaardig gelach overal horen. Ik keek
toe hoe $atan opvoer in een wolk van rook, de stroom van vuur met zich
meenemend naar het bovenste deel van de buik van de hel. Ik luisterde toen hij
zich omkeerde en in een luide stem verkondigde dat, tenzij al deze zielen hem
aanbaden, hij ze een beurt in de pretcirkel zou geven.
Zij begonnen met zn allen in aanbidding voor $atan te buigen. En hoe
meer zij aanbaden, hoe groter zijn honger naar verering werd. Luider en luider
klonk het eentonige geluid van het prijzen totdat de daksparren van de hel
weergalmden van het lawaai.
Jezus :
Al deze mensen die de cellen van de hel bewonen, hebben het ware Evangelie
gehoord terwijl zij leefden op aarde. Vele keren werd Mijn redding aan hen
aangeboden. Vele malen sprak Mijn Geest tot hun hart, maar zij wilden niet
luisteren of tot Mij komen om gered te worden.
$atan (tegen
zijn onderdanen) : Ha, ha, dit is jullie koninkrijk - alles wat je ooit als
koninkrijk zult krijgen. Mijn koninkrijk bedekt de hele aarde en de wereld
daaronder. (schreeuwend) Dit is voor eeuwig jullie bestaan !
Kreten van spijt kwamen uit de brandende cellen.
Jezus
: Mijn verlossing is vrij. Wie wil mag komen om gered te worden van deze plaats
van eeuwige straf. Ik zal hem niet afwijzen. Als u bij een heks of waarzegger bent
geweest, zelfs al hebt u een verbond met de duivel gesloten, Mijn macht zal het
verbreken, en Mijn vergoten bloed zal u redden. Ik zal de kwade vloek op uw
leven van u wegnemen en u van de hel verlossen. Geef Mij uw hart opdat Ik uw
ketenen zal losmaken en u zal bevrijden.
10. Het hart van de hel s Nachts ging ik met Jezus naar de hel. Gedurende de
dag had ik de hel altijd voor ogen. Ik probeerde anderen te vertellen over wat
ik zag, maar zij wilden mij niet geloven. Ik voelde me heel erg alleen, en kon
alleen doorgaan door de genade van God. Alle glorie komt de Heer Jezus Christus
toe. De volgende nacht gingen Jezus en ik terug naar de hel. Ik herkende delen
ervan, omdat ik daar eerder geweest was. Hetzelfde rottende vlees, dezelfde
geur van het kwade, dezelfde muffe, hete lucht was overal. Ik was reeds erg
vermoeid.
Jezus
: Ik zal je nooit laten begeven of verlaten. Ik weet dat je afgemat bent, maar
Ik zal je sterken.
Jezus aanraking sterkte mij en wij liepen verder. Voor mij zag ik een
groot zwart voorwerp, bijna zo groot als een baseball-veld; het scheen op en
neer te bewegen. Ik herinnerde mij dat dit het hart van de hel was. Uit dit
zwarte hart kwamen dingen die eruit zagen als grote takken of horens, Zij
kwamen uit het hart en gingen omhoog en uit de hel in en over de aarde. Ik
vroeg mij af of dit de horens waren waarover de Bijbel sprak. Overal rondom het
hart was de aarde droog en bruin. De aarde was verbrand en was opgedroogd tot
een roestbruine kleur, ongeveer 270 meter in alle richtingen. Het hart was
zwarter dan zwart, maar een andere kleur was ermee vermengd, zoals die van
schubben van een slangenhuid. Elke keer dat het klopte, gaf het hart een
afschuwelijke stank af. Het bewoog zich als een echt hart en klopte op en neer.
Het was omgeven door een krachtveld van het kwade. Vol verbazing keek ik naar
dit boze hart en vroeg mij af wat het doel ervan was.
Jezus :
Deze takken, die eruit zien als de slagaderen van een hart, zijn leidingen die
omhoog gaan door de aarde heen om bovenop de aarde kwaad uit te braken. Dit
zijn de horens die Daniël zag en zij vertegenwoordigen goddeloze koninkrijken op
aarde. Sommige ervan zijn reeds geweest, andere zullen komen, en weer andere
bestaan nu. Boze koninkrijken zullen oprijzen en de antichrist zal heersen over
vele volken, plaatsen en zaken. Indien mogelijk, zullen ook de uitverkorenen
verleid worden. Velen zullen het beest en zijn beeld aanbidden.
Uit deze hoofdtakken of horens, zullen kleinere takken groeien. Uit deze
kleinere takken zullen demonen, boze geesten en allerlei soort boze machten op
aarde losgelaten worden. Zij krijgen instructies van $atan om vele boze werken
te doen. Deze goddeloze koninkrijken en boze machten zullen het beest
gehoorzamen, en velen zullen hem volgen naar de vernietiging. Het is hier, in
het hart van de hel, dat deze dingen beginnen. Volg Mij.
Dit zijn de woorden die Jezus tot mij sprak. Hij gaf mij opdracht ze op
te schrijven en ze aan de wereld te openbaren. Deze woorden zijn waar. Deze
openbaringen werden mij gegeven door de Heer Jezus Christus, zodat allen kennis
mogen nemen van de werkingen van $atan, en zullen begrijpen welke kwade plannen
hij voorbereidt voor de toekomst. Wij lepen een trap op die naar het hart
leidde en een deur werd voor ons geopend. In het hart was volkomen duisternis.
Ik hoorde geschrei, en er was een verschrikkelijke stank. Ik kon amper ademhalen.
Alles wat ik in het duister kon zien was Jezus. Ik liep heel dicht tegen Hem
aan. En toen, opeens, was Jezus weg ! Het ondenkbare was gebeurd. Ik was alleen
in het hart van de hel. Hevige angst greep mij aan. Mijn ziel werd door angst
overweldigd en de dood nam bezit van mij.
Mary K.
: Waar bent U ? Waar bent U ? O, kom alstublieft terug Heer !
Ik riep en riep, maar niemand antwoordde.
Mary K.
(jammerend) : O mijn God, hoe moet ik hieruit komen.
Ik begon te rennen in de duisternis. Als ik de wanden aanraakte leken ze
te ademen; ze bewogen tegen mijn handen. En toen was ik niet langer alleen. Ik
hoorde gelach toen twee demonen, omgeven door een flauw geel licht, mijn beide
handen grepen. Zij deden snel ketenen om mijn armen heen en begonnen mij dieper
het hart in te slepen. Ik gilde om Jezus, maar er was geen antwoord. Ik huilde
en vocht met al mijn kracht, maar zij sleepten mij voort alsof ik in het geheel
geen weerstand bood. Terwijl wij dieper het hart binnengingen, voelde ik een
vreselijke pijn: één of andere kracht begon langs mijn lichaam te scheuren. Het
was alsof mijn vlees van mij afgetrokken werd. Ik gilde het uit van ontzetting.
De demonen die mij gevangen namen sleepten mij naar een cel en gooiden mij naar
binnen. Toen zij de deur op slot deden, gilde ik nog harder.
Demonen (sarcastisch
lachend) : Huilen zal je geen goed doen. Wanneer het je tijd is, zul je voor
onze meester moeten verschijnen. Hij zal je voor zijn vermaak folteren.
Mijn hele lichaam was nu doortrokken van de afschuwelijke geur van het
hart.
Mary K.
(luid roepend) : Waarom ben ik hier? Wat is er fout gegaan? Ben ik gek
geworden? Laat mij eruit ! Laat mij eruit !
Na een tijdje begon ik de wand van de cel waarin ik was te voelen. Die
was rond en zacht als iets dat levend is. Het leefde en begon te bewegen.
Mary K.
(gillend) : O Heer, wat gebeurt er? Jezus, waar bent U?
Maar ik hoorde alleen de echo van mijn eigen stem. Angst - de meest
ontzettende angst - greep mijn ziel aan. Voor de eerste keer sinds Jezus mij
verlaten had, begon ik mij te realiseren dat ik verloren was, zonder de
allerminste hoop. Ik snikte hartstochtelijk en riep aanhoudend om Jezus.
Stem in het duister
: Om Jezus roepen zal niets helpen, Hij is hier niet.
Een vaag licht begon de plaats te vullen. Voor het eerst kon ik andere
cellen zien - cellen zoals de mijne, ingezet in de wand van het hart. Een soort
web was voor onze ogen, en een modderige, kleverige vloeistof vloeide door de
cellen heen. Vanuit de cel naast mij zei de stem van een vrouw tegen mij:
Vrouw
: Je bent verloren in deze folterplaats. Je kunt hier niet uitkomen.
Ik kon haar amper zien in het zwakke licht. Zij was wakker, zoals ik
was, maar de bewoners van al de andere cellen leken wel te slapen of in een
trance te zijn.
Vrouw :
Geen hoop, geen hoop !
Een gevoel van intense eenzaamheid en uiterste wanhoop kwam over mij. De
woorden van de vrouw hielpen niet!
Vrouw
: Dit is het hart van de hel. Hier worden wij gemarteld, maar onze martelingen
zijn niet zo erg als die in andere delen van de hel.
Later wist ik dat zij had gelogen toen zij zei dat er daar niet zoveel
folteringen waren als elders.
Vrouw
: Soms worden we voor $atan gebracht en dan foltert hij ons voor zijn eigen
vermaak. $atan voedt zich met onze pijn en wordt sterker bij het horen van onze
kreten van wanhoop en pijn. Onze zonden zijn ons altijd voor. Wij weten dat wij
goddeloos zijn. Wij weten ook dat wij eens de Heer Jezus kenden, maar Hem
weigerden en God de rug toekeerden. Wij deden precies waar we zelf zin in
hadden. Voordat ik hier kwam, was ik een prostituée. Ik nam mannen en vrouwen
voor hun geld en wat we deden noemde ik "liefde". Ik richtte vele
gezinnen ten gronde. Er zijn vele lesbiennes en homofielen in deze cellen,
alsook degenen die overspel pleegden.
Mary K.
(roepend vanuit de duisternis) : Ik hoor hier niet. Ik ben verlost. Ik ben van
God. Waarom ben ik hier?
Maar er kwam geen antwoord. Toen kwamen de demonen terug en openden mijn
celdeur. De éne trok mij terwijl de andere mij duwde langs een ruw, oneffen
pad. De aanraking van de demonen was als een brandende vlam tegen mijn vlees.
Zij deden mij pijn.
Mary K.
(roepend) : Jezus, waar bent U? Help mij, alstublieft, Jezus !
Een laaiend vuur sprong vlak voor mij omhoog, maar voordat het mij
raakte stopte het. Nu leek het alsof mijn vlees van mijn lichaam gescheurd
werd. De meest folterende pijn werd over mij uitgestort. De pijn die ik voelde
was ongelooflijk. Iets onzichtbaars was mijn lichaam aan het verscheuren,
terwijl boze geesten in de vorm van vleermuizen mij over mijn hele lichaam
beten.
Mary K.
(wenend) : Lieve Heer Jezus, waar bent U ? Alstublieft, laat me eruit !
Ik werd geduwd en getrokken totdat ik in een wijd-open plaats kwam in
het hart van de hel, en toen werd ik neergegooid voor een vuil soort altaar. Op
het altaar lag een groot open boek. Ik hoorde een boosaardig gelach en
realiseerde mij dat ik in het vuil voor $atan lag.
$atan
: Eindelijk heb ik je !
Vol afgrijzen deinsde ik terug. Maar ik realiseerde mij algauw dat hij
niet naar mij keek, maar naar iemand voor mij.
$atan
: Ha, ha, eindelijk heb ik de kans om je van deze aarde te vernietigen. Laat
mij zien wat voor soort straf het zal zijn.
Hij opende het boek en zijn vinger gleed langs de paginas. De naam van
de ziel werd genoemd, en de straf werd vastgesteld.
Mary K.
(huilend) : Mijn Heer, kan dit allemaal echt gebeuren ?
Ik was de volgende en de demonen duwden mij een podium op en dwongen mij
om voor $atan te buigen. Dezelfde boosaardige lach weerklonk.
$atan
(roepend met een kwaadaardig genoegen) : Ik heb heel lang op je gewacht en
eindelijk heb ik je Je probeerde aan mij te ontsnappen, maar nu heb ik je.
Een angst zoals ik nog nooit had gevoeld viel op mij. Mijn vlees werd
weer van mijn botten getrokken en een grote keten werd om mijn lichaam
gewonden. Ik keek naar mijzelf toen de keten om mij werd gelegd. Ik zag eruit
als de anderen. Ik was een skelet, vol dode beenderen. Wormen kropen binnenin
mij, en een vuur begon bij mijn voeten en hulde mij in vlammen.
Mary K.
(roepend) : O, Jezus, wat is er gebeurd? Waar bent U Jezus?
$atan bulderde van het lachen.
$atan
: Er is geen Jezus hier, ik ben nu jou koning. Je zal hier voor altijd bij mij
zijn. Je bent nu van mij.
Ik werd gegrepen door verschrikkelijke emoties. Ik kon God niet voelen,
noch liefde, noch vrede, noch warmte. Maar ik had een heel sterk gevoel van angst,
haat, en ontzettende pijn, en bovenmatige smart. Ik riep tot de Heer Jezus om
mij te redden, maar er kwam geen antwoord.
$atan
: Nu ben ik je heer !
Hij hief zijn armen op om een demon op te roepen. Meteen kwam een
lelijke boze geest het podium op tot waar ik stond en greep mij. Hij had een
groot lichaam, met een gezicht als een vleermuis, klauwen in plaats van handen,
en er ging een kwalijke reuk van hem uit.
Boze geest
: Wat zal ik met haar doen, heer $atan?
Ondertussen greep een andere demon, die haar had over zijn hele lichaam
en een gezicht als een wild zwijn, mij ook beet.
$atan
: Neem haar mee naar het diepste deel van het hart - een plaats waar
verschrikkingen altijd voor haar ogen zullen zijn. Daar zal zij leren mij heer
te noemen.
Ik werd meegesleurd naar een donkere plaats en in iets gesmeten dat koud
en klam aanvoelde. O, hoe kon men zich koud en tegelijkertijd brandend voelen?
Ik wist het niet. Maar het vuur verbrandde mijn lichaam en de wormen kropen
over en door mij heen. Het klagen van de doden vulde de ruimte.
Mary K.
(wanhopig) : O Heer Jezus, waarom ben ik hier? Lieve God, laat me sterven.
