Dit
zijn eenvoudige zinnen. Niet de zinsbouw, maar de wederkerigheid in die zinnen
door enkel de klemtoon te veranderen maakt die zinnen perfect. Bovendien zijn
ze zo subliem in naastenliefde.
Mijn leven is jouw leven.
Betekenis
: Ik richt mijn leven zo, dat jij echt zou LEVEN.
Mijn
leven is jouw leven.
Betekenis
: Jij maakt er je leven van om mij te laten echt LEVEN.
Mijn hoop is jouw hoop.
Betekenis
: Ik hoop en jij hoopt met mij hetzelfde.
Mijn
hoop is jouw hoop.
Betekenis
: Jij hoopt en hoopt met mij hetzelfde.
Mijn liefde is jouw liefde.
Betekenis
: Mijn liefde is jouw liefde te geven.
Mijn
liefde is jouw liefde.
Betekenis
: Jouw liefde smelt samen met mijn liefde.
Mijn geloof is jouw geloof.
Betekenis
: Ik neem jouw geloof over en sterk mijn geloof.
Mijn
geloof is jouw geloof.
Betekenis
: Jij gelooft in mij en sterkt je geloof samen met mijn geloof.
Ik
woon in een rijhuis naast een bouw van 14 kleine appartementjes. Die bouw bestaat
uit een voorhuis en een achterhuis.
Mijn
vader leefde toen nog en we stonden in de tuin. Ik heb niet echt 'groene' vingers
en ik kon raad van mijn pa gebruiken.
Ik
had het al vele keren gehoord, maar mijn vader keek verbaasd. Ze waren in één van die appartementjes, naast de tuin,
ruzie aan het maken. Een man en een vrouw. Het ging er heftig aan toe. De vrouw
kreeg slaag. Ze huilde en tierde... Ze hadden een klein kindje want het was ondertussen
aan het wenen. Ik had het al eerder door. Ik zei mijn vader dat je best niet
tussenbeiden kon komen. In mijn tuin heb ik een grotje. Ik had de stenen gekuist van hun moskleur en had er een mariabeeldje in
gezet. We deden samen een gebedje.
De
situatie naast de deur was na ongeveer 2 weken veranderd. Ik heb het koppel
niet meer horen vechten en volgens mij heeft de vrouw geen klop meer gekregen.
Ik kan niet zeggen dat mijn gebed altijd voor mij werkt, maar het zal zeker wel
in het voordeel van een ander werken. Geloof het maar !
Vele
jaren geleden leefde er in een groot bos een oude bramenplukker. Zijn vader en
moeder lagen al een halve eeuw aan de voet van een beuk begraven, maar dat was
de bramenplukker al lang vergeten. Hij wist niet eens wat het scheefgezakte
kruis eigenlijk wilde zeggen, maar achtte het toch raadzaam, wanneer hij er s nacht
langs moest, een omweg te maken.
Verder woonde er niemand in het bos en daarom dacht de bramenplukker dat hij
alleen was op de wereld. Deze gedachte deed zijn opgewektheid geen schade. Hij
zong luidkeels de vrolijkste liedjes, zonder ophouden, behalve s nachts, want
dan moest hij slapen - dat is een goede reden. Maar verder, verder was er geen
vrolijker mens denkbaar. Zie, zei hij dan s morgens, die zilveren parels op
de bloemen! Voor wie anders liggen al die diamanten over het gras gestrooid dan
voor mij? Wat ben ik rijk! En als hij door het woud liep, zuchtte hij: Wat
een hoge gewelven, wat een ruime portalen, wat een prachtige zuilen! En dat
alles voor één man!
s Middags lag hij op zijn rug naar de wolken te kijken, die de wonderlijkste
figuren voor hem maakten. Zie, sprak hij dan, een beer! En daar een
winterlandschap! Wie heeft er zon zoldering? Ik word er verlegen van! Maar s
avonds was de bramenplukker het vrolijkst. Dan ging hij onder de laurierboom
zitten voor zijn huisje en wachtte gespannen af. Plotseling, als de zon voor
het laatst haar purperen stralen over de heuvels wierp, begon ver in het woud
een fijne hoge stem te jubelen, zo verrukkelijk mooi en toch zo eindeloos
weemoedig, dat de bramenplukker de tranen in de ogen kwamen. Heerlijk,
prachtig! riep hij dan op het einde uit, dank, dank, onbekende zanger! Wat
een muziek! Wat een geluid! Hoe jammer dat ik alleen op de wereld ben!!
Maar dat was hij niet. Op een avond trok een ontdekkingsreiziger door het woud,
duwde de kleine wankele deur open en stond glimlachend voor de bramenplukker. Vriend,
sprak hij, wat eten en een bed, dat is al. Want ik heb honger en ik ben
vermoeid. Versta je me? De bramenplukker zat doodsbleek op zijn stoel en
zweeg. Komaan, hernam de reiziger, hier is een goudstuk. Dat maakt de tong
wat losser. Nu stond de bramenplukker recht. Wezen, sprak hij moeilijk, ik
heb uw goud niet nodig. Daarom zweeg ik niet. Mag ik u eens aanraken? Ga je
gang, sprak de reiziger, die een vrolijk man was. En de bramenplukker raakte
de reiziger aan. Hij kneep in zijn neus, draaide zijn hoofd naar alle kanten,
keek aandachtig in de mond en riep : Net als ik! Net als ik! Alles hetzelfde!
en hij omhelsde hem.
Wat ben jij een onnozelaar, lachte de reiziger, zich losmakend, heb je nog
nooit een mens gezien? Ik ben niet alleen! riep de bramenplukker, in de
handen klappend, ik ben niet alleen! Precies dezelfde benen! en hij danste
rond de tafel. Kom, hernam de reiziger, ik heb honger. Bedwing je een
beetje.
En hij zette zich aan tafel, nam een bord uit zijn reiszak en zette dit met een
veelbetekenende klap voor zich neer. Welnu, zei hij, laat eens wat zien. Ja,
ja! riep de bramenplukker, Net als ik! Juist hetzelfde! En hij danste naar
de provisiekast, haalde brood, worst en ontbijtkoek, en danste met dit alles om
de tafel heen, wel driemaal. Toen ging hij zitten, haalde diep adem en zei: Tast
toe. De reiziger at zwijgend. Bij elke hap die hij deed, riep de bramenplukker
verrukt: Net als ik! Dat was in het begin wat hinderlijk, maar de reiziger
had honger en at glimlachend verder. Daarna keek hij op. Zijn oog viel op het
goudstuk, zoals het daar lag, op de rand van de tafel.
Vriend, sprak hij, waarom wilde je dat goudstuk niet van mij aannemen? Ik
heb het niet nodig, antwoordde de bramenplukker eenvoudig, ik heb diamanten.
Diamanten? herhaalde de reiziger, heb jij diamanten? Hoeveel? Precies weet
ik het niet, sprak de bramenplukker nadenkend, een paar grasvelden vol Zeg
het nog eens? Een paar grasvelden vol, herhaalde de bramenplukker. Dit keer
was het de reiziger, die doodsbleek op zijn stoel zat.
Man, riep hij, je bent schatrijk! Dat zei ik toch al, sprak de
bramenplukker, maar dat is niet alles. Ik heb nog andere dingen. Noem nog
eens wat, kameraad. Ja, hernam de bramenplukker verlegen, er is zo veel. Er
zijn bijvoorbeeld spiegels. Spiegels? vroeg de reiziger geïnteresseerd. Ja,
vervolgde de bramenplukker op dezelfde achteloze toon, een paar duizend, ik
heb ze nooit geteld. Sommigen zijn zo groot dat je een dag nodig hebt om er
omheen te lopen. Ach ja. Een dag nodig om er Vriend, waar liggen al die
schatten? In mijn huis.
Dat moet een paleis zijn! stamelde de reiziger. Het is ook een paleis,
antwoordde de bramenplukker glimlachend, ik heb het zelfs nooit helemaal
bekeken, daarvoor is het te groot. Er zijn zuilengangen waarvan men het eind
niet kan zien. Duizenden slanke kolommen dragen het gewelf. Dat is een lust voor
het oog! Af en toe ontmoet men zelfs nog hogere en wijde portalen. Het gewelf
is daar niet groen, maar lichtblauw met witte vlekken.
Mozaïek dus? vroeg de reiziger ademloos. Ik weet niet wat u bedoelt, sprak
de bramenplukker. De reiziger legde het moeilijke woord uit. O, nee! hernam
de bramenplukker lachend, dat stelt niets voor! Het zou mij vervelen altijd naar
hetzelfde te kijken. Nee, hier bewegen de figuren, zij trekken langzaam en
statig voorbij, ja, zij vormen de wonderlijkste gedaanten: ijsberen,
winterlandschappen, en kabouters met baarden. Zelfs de kleuren veranderen: dan
is het diepblauw, dan lichtgrijs, soms beide. Het is heerlijk om te zien; men
wordt er nooit moe van!
Dat is ongelooflijk! riep de reiziger, ongelooflijk! En dat alles voor één
man. Ben je soms niet eenzaam tussen al die zuilen, galerijen en spiegels?
O nee! sprak de bramenplukker, er is muziek genoeg, van overal en de hele
dag door. Muziek? riep de reiziger, muziek? Kom, bramenplukker, nu maak je
me wat wijs. Nee, echt niet, verzekerde de bramenplukker, de hele dag door
en telkens nieuwe liedjes. Maar s avonds worden de solos gezongen. Daar heb
ik een aparte zanger voor. U moet morgenavond eens luisteren. U blijft toch
vannacht hier slapen?
Nee, antwoordde de reiziger, zijn jas aantrekkend, ik ga onmiddellijk door.
Ik ben ontdekkingsreiziger. Dit is mijn grootste ontdekking. Ik ga het iedereen
vertellen.
Dat moet u doen, sprak de bramenplukker, ik vond het al spijtig dat ik alleen
was om ervan te genieten. Maar blijf toch één nachtje! Dan zal ik u morgen
alles zelf laten zien en kunt u het nog veel beter vertellen.
Nee, sprak de reiziger, tijd is geld! Ik ga onmiddellijk door. Bedankt voor
de ontbijtkoek. Adieu. Hij trok de deur achter zich dicht en verdween in de
nacht. De bramenplukker snelde naar buiten, maar hij zag niets. Wat jammer,
mompelde hij, tijd is geld! En hij had zoveel parels mogen hebben als een mens
kan dragen. Reiziger, reiziger! Kom terug! Maar de reiziger hoorde hem niet. Hij
sprong over sloten en heggen, zwom twee rivieren over, trok een donker woud
door en was in de stad.