Plotseling vulde een licht de plaats waar ik zat. Jezus verscheen en nam
mij in Zijn armen, en onmiddellijk was ik terug in mijn huis.
Mary K.
(wenend) : Lieve Heer Jezus, waar was U ?
De tranen vloeiden over mijn wangen.
Jezus
(teder) : Mijn kind, de hel is werkelijkheid. Maar je zou het nooit zeker
weten, tenzij je het voor jezelf had ervaren. Nu ken je de waarheid en weet je
wat het is om waarlijk verloren te zijn in de hel. Nu kun je anderen erover
vertellen. Ik moest je hier doorheen laten gaan, zodat je het zonder twijfel
zou weten.
Ik was zo bedroefd en zo moe. Ik stortte ineen in de armen van Jezus. En
ook al herstelde Hij mij geheel, toch wilde ik ver, ver weg gaan - weg van
Jezus, weg van mijn familie, weg van iedereen. Gedurende de volgende dagen dat
ik thuis was, was ik erg ziek. Mijn ziel was erg bedroefd en de verschrikkingen
van de hel zag ik altijd voor mij. Het duurde vele dagen voordat ik helemaal
was hersteld.
Jezus
: Kind, Ik riep deze vrouw toen zij 30 was om Mijn Woord te prediken en een
getuige van het Evangelie te zijn. Ik roep verschillende mensen voor
verschillende doeleinden in Mijn lichaam. Maar als een man, vrouw, jongen of
meisje Mijn Geest niet wil ontvangen, zal Ik weggaan. Zij beantwoordde Mijn oproep
vele jaren lang en zij groeide in de kennis van de Heer. Zij leerde Mijn stem
kennen en deed vele goede werken voor Mij. Zij bestudeerde het Woord van God.
Zij bad veel en vele van haar gebeden werden beantwoord. Zij onderwees veel
mensen de weg naar heiligheid. Zij was trouw in haar huis. De jaren gingen
voorbij tot zij op een dag ontdekte dat haar man een affaire had met een andere
vrouw. En ook al vroeg hij haar om vergeving, toch werd zij bitter, zij wilde
hem niet vergeven en proberen om haar huwelijk te redden. Het is waar, haar man
was verkeerd en hij bedreef een zeer ernstige zonde. Maar deze vrouw kende Mijn
Woord. Zij wist hoe te vergeven, en zij wist dat er bij iedere verlokking
uitkomst was. Haar man vroeg haar om vergeving. Zij wilde niet. In plaats
daarvan groeide boosheid en woede in haar hart. Zij wilde het niet aan Mij
overgeven. Zij werd bitter en zei in haar hart: Hier ben ik, ik dien God
volkomen, en mijn man loopt een andere vrouw na. "Denkt U dat dat juist
is?" vroeg zij Mij. Ik zei: "Nee, het is niet goed. Maar hij kwam
naar je toe en had berouw en zei dat hij het nooit meer zou doen. Ik zei tegen
haar: "Dochter, kijk binnenin jezelf, dan zul je zien dat jij de oorzaak
ervan was". "Ik niet, Heer", zei ze: "Ik ben de heilige, en
hij is de zondige". Zij wilde niet naar Mij luisteren. De tijd ging
voorbij en zij wilde niet tot Mij bidden of de bijbel lezen. Zij werd niet
alleen boos op haar man, maar ook op de mensen om haar heen. Zij haalde de
schrift aan, maar zij wilde hem niet vergeven. Zij wilde niet naar Mij
luisteren. Zij werd zo bitter dat grote zonde in haar hart kwam. Haar hart dat
eens vol liefde was, werd moordlustig. En op een dag doodde zij haar man en die
andere vrouw in boosheid. $atan nam geheel bezit van haar en toen doodde zij
zichzelf.
Ik keek naar die verloren ziel die Christus uit haar leven had gezet en
haar eigen ziel voor eeuwig had veroordeeld tot de vlammen en de pijn.
Vrouw
: Ik zal nu vergeven, Heer ! Laat mij hieruit. Ik zal U nu gehoorzamen. Hoor
maar Heer, ik predik nu Uw Woord. Over een uur zullen de demonen komen om mij
mee te nemen om nog verschrikkelijker te martelen. Zij zullen mij urenlang
folteren. Omdat ik Uw Woord aan het prediken was, zijn mijn martelingen erger.
Alstublieft Heer, ik smeek U, laat mij eruit.
Ik huilde mee met de vrouw in de put en vroeg de Heer om mij alstublieft
te bewaren voor een bitter hart.
Mary K
: Laat mij niet toestaan dat bitterheid mijn hart binnenkomt, Heer Jezus. Jezus : Kom, laten we gaan.
4b. Meer putten In de volgende put was de ziel van een man omgeven
door zijn skeletvorm.
Man :
Heer, help mij te begrijpen waarom ik hier ben.
Jezus
: Kalm, wees stil. U weet waarom u hier bent.
Man (smekend)
: Laat mij eruit en ik zal goed zijn.
Jezus
: Zelfs in de hel liegt u nog. (en tot Mary K.) Deze man was 23 jaar oud toen
hij hier kwam. Hij wilde niet luisteren naar Mijn Evangelie. Hij hoorde Mijn
Woord vele malen en was dikwijls in Mijn huis. Ik trok hem door Mijn Geest tot
Mij, maar hij wilde de wereld en haar lusten. Hij hield van drinken en wilde
geen acht geven op Mijn roepen. Hij was opgegroeid in de kerk, maar hij wilde
zich niet aan Mij overgeven. Op een dag zei hij tegen Mij: "Eens op een
dag zal ik mijn leven aan U geven, Jezus". Maar die dag kwam niet. Op een
nacht na een feestje was hij betrokken in een auto-ongeval en was op slag dood.
Anderen werden ook in het ongeval gedood. $atan bedroog hem tot het einde toe. $atans
werk is te slachten, te stelen en te vernietigen. Had hij maar geluisterd! Het
is niet de wil van de Vader dat iemand verloren gaat. $atan wilde de ziel van
deze man, maar hij stal zelf zijn ziel door onverschilligheid, zonde en alcohol.
Elk jaar worden er vele gezinnen en levens vernietigd door alcohol. Konden
mensen maar zien dat de begeerten en lusten van de wereld slechts tijdelijk
zijn! Als u tot de Heer Jezus komt zal Hij u verlossen van alcohol. Roep Jezus
aan en Hij zal u helpen. Hij wil uw vriend zijn. Onthou dat Hij u liefheeft, en
dat Hij ook de macht heeft om zonden te vergeven. Hij waarschuwt u ook dat u
geen overspel mag plegen. En als u iemand begeert van het andere geslacht,
zelfs wanneer u geen overspel pleegt, kan dit overspel in uw hart zijn. Jonge
mensen, ga drugs en sexuele zonden uit de weg. Als u toch gezondigd hebt, dan kan
God u vergeven. Ga bij Hem, nu er nog tijd is. Zoek christenen die u goede raad
kunnen geven in verband met problemen die u hebt. U zult blij zijn dat u er nu
en in deze wereld er tijd voor hebt uitgetrokken. Beter dan dat het te laat is.
$atan komt als een lichtengel om de wereld te bedriegen. Geen wonder dat de
zonden van de wereld deze jonge man verleidelijk toeschenen, ook al kende hij
het heilige Woord van God. Nog één feestje, dacht hij, Jezus zal het best
begrijpen. Maar de dood kent geen genade. Hij wachtte te lang. Ik keek naar de
ziel van de man en ik werd aan mijn eigen kinderen herinnerd. "O God, dat
zij U mogen dienen!" Ik weet dat velen van u die dit lezen, geliefden
hebben, misschien kinderen waarvan u niet wilt dat ze naar de hel gaan. Spreek
tot hen over Jezus voordat het te laat is. Zeg hen dat ze zich van hun zonden
moeten bekeren en dat God hen wil vergeven en heilig maken. De kreten van de
man bleven me dagenlang naklinken. Ik zal nooit zijn berouwvol geroep vergeten.
Ik herinner mij het vlees dat brandde in de vlammenzee. Nooit kan ik vergeten
de ontbinding, de stank van de dood, de gaten waar eens de ogen waren, de
vuilgrijze zielen en de wormen die door de beenderen heenkropen. De vorm van de
jonge man hief zijn armen op naar Jezus, pleitend, toen wij doorliepen naar de
volgende put. "Lieve Heer", bad ik: Geef mij de kracht om door te
gaan".
Ik hoorde een vrouwenstem wanhopig schreeuwen. Het gegil van de doden was
overal te horen. We stonden nu bij de put waarin de vrouw was. Zij pleitte met
haar hele ziel of Jezus haar daaruit wilde halen.
Vrouw
(snikkend en schokkend) : Heer, ben ik hier nu niet lang genoeg geweest? De
foltering is meer dan ik kan dragen. Alstublieft Heer, laat mij eruit !
Er klonk veel pijn in haar stem. Ik wist dat zij erg leed.
Mary K. :
Jezus, is er niets wat U kunt doen ?
Jezus
(tegen de vrouw) : Toen u op aarde was, riep Ik u voortdurend om tot Mij te
komen. Ik smeekte u om het met Mij in orde te maken, om anderen te vergeven,
recht te doen, weg te blijven van de zonde. Ik bezocht u zelfs als het
middernacht was en trok u steeds weer door Mijn Geest. Met uw lippen zei u dat
u Mij liefhad, maar uw hart was ver van Mij. Wist u niet dat niets voor God
verborgen kan blijven? U hield anderen voor de gek, maar Mij kunt u niet voor
de gek houden. Ik bleef anderen zenden om u te vertellen dat u zich moest
bekeren, maar u wilde niet luisteren. U wilde niet horen, u wilde niet zien, en
in boosheid stuurde u hen weg. Ik plaatste u daar waar u Mijn Woord kon horen.
Maar u wilde uw hart niet aan Mij geven. U voelde geen spijt, u schaamde zich
niet voor wat u deed. U maakte van uw hart een steen en wees Mij af. Nu bent u
verloren en voor altijd in het verderf gestort. U had naar Mij moeten
luisteren.
Bij deze woorden keek zij naar Jezus en begon te vloeken en God te
verwensen. Ik voelde de tegenwoordigheid van boze geesten en wist dat zij het
waren die vloekten en vervloekten. Hoe droevig om voor altijd in de hel
verloren te zijn ! Stop de duivel, terwijl u nog kunt, en hij zal van u wegvluchten.
Jezus
: De wereld en alles wat erin is zal voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen
geenszins voorbijgaan.
5. De tunnel van vrees Ik probeerde mij te herinneren wat ik had horen
prediken over de hel. Maar nooit had ik over zulke verschrikkelijke dingen
horen spreken als de Heer mij had laten zien. De hel was oneindig veel erger
dan wie ook kon bedenken of zich voorstellen. Het doet mij zoveel pijn te weten
dat de zielen die nu in de hel gefolterd worden daar voor eeuwig zullen
blijven. Er is geen mogelijkheid om eruit te komen. Ik ben vastbesloten om
alles te doen wat in mijn macht ligt om zielen te redden van deze vreselijke
plaats. Ik moet het Evangelie prediken aan iedereen die ik ontmoet, want de hel
is verschrikkelijk en dit is een waarheidsgetrouw verslag. Beseft u wat ik zeg?
Als zondaars zich niet bekeren en het
Evangelie niet geloven, zullen zij zonder de minste twijfel hier terecht komen.
Geloof in de Heer Jezus Christus en doe een beroep op Hem om u te redden van de
zonde. Lees de hoofdstukken 3 en 14 van het Evangelie van Johannes. En lees
alstublieft dit boek van kaft tot kaft opdat u alles aangaande de hel en het
hiernamaals beter zult kunnen begrijpen. En terwijl u leest, bid Jezus of Hij
uw hart wil binnenkomen en uw zonden wil wegwassen voordat het te laat is.
Jezus en ik liepen verder door de hel. Het pad was verbrand, droog, gebarsten
en kaal. Ik zag rijen putten zover als ik kon zien. Ik was erg vermoeid. Mijn
geest was gebroken door alles wat ik gezien en gehoord had en ik wist dat er
nog meer in het verschiet was. "Jezus, geef mij de kracht om door te
gaan", weende ik. Wanneer Jezus voor mij uitging, liep ik vlak achter Hem.
Ik was vol leed over al de vreselijke dingen die ik had gezien. Ik vroeg mezelf
af of de wereld mij zou geloven. Ik keek naar links en naar rechts en achterom
- er waren vuurputten zover als ik kon kijken. Ik was omringd door het vuur, de
vlammen en de brandende zielen. Ik schreeuwde het uit van pure angst. De
verschrikkingen en de realiteit van wat ik zag waren ondraaglijk. "O
aarde, bekeer u", riep ik. Mijn geest schokte van het snikken, als ik met
Jezus verder ging. Ik vroeg me af wat er nu zou komen. Ik vroeg me af wat mijn
familie en vrienden op dat moment aan het doen waren. Wat hield ik toch
zielsveel van hen ! Ik herinnerde mij hoe ik had gezondigd voordat ik naar
Jezus terugkeerde, en ik dankte God dat ik teruggekomen was voordat het te laat
was.
Jezus
: Wij gaan een tunnel binnen die ons naar de buik van de hel zal voeren. De hel
heeft de vorm van een menselijk lichaam dat in het centrum van de aarde ligt.
Het lichaam ligt op de rug met beide armen en beide benen uitgestrekt. Zoals Ik
een lichaam van gelovigen heb, zo heeft de hel een lichaam van zonde en dood. Net
als het Christuslichaam dagelijks opgebouwd wordt, zo wordt ook het hel-lichaam
dagelijks opgebouwd.
Op weg naar de tunnel liepen we langs de vlammende putten, terwijl de
kreten en de klachten van de verdoemden weerklonken. Velen riepen om Jezus
wanneer wij langs liepen. Anderen probeerden uit de vuur- en zwavelputten te
klimmen om Hem te bereiken, maar zij konden het niet. Te laat, te laat, weende
mijn hart. Jezus gelaat was steeds vol droefheid. Ik herinner me dat ik keek
naar de putten van vuur denkend over de vele keren dat wij op onze achterplaats
een barbecue hadden en hoe de roodhete kolen eruitzagen wanneer ze urenlang
gesmeuld hadden. Het leek op wat ik nu in de hel zag. Ik was zo dankbaar toen
we de tunnel binnengingen. Ik dacht: de tunnel kan onmogelijk zo erg zijn als
de putten. Maar wat had ik me vergist ! Zodra we erin waren begon ik grote
slangen te zien, grote ratten en vele boze geesten, die allemaal wegrenden van
de tegenwoordigheid van de Heer. De slangen sisten tegen ons en de ratten
piepten. Er waren veel kwade geluiden. Adders en donkere schaduwen waren overal
om ons heen. Jezus was het enige licht dat te zien was in de tunnel. Ik bleef
zo dicht naast Hem als ik maar kon.
Duiveltjes en duivels bedekten de zijkanten van dit hol en zij gingen allemaal
ergens naar omhoog en dan de tunnel uit. Later ontdekte ik dat deze boze
geesten naar het aardoppervlak gingen, om $atan te gehoorzamen. Jezus voelde
mijn angst voor deze donkere, vuile, vochtige plaats.
Jezus
: Vrees niet; we zullen spoedig aan het eind van de tunnel zijn. Ik moet je
deze dingen laten zien. Kom.
Reusachtige slangen glibberden ons voorbij. Sommige van de slangen waren
ruim een meter dik en zes meter lang. Zware, vuile geuren vulden de lucht en
overal waren boze geesten.
Jezus
: Kom, volg Mij. Wij zullen direct bij de buik van de hel zijn. Dat deel van de
hel is 20 kilometer hoog en 4 kilometer in het rond, als een cirkel.
Ik schrijf en vertel wat ik zag. Dit wil ik doen voor de glorie van de
Vader, de glorie van de Zoon en de glorie van de Heilige Geest. Moge de wil van
God uitgevoerd worden. Ik wist dat Jezus mij al deze dingen liet zien opdat ik
de mensen van de wereld zou kunnen vertellen ten allen tijde en ten koste van
alles de hel te vermijden. Geliefden, als u Jezus nog niet zou kennen, stop dan
nu onmiddellijk, heb berouw van uw zonden en vraag Hem of Hij uw Redder wil
zijn.
6a. Bedrijvigheid in de hel Vóór ons was er een flauw, geel licht te zien. Jezus
en ik hadden de tunnel van vrees verlaten en stonden nu op een vuile, brede
richel die de buik van de hel overzag. Zo ver als ik kon kijken was er heel
veel bedrijvigheid in het centrum (de buik) van de hel. Wij stopten.
Jezus :
Ik zal je nu door het centrum van de hel leiden en Ik zal je vele dingen
openbaren. Kom, volg Mij.
Wij wandelden samen verder.
Jezus
: Vóór ons zijn er vele verschrikkingen. Die zijn niet het product van iemands
verbeelding, maar werkelijkheid. Denk eraan dat je je lezers vertelt dat de
demonen werkelijk bestaan. Zeg ze ook dat $atan echt bestaat en dat de machten
der duisternis reëel zijn. Maar zeg hun dat ze niet hoeven te wanhopen : als
Mijn volk waarover Mijn naam is uitgeroepen, zich nederig gedraagt, en zij
bidden en zoeken Mijn aangezicht, en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal
Ik uit de hemel hen verhoren en hun land en lichamen herstellen. Evenzeer als
de hel bestaat, bestaat ook de hemel. God wil dat u kennis hebt van de hel, en
Hij wil u beschermen tegen die plaats. God wil dat u weet dat u kunt ontkomen
aan de hel door een andere weg te nemen. Die weg is Jezus Christus, de Redder
van uw ziel. Onthou dat alleen zij, wiens namen geschreven staan in het Boek
des Levens van het Lam, gered zullen worden.
Wij kwamen bij de eerste bedrijvigheid in het centrum van de hel aan.
Toen wij binnenkwamen was het aan de rechterkant en op een kleine heuvel in een
donkere hoek van de hel.
Jezus
: Soms zal het je toeschijnen dat Ik je verlaten heb, maar dat is niet zo.
Onthou dat Ik alle macht heb, in de hemel en op aarde. Er zullen tijden zijn
dat de boze geesten en verloren zielen ons niet zullen zien of weten dat wij
hier zijn. Vrees niet. Wat je straks zult zien gebeurt echt. Deze dingen
gebeuren op dit moment en zullen blijven gebeuren totdat de dood en de hel in
de poel van vuur geworpen worden.
Beste lezer, overtuig u ervan
dat uw naam staat geschreven in het Boek des Levens van het Lam. Niet ver bij ons vandaan kon ik stemmen horen en
kreten van een gefolterde ziel. We liepen het heuveltje op en keken over de top
heen. Aan de andere kant was er een licht dat de omgeving verlichtte. Een afgrijselijk
gekrijs vulde de lucht. Het waren de kreten van een man.
Jezus
: Wat je nu zult horen en zien is waar. Geeft acht, gij dienaars van het
Evangelie, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. Waakt op, evangelisten
en leraars van Mijn Woord, gij allen die geroepen zijt om het Evangelie van de Heer
Jezus Christus te prediken. Als u zondigt, bekeert u, of u zult evenzo verloren
gaan.
Wij naderden tot op zon 5 meter. Ik zag kleine donkergeklede figuren
rondom een kistachtig voorwerp marcheren. Bij nader zien bleek dat de kist een
doodkist was en de figuren, die er rondom marcheerden, demonen waren. Het was
een echte doodkist, en 12 demonen marcheerden er omheen. Terwijl zij
marcheerden zongen en lachten zij. Elk van hen had een scherpe speer in zijn
hand, die hij telkens stootte door kleine openingen die in de buitenkant van de
kist aangebracht waren. Er was een sfeer van grote angst in de lucht, en ik
beefde toen ik zag wat er gebeurde. Jezus kende mijn gedachten, want Hij zei:
Jezus
: Kind, er zijn vele zielen die hier gefolterd worden, en er zijn vele
verschillende soorten van foltering voor deze zielen. Er is een grotere straf
voor hen die eens het Evangelie predikten maar weer in zonde vielen, dan voor
hen die de roeping van God voor hun leven niet wilden gehoorzamen.
Ik hoorde een schreeuw, die zo vertwijfeld klonk, dat het mijn hart
vulde met wanhoop.
Man
(schreeuwend) : Geen hoop, geen hoop !
De hopeloze kreten kwamen uit de doodkist. Het was een eindeloze klacht
van wroeging.
Mary K.(roepend)
: Oh, wat verschrikkelijk !
Jezus
: Kom, laten we dichterbij gaan.
Hij liep naar de doodkist en keek naar binnen. Ik volgde en keek ook
naar binnen. Het bleek dat de boze geesten ons niet konden zien. Een vuilgrijze
mist vulde de doodkist. Het was de ziel van een man. Terwijl ik toekeek,
stootten de demonen hun speren in de ziel van de man in de doodkist. Ik zal
nooit het lijden van deze ziel vergeten.
Mary K.
: Laat hem eruit, Heer; laat hem eruit !
De foltering van deze ziel was een ontzettend gezicht. Als hij toch maar
mocht bevrijd worden. Ik trok aan Jezus hand en smeekte Hem om de man uit de
doodkist te laten.
Jezus
: Mijn kind, zwijg, wees stil.
Man
: Heer, Heer, laat mij eruit. Ontferm U !
Ik keek naar omlaag en zag een bloederige massa. Voor mijn ogen was een
ziel. Binnenin de ziel was een menselijk hart, en het bloed spoot eruit. De
steken van de speren doorboorden letterlijk zijn hart.
Man
(smekend) : Ik zal U nu dienen, Heer. Alstublieft, laat mij eruit.
Ik wist dat deze man iedere speer voelde die zijn hart doorboorde.
Jezus (tot
Mary K.) : Dag en nacht wordt hij gemarteld. Hij werd hier door $atan gebracht
en het is $atan die hem foltert.
Man
(huilend) : Heer, ik zal nu het ware Evangelie prediken. Ik zal de mensen
vertellen over zonde en hel. Maar alstublieft, help me hieruit.
Jezus
(tot Mary K.) : Deze man was een prediker van het Woord van God. Er was een
tijd dat hij Mij diende met heel zijn hart en vele mensen tot bekering bracht.
Vandaag, vele jaren later, dienen sommigen van hen Mij nog altijd. Maar de lust
van het vlees en het bedrog van de rijkdom brachten hem op een dwaalweg. Hij
liet toe dat $atan de heerschappij over hem voerde. Hij had een grote kerk, een
mooie auto, een groot inkomen. Hij begon te stelen van de collecte. Hij begon
leugens te onderwijzen. Hij sprak voornamelijk halve leugens en halve
waarheden. Hij wilde Mij niet toestaan hem te corrigeren. Ik zond Mijn
boodschapper om hem te vertellen dat hij zich moest bekeren en de waarheid
moest prediken, maar hij had meer liefde voor de pleziertjes van dit leven dan
voor het leven van God. Hij had nooit geleerd om enige andere leerstelling te
onderwijzen of te prediken dan de waarheid zoals die in de Bijbel wordt
geopenbaard. Maar voordat hij stierf, zei hij dat de doop in de Heilige Geest
een leugen was en dat zij, die er aanspraak op maakten dat ze de Heilige Geest
hadden, huichelaars waren. Hij zei dat je als je een dronkaard was toch naar de
hemel ging, zelfs zonder berouw. Hij zei dat God niemand naar de hel stuurde - dat
God daarvoor te goed was. Hij was er de oorzaak van dat vele goede mensen
afvallig werden. Hij zei zelfs dat hij Mij niet nodig had, want hij was als een
god. Hij ging zelfs zover dat hij seminaries hield om deze valse leer te
onderwijzen. Hij vertrapte Mijn heilig Woord onder zijn voeten. Toch bleef Ik
hem liefhebben. Mijn kind, het is beter om Mij nooit gekend te hebben, dan Mij
te kennen en zich daarna van Mij af te keren en Mij niet meer te dienen.
Mary K.
(wenend) : Had hij maar naar U geluisterd, Heer ! Had hij zich maar om zijn
eigen ziel en die van anderen bekommerd.
Jezus
(tot Mary K.) : Hij luisterde niet naar Mij. Toen Ik hem riep, wilde hij Mij
niet horen. Hij hield van een gemakkelijk leventje. Ik bleef hem tot bekering
roepen, maar hij wilde niet bij Mij terugkomen. Op een dag had hij een ongeluk
en kwam onmiddellijk hier. Nu foltert $atan hem omdat hij eens Mijn Woord
predikte en zielen redde voor Mijn Koninkrijk. Dit is zijn foltering.
Ik keek naar de demonen die rondom de doodkist bleven marcheren. Het
hart van de man klopte en er vloeide echt bloed uit. Nooit zal ik zijn kreten
van pijn en smart kunnen vergeten. Jezus keek naar de man in de doodkist met
groot erbarmen.
Jezus(tot Mary K.) : Het bloed van vele verloren
zielen kleeft aan de handen van deze man. Velen van hen worden hier op dit
moment gemarteld.
Met een treurig hart liepen Jezus en ik door. Toen wij doorliepen zag ik
nog een groep demonen naar de doodskist toelopen. Zij waren bijna een meter
lang, gekleed in zwarte kleren met zwarte kappen over hun hoofd. Zij werkten in
ploegen om deze ziel te folteren. Ik dacht eraan hoe trots een ieder van ons,
nu en dan, onwillig maakt om fouten toe te geven en vergeving te vragen. Wij
weigeren berouw te tonen en onszelf te vernederen, en wij vervolgen onze weg
alsof wij het altijd bij het rechte eind hebben. Maar luister ziel, de hel is
reëel. Alstublieft, ga niet naar die plaats.
6b. Bedrijvigheid in de hel
Jezus
en ik liepen naar een ontgonnen terrein, waaromheen het bezaaid lag met stenen.
Er waren hier en daar lage muren, allemaal gemaakt van aarde en steen. Er
scheen een helder licht in een terrein dat ongeveer de grootte had van een
grote danszaal.
Jezus
: Mijn kind, ziehier de werken van $atan.
Dit is wat ik zag en hoorde : klanken van lieflijke muziek vulden de
lucht, en middenin de danszaal, op een goedverlichte dansvloer waren vijf
mooie, dansende vrouwen. Zij stonden allen in een rij en bewogen samen op de
maat van de muziek. Terwijl zij dansten, lachten zij. Het leek wel een
schoonheidswedstrijd - want de vrouwen waren buitengewoon elegant. Zij waren in
feite zo aantrekkleijk dat het onwaarschijnlijk leek. Ik dacht: Hoe kan iemand
zo mooi zijn in de hel? De kleren die de vrouwen droegen waren prachtig en erg
duur. Zij zagen eruit als prinsessen zonder een enkel gebrek. Alles aan hen
leek volmaakt. Ik vroeg mij af wat zij in de hel deden. Zij zagen er niet
slecht of zondig uit. Maar toen merkte ik op dat zij meedansten met de beweging
van een vuur en dat de vlammen op en neer dansten langs hun volmaakte lichamen.
Zij lachten als de vlammen hun lichamen bedekten. Zij werden niet verbrand en
voelden geen pijn. Toen stopte de muziek opeens en de danszaal stil werd. De
rij mooie vrouwen stond stil en wachtte toen er iemand naderde. Een boosaardige
aanwezigheid vulde de zaal - een kwaad dat groter was, dan ik ooit eerder had
gevoeld. Toen zag ik de achterkant van een duister persoon omhuld door
schaduwen. Zijn rug was naar mij toe gekeerd en hij had een lang kleed aan en
een donkere cape. Naast hem stonden twee mannen. Ook zij hadden hun rug naar
Jezus en mij toegekeerd. Ik wist dat zij ons niet konden zien.
Jezus
: Let op.
Ik wist dat de boosaardige aanwezigheid $atan was, want de mooie vrouwen
begonnen voor hem te buigen.
$atan
: Mijn dochters, jullie hebben mijn bevelen gehoorzaamd en jullie zijn nu klaar
om uit te gaan, naar de aarde om mijn wil te doen. De machten der duisternis
zijn jullie gegeven, en je hebt al de hulpbronnen van de hel tot je beschikking
om je te helpen in je werk. (kwaadaardig lachend) Nu, om jullie in herinnering
te brengen hoeveel macht ik heb, zal ik nu demonstreren wat er zal gebeuren als
jullie mij niet onvoorwaardelijk gehoorzamen.
$atan zwaaide met zijn armen over hen heen.