Burgemeester, zei hij, ik heb iets belangrijks te melden. Wel, sprak de
burgemeester, Ga maar op het stadhuis staan. En de reiziger ging op het
stadhuis staan. Mensen! riep hij, willen jullie graag parels hebben? Ja!
riepen de mensen. En voelt er iemand wat voor spiegels, zo groot als dit
marktplein? Ja!, riepen de mensen, geef ze maar hier! En is er hier soms
iemand die graag in een paleis wil wonen met groene zuilengangen en plafonds
van beweegbaar mozaïek? Dat klinkt goed! riepen de mensen, waar staat het?
Kom mee! riep de ontdekkingsreiziger, loop achter me aan! We hebben geen
tijd te verliezen!
En zij trokken een donker woud door, zwommen twee rivieren over, sprongen over
sloten en heggen, en waren bij de bramenplukker. Bramenplukker! riep de
reiziger, hier zijn we! Wat aardig! riep de bramenplukker, u laat er geen
gras over groeien, moet ik zeggen. Hemeltje lief, wat hebt u daar veel mensen
bij u! Het zijn er wel een paar duizend! Wat nu? Wij komen de parels halen,
sprak de burgemeester, naar voren tredend, en wij gaan in het paleis wonen
waar de zoldering van beweegbaar mozaïek is en de zuilen van groen smaragd. Wij
komen luisteren naar de muziek en de spiegels moeten we ook hebben. Wel, dat
is heerlijk! riep de bramenplukker, hem omhelzend, ik ben zo blij dat jullie
het ook waarderen! Dat jullie inzien hoe mooi dat alles is! Welkom, welkom! Ontbijtkoek
heb ik niet zoveel, maar wel goed brood en fris water.
Wij moeten geen ontbijtkoek, sprak de burgemeester langzaam, wij willen
parels. Die krijgen jullie! riep de bramenplukker, zoveel als je kunt dragen.
Wacht tot morgen! Kan het niet vanavond? vroeg de burgemeester bezorgd, tijd
is geld! Nee, hernam de bramenplukker hoofdschuddend, nu is het donker. En
in het donker ziet men de parels niet. Maar morgenvroeg zult u eens wat zien!
Gaan jullie nu wat slapen, we hebben alle tijd. Goed, sprak de burgemeester,
slapen, mannen! We hebben alle tijd!
De volgende morgen lagen de velden glinsterend en flikkerend onder de rode
hemel; aan elke grashalm, ook de kleinste, hingen prachtige, zilveren
diamanten, en toen de zon opging, veranderden deze in topazen, smaragden en
blauwe saffieren, stralend van licht, fonkelend van zuiverheid, schitterender
dan aardse juwelen. En daartussen stonden de mensen en spraken over de parels
die zouden gevonden worden. Hele grasvelden vol. Nu nog wachten op de
bramenplukker die moest wakker worden. Zij hielden allen de ogen gevestigd op
de kleine deur.
Eindelijk ging ze open. De bramenplukker kwam naar buiten en keek over de
velden; zijn ogen stonden vol tranen. Jullie treffen het wel, sprak hij
zachtjes. Wat zegt ie? mompelde de burgemeester. Ik zeg: jullie treffen het
wel, hernam de bramenplukker glimlachend, zoveel parels liggen er anders
nooit. Ik zie geen parels, sprak de burgemeester. Zien jullie geen parels?
vroeg de bramenplukker verbaasd. Wij zien niets, riepen de mensen, wij zien
helemaal niets.
De bramenplukker sloeg de handen in elkaar. Wat hebben jullie slechte ogen!
riep hij uit, kijk om je heen! Zie je het niet? Dat is dauw, sprak de
burgemeester boos. Dat dat wist ik niet, stamelde de bramenplukker, ik
dacht Waar zijn de zuilengangen? vroeg de burgemeester kort. Daar,
fluisterde de bramenplukker. Dat zijn bomen, antwoordde de burgemeester, waar
is het mozaïek? Daar, sprak de bramenplukker. De burgemeester keek omhoog
naar de purperen hemel. Dat is lucht, zei hij, gewoon lucht. Waar zijn de
spiegels? De bramenplukker wees in de verte. Dat zijn vijvers, sprak de
burgemeester, Waar is de muziek? De bramenplukker stak de wijsvinger op; de
burgemeester luisterde. Toen richtte hij zich op en sprak met een bittere
glimlach: Dat is een nachtegaal, onnozele! Een simpele nachtegaal! Wij zijn
bedrogen. Wij zijn bedrogen schreeuwden de mensen, wij zijn bedrogen! Maar
ik heb toch precies verteld zoals het is! riep de bramenplukker, ik heb toch
precies Hang hem op! riepen de mensen, hang hem toch op!
Toen s avonds de nachtegaal zijn trillend lied begon, was er niemand om te
luisteren. Want de bramenplukker hing juist een tak lager, dood.
Hoe kan God, die alleen maar goed is, aan iedereen de keuze laten om
goed of slecht te zijn ?
Dames
en heren, mijn naam is God en vanavond nodig Ik jullie uit voor de voorstelling
van het Theater van het Leven ! Dit
zijn de acteurs : de mannen en vrouwen van mijn aardbol. Kijk eens hoe ze van
elkaar houden ! Die daar steekt net de helpende hand uit. En deze hier, wat
heeft die een goede bui ! Ik zeg steeds wat ze moeten doen. Toe maar ! Drie
rondjes draaien en dan wegwezen !
Brrr...
het zou verschrikkelijk zijn als het leven zo in elkaar zat. Stel je voor dat
God al het doen en laten van mensen zou regelen, alsof wij gehoorzame robots
waren. Gelukkig is het niet zo. God houdt hartstochtelijk veel van ons. En Hij
heeft ons geschapen met een prachtige gave : dat we vrij zijn zelf ons leven te
kiezen. Dat risico neemt Hij, omdat Hij ons vertrouwt en vindt dat wij tot het
beste in staat zijn.
En
als het je nu niet lukt om de juiste weg te vinden ? Als je zin hebt om aan de
kant te blijven staan en te kijken wat er gebeurt ? Natuurlijk, we weten niet
veel van de weg; waar de hindernissen zitten, waar de veilige plekken. Maar één
ding is zeker : aan het eind van de weg is er een weerzien met anderen en met
God. Dan kun je toch met een gerust hart op weg gaan ?
Het leven is soms wreed, waarom doet God daar niets aan ?
Aanslagen,
honger, rampen, ongelukken, dood : ze doen pijn in je hart, je lijdt eraan.
Waarom lukt het mensen niet gelukkiger te leven ?
Je
opstandige gevoel wordt door veel mensen gedeeld. Sommigen denken dat dit
bewijst dat God niks doet of zelfs niet bestaat. Anderen denken dat het kwaad
misschien een manier is van God om ons op de proef te stellen. Christenen
geloven daar niks van. Hoe zou God gelukkig kunnen zijn als Hij ons ongelukkig
ziet ?
God
grijpt niet onmiddellijk in om de rampen in de wereld te voorkomen of om te
verhinderen dat mensen elkaar dood maken. Vanaf het begin van de schepping
heeft Hij besloten om mensen vrijheid te geven en verantwoordelijkheid voor hun
eigen daden.
Dat
wil niet zeggen dat God niets doet. Aan mensen die wanhopig zijn, geeft Hij hun
zelfvertrouwen terug, zodat ze weer zin krijgen in het leven en om dingen beter
te maken. Mensen die kwaad hebben gedaan, geeft Hij het verlangen om het anders
te gaan doen. Hij laat hun merken dat Hij hun fouten wil vergeven. Hij roept je
op, jou en al die anderen die de wereld mooier willen maken, om tegen onrecht
te vechten en het lijden te verzachten. God houdt van jouw kijk op het leven en
van de verontwaardiging die je voelt. Hij staat naast je in de strijd om een
betere wereld. Zo werkt Hij, met jou.
Maar
het gevoel van onrecht, de ervaring dat God ver weg lijkt, al die vragen zullen
je je leven lang bezighouden.
Ik word geraakt door een kogel in mijn
zijde. Die ging er doorheen. Bloed vloeit uit de wonde.
Zelfde dag 12.04 in de refter op het
werk :
Zit te eten samen met collegas.
Deze had ik zien aankomen. Ik ren weg van
de granaat. Ontploft. Heel leuk : ik mag de scherven uit mijn benen trekken. t
Kon veel erger zijn. Nog wonden erbij, het bloed trekt lijnen op mijn benen.
Zelfde dag 19.42 thuis :
Telefoon van mijn moeder.
Ik trap op een landmijn. Ik heb de klik
gehoord. Ik ben morsdood. Game over. Ik heb niet eens het einde van de dag
gehaald.
Codesleutel : s morgens bij gebrek aan
gespreksstof beginnen te roddelen s middags kon het niet laten van kritiek
te geven op een ander s avonds ben ik niet echt aan het luisteren.
Zo zijn er toch zoveel dagen in een jaar. Ik
haal nauwelijks een keer levend het einde van de dag. Bij een
computerspelletje heb je veel meer levens ! Ik ben toch zo slecht. Degenen die
denken het beter te doen, liegen ! Je hebt de genade en de vergiffenis van God
meer dan hard nodig. Het zit in daden, woorden en gedachten ! Ga toch naar de
biecht, nu het nog kan ! Bovendien ontvang je in de eucharistie de
geconsacreerde hostie : brood en wijn en Bloed van Jezus. Speciaal omdat je nog
zou blijven leven al die dagen die nog komen !
Ik zag
$atan zijn troepen schouwen. Hij was tevreden, want hij had heel veel groepen samengebracht. Ze gingen
allemaal richting Megiddo, naar de laatste veldslag : Armageddon.
De groepen
mensen die werden aangevoerd waren : groepen van kapitalisme, materialisme,
egoïsme, communisme, marxisme, leninisme, stalinisme, nazisme, fascisme,
terrorisme, boeddhisme, islamisme, soefisme, feminisme, liberalisme, racisme,
socialisme, protestantisme, katholicisme, hindoeïsme, nihilisme, nationalisme,
anarchisme, conservatisme, extremisme... het waren er zoveel dat het een front
vormde van de Ismen. Het waren degenen die de pijlers van Gods barmhartigheid
en liefde, Zijn Kerk, Zijn boodschap hadden onderuitgehaald. Zij wilden zich
niet van hun ismen ontdoen om Gods Koninkrijk binnen te stappen. God had zelfs
zijn eigen Kerk laten instorten om de echte kleine Restkerk van getrouwen over
te houden.