Vrouwen
(roepend): O, alstublieft $atan, niet
doen. Wij zullen u gehoorzamen en doen wat u beveelt. Alstublieft $atan, folter
ons niet.
Maar $atan luisterde niet naar hen. Ik keek in verbazing toe hoe de
mooie lichamen van deze vrouwen begonnen te veranderen in het grijze, dode
vlees van de hel. Wat eens volmaakte schoonheid was geweest, werd nu
weerzinwekkende lelijkheid. De lieflijke lichamen vielen uit elkaar totdat er
slechts een afschuwelijke doodsvorm overbleef. Hun vormen waren vol van demonen
en kwade geesten, en er waren grote lange slangen die uit hun maag kropen en
wegglibberden.
Mary K.
: Jezus, wat betekent dit ?
Jezus gaf mij geen antwoord.
Vrouwen
(smekend) : $atan, geef ons alstublieft onze mooie lichamen terug. Wij zullen u
gehoorzamen.
Gelach vulde de lucht weer toen $atan zwaaide met zijn armen en de
afschuwelijke vormen weer veranderden in mooie, lieflijke vrouwen.
$atan
: Luister naar mij en gehoorzaam mij. Doe alles wat ik jullie zeg, en dan zul
je in staat zijn om je knappe uiterlijk te behouden. Let nu op, dan zal ik
jullie laten zien waar jullie mijn boze werken ten uitvoer zullen brengen.
Hierop hief de man aan $atans linkerzijde zijn arm op, en op een muur
aan de oostzijde verscheen een helder licht. Op de muur was een scherm, en op
het scherm waren afbeeldingen van gewone, alledaagse plaatsen.
$atan
: Ga naar deze plaatsen. Leef en handel als normale mensen. Misleidt vele
mensen, en hou zovelen als je kunt van God af. Ik zal op jullie letten en
iedere stap die je neemt zal mij bekend zijn. Zorg ervoor dat je niet ontdekt
wordt, en ik zal over jullie waken.
$atan hief zijn hand op naar het scherm, en er waren taferelen te zien.
Er verscheen een straat in een stad, een nachtclub, een winkel, een
bakkerswinkel, een warenhuis, een bank, een bruiloft, een rommelmarkt, een kerk
en een stadhuis. Al de plaatsen die getoond werden waren gewone plaatsen. Er
waren ook vele andere gelijksoortige gebouwen die $atan hun liet zien op het
scherm.
$atan
: Jullie zullen velen misleiden. Jullie zullen de oorzaak zijn dat velen van de
waarheid afwijken. Jullie zullen over de hele aarde gaan, mijn werk doen en dan
terugkomen om verslag uit te brengen. Als je hulp nodig hebt, zal ik het jullie
zenden. Jullie zijn goed getraind in het gebruik van je demonische krachten. Je
opdracht is mij zielen te brengen. Je kunt ze verleiden door toverij, valse
religies en sekten. Je kunt zwakke christenen verleiden tot zonden van het
vlees. Je kunt twijfel zaaien aangaande het Woord van God. Leidt mannen en
vrouwen weg van het Evangelie van Jezus Christus en probeer ze te treffen.
Een hoge tafel met laden werd bij $atan gebracht. Er lagen papieren op.
Hij pikte ze op en begon de vrouwen vele dingen voor te lezen. Sommige dingen
daarvan begreep ik, andere weer niet.
$atan
: Zoek per week één ziel uit en werk de hele week aan die ziel. Ik zal je drie
weken geven om die ziel in het verderf te storten. Rapporteer daarna aan mij.
Je zult aan niets gebrek hebben, want overvloedige rijkdommen staan tot je
beschikking. Denk eraan, dat de ziel die je wint, op haar beurt vele anderen
voor mij kan winnen. Werk hard, en ik zal je belonen. Als je gehoorzaam bent
zal ik jullie ware "ik" aan de wereld openbaren. Vergeet niet dat je
de macht hebt om te veranderen in welke vorm je ook wilt. Ik zal jullie alles
zenden wat je nodig hebt om succesvol te zijn. Nu wil ik dat jullie vertrekken
en mijn werk doen, en over een maand terugkomen. (met krijsende stem) Ik zal de
overwinning hebben over God !
Hij zwaaide weer met zijn arm en de mooie vrouwen begonnen op te stijgen
naar de aarde. Ik bleef kijken en waar de vrouwen hadden gestaan, bleef alleen
het vuur over. $atan zei tegen de twee mannen die bij hem waren :
$atan :
Kijk ! (wijzend op de muur waar het scherm was) Ik haat God en deze vrouwen
zullen een heel goed werk voor mij doen.
Ik zag in de film die op het scherm te zien was, dat de mooie vrouwen nu
in de steden, winkels, kerken en cafés waren - overal deden zij hun boze
werken. Zij waren verleidende geesten, demonen van de hel, losgelaten op de
aarde, en de mensen wisten niet dat het demonen waren. Demonische machten
bestaan echt, dacht ik. Zij zijn werkelijk daar op aarde en verleiden en
misleiden wie ze maar kunnen bereiken. Zij bedriegen, liegen en stelen om maar
een discipel voor $atan te winnen. Het filmdoek was plotseling verdwenen en ik
keek hoe $atan en de twee mannen bij hem verdwenen in rook.
Hierna liet Jezus mij een reusachtige klok zien, die zich uitstrekte
over de hele wereld. En ik hoorde de klok tikken. De uurwijzer stond bijna op
12 uur, en de minuutwijzer rende rond tot hij stopte op drie minuten voor
twaalf. Steelsgewijze bewoog de minuutwijzer naar het uur. Terwijl hij bewoog
werd het tikken luider en luider tot het de hele aarde scheen te vullen.
God (sprak
als een bazuin en Zijn stem klonk als vele wateren) : Luister en hoor wat de
Geest tot de gemeenten zegt. Wees gereed want op een tijd dat u het niet
verwacht, zal Ik wederkomen. Ik hoor de klok slaan. Het is 12 uur. De Bruidegom
is gekomen om Zijn Bruid tot Zich te nemen.
Bent u gereed voor de komst van Jezus Christus, mijn beste ? Of zult u
zijn als diegenen die zeggen: Niet vandaag, Heer. Zult u Hem aanroepen en gered
worden ? Wilt u vandaag uw hart aan Hem geven ? Onthou dat Jezus u kan en wil
redden van alle kwaad, als u Hem vandaag aanroept en u bekeert. Bid voor uw
familie en uw geliefden, dat zij tot Christus zullen komen voor het te laat is.
Luister als Jezus zegt: Ik zal u beschermen voor het kwaad. Ik zal u bewaren op
al uw wegen. Ik zal u redden. Ik zal uw geliefden redden. Roep Mij vandaag aan
en leef. Met vele tranen bid ik dat allen die dit boek lezen zich de waarheid
zullen realiseren voordat het te laat is. De hel is voor eeuwig. Ik doe mijn
uiterste best om u alles te openbaren wat ik gezien en gehoord heb. Ik weet dat
deze dingen waar zijn. Als u de rest van dit boek leest, bid ik dat u zich zal
bekeren en Jezus Christus zal aannemen als uw persoonlijke Verlosser. Ik hoorde
de Heer zeggen: Het is tijd om te gaan. Wij zullen morgen terugkeren.
7. De buik van de hel
De volgende nacht gingen Jezus en ik weer de hel binnen. Wij kwamen eerst in
een grote, open ruimte. Zover als ik kon zien was men bezig met boze
activiteiten. Om ons heen was een groot aantal van deze bezigheden gaande. Er
was ruim drie meter bij ons vandaan een bijzondere activiteit gaande. Het was
bijzonder omdat vele kwade vormen en demonische geesten zich in en uit dat
gedeelte kwamen. De scéne leek op iets uit een griezelfilm. Waar ik ook keek
zag ik zielen die gefolterd werden, want de duivel en zijn kwade engelen waren
druk bezig. Gegil van zielepijn en wanhoop sneed door het schemerdonker.
Jezus: Kind, $atan is de bedrieger op aarde en de
folteraar van zielen in de hel. Vele van de demonische machten die je hier ziet
gaan nu en dan ook naar boven om op aarde te pijnigen, te kwellen en te
bedriegen. Ik zal je dingen laten zien die nog nooit eerder in zon details werden
gezien. Sommige dingen die je ziet, gebeuren nu, terwijl andere nog moeten
gebeuren in de toekomst.
Weer keek ik aandachtig voor me uit. De grond was lichtbruin van kleur,
zonder leven, zonder gras of iets groens. Alles was dood of stervende. Sommige
plaatsen waren koud en vochtig, terwijl andere plaatsen heet en droog waren. En
er was altijd een rottende geur van brandend en halfvergaan vlees aanwezig, vermengd
met de stank van bedorven rottende afval en schimmel.
Jezus
: $atan laat velen in de val lopen en
gebruikt een groot aantal valstrikken om Gods volk te bedriegen. Tijdens onze
bezoeken aan de hel zal Ik je vele van de listige verraderlijke trucs van de
duivel laten zien.
We hadden nog maar enkele meters gelopen, toen ik een duister, zwart
voorwerp onheilspellend voor ons zag opdoemen. Het bleek op en neer te bewegen,
samen te trekken en op te zwellen. En iedere keer dat het bewoog kwam er een
verschrikkelijke stank uit - een stank nog erger dan de gebruikelijke
kwalijkriekende geuren die de ruimten van de hel vulden. Ik zal zo goed als ik
kan, proberen uit te leggen wat ik zag. Terwijl het grote, hangende, zwarte
voorwerp doorging met zich samen te trekken en uit te zetten en weerzinwekkende
geuren uit te ademen, zag ik iets dat op hoorns leek, donker in kleur, die uit
het voorwerp kwamen en die omhoog gingen, de aarde in. Ik realiseerde mij dat
het een groot, zwart hart was, en dat er vele toegangen waren. Een vreselijk gevoel
kwam over mij.
Jezus
: Vrees niet. Dit is het hart van de hel. Later zullen wij er doorheen gaan,
maar nu moeten wij het celblok van de hel binnengaan.
Het celblok van de hel bevond zich in een cirkel in de buik van de hel.
Het celblok was 27.350 meter hoog. Toen ik omhoog keek zag ik dat er een bruine
wijde greppel was tussen de cellen en de bodem (= buik) van de hel. De greppel was
bijna 2 meter diep, en ik vroeg mij af hoe ik daar overheen zou komen. Ik had
het maar net gedacht of we waren reeds op de strook grond naast de eerste rij
cellen. Die strook was bedoeld als een wandelweg rondom de cellen en ook als
een uitkijkpost vanwaar men het hele centrum van de hel kon overzien.
Jezus :
Deze dingen zijn waarheidsgetrouw en waarachtig. De dood en de hel zullen op
een dag in de poel van vuur geworpen worden. Tot die dag heeft de hel hier de
zeggenschap. Deze cellen zullen hier blijven, volgepakt met zondige zielen, die
lijden en gefolterd worden. Ik gaf Mijn leven, zodat u niet naar de hel hoeft
te gaan. Ik wist dat deze veschrikkingen werkelijk bestonden, maar de genade
van Mijn Vader is even werkelijk. Als u het Hem toestaat, zal Hij u vergeven.
Roep Hem vandaag aan in Mijn naam.
Mary Kathryn Baxter - in de hel ( ndl + in gespreksvorm) deel 1
1. Naar de hel
In maart 1976, terwijl ik thuis in gebed was, kreeg ik bezoek van de Heer Jezus
Christus. Ik was reeds dagenlang in de Geest aan het bidden, toen ik opeens de
onmiskenbare tegenwoordigheid van God ervoer. Zijn kracht en Zijn heerlijkheid
vulden het huis. Een schitterend licht verlichtte de kamer waar ik bad, en een
lieflijk en wonderbaar gevoel kwam over mij. Lichtstalen stroomden in golven,
rolden in en over elkaar en scheidden zich weer. Het was een spectaculair
gezicht! En toen begon de stem van de Heer tot mij te spreken.
Jezus :
Ik ben Jezus Christus, jouw Heer, en Ik wens je een openbaring te geven om de
heiligen gereed te maken voor Mijn wederkomst en om velen tot gerechtigheid te
brengen. De machten der duisternis zijn reëel en Mijn oordelen zijn waarachtig.
Mijn kind, Ik zal je door Mijn Geest meenemen naar de hel, en Ik zal je vele
dingen tonen omdat Ik wil dat de wereld die weet. Ik zal vele malen aan je
verschijnen; Ik zal je geest uit je lichaam nemen en je werkelijk naar de hel
brengen. Ik wil dat je een boek schrijft, waarin je vertelt over de visioenen
en alles wat Ik je openbaar. Jij en Ik zullen samen door de hel gaan. Maak een
verslag van deze dingen die waren, die zijn en nog komen moeten. Mijn woorden
zijn waarachtig, getrouw en betrouwbaar. Ik Ben Die Is, en er is niemand buiten
Mij.
Mary K.
: Lieve Heer, wat wilt U dat ik doe ?
Mijn hele wezen wilde tot Jezus roepen, om mijn erkentelijkheid voor
Zijn aanwezigheid te uiten. De beste manier waarop ik dit gebeuren kan
beschrijven is door u te zeggen dat liefde over mij werd uitgestort. Het was de
mooiste, vredigste, machtigste en meest vreugdevolle liefde die ik ooit heb
gevoeld. Gods lof begon uit mij voort te vloeien. Opeens wilde ik mijn hele
leven aan Hem geven om door Hem gebruikt te worden bij het redden van de mensen
hun zonden. Ik wist, door Zijn Geest, dat het werkelijk Jezus was, de Zoon van
God die bij mij in de kamer was. Ik kan geen woorden vinden om Zijn Goddelijke
tegenwoordigheid tot uitdrukking te brengen. Maar ik weet dat het de Heer was.
Jezus
: Zie, Mijn kind, Ik ga je door Mijn Geest meenemen naar de hel, opdat je in
staat zult zijn om een verslag te maken deze realiteit, en om heel de aarde te
vertellen dat de hel echt bestaat, en om de verlorenen uit de duisternis tot
het licht van het Evangelie van Jezus Christus te brengen.
Onmiddellijk werd mijn ziel uit mijn lichaam getrokken. Ik ging met
Jezus omhoog, mijn kamer uit en de lucht in. Ik wist alles wat er om mij heen
gebeurde. Ik zag mijn man en mijn kinderen slapen in ons huis, beneden ons.
Het was net alsof ik gestorven was en mijn lichaam op mijn bed had
achtergelaten terwijl mijn geest met Jezus door het dak van het huis opsteeg.
Het leek wel alsof het hele dak teruggerold was, en ik mijn familie zag slapen
in hun bedden. Ik voelde de aanraking van Jezus toen Hij zei:
Jezus
: Wees niet bang. Zij zijn veilig.
Hij kende mijn gedachten. Ik wil proberen om zoveel mogelijk
stap-voor-stap te vertellen wat ik zag en voelde. Sommige van de dingen begreep
ik niet. De Heer Jezus legde mij de betekenis uit van het meeste wat ik zag,
maar er waren dingen die Hij mij niet vertelde. Ik wist toen en ik weet nu, dat
deze dingen werkelijk gebeurden en dat alleen God ze mij kon tonen. Prijs Zijn
heilige naam. Mensen, geloof mij, de hel bestaat echt. Ik werd daar vele malen
door de Geest naartoe gebracht, tijdens de voorbereidingen van dit verslag. Spoedig
waren wij hoog in de lucht. Ik keerde mij om en keek naar Jezus. Hij was vol
van glorie en macht, en stromen van vrede vloeiden uit Hem. Hij nam mijn hand
en zei:
Jezus
: Ik heb je lief. Vrees niet, want Ik ben met je.
Toen Hij dat zei stegen wij nog hoger de lucht in, en ik kon de aarde
beneden ons zien. Op vele plaatsen, overal verspreid, staken trechters uit de
aarde die snel ronddraaiden naar een centraal punt en dan terugkeerden. Deze
trechters bewogen zich aanhoudend hoog boven de aarde en rezen vanuit de aarde
over heel het oppervlak omhoog.
Mary K.
: Wat zijn dat ?
Jezus :
Dit zijn de poorten van de hel. Door één van die poorten zullen wij de hel
binnengaan.
Onmiddellijk gingen we één van de trechters binnen. Vanbinnen leek het
op een tunnel die rond en rond draaide en dan weer terug, net als een tol. Diepe
duisternis daalde over ons neer, en met die duisternis kwam er een stank, zo
verschrikkelijk dat het mijn adem benam. Langs de zijkanten van deze tunnel
waren levende vormen ingesloten in de wand. Donkergrijs in kleur, bewogen de
vormen zich en schreeuwden naar ons als wij ze voorbij gingen. Ik wist, zonder
dat het mij werd verteld, dat het boosaardige wezens waren. De vormen konden
zich bewegen, maar zaten nog in de muren vast. Een vreselijke stank ging van
hen uit, en zij krijsten naar ons met een afschuwelijk geluid. Ik voelde een
onzichtbare, kwade macht bewegen binnenin de tunnel. Nu en dan kon ik in de
duisternis de omtrek van de vormen waarnemen. De meesten van hen waren bedekt
met een vuile mist.
Mary K.
(Jezus hand goed vasthoudend): Heer, wat zijn dit ?
Jezus :
Dit zijn boze geesten, gereed om op de aarde uitgespuwd te worden, wanneer $atan
de bevelen geeft.
Terwijl wij binnenin de tunnel afdaalden, lachten de kwade vormen en
riepen ons na. Zij probeerden ons aan te raken, maar konden het niet door de
kracht van Jezus. De lucht was geheel besmet en vuil en alleen de aanwezigheid
van Jezus beschermde mij dat ik het uitgilde van louter afgrijzen. O ja, ik had
al mijn zintuigen - ik kon het boze van deze plaats horen, ruiken, zien, voelen
en zelfs proeven. Mijn zintuigen waren in feite zelfs gevoeliger geworden, en
de reuk en smerigheid maakten mij misselijk. Gekrijs vulde de lucht toen wij
het einde van de tunnel naderden. Doordringend gegil rees omhoog en kwam op ons
af uit de duisternis. Allerlei soorten geluiden vulden de lucht. Overal om mij
heen voelde ik angst, dood en zonde. De ergste stank die ik ooit geroken heb
vulde de lucht. Het was de stank van ontbindend vlees, en het scheen uit alle
richtingen te komen. Op aarde had ik nooit zulke boosheid gevoeld of zon
wanhopig gegil gehoord. Spoedig zou ik ontdekken dat dit het gillen was van de
doden en dat de hel vervuld was van hun gejammer. Ik voelde een vlaag van een
kwade wind en enige zuigkracht op ons afkomen. Lichten, die op bliksemflitsen
leken, drongen door de zwarte duisternis heen en wierpen grijze schaduwen op de
muren. Ik kon amper de vorm waarnemen van iets dat voor mij uitging. Geschokt
deinsde ik terug toen ik mij realiseerde dat het een grote slang was die zich
voor ons voortbewoog. Toen ik bleef kijken zag ik overal van die afschuwelijke
slangen glibberen.
Jezus
: Wij zullen spoedig het linkerbeen van de hel binnengaan. Je zult groot lijden,
pathetische droefheid en onbeschrijfelijke verschrikkingen zien. Blijf dicht
bij Mij, en Ik zal je sterkte en bescherming geven, terwijl wij door de hel
gaan. De dingen die je straks zult zien zijn een waarschuwing. Het boek dat je
zult schrijven zal vele zielen redden van de hel. Wat je ziet is werkelijkheid.
Wees niet bang, want Ik zal bij je zijn.
Eindelijk waren de Heer Jezus en ik op de bodem van de tunnel. Wij
stapten eruit en gingen de hel binnen. Ik zal proberen zo goed mogelijk te
vertellen wat ik zag, en ik zal het vertellen in de volgorde waarin God het mij
gaf. Vóór ons waren, zover als ik kon zien, vliegende voorwerpen die overal
heen schoten. Gekerm en meelijwekkend gehuil vulden de lucht. Voor ons zag ik
een flauw licht en wij liepen ernaar toe. Het pad bestond uit droge, poederige
grond. Wij waren al gauw bij de ingang van een smalle, donkere tunnel. Sommige
dingen kan ik niet op papier zetten omdat die te erg waren om te beschrijven.
De angst in de hel kon je proeven. Als Jezus niet bij mij was geweest, had ik
niet terug kunnen komen. Terwijl ik dit schrijf, begrijp ik nog steeds niet alle
dingen die ik zag, maar de Heer weet alle dingen, en Hij hielp mij het meeste
van hetgeen ik zag te begrijpen. Laat mij u waarschuwen blijf van die plaats
weg. Het is een afschuwelijke plaats vol martelingen, folterende pijn en
eeuwige smart. Uw ziel zal altijd blijven leven, want de ziel leeft voor
eeuwig. De ziel is uw werkelijk uzelf, en uw ziel zal ofwel naar de hemel ofwel
naar de hel gaan. Er zijn geen andere opties. Voor degenen onder u die denken
dat de hel hier op aarde is, wil ik zeggen : u heeft gelijk, het is waar! De
hel is in het centrum van de aarde, en daar zijn er zielen die dag en nacht
folteringen ondergaan. Er zijn geen feestjes in de hel. Geen liefde. Geen
ontferming. Geen rust. Het is een plaats waar zon grote smart aanwezig is, dat
het ons bevattingsvermogen te boven gaat.
2a. Het linkerbeen van de hel Een vreselijke stank vervulde de lucht.
Jezus
: In het linkerbeen van de hel zijn vele putten. Deze tunnel heeft vertakkingen
naar andere delen van de hel, maar wij zullen eerst enige tijd doorbrengen in
het linkerbeen. De dingen die je nu ziet, zullen je altijd bijblijven. De
wereld moet weten dat de hel werkelijkheid is. Vele zondaars en zelfs sommigen
van Mijn volk geloven niet dat de hel werkelijk bestaat. Je bent door Mij
gekozen om deze waarheden aan hen te openbaren. Alles wat Ik je zal laten zien
van de hel, en al het andere wat Ik je zal tonen, is waar.
Jezus had Zich aan mij getoond in de vorm van een helder schijnend
licht, stralender dan de zon. In het centrum van dat licht was de vorm van een
man. Soms zag ik Jezus als een man, maar op andere tijden had Hij de vorm van
een geest. Jezus : Kind, wanneer Ik spreek,
heeft de Vader gesproken. De Vader en Ik zijn één. Denk eraan, liefhebben en
elkaar vergeven is het belangrijkste. Kom nu, volg Mij.
Terwijl wij voortgingen, vluchtten boze geesten weg van de
tegenwoordigheid van de Heer.
Mary K.
(wenend) : O God, o God, Wat komt er nu?
Zoals ik al eerder zei, behield ik al mijn zintuigen. Die werkten nu op
volle kracht. Angst was er nu aan alle kanten en onuitsprekelijke gevaren lagen
overal op de loer. Iedere stap die ik nam, was afschuwelijker dan die ervoor.
Er waren deuropeningen die ongeveer de grootte van een klein raam hadden,
bovenin de tunnel. Zij openden en sloten zich heel snel. Gegil vulde de ruimte,
als vele boze wezens ons voorbijvlogen, in en uit de poorten van de hel.
Spoedig waren wij aan het eind van de tunnel. Ik beefde van schrik door het
gevaar en de angst om ons heen.
Ik was zo dankbaar voor de bescherming van Jezus. Ik dank God voor Zijn
almachtige kracht die ons beschermt, zelfs in de putten van de hel. Zelfs met
dat beschermende schild, bleef ik denken: Niet mijn wil, Vader, maar Uw wil
geschiede. Ik keek naar mijn lichaam. Voor de eerste keer merkte ik op, dat ik
in een geestesvorm was, en dat mijn vorm de gedaante van mijzelf had. Ik vroeg
mij af wat er nu zou komen. Jezus en ik stapten uit de tunnel op een pad dat
tussen twee stroken land liep. Er waren overal vuurputten zo ver als het oog
kon zien. De putten waren schaalvormig en ongeveer 1 1/3 meter wijd en een
meter diep.
Jezus
: Er zijn veel van die putten in het linkerbeen van de hel. Kom, Ik zal je er enkele
van laten zien.
Ik stond naast Jezus op het pad en keek in één van de putten. Zwavel was
ingesloten in de kant van de put, en gloeide rood als gloeiende vurige kolen.
In het midden van de put was een verloren ziel die gestorven was en naar de hel
was gegaan. Vuur begon te branden op de bodem van de put, schoot omhoog en
hulde de verloren ziel in vlammen. In een ogenblik doofde het vuur weer bijna
uit om dan weer met een geruis omhoog te schieten, over en rondom de gefolterde
ziel in de put. Toen ik keek zag ik dat de verloren ziel in de put zat gekooid,
binnenin de vorm van een geraamte.
Mary K.
(wenend) : Mijn Heer, kunt U haar er niet uithalen?
Hoe verschrikkelijk was de aanblik! Ik dacht: Ik had daar kunnen zitten.
Mary K.
: Heer, wat is het droevig om te zien en te weten dat daarbinnen een levende
ziel is.
Ik hoorde een luide kreet uit het midden van die eerste put komen. De
ziel, binnenin de vorm van een geraamte, huilde:
Vrouw
(huilend) : Jezus, heb medelijden !
Mary K. :
O, Heer !
Het was de stem van een vrouw. Ik keek naar haar en wilde haar wel uit
het vuur trekken. Haar aanblik brak mijn hart. De skeletvorm van een vrouw met
een vuilgrijze mist vanbinnen, was tegen Jezus aan het praten. Ik luisterde
naar haar, diep geschokt. Flarden halfvergaan vlees hingen aan haar beenderen.
En wanneer het brandde viel het naar beneden op de bodem van de put. Er waren
alleen maar lege oogholten waar haar ogen waren geweest. Zij had geen haar. Het
vuur begon bij haar voeten in kleine vlammen, die groter werden als het vuur
omhoogklom over en op haar lichaam. De vrouw scheen aanhoudend te branden,
zelfs wanneer het vuur alleen maar tot gloeiende kolen werd.
Vrouw
(wanhopig gejammer, diep vanuit haar binnenste) : Heer, Heer, ik wil eruit !
Zij bleef haar armen naar Jezus uitstrekken. Ik keek naar Jezus en er
was grote smart op Zijn gelaat.
Jezus (tegen
Mary K.) : Mijn kind, je bent hier met Mij om de wereld te laten weten dat
zonde de dood voortbrengt, dat de hel echt bestaat.
Ik keek weer naar de vrouw, en wormen kropen uit haar beenderen van haar
geraamte. Zij hadden geen last van het vuur.
Jezus
: Zij weet dat die wormen binnenin haar zijn, zij voelt ze.
Mary K.
: God, ontferm U ! (als het vuur zijn hoogtepunt bereikte en het afgrijselijke
branden weer helemaal opnieuw begon)
Luide kreten en diepe snikken schudden de vorm van deze vrouwenziel. Zij
was verloren. Er was geen uitkomst.
Mary K.
(erg bang) : Jezus, waarom is zij hier ?
Jezus
: Kom.
Het pad, waarop wij liepen was niet recht maar kronkelde zich van en
naar de vuurputten, zo ver als ik kon zien. Het geklaag van de levende doden,
vermengd met gekerm en afschuwelijk gekrijs, kwam van alle kanten op mij af. Er
zijn geen tijden van rust in de hel. De geur van dood en rottend vlees hing
zwaar in de ruimte. Wij kwamen bij de volgende put. Binnenin deze put, die
dezelfde afmetingen had als de eerste, was ook een skeletvorm. De stem van een
man riep vanuit de put:
Man
: Heer, ontferm U over mij !
Alleen wanneer zij spraken kon ik zeggen of de ziel een man of een vrouw
was. Grote jammerende snikken kwamen uit deze man:
Man
: Het spijt me zo, Jezus. Vergeef mij. Neem me weg vanhier. Ik ben al jaren in
deze folterplaats. Ik smeek U, laat mij eruit !
Diepe snikken schudden zijn geraamte.
Man
(smekend) : Alstublieft Jezus, laat mij eruit !
Ik keek naar Jezus en zag dat ook Hij weende.
Man
(huilend vanuit de brandende put) : Heer Jezus, heb ik niet genoeg geleden voor
mijn zonden? Ik ben veertig jaar geleden gestorven.
Jezus (wenend): Er staat geschreven: "De
rechtvaardige zal uit het geloof leven!" Alle spotters en ongelovigen
zullen hun deel hebben in de poel des vuurs. U wilde de waarheid niet geloven.