Wat waren
toch velen misleid door hun ismen. Straks zouden ze tot stof herleid worden.
Het zou geweldig zijn als er ooit een dag zou komen waarop we konden zeggen : nu is alle lijden voorbij. Zover is het nog niet. We lijden aan ziektes en aan ouder worden. Mensen die een oorlog meemaken lijden, en ook mensen die een kind verliezen. Veel lijden hoort bij het leven. Maar niet al het lijden is onvermijdelijk. Iedere dag proberen overal op de wereld mannen, vrouwen en kinderen een rechtvaardiger wereld te maken, zodat er minder wordt geleden of het lijden tenminste wordt verlicht. En daarmee brengen zij de wereld van God dichterbij. Marc, ik hoop dat jij er ooit voor zal kiezen om je in te zetten voor een betere wereld. Verlies nooit je vertrouwen en denk aan deze woorden van Jezus : 'Kom bij Mij, jullie die zware lasten dragen.'
Gisteren zat ik
mee aan de feesttafel van een eerste communiekantje. Het feest was dik in orde.
De cadeautjes werden aan het feestvarkentje afgegeven. Het eten was
voortreffelijk en de rest van de familie was in goede doen.
Niettegenstaande
de goede sfeer, was er een film in mijn achterhoofd aan het spelen hoe de
moeilijke tijden die al zoveel keer zijn voorspeld, boodschappen van Jezus en
Maria. Je kunt gewoon niet naast de boodschappen kijken. Iedereen heeft bij
wijze van spreken al een contact met de Hemel gehad. Het schema van de
verwachte gebeurtenissen is heel duidelijk wat er zal gebeuren. Dat dit jaar
2008 het startpunt van alle gebeurtenissen zal zijn is overduidelijk. De
monetaire problemen worden telkens weer in de berichten in Amerika herhaald. Een
immense beurscrash, waarbij alle andere markten zullen volgen en ook alle
beurzen over de aardbol verspreid, is onvermijdelijk.
Men zal het gewone
leventje leiden tot aan de vooravond van de gebeurtenissen. En dan begint het
pas. Geen geld, geen voorraden, veel criminaliteit. Bovendien is er het nieuwe
systeem dat zal ingevoerd worden als de Maitreya zal worden voorgesteld. Je
zult de keuze hebben : ofwel de chip laten inplanten, ofwel verplicht worden om
ondergronds te gaan. Elk zal voor zichzelf moeten kiezen. Dat zal leiden tot
gebroken gezinnen en families, achterdochtige buren enz. Als je op straat komt
zit de kans erin dat ze je oppakken en in kampen steken. Kun je dan nog rustig vieren
met familie ?
Wie is dan je
familie ? Zijn ze bereid alles op te geven om Jezus te volgen en ondergronds te
gaan of te vluchten naar schuiloorden ?
Wat als de ouders
beslissen de kinderen bij zich te houden en ze niet naar schuiloorden te laten
gaan ?
Misschien zijn de
vrienden en familie van vandaag de vijanden van morgen ?
Zal je
uiteindelijk nog bij dezelfde mensen aan tafel zitten om Gods nieuwe wereld te
vieren ?
Je kunt uit het verslag opmaken dat Malcolm en Martin al van kindsbeen tot
aan hun dood sterk van elkaar verschillen.
Malcolm en Martin werden beide op gedisciplineerde en religieuze wijze
opgevoed. Hoewel het geloof bij beide gezinnen centraal stond, was er toch een
groot verschil in de huiselijke sfeer.
Zo kwam huiselijk geweld bij Malcolm thuis zeer regelmatig voor, terwijl ze bij
Martin thuis met praten hun problemen probeerden op te lossen. Er is een duidelijk verschil te merken in hun opvoeding. Dit zal verder een grote invloed hebben op
hun persoonlijkheid.
Terwijl Martin opgroeit in een liefdevol gezin, komt Malcolm na de dood van zijn
ouders te wonen bij verschillende pleeggezinnen die ervoor zorgen dat hij een
haat ontwikkelt naar de wereld toe.
Ze gaan beiden studeren, maar Malcolm houdt uiteindelijk de school toch voor
bekeken.
Intussen ontwikkelt Martin zich tot een intellectueel die scherpe kritiek heeft op de maatschappij, vooral de onrechtvaardigheden die de zwarte bevolking moet ondergaan. Hij verdiept zich
vooral in het geloof en zoekt naar oplossingen voor de maatschappelijke problemen.
Op hetzelfde moment raakt Malcolm in de criminaliteit verzeild. Hij is iemand die zich keer op keer problemen op de hals haalt. Uiteindelijk eindigt hij in de gevangenis. Dit verblijf zorgt voor een grote
ommekeer in Malcolms leven. Hij komt in contact met de leerstellingen van de Nation of Islam (NOI) door een medegevangene. NOI is een militante islamitische groep die stelt dat de meeste Afrikanen moslims waren voor ze gevangen en afgevoerd werden naar Amerika. Ze verkondigen dat alle Afro-Amerikanen zich moeten bekeren om zo terug te keren naar hun gestolen erfgoed. Zij beschouwden zichzelf als een nationalistische groepering die streefden naar een onafhankelijke staat voor zwarten binnen de VS. Malcolm keek op naar Elijah Muhammad, de leider van deze organisatie, en schreef op het einde zelfs dagelijks naar Elijah.
Hier gaat Malcolm zich sterk verdiepen in geloofskwesties, hetgeen wat
Martin al jaren doet. Voor beiden staat nu het geloof centraal. Bij Martin blijft dit het christelijke geloof, maar Malcolm verwerpt zijn
christelijke geloof voor de Islam wanneer hij vrijkomt.
Rond deze tijd wordt hun levensdoel steeds duidelijker. Ze willen beiden van de ondergeschiktheid aan de blanken vanaf. Martins belangrijkste doelstelling is het
verkrijgen van gelijke rechten voor de zwarte bevolking, zodat zwart en blank hand in hand
met elkaar kunnen leven. Malcolm verwerpt die gedachte. Volgens hem valt er met blanken
niet samen te leven. Zij zijn het product van de duivel. Hij wil een eigen stuk land voor de zwarten waar ze gescheiden kunnen leven.
Het geloof dat ze elk aanhangen heeft een grote invloed op de wijze waarop ze hun doel
willen bereiken.
Hoewel ze allebei voor de zwarten strijden, is hun doel en de wijze waarop ze
dat doel willen bereiken, zeer verschillend.
Martin gaat baseert zich op het christelijke gebod van de liefde en de
geweldloosheidsleer van Ghandi.
Malcolm deinst niet terug voor geweld bij het bereiken van zijn doel.
Daarom heeft hij vooral de jonge zwarte bevolking achter zich en mensen uit de arme
ghettos. Martin bereikt vooral de bredere lagen van de bevolking.
Wanneer Malcolm, na spanningen binnen de NOI, de organisatie verlaat, richt hij de Muslim Mosque Inc.op. Toen was hij nog trouw aan de leerstellingen van de NOI. Maar toen hij in contact kwam met verschillende soennitische moslims en zich bekeerde, veranderde hij zijn zienswijze. Hij wordt gematigder
naar de blanken toe en ziet ze niet meer als zijn vijand, want de Islam predikt namelijk raciale gelijkheid. Na zijn bezoek aan Mekka werd Malcolm veel milder. Zodat de verschillen tussen Martin en Malcolm steeds kleiner werden. Hoewel Malcolms geloofsovertuiging nog steeds verschilt, neigt hij steeds meer
naar de opvattingen die Martin al jaren predikt. Hij wilt geen apart land meer
voor de zwarten maar wil net als Martin een samenleving waarin blank en zwart
op gelijke voet met elkaar kunnen samenleven.
Hun toespraken en acties zorgden voor veel veranderingen. De zwarten
werden meer gerespecteerd. In winkels werden de zwarten zelfs met mevrouw of meneer aangesproken. De busboycot die Martin heeft geleid heeft ervoor gezorgd dat de zwarten niet
meer verplicht achter de blanken moesten zitten. De zwarten konden nu ongestraft
voor, en zelfs naast de blanken zitten.
Ook op arbeidsgebied werd minder onderscheid gemaakt tussen blank en zwart,
wat er weer voor zorgde dat het gevoel van eigenwaarde van de zwarte bevolking
toenam. Alcoholproblemen, echtscheidingen
en de misdaad in het algemeen nam af.
Er heerste een geest van kameraadschap en warmte. Dit resulteerde in een grote belangstelling voor het onderwijs waardoor bleek dat de zwarten zich wilden ontwikkelen.
Hoewel Malcolm en Martin uiteindelijk dezelfde doelstelling hadden, is er nooit
sprake van een samenwerking geweest. Was dit wel het geval geweest, dan hadden
ze misschien meer kunnen bereiken dan ze nu hadden bereikt. Er waren bij de aanvang vele verschillen te merken, maar naarmate ze ouder werden waren er veel meer overeenkomsten tussen hen.
Dit zijn twee citaten van hen die hun overeenkomsten het beste konden typeren :
Malcolm X:
I am not a racist. I am against every
form of racism and segregation, every form of racism of discrimination.
I believe in human beings, and that all human beings should be respected as
such, regardless of their color.
Martin L. King:
I have a dream that my four children one day live in a nation where they will
not be judged by the color of their skin, but by the content of their
character.
Hier
volgt de integrale tekst van Martin Luther Kings I have a dream, doelend op
de droom dat op een dag iedereen gelijke rechten zou hebben. Zwart of wit, arm
of rijk. Washington, bij het Lincoln Memorial, 28 augustus 1963
Ik ben blij vandaag bij jullie te zijn op
de dag die de geschiedenis zal in gaan als de grootste demonstratie voor
vrijheid ooit, in ons land. Vijf maal twintig jaar geleden tekende een groot
Amerikaan, in wiens symbolische schaduw wij staan, de Proclamation of
Emancipation. Dit gedenkwaardige decreet werd een groots baken van hoop voor
miljoenen negerslaven die waren verschroeid in de vlammen van een verwelkend
onrecht. Het was als de vreugdevolle ochtend na de lange nacht van
gevangenschap.
Maar honderd jaar later moeten we het tragische feit onder ogen zien dat de
neger nog steeds niet vrij is. Honderd jaar later wordt het leven van de neger
nog altijd droevig beperkt door de handboeien van rassenscheiding en de ketenen
van discriminatie. Honderd jaar later leeft de neger op een eenzaam eiland van
armoede te midden van een grote oceaan van materiële welvaart.
Honderd jaar later verkommert de neger nog altijd in de uithoeken van de
Amerikaanse maatschappij en bevindt hij zich in ballingschap in zijn eigen
land. Daarom zijn we vandaag hier samengekomen, om een afschuwelijke toestand
te benadrukken. In zekere zin zijn wij naar onze nationale hoofdstad gekomen om
een cheque te innen. Toen de ontwerpers van onze republiek de prachtige woorden
van de Grondwet en de Onafhankelijkheidsverklaring schreven, ondertekenden ze
een promesse waarvan elke Amerikaan erfgenaam zou worden. Deze belofte was een
belofte die alle mensen het onbetwistbare recht zou garanderen op leven,
vrijheid en het najagen van geluk. Het is nu overduidelijk dat Amerika haar
verplichting niet nakomt wat betreft haar gekleurde burgers.
In plaats van deze heilige verplichting na te komen, heeft Amerika de
negerbevolking een waardeloze cheque overhandigd; een cheque die wordt
geretourneerd met de opmerking 'ontoereikende fondsen'. Maar we weigeren te
geloven dat de bank van gerechtigheid failliet is. We weigeren te geloven dat
er ontoereikende fondsen zijn in de grote kluizen van mogelijkheden van dit land.
Dus zijn we gekomen om deze cheque te innen, een cheque die ons na inning de
rijkdom van vrijheid geeft en de veiligheid van gerechtigheid. Wij zijn tevens
naar deze aanbeden plek gekomen om Amerika te herinneren aan de heftige
noodzaak van nu. Er is geen tijd om rustig tot bedaren te komen of de
verdovende drug der geleidelijkheid te slikken.
Nu is het moment om de belofte van democratie na te komen. Nu is het moment om
uit de duistere en dorre vallei van rassenscheiding te trekken naar het
zonovergoten pad van raciale gerechtigheid. Nu is het moment om alle kinderen
van God een kans te geven. Nu is het moment om ons land uit het moeras te
tillen van raciale ongerechtigheid op de solide rots van broederschap. Het zou
fataal voor het land zijn de uiterste noodzaak hiervan over het hoofd te zien
en de vastberadenheid van de neger te onderschatten.
Deze verzengende zomer van de legitieme onvrede van de neger zal niet
voorbijgaan tot er een stimulerend najaar aanbreekt van vrijheid en gelijkheid.
Negentien drieënzestig is geen einde maar een begin. Diegenen die hopen dat de
neger stoom moest afblazen en nu tevreden zal zijn, zal ruw wakker geschud
worden als het land terugkeert naar hoe het vroeger was. Het zal rustig noch
stil in Amerika zijn tot aan de neger zijn burgerrechten zijn verleend. De
wervelwinden van opstand zullen de grondvesten van ons land doen schudden tot
de schitterende dag van gerechtigheid opdoemt. Maar er is iets wat ik mijn
mensen moet zeggen die op de warme drempel staan die ons het paleis van
gerechtigheid binnenleidt.
Tijdens het verkrijgen van onze rechtmatige plaats moeten we ons niet schuldig
maken aan foute daden. We moeten er niet op uit zijn uit dorst voor vrijheid
uit de beker van bitterheid en haat te drinken. We moeten onze strijd voeren
vol waardigheid en discipline. We moeten niet toelaten dat ons creatieve
protest vervalt in lichamelijk geweld. Steeds weer moeten we reiken naar de
majestueuze hoogten waarin lichamelijk geweld wordt tegemoet getreden met de
kracht van de ziel.
De wonderbaarlijke nieuwe strijdlust die de negergemeenschap heeft overspoeld
mag niet leiden tot een wantrouwen van alle blanke mensen, want velen van onze
blanke broeders, zoals blijkt uit hun aanwezigheid hier vandaag, zijn tot het
besef gekomen dat hun lot is verbonden met ons lot en hun vrijheid
onlosmakelijk is verbonden met onze vrijheid. We kunnen niet alleen lopen.
En terwijl we lopen, moeten we de plechtige belofte afleggen dat we door zullen
gaan. We kunnen niet terugkeren. Er zijn mensen die de aanhangers van
burgerrechten vragen: 'Wanneer zijn jullie tevreden?' We kunnen nooit tevreden
zijn zolang de neger het slachtoffer is van onuitsprekelijke gruweldaden door
wangedrag van de politie. We kunnen nooit tevreden zijn zolang onze lichamen,
dodelijk vermoeid van het reizen, geen onderkomen kunnen krijgen in de motels
langs de snelwegen en in de hotels in de steden. We kunnen niet tevreden zijn
zolang de neger alleen maar kan verhuizen van een klein naar een groot getto.
We kunnen nooit tevreden zijn zolang een neger in Mississippi niet kan stemmen
en een neger in New York gelooft dat hij niets heeft om voor te stemmen.
Nee, nee, we zijn niet tevreden en we zullen niet tevreden zijn tot
gerechtigheid en rechtvaardigheid ons deel zullen zijn. Ik ben niet vergeten
dat sommigen van u hier zijn gekomen na grote beproevingen en onheil. Sommigen
van u komen net uit benarde gevangeniscellen. Sommigen van u zijn uit gebieden
gekomen waar uw zoektocht naar vrede u geslagen heeft achtergelaten door vervolging,
en wankelend door wreedheden van de politie. U bent de veteranen geweest van
creatief lijden. Blijf doorgaan in de overtuiging dat onterecht lijden
bevrijdend is. Ga terug naar Mississippi, ga terug naar Alabama, ga terug naar
Zuid-Carolina, ga terug naar Georgia, ga terug naar Louisiana, ga terug naar de
krottenwijken en getto's van onze noordelijke steden, in de wetenschap dat op
de een of andere manier deze situatie kan en zal veranderen. We moeten ons niet
overgeven aan wanhoop.
Ik zeg u vandaag, mijn vrienden, dat ondanks de moeilijkheden en frustraties
van nu, ik nog altijd een droom heb. Het is een droom die ferm geworteld zit in
de Amerikaanse droom. Ik heb een droom dat op een dag dit land zal verrijzen en
zal leven naar de ware betekenis van haar credo: 'Wij beschouwen deze waarheden
als vanzelfsprekend; dat alle mensen gelijk geschapen zijn.'
Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van
vroegere slaven en de zonen van vroegere slavenhouders naast elkaar kunnen
zitten aan de tafel van broederschap.
Ik heb een droom dat op een dag zelfs de staat Mississippi, een woestijnstaat
die verzengt in de hitte van ongerechtigheid en onderdrukking, omgevormd zal
worden in een oase van vrijheid en gerechtigheid.
Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen
leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid maar op
hun karakter.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag de staat Alabama, waar de mond van de
gouverneur op dit ogenblik vol is van woorden als interventie en
nietigverklaring, omgevormd zal worden in een plaats waar kleine zwarte jongens
en zwarte meisjes hand in hand kunnen gaan met kleine blanke jongens en blanke
meisjes en samen kunnen lopen als broeders en zusters.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag elke vallei omhoog zal komen, elke heuvel en
elke berg klein gemaakt zullen worden, de dichtbegroeide plaatsen tot vlakten
zullen worden, en de scheve plaatsen recht zullen worden gemaakt en de glorie
van de Heer onthuld zal worden en al wat van vlees en bloed is dit tezamen zal
zien. Dit is onze hoop. Dit is het geloof waarmee ik naar het zuiden van de
Verenigde Staten terugkeer. Met dit geloof zullen we in staat zijn een
kiezelsteen van hoop te houwen uit de berg van wanhoop. Met dit geloof zullen
we m staat zijn de schetterende wanklanken van ons land om te vormen tot een
prachtige symfonie van broederschap. Met dit geloof zullen we in staat zijn
samen te werken, samen te bidden, samen te vechten, samen naar de gevangenis te
gaan, samen op te komen voor vrijheid in de wetenschap dat wij op een dag vrij
zullen zijn.
Dit zal de dag zijn dat alle kinderen van God met een nieuwe betekenis zullen
kunnen zingen:
'Mijn land, het is van u
Zoet land van vrijheid
Over u zing ik:
Land waar mijn vaders stierven
Land waarop pelgrims trots zijn,
Laat van elke berghelling
Vrijheid klinken.'
En als Amerika een grote natie wil zijn,
dan moet dit waarheid worden. Dus laat vrijheid klinken vanaf de enorme
heuveltoppen van New Hampshire. Laat vrijheid klinken vanaf de machtige bergen
van New York. Laat vrijheid klinken vanaf de hoogten van de Allegheny Mountains
in Pennsylvania! Laat vrijheid klinken vanaf de besneeuwde toppen van de Rocky
Mountains in Colorado! Laat vrijheid klinken vanaf de weelderige pieken van
Californië!
Maar niet alleen dat; laat vrijheid klinken vanaf Stone Mountain in Georgia!
Laat vrijheid klinken vanaf Kaap Lookout in Tennessee! Laat vrijheid klinken
vanaf elke heuvel en molshoop in Mississippi. Vanaf elk berghelling, laat
vrijheid klinken.
Wanneer we vrijheid laten klinken, wanneer we het van uit elk dorp en elk
gehucht van uit elke staat en elke stad laten klinken, zullen we in staat zijn
de dag te bespoedigen waarop alle kinderen van God, zwarte mensen en blanke
mensen, joden en niet-joden, protestanten en katholieken, de handen ineenslaan
en de woorden zingen van de oude gospelsong van de negers:
Eindelijk vrij! Eindelijk vrij! Dank God almachtig, wij zijn eindelijk vrij!
Had hij in zijn jeugdjaren te maken met criminaliteit ?
Doordat Martin opgroeide in een gezin dat tot de goede middenklasse behoorde,
werd King gespaard van de Great Depression. Hij groeide op in een omgeving waar
haast geen armoede en criminaliteit was te bekennen. Martin was een jongen dat
goed studeerde en zich graag bezighield met het geloof. Toch is hij een aantal keer opgepakt, dat was in de tijd toen hij een actieve strijder was. Het schijnt zelfs zo te zijn dat hij dertig keer is opgepakt
wegens deelname in verscheidene activiteiten in de strijd voor vrijheid.