Vele malen werden Mijn mensen naar u toegezonden om u de weg te wijzen, maar u
wilde niet naar hen luisteren. U lachte hen uit en weigerde het Evangelie.
Hoewel Ik voor u aan een kruis stierf, spotte u met Mij en wilde geen berouw
tonen van uw zonden. Mijn Vader gaf u vele gelegenheden om gered te worden. Als
u alleen maar had willen luisteren!
Man (roepend)
: Ik weet het Heer, ik weet het ! Maar ik heb nu berouw.
Jezus
: Het is te laat. Het oordeel is vastgesteld.
Man
: Heer, sommigen van mijn familieleden zullen hier komen, want zij willen zich
ook niet bekeren. Alstublieft Heer, sta mij toe naar ze toe te gaan om ze te
vertellen dat zij zich moeten bekeren van hun zonden terwijl zij nog op aarde
zijn. Ik wil niet dat zij ook hier komen.
Jezus
: Zij hebben predikers, leraars, oudsten die allen het Evangelie bedienen. Die
vertellen het hun. Zij kunnen ook profijt trekken van de moderne
communicatiesystemen, ook zijn er vele andere mogelijkheden om van Mij te
leren. Ik heb arbeiders naar hen gezonden, opdat zij zullen geloven en gered
worden. Als zij niet willen geloven wanneer zij het Evangelie horen, dan zullen
zij zich ook niet laten overreden door iemand die uit de dood verrezen is.
Hierop werd de man erg kwaad en begon te vloeken. Godslasterlijke
woorden kwamen uit zijn mond. Ik keek toe in afgrijzen als de vlammen omhoog
rezen en zijn dood, rottend vlees begon te branden en van hem af te vallen.
Binnenin deze dode verloren man zag ik zijn ziel, die eruit zag als een
vuilgrijze mist, en die zijn geraamte vanbinnen vulde.
Mary K. (tot Jezus) : Heer, wat
verschrikkelijk !
Jezus
: De hel is realiteit, en het oordeel is ook realiteit. Ik heb ze zo lief, Mijn
kind. Dit is slechts het begin van de vreselijke dingen die Ik je moet tonen.
Er komt nog veel meer. Vertel de wereld, voor Mij, dat de hel bestaat, dat
mannen en vrouwen zich moeten bekeren van hun zonden. Kom, volg Mij. Wij moeten
verder gaan.
2b. Het linkerbeen van de hel In de volgende put was een tenger gebouwde vrouw die een jaar of tachtig
leek. Ik kan niet zeggen hoe ik haar leeftijd wist, maar ik wist het. Het vlees
was door de aanhoudende vlam verwijderd van haar gebeente en alleen de
beenderen waren er nog en een ziel vanbinnen als een vuile mist. Ik keek toe
terwijl zij brandde in het vuur. Ik zag alleen beenderen en de wormen die
daarbinnen kropen, die het vuur niet kon verbranden.
Mary K.
(wenend) : Heer, wat vreselijk ! Ik weet niet of ik wel door kan gaan, dit is
een ongelofelijke gruwel.
Zo ver als mijn ogen konden zien waren zielen aan het branden in putten
vol vuur.
Jezus
: Mijn kind, daarom ben je hier. Je moet eerst de waarheid weten en dan de
waarheid vertellen over de hel. De hemel is realiteit! De hel is realiteit!
Kom, wij moeten verder gaan.
Ik keek om naar de vrouw. Haar geschrei klonk zo bedroefd. Terwijl ik
naar haar keek vouwde zij haar knokige handen samen, als in gebed. Ik moest wenen.
Ik wist dat de mensen in de hel ook al deze dingen voelden. Jezus kende mijn
gedachten.
Jezus :
Ja kind, dat doen ze ook. Wanneer mensen in de hel komen, hebben ze nog
dezelfde gevoelens en gedachten als toen zij op aarde waren. Zij herinneren
zich hun gezinnen en vrienden. Al de tijd op aarde hadden zij de kans om zich
te bekeren, maar zij hebben geweigerd. Zij blijven zich alles herinneren.
Hadden zij het Evangelie maar geloofd, en berouw getoond voor het te laat was.
Ik keek nog eens naar de oude vrouw, en deze keer merkte ik op dat zij
maar één been had, en het was alsof er gaten in haar heupgewrichten waren
geboord.
Mary K.
: Wat zijn dat Jezus?
Jezus
: Kind, toen zij op aarde was, had zij kanker en veel pijn. Zij werd geopereerd
om haar leven te redden. Zij lag vele jaren ziek, een bittere oude vrouw. Velen
van Mijn mensen kwamen om voor haar te bidden en haar vertellen dat Ik haar kon
genezen. Zij zei: "God deed me dit aan" en zij wilde zich niet
bekeren en het Evangelie geloven. Eens kende zij Mij, maar door de tijd heen
begon zij Mij te haten. Zij zei dat ze God niet nodig had en niet wilde dat ik haar
genas. Toch pleitte Ik bij haar, want Ik wilde haar nog altijd helpen, Ik wilde
haar genezen en zegenen. Zij keerde Mij de rug toe en vervloekte Mij. Zij zei
dat ze Mij niet wilde. Mijn Geest bleef pleiten bij haar. Zelfs nadat ze Mij de
rug had toegekeerd, probeerde Ik haar tot Mij te trekken door Mijn Geest, maar
ze wilde niet luisteren. Tenslotte stierf zij en kwam hier.
Vrouw (onder
diepe snikken) : Heer Jezus, vergeef mij nu, alstublieft. Het spijt mij dat ik
geen berouw had toen ik op aarde was. Had ik me maar bekeerd voordat het te
laat was! Heer, help me hieruit. Ik zal U dienen, ik zal goed zijn. Heb ik nog
niet genoeg geleden ? Waarom wachtte ik tot het te laat was? O, waarom heb ik
gewacht totdat Uw Geest ophield met het worstelen om mijn ziel ?
Jezus
: U kreeg kans na kans om u te bekeren en Mij te dienen.
Droefheid was op Jezus gelaat, toen wij doorliepen. Terwijl ik de oude
vrouw hoorde roepen, vroeg ik: Heer, wat komt er nu? Overal om mij heen voelde
ik vrees. Overal was er kommer, kreten van pijn en een sfeer vervuld van de
dood. Jezus en ik gingen met droefheid en medelijden naar de volgende put.
Slechts door Zijn kracht kon ik verder gaan. Ik nog steeds op geruime afstand de
kreten van berouw horen en het pleiten om vergiffenis van de oude vrouw. Was er
maar iets wat ik kon doen om haar te helpen, dacht ik. Zondaar, wacht alstublieft niet totdat Gods Geest ophoudt met u te
worstelen om uw ziel. In de volgende put zat een vrouw op haar knieën, alsof
zij iets aan het zoeken was. Haar skeletvorm was vol gaten. Haar beenderen
waren duidelijk te zien en haar verscheurde jurk was aan het branden. Haar
hoofd was kaal en er waren slechts gaten waar haar ogen en neus vroeger stonden.
Een klein vuur brandde om haar voeten heen, terwijl zij knielde, en zij klauwde
zich vast aan de kanten van de zwavelput. Het vuur hing aan haar handen, en
dood vlees bleef van haar afvallen terwijl zij haar nagels ingroef.
Vrouw
(onder geweldige snikken die haar deden schudden) : O Heer, o Heer, Ik wil
eruit.
Terwijl wij toekeken had zij zich eindelijk naar de opening van de put
geklauwd met haar handen en voeten. Ik dacht dat zij eruit zou gaan toen een
grote demon met grote vleugels die bovenaan gebroken leken, en langs zijn
zijden hingen, naar haar toe kwam rennen. Zijn kleur was bruinachtig-zwart, en
hij had haar over heel zijn grote vorm. Zijn ogen waren heel diep in zijn hoofd
gezet, en hij was zo ongeveer de grootte van een grote grijze beer. De demon
rende naar de vrouw en duwde haar heel hard achterover de put en het vuur in.
Ik keek toe in afgrijzen toen zij viel. Ik had zon medelijden met haar. Ik
wilde haar in mijn armen nemen en vasthouden, en God vragen haar te genezen en
hiervandaan te halen.
Jezus (mijn
gedachten lezend) : Mijn kind, het oordeel is vastgesteld. God heeft gesproken.
Reeds toen zij een kind was riep Ik haar telkens weer om zich te bekeren en Mij
te dienen. Toen zij zestien jaar was, kwam Ik naar haar toe en zei: "Ik
heb je lief. Geef je leven aan Mij en kom, volg Mij, want Ik heb je geroepen
voor een speciaal doel". Haar hele leven riep Ik haar, maar zij wilde niet
luisteren. Zij zei: Eens op een dag zal ik U dienen. Ik heb nu geen tijd voor
U. Geen tijd, geen tijd, ik wil mijn leven van plezier. Geen tijd, geen tijd om
U te dienen, Jezus. Morgen zal ik het doen. Maar morgen is nooit gekomen,
want zij heeft te lang gewacht.
Vrouw
(huilend): Mijn ziel wordt werkelijk gefolterd. Er is geen mogelijk om hier uit
te komen. Ik weet dat ik de wereld wilde in plaats van U, Heer. Ik wilde rijkdom,
roem en geluk, en ik kreeg het. Ik was mijn eigen baas. Ik was de knapste,
meest goedgeklede vrouw van mijn tijd. En ik was rijk, had roem en voorspoed,
maar ik ontdekte dat ik die dingen niet met me mee kon nemen in de dood. O
Heer, de hel is verschrikkelijk. Ik heb dag noch nacht rust. Ik heb altijd pijn
en martelingen. Help mij Heer. (verlangend naar Jezus kijkend) Mijn lieve Heer,
had ik maar naar U geluisterd ! Ik zal voor altijd berouw hebben dat ik het
niet deed. Ik was zo van plan U eens te zullen dienen - wanneer ik er klaar
voor was. Ik dacht dat U er altijd voor mij zou zijn. Maar wat heb ik mij
vergist ! Ik was één van de meest gezochte vrouwen van mijn tijd, door mijn
schoonheid. Ik wist dat God mij tot bekering riep. Heel mijn leven trok Hij mij
met koorden van liefde, en ik dacht dat ik God kon gebruiken, zoals ik ieder
ander gebruikte. Hij zou er altijd wel zijn. O ja, ik gebruikte God ! Hij
probeerde zo hard om mij zover te krijgen dat Ik Hem ging dienen, terwijl ik al
die tijd dacht dat Ik Hem niet nodig had. Wat een vergissing ! Want $atan begon
mij te gebruiken en ik begon meer en meer $atan te dienen. Tenslotte had ik hem
meer lief dan God. Ik hield ervan te zondigen en wilde me niet tot God keren. $atan
gebruikte mijn schoonheid en mijn geld, en al mijn gedachten draaiden om
hoeveel macht hij mij zou geven. Zelfs toen bleef God mij roepen. Maar ik
dacht: ik heb morgen of overmorgen. Toen, op een dag, terwijl ik in een auto
zat, reed mijn chauffeur op een huis in en ik werd gedood. Heer alstublieft,
laat mij eruit.
Terwijl zij sprak strekte zij haar knokige handen en armen uit naar
Jezus terwijl zij brandde in de vlammen.
Jezus
: Het oordeel is vastgesteld.
Tranen liepen langs Zijn wangen toen wij naar de volgende put gingen. Ik
weende vanbinnen over de verschrikkingen van de hel.
Mary K. :
Lieve Heer, de folteringen zijn zo echt. Als een ziel hier binnenkomt, is er
geen hoop meer, geen leven, geen liefde. De Hel is te werkelijk.
Geen uitkomst, dacht ik. Zij moet voor altijd in deze vlammen branden.
Jezus
: We hebben niet veel tijd meer. We zullen morgen teruggaan.
Als u in zonde leeft, bekeer
u, alstublieft. Als u God uw rug hebt toegekeerd, heb berouw
en keer nu terug tot Hem. Leef een goed leven, en verdedig de waarheid. Word
wakker, voor het te laat is, en dan kunt u voor eeuwig samen met de Heer in de
hemel zijn.
Jezus
: De hel heeft een lichaam. (zoals een menselijke vorm) Het lichaam ligt op
zijn rug in het centrum van de aarde. De hel is dus gevormd als een menselijk
lichaam - buitengewoon groot en uitgestrekt, met vele folterkamers.
Denk eraan dat je de mensen op aarde vertelt dat de hel werkelijk bestaat. Er
zijn miljoenen verloren zielen in de hel en iedere dag komen er nieuwe zielen
bij. Op de grote oordeelsdag zullen de dood en de hel in de poel van vuur
geworpen worden; dat zal de tweede dood zijn.
3a. Het rechterbeen van de hel Ik was niet in staat om te slapen of te eten sinds ik
de nacht ervoor in de hel was geweest. Elke nacht in de hel beleefde ik de
volgende dag opnieuw. Wanneer ik mijn ogen sloot kon ik niets zien dan de hel.
Mijn oren konden het gegil van de verdoemden niet buitensluiten. Alsof ik een
televisieprogramma zag, beleefde ik steeds weer al de dingen waarvan ik in de
hel getuige was geweest. Elke nacht was ik in de hel, en elke dag worstelde ik
om precies de juiste woorden te vinden waarmee ik de wereld over deze
afschrikwekkende plaats kon vertellen.
Jezus
: Vannacht gaan wij het rechterbeen van de hel binnen, Mijn kind. Wees niet
bang, want Ik heb je lief en Ik ben met je.
Het gelaat van de Heer was smartelijk, en Zijn ogen waren vol grote
tederheid en diepe liefde. Niettegenstaande dat degenen die in de hel waren
voor altijd waren verloren, wist ik dat Hij ze nog altijd liefhad en lief zou
hebben tot in alle eeuwigheid.
Jezus
: Mijn kind, God, onze Vader, gaf elk van ons een wil opdat wij konden kiezen
wie wij wilden dienen, Hem of $atan. Weet je, God maakte de hel niet voor Zijn
volk. $atan bedriegt velen zodat ze hem volgen, maar de hel was gemaakt voor $atan
en zijn engelen. Het is niet Mijn noch Mijn Vaders verlangen dat iemand
verloren gaat.
Tranen van bewogenheid en medelijden liepen langs Jezus wangen.