Zo werd hij op een dag in oktober 1960 in een broodjeszaak gearresteerd,maar
hij werd toen niet vervolgd. In plaats daarvan werd hij opgesloten vanwege
een onbeduidende verkeersovertreding. Deze zaak kreeg nationale aandacht en
presidentskandidaat John F. Kennedy slaagde er uiteindelijk in om King vrij te
krijgen.
Organisatie
In de tijd van Martin L. King was er een grote behoefte aan organisaties die opkwamen voor de
zwarten en de onrechtvaardigheid die er toen bestond.
Op 9 en 10 januari 1927, twee maanden na het einde van de Montgomery busboycot
( die zullen we later in het verslag bespreken), vormen meer dan 60 zwarte
dominees die zich inzetten voor gelijkheid in het zuiden, op verzoek van Martin,
The Southern Christian Leadership Conference (SCLC). In februari van dat zelfde
jaar wordt Martin uitgeroepen tot voorzitter van deze organisatie. Deze
organisatie voert enkel actie over het zuiden van de VS.
Maar dit was niet de enige organisatie waarin hij actief was. Zo sloot King
zich aan bij de Raad voor menselijke betrekkingen, na het voorval van de
zaak Reeves.
De zaak Reeves was een zaak waarbij een zestienjarige jongen gearresteerd werd
wegens een beschuldiging van verkrachting op een blanke vrouw. Deze jongen had
onder dwang een bekentenis afgelegd. Na een zaak van zeven jaar werd hij op 28
maart 1958 geëxecuteerd. De zaak Reeves was een typisch voorbeeld van de
partijdigheid van de Zuidelijke Rechtbanken. In de jaren dat hij in de gevangenis
zat werden er verschillende blanke mannen in Alabama van verkrachting
van zwarte meisjes beschuldigd. Blanke mannen werden zelden
gearresteerd en als ze werden gearresteerd stelde de Grand Jury hen snel in
vrijheid. Geen van deze mannen werd ooit berecht.
Martin L. King sloot zich dus aan bij de organisatie van de Raad voor menselijke
betrekkingen van Alabama die bestond uit een groep van gemengde rassen. Deze groep
hield zich bezig met de menselijke betrekkingen in de staat van Alabama en
maakte gebruik van opvoedkundige methoden, wetenschappelijk onderzoek, en het
voeren van acties om haar doel te bereiken. Haar doel was het verkrijgen van
gelijke rechten voor de hele bevolking van de staat van Alabama. Zij stelden als basis dat alle mensen gelijk zijn voor God.
Hoewel de raad in Montgomery geen massa leden had, vervulde deze raad
toch een belangrijke rol. Als enige gemengde rassen groepering, diende
de raad om de noodzakelijke verbindingskanalen tussen blank en gemengde rassen open te houden.
Doordat de raad een communicatiemiddel was voldeed de raad aan de voorwaarde die noodzakelijk was om in het zuiden de verhouding tussen de rassen in betere banen te leiden.
Martin L. King vergeleek de methodes van
zijn organisatie met die van de Klu Klux Klan en die van de Blanke Burgerraden. Hij wees erop dat waar deze organisaties zich inzetten voor het
voortbestaan van onrecht in de gemeenschap, zijn organisatie daarentegen zich inzette voor
het in het leven roepen van rechtvaardigheid in de gemeenschap.
In tegenstelling tot de methodes van de Blanke Burgerraden en de KKK die leiden
tot geweld en wetteloosheid, zal er nooit sprake zijn van bedreigingen en
intimidaties door zijn organisatie.
Zijn vijanden
Martin was vredelievend. Hij zag ook niemand als
zijn potentiële vijand. Hij was ervan overtuigd dat een persoon die haat propageerde, een product
was van haat gericht tegen zichzelf. Toch waren er veel mensen hem als een vijand en bedreiging zagen : de blanke burgers, de politie, de Blanke Burgerraden en de
Klu Klux Klan. Deze probeerden er alles aan te doen om Martin van het
doek af te krijgen.
Zo werd hij ook vaak bedreigd door hen, vooral toen Martin veel aanzien en
aanhang begon te krijgen. Ze begonnen hem ook steeds meer als een
bedreiging te zien. Dus wilden ze hen kost wat kost weg te krijgen.
Zo werd er eens een bomaanslag op zijn huis gepleegd door de
KKK.
Op dat moment was Martin niet thuis, maar op een van zijn wekelijkse
kerkbijeenkomsten.
Zijn vrouw en kinderen waren op dat moment wel thuis, maar gelukkig bleven deze
ongedeerd.
Ondanks al deze bedreigingen en aanslagen, probeerde hij toch hun vriendschap
en begrip te winnen. Hij had geen hekel aan de blanken, want volgens hem waren
er genoeg blanken die net zoals hem gelijkheid nastreefden.
Maar er waren ook zwarten
die hem zagen als vijand. Velen vonden zijn weg van geweldloosheid te flauw, en wilden een hardere aanpak. Dit waren veelal jongere zwarten.
Zo gebeurt een eerste aanslag op Martin zijn leven op 20 september 1958,
tijdens het signeren van zijn net uitgegeven boek Stride Towards Freedom, the
Montgomery story in een warenhuis in Harlem, NY. een zwarte krankzinnige vrouw
is degene die met een briefopener Martins aorta raakt.
Zijn dood
In de loop der jaren werd het steeds duidelijker dat Martin een probleem was
voor de racisten in Amerika. Op 28 maart 1968, leid Martin een demonstratie in
Memphis als steun voor de vuilnismannen die dan al enkele weken het werk stil
hadden gelegd. Wanneer deze vreedzame betoging in puur geweld uitmondt, verlaat
Martin aangedaan Memphis.
Op 3 april keert hij terug in de hoop deze maal de optocht wel in vrede te kunnen leiden.
Ik zal er misschien niet samen met jullie geraken, maar ik wil dat jullie vanavond weten :
Als een volk zullen we wel in het beloofde land eindigen, vertelde hij aan de
massa voor Memphis Masonic Temple.
Op 4 april 1968 maakte een
blanke schutter een einde aan het leven van Martin Luther King. Martin wordt
neergeschoten op de balustrade van een motel in Memphis, vermoedelijk door
James Earl Ray. Enkele uren later zal hij overlijden aan zijn verwondingen in
het St.Joseph ziekenhuis. De moordaanslag gaat als een schokgolf door het hele
land. In vele steden over heel Amerika breken rellen uit, terwijl Martin steeds
geweldloosheid had nagestreefd.
In Atlanta wordt Martin begraven. Zijn lichaam werd naar het graf gebracht op
een wagen getrokken door twee muilezels, als teken van de armoede waartegen
Martin vocht.
Meer dan 150.000 mensen, zwart en blank, liepen met de wagen mee. Miljoenen
anderen volgden het trieste gebeuren op tv. De natie neemt afscheid van één van
de meest invloedrijke personen van de twintigste eeuw.
Op het monument boven zijn graf staan de laatste woorden van zijn bekendste
speech te lezen: Free at last, Free at Last, Thank God Almighty, Im Free at
last.
Uit eerbied werd door de Amerikaanse regering besloten de derde maandag van
januari als nationale feestdag uit te roepen ter ere van Martin Luther King.
Zijn doel
Martin vocht niet alleen voor vrijheid en gelijke rechten van de zwarten, maar
hij streefde ook voor de oprichting van een commissie om de godsdienstige opvoeding nieuw leven in
te blazen.
Een commissie van sociale diensten om de hulpverlening aan de zieken in goede banen
te leiden en te bevorderen.
Een commissie om een studiebeursfonds in het leven te roepen en een culturele
commissie ter aanmoediging van veelbelovende kunstenaars.
Verder probeerde hij ook de wereldwijde armoede te bestrijden en demonstreerde
hij tegen de oorlog tegen Vietnam.
Door onderwijs probeerde hij de persoonlijke levenshouding te veranderen.
Door wetgeving en gerechtelijke uitspraken probeerde hij een gedragslijn te
trekken .
Door onderwijs en opvoeding probeerde hij verandering te brengen in de
innerlijke gevoelens. (vooroordeel, haat enz.)
Door wetgeving en gerechtelijke uitspraken probeerde hij de uitwerking van gevoelens van haat in de wereld te beheersen.
Deze doelstellingen probeerde hij te bereiken door geweldloze acties.
De acties die hij organiseerde haalden meestal de krantenkoppen. Mensen gingen
beseffen wat rassenscheiding eigenlijk was. Hij en andere actievoerders kwamen
vaak in problemen met de politie. Ze werden gearresteerd, geslagen en gevangen
gezet. Het geweld van de politie en de aandacht van de journalisten zorgden
ervoor dat steeds meer mensen zagen wat er aan de hand was. Ook president
Kennedy was het niet eens met al het geweld tegen de zwarten en hun
actievoerders. Hij vond dat er een aantal veranderingen in de wetten
moesten komen.
De bestuurders in het land werden door de verschrikkelijke beelden en Kennedys
invloed, gedwongen de wetten in het land te veranderen. De rassenscheiding in
parken, bibliotheken en andere openbare gebouwen werd afgeschaft.
Ook al waren er bepaalde wetten veranderd, er waren nog steeds dingen die hetzelfde bleven. Zwarten werden bijvoorbeeld nog geregeld bedreigt, daarom organiseerde hij marsen tegen
de angst.
Malcolms doel
In zijn jeugdjaren jaren had Malcolm nooit een doel voor ogen. Hij was boos op de gemeenschap en dacht er verder niet bij na.
Hij gaf de blanken de schuld, want dat was de gemakkelijkste weg. Pas toen hij in de gevangenis kwam werd hem duidelijk waar hij nu precies voor
stond, dit was voor hem de Nation of Islam. Hij heeft nog steeds haatgevoelens naar de blanken toe, maar hij weet het nu te
onderbouwen met geloofskwesties.
Malcolm deinsde niet terug voor geweld en een van zijn
bekendste kreten was dan ook; freedom, by all means necessary. Maar deze
kreet blijft alleen maar een dreigement.
In die tijd moesten de blanken de zwarten de
mogelijkheid geven om een eigen staat op te richten binnen de VS, volgens Malcolm. Na 300 jaar uitbuiting
en gratis arbeid voor blanken is het nu niet meer dan vanzelfsprekend dat
zwarten nu voor de komende jaren gesteund worden. Hij gruwde van de geweldloosheidleer die Martin L. King predikte.
Zwarten hebben volgens hem een principieel recht op zelfverdediging. Passief verzet hebben de blanken verzonnen, zodat ze de zwarten
konden sussen.
Toen Martin L. King in 1963 de mars van Washington organiseerde, was hij eerst een
voorstander.
Hij zag dit als een ongecontroleerde en militante manier om de blanke
staatsmacht te confronteren met de eisen van de zwarte bevolking. Maar toen bleek dat de mars van Washington helemaal georganiseerd
zou verlopen, waarin zelfs werd bepaald wat er gedragen en gezegd werd, was
Malcolm razend. Volgens hem was het een complete overname van de blanken tijdens de zogenaamde
zwarte mars. Hij geloofde niet dat ze zouden overwinnen door te 'zingen'.
De mars van Washington vond precies plaats op 28 augustus 1963, er waren 250 000 mensen, zwart en blank, opgedaagd om door Washington te wandelen. Martin L. King houdt daar zijn beroemde I have a dream speech. Malcolm echter gelooft niet in zijn
speech. Hij zegt woedend : Dromen van wat, als miljoenen zwarten in de nachtmerrie van ghettos wonen'.
Malcolm stond toen bekend als s werelds kwaadste zwarte en zo is hij ook
de geschiedenis ingegaan.
In zijn laatste levensjaar verandert hij in zijn geloofsovertuiging. Hij werd een soennitische moslim. Na zijn bedevaart naar Mekka verandert zijn visie op de zwarte 'revolutie'. Hij wilde niet meer gescheiden leven van de blanken. Hij wil een
samenleving waarin mensen met elkaar samen kunnen leven
op basis van gelijkheid, ongeacht hun huidskleur.
In zijn organisatie van Afro-American Unityriep hij zelfs zowel zwart als
blank op tot de ware religie van de mensheid, namelijk de Islam. Hij
realiseerde zich dat de Islam het antwoord was op de individuele en nationale
problemen zoals racisme. En misschien wel de enige hoop voor Amerika.
Nu was zijn ommekeer zo groot dat hij als doel stelde: Amerika doen de Islam begrijpen. Dit omdat dit die religie volgens hem het
racisme uit de samenleving zou kunnen verwijderen. Het overbrengen van de Islam op
de hele Amerikaanse bevolking was in zijn laatste levenjaar zijn doelstelling.
In de jaren 1800 was er in Amerika veel slavernij. De zwarten werden
verkocht aan de blanken om voor hen te werken.
Ze werden behandeld als dieren en hadden totaal geen rechten. Een ware hel op aarde
dus.
In 1860 zagen sommige mensen in dat dit verkeerd was.
Er kwam een burgeroorlog om de slaven te bevrijden. Nog voor het einde van de
oorlog, in 1863, werd de slavernij afgeschaft door president Lincoln.
Ondanks de afschaffing van de slavernij en de groeiende welvaart, leefden de
blanken en zwarten toch gescheiden. De zwarten werden nog altijd slecht
behandeld en er waren rassendiscriminerende wetten die op gewelddadige manier
werden toegepast.
In de eerste helft van de twintigste eeuw waren er al gelijke rechtenbewegingen
en zwarte vakbonden, maar pas na de tweede wereldoorlog werd de strijd voor
gelijke rechten feller.
Steeds meer zwarten durfden voor hun mening uit te komen. Dit dankzij de
inspirerende en krachtige woorden van twee grote vrijheidsstrijders:
Martin Luther King en Malcolm X.
Hoewel hun aanpak op bijna elk gebied van elkaar verschillend was , wisten
zij zowat de hele zwarte gemeenschap achter zich te krijgen
De jeugdjaren van Martin Luther King:
Hij werd op 15 januari 1929
geboren in Atlanta onder de naam Michael King.
Dit werd later verandert in Martin Luther King jr.
Hij groeide op in een zeer gelovig gezin. Zijn vader was namelijk dominee en
zijn moeder was lerares. Hij kreeg al op jonge leeftijd een zeer sterke interesse
voor het geloof.
Ze hadden het niet slecht thuis. Hij groeide op met een jongere broer en een
oudere zus.
De kinderen konden naar school en hoefden niet te werken.
Martin ondervond zeer snel dat hij anders werd behandeld vanwege zijn donkere
huidskleur.
In Amerika was er toen nog een strenge rassenscheiding, dat hield in dat je als
zwarte andere regels had dan een blanke. Zo moest je in de bus gescheiden van
de blanken zitten.
Toen Martin zes jaar was wilde hij met twee jongetjes spelen die hij aardig
vond.
Dat mocht niet van de ouders van de jongetjes. Zij waren wit en Martin zwart.
De vader van Martin was ook fel gekant tegen de rassenscheiding. Heel zijn leven is
King Sr. zeer actief voorstander geweest op gebied van sociale vernieuwingen en
burgerrechten. Als voorzitter van NAACP (National association for the
Advancement of Colored People) had hij o.a. in Atlanta de strijd om de
gelijkmaking van de onderwijzerssalarissen geleid en had hij bijgedragen tot de
afschaffing van de Jim Crowe-liften in het gerechtsgebouw.
Al voor de geboorte van Martin had hij standvastig geweigerd gebruik te maken
van de gesegregeerde bussen, nadat hij getuige was geweest van een barbaarse
overval op daarin vervoerde negers.
Hij vond dat je de zwarte mensen niet als slaaf of mindere mocht
behandelen.
Zo werd Martin thuis ook opgevoed.
Toen Martin samen met zijn vader schoenen wilde gaan kopen moesten ze in een
aparte ruimte voor zwarten gaan zitten. Zijn vader weigerde dit. Hij pakte
Martin bij de hand en ging weg zonder schoenen te kopen. Deze ervaring is
Martin nooit vergeten, want hij had zijn vader nog nooit zo boos gezien; Martin
herinnerde zich nog goed dat hij met zijn vader de straat uitliep terwijl hij
mopperde: Hoe lang ik ook nog met dit stelsel zal moeten leven, ik zal het
nooit aanvaarden.
Ondanks de omgeving waarin Alberta, Martin's moeder, zelf is opgegroeid was ze niet blind voor de
onrechtvaardigheden en leerde haar kinderen al van jongsaf aan dat zelfrespect
het belangrijkste wapen was tegen deze onrechtvaardige onderdrukking. Ze deed
ook haar best om het stelsel van apartheid in het zuiden uit te leggen als een
maatschappelijk bestel, dan als iets dat door de natuur zelf zo geregeld was.
Zoals alle zwarten werd ook Martin keer op keer gezegd; Jij bent niet minder
dan een ander.
Nooit kon Martin zich aanpassen aan de afzonderlijke wachtkamers, de
afzonderlijke gelegenheden en de afzonderlijke rustplaatsen, gedeeltelijk omdat
de apartheid altijd ongelijkheid betekende en gedeeltelijk omdat hij vond dat
alleen al de gedachte van afzondering hem op de een of andere manier aantastte
in zijn gevoel van eigenwaarde en zelfrespect.
Hierdoor interesseerde hij zich al op jonge leeftijd voor de rassenkwesties.
Toen hij 15 jaar was ging hij sociologie studeren. Het was een goede school en
hij presteerde goed. De leerlingen werden aan het denken gezet om oplossingen
te zoeken voor het rassenprobleem. Hier kwam hij er ook achter dat hij graag
dominee wilde worden net zoals zijn vader. Hij wilde de mensen laten inzien hoe
oneerlijk racisme en discriminatie zijn.
Als vervolgopleiding ging hij theologie studeren. Hier hoorde hij over het
geweldloosheididee van Ghandi. Dat maakte een grote indruk op hem.
In zijn toekomstige strijd voor de gelijke rechten zal dit ook centraal komen
te staan.
De jeugdjaren van Malcolm X
Hij werd op 19 mei 1925
geboren in Omaha, Nebraska onder de naam Malcolm Little.
Hij had een zwarte vader Earl Little genaamd die dominee was. En een blanke
moeder genaamd Louise Little.Zijn vader geloofde in het bepalen van je eigen
richting en vocht voor de eenheid van de zwarte gemeenschap. Malcolm groeide op
in een omgeving waarin etnische bewustzijn en waardigheid een grote rol
speelde.
Hij vond ook dat je je moest verzetten, want God zei dat iedereen gelijk was,
en dan moet je niet accepteren dat de een meer is dan de ander.
De familie Little had het niet makkelijk. Ze werden continu lastig gevallen
door blanke racisten die probeerde zwarten, zoals dominee Little, tegen te
houden om te prediken voor de eenheid van de zwarte gemeenschap.
De eerste herinnering van Malcolm is wanneer het huis van zijn ouders in brand
werd gestoken. Hij hoorde pistoolschoten van zijn vader die op twee blanke mannen
schoot die het huis in de fik zetten en toen wegrenden. Deze omstandigheden hielpen Malcolm bij zijn toewijding aan de zwarte gemeenschap.
Bij hem thuis leidden overtredingen meteen tot een pak rammel.
Malcolm wordt gespaard door Earl omdat, zo verklaart Malcolm later, de vader
een zwak heeft voor zijn blankere zoon
Malcolm verhuist veel als kind, dit was grotendeels doordat ze zwart waren en
zijn vaders denkbeelden niet geaccepteerd werden.
In 1931 werd Earl gevonden onder de tram. Ze denken dat het de daden van de
Black Muslimswaren.
Veel zwarten zijn werkloos. Door de dood van zijn vader en de armoede waarin
Malcolm verkeerde geraakt hij in de problemen. Hij zwerft rond en gaat stelen. Malcolm ziet
ook dat zijn moeder langzaam maar zeker de controle over haar leven verliest. Zes zware jaren na de dood van Earl wordt ze officieel krankzinnig verklaard en opgenomen in een tehuis.
Malcolm komt na de overplaatsing van een religieus gezin bij een tuchtschool en
vervolgens komt hij te wonen bij de Fam. Swerlins. Hier vond hij zich net een
huisdier. Ze gaven hem eten en verzorgden hem, maar zaken bespraken ze alsof hij
er niet was. Hij werd niet als een menselijk wezen beschouwd.
Hij is ijverig op de blanke junior high school en krijgt een baantje. Op school
wordt hij wel geaccepteerd, maar ze maken ook misbruik van hem.
Op 15 jarige leeftijd vertrekt hij naar zijn zus in Boston. Op school in Boston
leert hij professor Ostrowski kennen en komt in gesprek. Dit is een gesprek dat
een van de keerpunten in zijn leven wordt. Malcolm vertelt hem namelijk dat hij
advocaat wilt worden maar professor Ostrowski laat hem duidelijk merken dat hij
maar een nigger is en dat een baantje als timmerman meer geschikt zou zijn, ondanks het feit dat hij Malcolm een goede leerling vond. Hij merkt op dat de
andere leerlingen door hem aangemoedigd worden. Hij houdt het uiteindelijk niet meer uit op school en laat het onderwijs voor
wat het is.