Jezus :
Onthou Mijn woorden in de komende dagen als Ik je de hel laat zien: Ik heb
alle macht in hemel en op aarde. Er zullen tijden komen dat je denkt dat Ik je
verlaten heb, maar dat is niet zo. Ook zullen we soms gezien worden door de
boze machten en de verloren zielen, terwijl we op andere tijden niet gezien
worden. Wees gerust en vrees niet om Mij te volgen, ongeacht waar we heen gaan.
Wij vervolgden samen onze weg. Ik ging al schreiende vlak achter Hem
aan. Ik had reeds dagenlang gehuild en kon de tegenwoordigheid van de hel die
mij altijd voor ogen was niet afschudden. Ik huilde het meest vanbinnen. Mijn
geest was erg bedroefd. Wij kwamen aan bij het rechterbeen van de hel. Ik zag dat
wij op een voetpad stapten dat droog en verpulverd was. Gegil vulde de vuile
lucht en de stank van de dood was overal. De geur was soms zo weerzinwekkend
dat ik er misselijk van werd. Er was overal duisternis, het enige licht dat er
was kwam uit Jezus, en dan waren er nog de zwavelputten, die verstrooid lagen
over het landschap tot waar ik kon zien. Opeens gingen allerlei soorten demonen
ons voorbij. Duiveltjes gromden tegen ons als zij voorbij gingen. Demonische
geesten in alle maten en vormen praatten met elkaar. Voor ons uit ging een
grote demon die bevelen gaf aan kleine demonen. Wij stonden stil om te
luisteren.
Jezus
: Er is ook een onzichtbaar leger van kwade machten die wij hier niet zien -
demonen zoals boze ziektemachten.
Grote demon
(tegen de kleinere duivels en duiveltjes) : Ga ! Doe veel slechte daden.
Verdeel huisgezinnen en vernietig families. Verleid zwakke christenen en geef verkeerde
aanwijzingen en misleid zovelen als je kan. Jullie ontvangen je loon, wanneer
je terugkomt. Denk eraan dat jullie voorzichtig moeten zijn tegenover degenen
die Jezus hebben aangenomen als hun Verlosser. Zij hebben de macht om jullie
uit te werpen. Verspreid jullie nu over de hele aarde. Ik heb daar al heel veel
anderen en heb er nog meer om uit te zenden. Onthou het, wij zijn dienaars van
de prins der duisternis en van de machthebbers in de lucht.
Na die woorden begonnen de boze gedaanten op en uit de hel te vliegen.
Deuren bovenin het rechterbeen van de hel openden en sloten zich heel snel om
hen uit te laten. Sommigen gingen ook omhoog in de trechter waardoor we gekomen
waren en er weer uit. Ik zal proberen te beschrijven hoe deze boze wezens eruit
zagen. Die ene die sprak was erg groot, ongeveer de grootte van een grizzly
beer, bruin van kleur met een hoofd als een vleermuis, en ogen die heel diep in
zijn harig gezicht stonden. Harige armen hingen langs zijn zijden en slagtanden
staken uit het haar op zijn gezicht. Een ander had de grootte van een aap met
heel lange armen en haar over zijn hele lichaam. Zijn gezicht was klein en hij
had een puntige neus. Ik kon nergens ogen bij hem ontdekken. Weer een ander had
een groot hoofd, grote oren en een lange staart; en dan was er één die zo groot
was als een paard en een gladde huid had. De aanblik van deze demonen en boze
geesten, en de vreselijke geur die van hen uitging maakten mij erg misselijk.
Overal waar ik keek waren demonen en duivels. De grootste van deze demonen,
vertelde de Heer mij, kregen hun bevelen regelrecht van $atan. Jezus en ik
liepen verder op het voetpad tot we weer bij een put kwamen. Kreten van pijn,
onvergetelijke, smartelijke geluiden kon men overal horen. Mijn Heer, dacht ik,
wat zal er nu volgen? Wij liepen vlak langs sommigen van de boze wezens, die
ons blijkbaar niet zagen, en wij stopten bij nog een vuur- en zwavelput. In
deze put was een zwaargebouwde man. Ik hoorde hem het Evangelie prediken. Ik
keek vol verbazing naar Jezus, wachtend op Zijn antwoord, want Hij kende altijd
mijn gedachten.
Jezus :
Terwijl hij op aarde was, was hij een prediker van het Evangelie. Er was een
tijd dat hij de waarheid sprak en Mij diende.
Ik vroeg me af wat deze man in de hel deed. Hij was ongeveer 2 meter
lang, en zijn skelet was van een vuile grijsachtige kleur, zoals een grafsteen.
Delen van zijn kleren hingen nog aan hem. Ik vroeg mij af waarom de vlammen
deze gescheurde en voddige kleren niet verbrand hadden. Brandend vlees hing aan
hem, en zijn schedel scheen in vlammen te zijn. Een afschuwelijke geur ging van
hem uit. Ik lette op de man en zag dat hij zijn handen spreidde alsof hij een
boek vasthield en hij begon schriftgedeelten te lezen uit dit schijnboek. Weer
herinnerde ik mij wat Jezus had gezegd: Je houdt al je zintuigen in de hel, en
ze werken veel intensiever dan voorheen. De man las tekst na tekst, en ik dacht
dat het goed was. Jezus zei tegen de man met grote liefde in Zijn stem:
Jezus
: Zwijg, wees stil.
Onmiddellijk stopte de man met spreken en langzaam wendde hij zijn hoofd
om naar Jezus te kijken. Ik zag de ziel van de man binnenin zijn skeletachtige
vorm.
Man
: Heer, nu wil ik de waarheid prediken aan alle mensen. Nu, Heer, ben ik gereed
om uit te gaan en anderen over deze plaats te vertellen. Ik weet dat ik terwijl
ik op aarde was, niet in een hel geloofde en ook niet in uw wederkomst. Ik
predikte wat de mensen wilden horen en ik comprommiteerde de waarheid tegenover
de mensen in mijn kerk. Ik weet dat ik van niemand hield die van een ander ras
was, of een andere huidskleur had, en ik was er de oorzaak van dat velen van U
afvielen. Ik maakte mijn eigen regels aangaande de hemel en wat betrof goed en
kwaad. Ik weet dat ik velen op een dwaalweg bracht en dat velen struikelden
over Uw heilig Woord. Ook nam ik geld van de armen. Maar Heer, laat mij
hieruit, en ik zal het goede doen. Ik zal geen geld meer van de kerk nemen. Ik
heb me reeds bekeerd. Ik zal mensen van elk ras en elke kleur liefhebben.
Jezus :
U heeft niet alleen het Heilige Woord van God verdraaid en er een valse
voorstelling van gegeven, maar u loog toen u zei dat u de waarheid niet kende.
De genoegens van het leven waren belangrijker voor u dan de waarheid. Ikzelf
bezocht u en trachtte u te bekeren, maar u wilde niet luisteren. U ging uw eigen
weg en het kwaad was uw meester. U kende de waarheid, maar u wilde geen berouw
tonen of tot Mij terugkeren. Ik was er al die tijd. Ik wachtte op u, Ik wilde
dat u zich zou bekeren, maar u deed het niet. En nu is het oordeel gesteld.
Er was erbarmen te lezen op Jezus gezicht. Ik wist dat als de man acht
had geslagen op het roepen van de Verlosser, hij hier nu niet zou zijn. O mensen, alstublieft, luister naar Jezus !
Jezus
: U had de waarheid moeten spreken, dan had u velen tot gerechtigheid gebracht
met Gods Woord, dat zegt dat alle ongelovigen hun deel zullen hebben in de poel
van vuur en zwavel. U kende de weg van het kruis. U kende de weg der
gerechtigheid. U wist hoe de waarheid tegen te spreken, maar $atan vulde uw
hart met leugens, en u ging de weg van de zonde. U had zich in oprechtheid
moeten bekeren, niet gedeeltelijk. Mijn Woord is de waarheid. Het liegt niet.
En nu is het te laat, te laat.
Bij die woorden schudde de man zijn vuist tegen Jezus en vervloekte Hem.
3b. Het rechterbeen van de hel Bedroefd liepen Jezus en ik door naar de volgende put.
De afvallige prediker was nog altijd boos op Jezus en vervloekte Hem. Toen wij
langs de vuurputten liepen, strekten de verlorenen hun handen uit naar Jezus,
en riepen klagend om genade. Hun knokige handen en armen waren grijszwart van
het branden - er was geen levend vlees of bloed, geen organen, alleen de dood
en doodsheid. Binnenin mij weende ik: O aarde, heb berouw over uw zonden. Als u zich niet bekeert, komt u hier. Stop
met zondigen, voor het te laat is. Wij stonden weer stil bij een put. Ik
had zon medelijden met al die mensen, en voelde zon grote droefheid dat ik
lichamelijk zwak was en bijna niet kon blijven staan. Mijn lichaam schokte van
het snikken.
Mary K.
: Jezus, ik heb zon pijn vanbinnen.
Vanuit de put sprak de stem van een vrouw tegen Jezus. Zij stond
middenin de vlammen, die haar hele lichaam overdekten. Haar gebeente was vol
wormen en dood vlees. Terwijl de vlammen oplaaiden om haar heen, stak zij haar
handen uit naar Jezus.
Vrouw
(huilend) : Laat mij eruit. Ik zal U nu mijn hart geven, Jezus. Ik zal anderen
vertellen over Uw vergiffenis. Ik zal voor U getuigen, Ik smeek U, alstublieft,
laat mij hieruit !
Jezus (tot
Mary K.) : Mijn Woord is de waarheid, en het verkondigt dat allen berouw moeten
tonen, zich van hun zonden moeten bekeren en Mij vragen in hun leven te komen,
als zij willen ontkomen aan deze plaats. Er is vergeving van zonden door Mijn
bloed. Ik ben getrouw en rechtvaardig en zal allen vergeven die tot Mij komen.
Ik zal hen niet afwijzen.
Hij keerde Zich om en keek naar de vrouw.
Jezus
(tot vrouw) : Als u naar Mij had geluisterd, tot Mij was gekomen en u bekeerd
had, had Ik u vergeving geschonken.
Vrouw :
Heer, is er geen manier om hieruit te komen?
Jezus
(zacht sprekend tot de vrouw) : Vrouw, u kreeg vele gelegenheden om u te
bekeren, maar u verhardde uw hart en weigerde u te bekeren. En u kende Mijn
Woord dat zegt dat alle hoereerders hun deel in de poel des vuurs zullen
hebben. (tot Mary K.) : Deze vrouw had zondige affaires met vele mannen, en zij
veroorzaakte vele gebroken huwelijken. Toch, door dit alles heen, had Ik haar
nog lief. Ik kwam tot haar, niet met veroordeling, maar met behoudenis. Ik zond
haar velen van Mijn dienaren, opdat zij zich zou bekeren van haar boze weg,
maar zij wilde niet. Toen zij een jonge vrouw was, riep Ik haar, maar zij bleef
het kwade doen. Zij deed vele verkeerde daden, toch zou Ik haar vergeven
hebben, als zij tot Mij was gekomen. $atan kwam binnen bij haar, en zij werd
bitter en wilde anderen niet vergeven. Zij ging alleen naar de kerk om mannen
te krijgen. Zij vond ze en verleidde ze. Was zij maar tot Mij gekomen dan waren
al haar zonden weggewassen door Mijn bloed. Een deel van haar wilde Mij dienen,
maar men kan niet samen God en $atan dienen. Elk mens moet kiezen wie hij wil
dienen.
Mary K.
(wenend) : Heer, geef mij de kracht om door te gaan.
Ik beefde van mijn hoofd tot mijn voeten door de verschrikkingen van de
hel.
Jezus
(tot Mary K. ) : Vrede zij met u, wees stil.
Mary K.
: Help mij, Heer. $atan wil niet dat wij de waarheid weten over de hel. In mijn
wildste dromen heb ik nooit kunnen denken dat de hel zo zou zijn. Lieve Jezus,
wanneer zal hier een eind aan komen ?
Jezus
: Mijn kind, alleen de Vader weet wanneer het einde zal komen. Vrede, wees stil.
Toen kwam er een grote kracht over mij. Jezus en ik bleven verder gaan
langs de putten. Ik wilde iedere persoon die we voorbij gingen wel uit het vuur
trekken en vlug aan de voeten van Jezus brengen. Vanbinnen treurde ik. Ik dacht
bij mezelf : ik wil niet dat mijn kinderen hier ooit komen.
Jezus
(rustig) : Mijn kind, wij zullen nu naar je huis gaan. Morgennacht keren we
terug naar dit deel van de hel.
Toen ik weer thuis was, weende ik onophoudelijk. Gedurende de dag
herleefde ik de hel en de afgrijselijke toestand van al die mensen daar. Ik
vertelde iedereen die ik ontmoette overdag over de hel. Ik zei hun dat de pijn
van de hel onbeschrijfelijk was. U, die dit boek leest, smeek ik: alstublieft, bekeer u van uw zonden. Roep Jezus aan en vraag Hem u te redden.
Roep Hem vandaag aan. Wacht niet tot
morgen. Er is misschien geen morgen voor u. Er is nog weinig tijd. Val op
uw knieën en word gezuiverd van uw zonden. Wees goed voor elkaar. Terwille van
Jezus, wees vriendelijk en vergevensgezind tegenover elkaar. Als u kwaad bent
op iemand, vergeef hem. Geen enkele ruzie is het waard om voor naar de hel te
gaan. Wees vergevensgezind, zoals Christus ons onze zonden vergeeft. Jezus is
in staat om ons te bewaren als wij een berouwvol hart hebben en zal ons met
Zijn bloed reinigen van alle zonden. Heb uw kinderen lief, en heb uw naaste
lief als uzelf.
4a. Meer putten
De volgende nacht gingen Jezus en ik nogmaals het rechterbeen van de hel
binnen. Net als de vorige keren zag ik Jezus liefde voor de verloren zielen.
En ik voelde Zijn liefde voor mij en voor allen die op aarde waren.
Jezus
: Kind, het is niet de Vaders wil dat iemand verloren gaat. $atan bedriegt
velen, en zij volgen hem. Maar bij God is er vergeving. Hij is een God van
liefde. Als deze verlorenen werkelijk tot de Vader waren gekomen en berouw
hadden getoond, dan zou Hij ze vergeven hebben.
Grote tederheid kwam over Jezus gelaat terwijl Hij sprak. Terug liepen
wij tussen de vlammende putten en langs mensen die martelingen ondergingen.