Het gaat slecht met hem en hij komt in de criminaliteit terecht. Hij gaat
dealen en uiteindelijk raakt hij zelfs verslaafd aan de drugs. Hij doet in deze
tijd alles wat niet mag.
Hij heeft ook een blanke vriendin. Maar er heerst ook enige onrust over de
relatie want het is tenslotte een taboe. Samen met zijn vriendin en een vriend
van hem vormen ze een inbrekersbende. Alles loopt op rolletjes totdat
Malcolm een gestolen horloge laat repareren dat blijkt dat gestolen is, nadat
hij zijn eigen gegevens al had doorgegeven. Hierdoor weten ze hem te traceren
en ontdekt de politie zijn bende. Hij en zijn vriend krijgen een gevangenisstraf
van 10 jaar, terwijl de normale straf voor een veroordeelde overval 2 tot 3
jaar is.
Hij komt er later achter dat het niet om de gestolen waren ging, maar om het
feit dat ze welgestelde blanke vrouwen betrokken in hun bende en ook nog eens
seks met hun hadden.
Zo eindigde zijn jeugd in de gevangenis.
Criminaliteit
Toen Malcolm klein was werd hij goed opgevoed.
Van zijn ouders kreeg hij normen en waarden mee. Maar toen zijn vader
was overleden en zijn moeder niet meer voor hem kon zorgen werd hij
overgeplaatst van het ene pleeggezin naar het andere. Hier veranderde hij. Hij
voelde zich niet langer geliefd en was kwaad op de wereld voor wat deze hem had
aangedaan. Maar dit hield hij toen nog voor zich. Pas toen hij in Boston bij zijn
zus in ging wonen, begon Malcolm deze woede te tonen.
Hij kwam in het criminele circuit van Boston terecht. Daar leerde hij zijn
toenmalige vriend Shorty kennen. Deze introduceerde hem in het
nachtleven en leerde hem meteen een agent in burgerkleding te herkennen. Hij
raakte ook verzeild in het drugsleven, waardoor hij regelmatig overvallen
pleegt. Hij heeft in die tijd ook altijd een revolver bij zich. Hij voelt zich een opgejaagd dier en leeft op de
toppen van zijn zenuwen. Bang voor de politie en bang van zichzelf.
Maar aan deze periode in zijn leven komt een einde wanneer hij samen met Shorty
en zijn blanke vriendin Sophia een inbrekersbende vormen. Zoals eerder vermeld
wordt uiteindelijk de bende opgerold en eindigt zo de criminele periode in zijn
leven. Later zal hij nog wel dreigementen uiten in zijn verder leven, maar het blijft bij dreigen.
Aanhang/organisatie
Malcolm heeft in zijn leven verschillende organisaties opgericht die allen
bestemd waren voor de zwarte bevolking. De eerste organisatie die hij zelf
oprichte na het verlaten van de Nation of Islam (NOI), was de organization for Afro-American
Unity. Hiermee probeerde hij de bredere lagen van de zwarte bevolking achter
zich te krijgen.
Malcolms aanhang was vooral in zijn tijd van de NOI beperkt tot de meer radicale zwarten, die niet terugdeinsden voor geweld. De NOI beschouwt zichzelf als een nationalistische groepering die streeft naar een onafhankelijke staat voor zwarten binnen de VS. In die periode verving hij zijn achternaam door de bekende X, als verzet tegen zijn slavennaam, Little. Later zou hij nog de moslimnaam El-Hajj Malik El-Shabazz aannemen. Hij heeft de NOI veel aanhang
bezorgd door het openen van verschillende Temples in het land en als voorganger de dienst te leiden. Door zijn vermogen om vurige en inspirerende toespraken te houden werd hij al snel beschouwd als kopstuk van de Nation of Islam. Dat zorgde voor spanningen binnen de NOI. De personen die achter de NOI stonden waren vooral zwarten die in de sloppenwijken
woonden van New York, Harlem, en Detroit.
De reden dat hij zon grote aanhang had, was omdat ze hem zagen als voorbeeld.
Malcolm wist zichzelf namelijk op te werken van een aan lager wal geraakte
zwarte tot een gerespecteerd leider die zelfdiscipline en zelfrespect in de
zwarte gemeenschap bracht.
In die tijd waren trouwens veel mensen er net zo aan toe, als Malcolm in het
begin.
Met Malcolm als voorbeeld kregen veel zwarte mensen weer hoop op een nieuw
leven waarin ze wel gerespecteerd zouden worden.
Maar na de periode van de NOI stichtte hij zijn eigen organisatie: Muslim Mosque Inc. Eerst nog met dezelfde doelstellingen als de NOI, maar dat veranderde toen Malcolm zich bekeerde tot de soennitische islam, wat leidde tot het maken van de Hadj. In Mekka kwam hij tot inkeer omtrent zijn idee van de zwarte oppermacht en de de vrijwillige afscheiding uit de Amerikaanse samenleving. De Islam predikt namelijk raciale gelijkheid. In Mekka ontmoette Malcolm vele blanke moslims. Alle moslims van welke kleur ook beschouwden zich allen als een deel van de Familie. Hij stond nu voor dingen die de mensen konden begrijpen en waar ze
achter konden staan. Niet alleen de
zwarten, maar ook een aantal blanken, steunden de organisatie.
Vijanden
Als iemand vijanden had, dan was het wel s werelds 'kwaadste neger Malcolm X.
Al in zijn puberteit had hij vijanden, doordat hij raakte in
het criminele milieu verzeild raakte. Hier was zijn vijand meestal de politie, die ervoor
kon zorgen dat hij in de gevangenis raakte. Maar ook andere dealers bv. waar hij de klanten van wegjaagde, konden hem naar het leven staan. In het milieu waarin hij
toen verkeerde, kon eigenlijk iedereen wel een potentiële vijand zijn.
Toen hij bij de Nation of Islam (NOI) kwam nam hij de standpunten van de NOI over en zag hij elke
blanke als vijand. Maar daar bleef het niet bij.
Iedereen, die het niet eens wat met de leer van de NOI, was Malcolms vijand. Zo
streden meerdere zwarte leiders voor de rechten van de zwarten, maar was dit
niet op de militante manier zoals Malcolm dit wilde, dan was hij al een tegenstander. Daarom paste de geweldloze manier om iets te verkrijgen van Martin Luther King niet in het kraam van de visie van Malcolm X.
In de tijd toen Malcolm X bij de Nation of Islam was, was iedere zwarte die de
integratie tussen zwart en blank wilde bevorderen, automatisch zijn
tegenstander.
Hij noemde deze zwarten ook wel integratie gekke zwarte marionetten of zwarte
lichamen met een blank hoofd.
Kort gezegd iedereen die in zijn weg stond was zijn tegenstander. Toch is er in
de periode van de NOI nooit een aanslag op hem gepleegd. Pas toen hij de NOI
verliet en zijn eigen organisatie oprichtte die een andere leer predikte
kwamen er dreigementen vanuit de NOI. Ze wilden namelijk voor eens en voor
altijd afrekenen met de overloper, de verrader, de concurrent.
Zijn overlijden
Malcolm wist dat hij het doelwit was van vele groeperingen, vooral in het
laatste jaar voor zijn overlijden.
Ondanks dat, was hij niet bang om datgene te zeggen waarvoor hij stond. Hij zei
hierover: Ik weet dat de gemeenschap vaak die mensen hebben gedood, die
juist hielpen de gemeenschap te veranderen. Als ik kan sterven terwijl ik enig
licht heb gebracht, of dat ik waardevolle informatie heb doorgegeven, dan heeft dat geholpen het gezwel van racisme, dat aanwezig is in de Amerikaanse
samenleving, te vernietigen, dan is alle eer aan Allah. Alleen de fouten zijn
aan mij.
Toen hij een lezing hield in een ballroomzaal in Harlem werd hij voor de ogen
van zijn vrouw en kinderen neergeschoten. De schutters waren 3 leden van de NOI.
Hij was 39 jaar oud, 3 maanden voor zijn 40ste levensjaar, de leeftijd van
volwassenheid volgens de Islam.
Een jaar later werden de 3 mannen veroordeeld voor de moord op Malcolm X.
Maar of dit nu de werkelijke daders waren, is nog altijd niet bekend. Velen
hadden er baat bij om de internationale onruststoker te doden. Misschien
zullen we wel nooit te weten komen wie nu de echte dader was.
De begrafenis werd bijgewoond door zon 1500 mensen in The Unity funeral home
in Harlem. Niet zo veel als je bedenkt wat voor een impact hij heeft gehad bij de zwarte
gemeenschap. Maar Malcolm werd pas na zijn dood meer gewaardeerd. Sommigen zeggen zelfs dat
hij bijna geheiligd is, terwijl dit feitelijk helemaal niet zo was. Dit kwam
grotendeels door de rap muziek die hem in de jaren 70 en 80 erg ging vereren
omdat ze zich opnieuw bedreigt voelde in hun eigenwaarde.
Malcolm heeft dus na zijn dood een vele grotere invloed gehad op de politiek en
de cultuur dan toen hij nog leefde.
Verschillen in geloof en de invloed ervan;
Geboren uit een gezin dat tot de goede middenklasse behoorde, werd Martin L. King van
de ergste effecten van de Great Depression gespaart. De community waar King
jr. in opgroeide is te omschrijven als een simpele, sterk religieuze gemeenschap,
met bijna geen criminaliteit en uitgesproken armoede. In deze bijna idyllische
omgeving kon King Jr. zich gemakkelijk ontpoppen tot de streng godsdienstige
persoon die hij later was. Hij pakte alles grondig aan zoals ook later met zijn ideeën van geweldloos verzet volgens Mahatma Gandhi. Dit heeft dan ook een grote invloed gehad op de
handelswijze waarop hij later zijn doel wilde bereiken.
De methode van Martin Luther King en zijn organisatie is er een van
overreding, en niet van dwang. Zij zeggen tot de mensen : Laat je door je
geweten leiden. De nadruk wordt gelegd op het christelijk gebod van liefde. Onze daden moeten worden
geleid door de diepgewortelde beginselen van ons christelijk geloof. De liefde
moet het ideaal zijn waar wij ons naar richten. Laat ons opnieuw luisteren
naar de woorden van Jezus, zoals zij door de eeuwen heen hebben geklonken : Hebt
uw vijanden lief, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u
vervolgen.