Mijn God, mijn God, zon verschrikkingen! dacht ik. Wij bleven maar doorlopen
en kwamen langs heel veel zielen die brandden. Overal langs het voetpad
strekten brandende handen zich uit naar Jezus. Het waren alleen botten die
vlees hadden moeten zijn - een grijsachtige massa met brandend en ontbindend
vlees dat in flarden neerhing. Binnenin elke skeletvorm was een vuilgrijze
nevelige ziel, voor altijd gevangen binnenin een uitgedroogd geraamte. Ik kon
aan hun gehuil horen dat zij het vuur, de wormen, de pijn en de hopeloosheid van
hun toestand voelden. En hun geklaag vulde mijn ziel met een danige pijn, dat
ik het niet kan beschrijven. Hadden ze maar geluisterd, dacht ik, dan zouden ze
hier niet zijn. Ik wist dat de verlorenen in de hel al hun zintuigen hadden.
Zij herinnerden zich alles wat hun ooit was verteld. Zij wisten dat zij niet
aan de vlammen konden ontkomen en dat zij voor altijd verloren waren. Maar
niettegenstaande hun gebrek aan hoop, riepen ze toch tot Jezus om genade. Wij
stopten bij de volgende put. Die was precies zoals al die andere putten.
Daarbinnen was de vorm van een vrouw. Ik wist het pas toen ik haar stem hoorde.
Zij schreeuwde het uit en vroeg Jezus om bevrijding van de vlammen. Jezus keek
met liefde naar de vrouw.
Jezus
: Terwijl u op aarde was, riep Ik u om tot Mij te komen. Ik pleitte bij u om
alles met Mij in orde te maken voordat het te laat was. Ik bezocht u vele malen
midden in de nacht om u te vertellen over Mijn liefde. Ik probeerde u over te
halen en trok u tot Mij door Mijn Geest. Ja Heer, zei u: Ik zal U volgen.
Met uw lippen zei u dat u Mij liefhad, maar uw hart meende het niet. Ik wist
waar uw hart was. Dikwijls zond Ik Mijn boodschappers naar u toe om u te
vertellen dat u zich moest bekeren, en tot Mij komen, maar u wilde niet naar
Mij luisteren. Ik wilde u gebruiken om anderen te bedienen, en helpen Mij te
vinden, maar u wilde niet naar Mij luisteren en tot berouw van uw zonden komen.
Vrouw
: U weet nog, Heer, dat ik naar de kerk ging en een goede vrouw was. Ik was lid
van Uw kerk. Ik wist dat Uw oproep, mijn leven was. Ik wist dat ik die roeping kost
wat kost moest volgen, en dat deed ik.
Jezus
: Vrouw, u bent nog altijd vol leugens en zonde. Ik riep u, maar u wilde niet
naar Mij luisteren ! Het is waar, u was lid van een kerk, maar dat brengt u
niet in de hemel. U had veel zonden, en u bekeerde zich niet. U was de schuld
dat anderen struikelden bij het horen van Mijn Woord. U wilde anderen niet
vergeven, wanneer zij u pijn deden. U deed alsof u Mij liefhad en Mij diende
wanneer u bij christenen was, maar u loog, bedroog en stal wanneer er geen
christenen in uw omgeving waren. U luisterde naar misleidende geesten en genoot
van uw dubbel leven. U kende de rechte smalle weg. Bovendien sprak u met twee tongen.
U sprak kwaad over uw broeders en zusters in Christus. U veroordeelde hen en
dacht dat u heiliger was dan zij, terwijl er bij uzelf grote zonde in uw hart
was. Ik weet dat U niet naar Mijn liefdevolle Geest van barmhartigheid wilde luisteren.
U oordeelde naar de buitenkant van een persoon, zonder rekening te houden met
het feit dat velen kinderen in het geloof waren. U was erg hard. U zei dat u
Mij liefhad, maar uw hart was ver van Mij. U kende de wegen van de Heer. U
speelde met God, maar God weet alle dingen. Als u God oprecht had gediend, zou
u hier vandaag niet zijn. U kunt niet $atan en God tesamen dienen.
Jezus (tot
Mary K.) : In de laatste dagen zullen er velen afvallen van het geloof, doordat
zij dwaalgeesten volgen en de zonde dienen. Ga weg uit hun midden, en breek met
hen. Volg niet dezelfde weg als zij.
Toen wij weggingen, begon de vrouw Jezus te verwensen en te vervloeken.
Zij gilde en huilde van woede. Wij wandelden door. Ik voelde me zo zwak in mijn
lichaam. In de volgende put was er ook de vorm van een geraamte. Ik rook de
geur van de dood zelfs voordat wij er aankwamen. Dit skelet zag er net uit zoals
de anderen. Ik vroeg mij af wat deze ziel gedaan had. Of ze verloren, zonder
hoop en zonder toekomst was. Hel is voor eeuwig. Als ik het huilen van de
gefolterde zielen hoorde, huilde ik ook. Ik luisterde, toen een vrouw vanuit de
vlammen van de put tot Jezus sprak. Zij haalde het Woord van God aan.
Mary K.
: Lieve Heer, wat doet zij hier ?Jezus : Luister.
Vrouw
: Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door
Hem. Jezus is het Licht van de wereld. Kom tot Jezus, en Hij zal u redden.
Terwijl zij sprak luisterden vele verloren zielen om haar heen. Sommigen
vervloekten haar. Sommigen zeiden haar ermee te stoppen. Nog weer anderen
zeiden: Is er werkelijk nog hoop?, of Help ons, Jezus. Smartelijk geschreeuw
vulde de lucht. Ik begreep niet wat er gebeurde. Ik wist niet waarom de vrouw
het Evangelie hier predikte. De Heer kende mijn gedachten.
Hij heeft
ons aangekeken. De een na de ander. Telkens bleven zijn ogen even hangen op elk
van onze gezichten. En zoals wij iedere trek rond zijn mond, elke rimpel om
zijn ogen kenden, zo kende Hij die van ons. We kennen elkaar al zo lang. Maar
Hij keek verder. Dieper dan de oppervlakte reikte zijn blik en elk van ons was
alleen met zijn gedachten. Wat denkt Hij ? Hoe zou Hij mij noemen ? Dwaas, verrader,
lafaard, zwakkeling, mislukkeling? En toen Hij de ronde met zijn blik had
gedaan, ontkende Hij de namen die wij onszelf in zijn ogen gegeven hadden niet.
Maar voluit, royaal gemeend zei Hij : Ik hou van je !.
En nu ik me
dit herinner, zou ik het een avond lang, een leven lang willen herhalen :
God zat in zijn kantoor en kijkt naar zijn uurwerk.
God : 'O nee, Daniël zit in de leeuwenkuil en ik heb hem nog niet geholpen. Dit wordt een verrijzenis !'
Hij kijkt vlug op zijn computer en zet zijn scherm scherper. Tot zijn verbazing zit hij de profeet Daniël zitten tussen een 15-tal welpen. Hij zit ermee te spelen, trekt eens aan hun staart, aait ze, laat er op zijn schoot zitten. God valt bijna om van verbazing.
God : 'Daniël, hoe zit het daar ter plaatse ? Moet ik uitrukken ?'
Daniël : 'Dag God, alles OK hier ! Ik heb het op een akkoordje gegooid en ik ben nu babysit.'
God : 'Waar zijn de leeuwen en de leeuwinnen naartoe ?'
Daniël : 'De leeuwinnen zitten op de conferentie 'De opvoeding van de welpen van tegenwoordig' en de leeuwen zijn ribbetjes gaan eten'. Ik heb alles onder controle. Bedankt !
We volgen
een man op reis. Preciezer : op het laatste gedeelte van zijn reis. Het diepte-
en tegelijk hoogtepunt van zijn levensverhaal. Het is een man die het kwaad de
wereld uit wil helpen. Een einde wil maken aan het eeuwige lijden van de mens. Een
man met een verhaal over een koninkrijk dat komt. Met andere begrippen en
nieuwe gebruiken: de laatste wordt de eerste, de heerser een dienaar en de
onderdrukte een vrij mens. Woorden als vuur en ze worden niet begrepen.
Natuurlijk niet. Hij maakt vijanden bij de vleet. Hij spreekt zich zijn eigen
ondergang tegemoet. En zijn vrienden staan erbij en kijken ernaar.
Het laatste
stuk van zijn reis voert hem naar Jerusalem. De wolken pakken zich samen boven
de stad en boven zijn hoofd. Vernedering, lijden, dood. Een verhaal dat lijkt
te eindigen in een zwart gat van wanhoop en mislukking. Lijkt...
En wij ?
Wij gaan met hem mee. Op een afstandje. Omdat we er maar zo weinig van
begrijpen. Wat zoekt hij hier, in de stad van zijn dromen ? En wat zoeken wij
eigenlijk in zijn spoor ? Welk toneelstuk wordt hier opgevoerd ? Als hij er
niet zo ernstig bij had gekeken, hadden we hem tenminste nog uit kunnen lachen,
hem voor gek of tenminste zonderling kunnen houden. Maar het licht dat in zijn
ogen brandt, weerhoudt ons ervan.
We proberen
in woorden en verhalen zijn gezicht te zien. Zijn stem te horen in de stilte
van een kerk en op de bodem van ons hart. Tot we zijn tranen zien, tot zijn
lachen ons verwarmt, tot zijn ontroering de haren op onze armen overeind zet. Tot
zijn lijden onze pijn wordt en zijn verrijzenis onze inspiratie om te leven. Het
is een verhaal dat zich iedere keer opnieuw voltrekt in ons eigen hart en
hoofd.
We vinden
woorden en gebaren, gebruiken en gebeden die de kerk van alle eeuwen heeft
gebruikt om dat verhaal te vertellen. Kleuren en geuren, stilte en opwinding,
licht en donker, een week lang.
Het zijn
Grote Woorden die gebruikt worden : Liefde, Lijden, Vernedering, Troost, Dood,
Verrijzenis. Woorden waarvan we niet verwachten dat we de diepte ervan
voldoende in kaart kunnen brengen. Maar zonder die woorden gaat het ook niet.
Palmzondag
:
Langs de
kant van de weg gestaan.
En uit onze
schoenen kroop de hoop omhoog
op eindelijk.
Nu.
Iemand die
wist
en verstond
wat we hoopten.
Een man
met het
gezicht van God.
Een man op
een ezel.
Een koning
! We roepen
en lachen
erbij.
Een theater
van vrolijkheid.
Carnaval in
de stad.
Een man op
een ezel
met voeten
die bijna over de grond slepen.
Een koning.
Jawel.
En met de
takken van de bomen
zijn we
schaterlachend over de straat gerold.
Hebben onze
buik moeten vasthouden van het lachen.
Zoveel
lachen doet pijn.
Hosanna !
Koning op
een ezel.
In de vrolijkheid van het moment
neemt Hij de lofzang aan.
Voor even geen tweede gedachten
aan naderend onheil
Een wolk van angst.
Kom op,
stenen van de straat,
tegels van
het perron,
doe mee,
schreeuw mee :
hier is de
koning !
Halte :
Maar na
zoveel lachen,
treedt onherroepelijk
een wat
droeve stilte in.
Uitgelachen.
Zoute
sporen op de wangen.
En wat nu ?
De takken
vallen uit onze handen.
We rapen
onze bestofte kleren op
en trekken
ze besmuikt weer aan.
Kijken om
ons heen.
Wat nu ?
In
godsnaam, waar moeten we heen ?
Hij staart
over onze hoofden in de verte,
de glimlach
nog om zijn lippen,
maar de
tranen komen niet meer van het lachen.
Wij kijken
naar wat hij ziet,
zien de
stad door zijn ogen,
lezen het
verdriet in de straten,
de dood in
de stegen,
de wanhoop
uit de ramen.
Einde
van palmzondag :
Het is
feest vandaag
en ook weer
niet.
Tranen van
het lachen,
onbedorven vrolijkheid
en vol plezier
veranderen tot
tranen
van verdriet
over een
inktzwarte dood.
Heen en
weer geslingerd
tussen hoop
Hosanna Hij komt
en vrees
Hij zal toch niet
Jawel. Hij
zal wel.
Halte :
Even nog de
hoop
dat hij van
gedachten
veranderen zal
:
goed dan, Ik
jullie koning
en jullie
doen wat Ik zeg.
Maar nee.
Hij staat
te dralen, slentert weg.
Zonder spoor
van macht,
zonder een
spoor.
Droeve
koning van twaalf clowns.
Een
operetteleger met plastic zwaarden.
Leeg ei,
lege dop.
Hij heeft
ons te kijk gezet en
Hij zal het
weten ook.
Halte :
Hij praat
en wint het
debat.
Hij slaat
en de
profiteurs struikelen weg.
Hij vlamt
en de
argumenten verdampen.
Hij vraagt
en ze
hebben geen antwoord.
Die man
preekt zich nog
Zijn eigen
ondergang.
Zijn
wijsheid ontsluit
de kelders
van de dwaasheid.
Zijn wijzen
op leven
wekt de
dood.
Zijn
woorden van liefde
roepen de
haat.
Hij wint de
discussie,
maar
verliest het krediet.
- Je kunt
ook teveel gelijk hebben -
Hij wint
Zich zijn eigen dood.
Dat
gedram ook altijd
Veel
vrienden had ie niet meer. De groep was uitgedund door zijn striemende stem,
zijn genadeloze analyse van onze lafheid. Ja ja, we wisten het nu wel.
We
verlangden naar de dag dat hij eens gewoon zou gaan doen, net als wij. Met de
gewone droefheid over plannen waarvan je toch wel wist dat ze zouden mislukken;
met gewone idealen die toch nooit werkelijkheid zouden worden. Omdat je weet
dat de werkelijkheid van elke dag toch harder is dan de waarheid.
Dat geen
maat weten. Die totale wereldvreemdheid als het gaat om wat je wel en niet kan
bereiken. Wat ons eerst in stille aanbidding had laten hopen, leven, ademen en
bewegen, begint nu mateloos te irriteren. Ja, nu weten we het wel. Genoeg !
We
schaamden ons ervoor. Geen van ons had de moed om het te zeggen, maar het was
er. Judas was de enige die durfde : Breng die man tot redelijkheid. Laat hem
zien dat je er zo niet komt. Waar je ook wilt komen, zo kom je er niet.
Als de zoenen water waren, zou ik je de zee geven. Als de knuffels bladeren waren, zou ik je een boom geven. Als het leven een planeet was, zou ik je het heelal geven. Als de vriendschap het leven was, zou ik je het mijne geven.