Naarmate de tijd verstreek
begon de invloed van Mahatma Gandhi steeds sterker te worden. Hij was reeds
vroeg gaan inzien dat het christelijk gebod van liefde, dat sterk overeenkwam
met de Gandhiaanse methode van geweldloosheid, één van de meest machtigste
wapens was die een zwarte kon gebruiken in zijn strijd voor vrijheid.
De zwarten moesten zich als doel stellen : de blanken niet de overheersen en vernederen, maar
hun vriendschap en begrip winnen. Van begin af aan brachten de aanhangers van
MLK deze levensbeschouwing met verbazingwekkende ijver in praktijk.
Zijn keuze voor geweldloosheid en zijn standpunt voor gelijke rechten, kwam
gedeeltelijk voort uit zijn jonge jaren dat hij boeken las over bijvoorbeeld
Karl Marx, Lenin, Rauschenbusch en Nietzsche. Maar wat hem toch het meeste raakte en hem beïnvloed heeft was een lezing over Mahatma Gandhi.
Het raakte hem zo diep, dat hij meteen een dozijn van
zijn boeken kocht.
Onder het lezen werd MLK steeds meer geboeid door zijn campagnes van geweldloos
verzet.
Hij begon in te zien dat dit de enige morele en praktisch verantwoorde methode
was, om onderdrukte volkeren in hun strijd voor de vrijheid bij te staan.
In de eerste plaats is geweldloos verzet niet een methode voor lafaards, maar
een krachtige manier van verzet.
Een tweede kenmerk van geweldloosheid is niet het verslaan of vernederen van de
tegenstander, maar zijn vriendschap en begrip te winnen. Het einddoel is
verlossing en verzoening.
Een derde kenmerk is dat de aanval gericht is tegen de wortels van het kwaad
en niet tegen de personen die de slechte daden stellen. Zij zijn erop uit het onrecht uit te roeien, en niet de blanken die zo
onrechtvaardig zijn. Het doet de blanken nadenken waar ze mee bezig zijn, zodat ze beschaamd worden.
Een vierde kenmerk is de bereidheid het lijden te aanvaarden en niet om
wraak te nemen.
Een vijfde kenmerk van geweldloos verzet is dat men het niet alleen het
uiterlijke, lichamelijke geweld moet vermijden, maar eveneens het innerlijke
geweld van de geest, daarmee wordt bedoeld dat de geweldloze verzetspleger niet
alleen weigert zijn tegenstander neer te schieten, maar ook weigert zijn
tegenstander te haten.
In Amerika zou je denken dat het racisme mooi werd opgelost in hun huidige samenleving. Maar zo nu en dan worden de racistische kanten van die samenleving ook pijnlijk duidelijk.
Zwarte leiders: Schrap de fondsen aan het '
racistische ' Planned Parenthood (Gepland Ouderschap-organisatie in Amerika)
Congreslid sluit zich aan bij de betoging
in Washington D.C. om Planned Parenthoodvan belastingsgeld te ontdoen.
De demonstranten protesteren tegen het
geplande racisme door Planned Parenthood in de bureaus van deze organisatie
in Washington D.C.
Een Republikeins congreslid sloot zich aan
bij zwarte pastors en pro-life activisten vandaag in een demonstratie op de
kantoren van Planned Parenthood in de hoofdstad van het land om te protesteren
tegen een zogenaamd 'patroon' van racistische praktijken door deze abortusorganisatie.
De zwarte Amerikaanse bevolking heeft veel
meer abortussen en aan een onevenredig percentage volgens hun bevolking.
Bovendien is Planned Parenthood niet vies om geld te aanvaarden van gelijk
welke aard, ook als het specifiek onze gemeenschap wil treffen. zei Day
Gardner, voorzitter van de Nationale Zwarte Pro-Life Unie.
Rep. Trent Franks van Arizona was bij deze
betoging vanochtend aanwezig samen met zwarte leiders die een brief ondertekenden die gericht was aan alle
presidentiële kandidaten, zowel Republikeinen als Democraten, zowel voor het
Congres als de Senaat.
De demonstranten, die door de Pro-Lifestudenten
werden opgeroepen, eisen de stopzetting van de financiering aan Planned
Parenthood door het Congres. De financiering bedroeg meer dan $336 miljoen in
overheidstoelagen en contracten in het laatste fiscale jaar, volgens het
jaarverslag van de organisatie.
De leiders haalden documentatie boven van
een geheim onderzoek. De resultaten van het onderzoek stonden in een
tijdschrift van Pro-Life studenten magazine bij de UCLA.
Planned Parenthood stafmedewerkers waren
in zeven staten bereid om een financiële schenking goed te keuren die gericht
was op de vernietiging van een ongeboren 'zwarte' baby.
In de brief staat dat de conversaties met
Planned Parenthood werkers "koel en hallucinant zijn en meer klinken als
gebeurd in 1958 dan 2008."
Rev. Jesse Lee Peterson bij het Planned
Parenthood protest in Washington, D.C.
De praktijken van Planned Parenthood
worden in vraag gesteld. Ze zijn misschien wel misdadig te noemen. De praktijken hebben
een diepgaand effect op de zwarte Amerikaanse gemeenschappen over heel deze
natie, schrijven de leiders.
Andere deelnemers in de demonstratie waren
WND columnist Ster Parker; Alveda King, nicht van Martin Luther King Jr.; Dag
Gardner, de Nationale Zwarte Unie van Pro-Life; Rev. Jesse Lee Peterson,
B.O.N.D.; Kristan Hawkins, Pro-Life Studenten; Rev. Clenard Childress, Zwarte Genocide;
Vivan Berryhill, Nationale Coalitie van Echtgenoten van Pastors; Catherine
Davis, Netwerk van politiek Actieve Christenen; Luke Robinson, Stem van de Waarheid
en de Life-Ministries; Sylinthia Stewart, Ministries of Aftermath; en Arnold
Culbreath, Levenskwesties/ProtectingBlackLife.org.
Het geheime onderzoek omvatte een
telefoongesprek, voorgesteld in een videoclip op de site van YouTube, waarin de
beller beweert dat hij zijn schenking zou willen bestemmen voor de abortus van een "zwarte
baby," omdat hij denkt dat er teveel zwarten zijn en dat hij zijn zoon concurrentie wil besparen door een dergelijke actie.
In het onderzoek zat ook een telefoongesprek
tussen een acteur, die een schenking wil doen, en een vrouw. Later bleek die vrouw Autumn Kersey te zijn, onderdirectrice
van marketing voor Planned Parenthood in Idaho.
Acteur : Ik wil met deze schenking meer bepaald een minderheidsgroep helpen. Zou dat mogelijk zijn?
Planned Parenthood : Absoluut.
Acteur : Zoals de zwarte gemeenschap,
bijvoorbeeld ?
Planned Parenthood : Zeker.
Acteur : Voor de abortus dan. Ik zou het
geld voor een bepaald doel willen schenken. Kan ik geld specifiek voor een
zwarte baby geven ?
Planned Parenthood : Absoluut. Als u wil
aanwijzen dat uw gift wordt gebruikt om een zwarte Amerikaanse vrouw in nood te
helpen, dan zouden wij er zeker voor zorgen dat de gift voor dat doel werd
bestemd.
Acteur : Prima, omdat ik werkelijk probleem
met bevestigende actie onder ogen zag, en ik wil niet dat mijn kinderen benadeeld
worden tegenover zwarte kinderen. Ik ben pas vader geworden van een baby. Ik
wil het voor hem doen.
Planned Parenthood : Ja, absoluut.
Acteur : Maar onder ons gezegd en gezwegen : hoe minder zwarte kinderen er zijn hoe beter.
Acteur : Dat is in orde. Ik wil mijn zoon
beschermen, zodat hij kan naar de universiteit kan.
Planned Parenthood : OK. Excuseer mijn
aarzeling, maar dit is de eerste keer dat ik een schenker aan de lijn heb die
dit soort verzoek doet. Ik ben opgewonden en wil er zeker voor zorgen dat ik
alles goed terecht komt.
De leiders die vandaag verzamelden lobbyen
voor steun in Congres en om twee akten erdoor te krijgen:Akte van de Gezinsplanning en de Akte van het
Verbod van de Abortusorganisaties om "de racistische tendensen achter Planned
Parenthood bloot te stellen en beide politieke partijen te verzoeken om het geld
van de abortusreus niet goed te keuren.
Sens. David Vitter, R-La, en Sam Brownback,
R-Kan., doen een inspanning om steun voor de Akte van Gezinsplanning te krijgen,
zodat fondsen aan om het even welke abortusorganisatie zouden geweigerd worden.
In de brief staat ook een geval in Kansas
waarin een Planned Parenthood vestiging kijkt tegen 107 misdrijven en
beschuldigingen van misdaden, voor het overtreden van de abortuswet in die
staat.
In de Kansas vestiging zouden medewerkers
van die organisatie zijn beschuldigd van bescherming van kinderverkrachters en
het negeren van kindermishandeling. In California, is Planned Parenthood
beschuldigd geld van belastingsbetalers te hebben ontfutseld voor een bedrag
van $180 miljoen.
In het Huis van Afgevaardigden heeft Franks
een brief ondertekend om steun te vragen voor H.R. 4133, Akte van het Verbod
van de Abortusorganisaties. De wetgeving zou ook de federale Gezinsplanning
fondsen verbieden aan organisaties die de abortussen uitvoeren. (uitgezonderd
in gevallen van verkrachting en incest van een minderjarige, of in het geval
waarbij het leven van de moeder in gevaar is) De brief is mee ondertekend door
Reps. Joe Barton, R-Texas; Doug Lamborn, R-Colo.; Paul Broun R-Ga.; Roscoe
Bartlett, R-Md.; Rom Paul, R-Texas; and Mike Pence, R-Ind.
De pastors riepen in de betoging op dat alle
kandidaten en leiders van politieke partijen Planned Parenthood zouden
veroordelen voor hun racistische praktijken en hen iedere cent terug te doen
betalen die ze voor hun campagnes gekregen hebben.
Bovendien, zeiden ze, moet het Congres
een direct overzicht van hun onderzoek in zaken van de abortusindustrie kunnen
geven zoals het Congres al eerder heeft gedaan in andere industrieën.
WDN publiceerde een ander onderzoek waarin
de 18 jarige Lila Rose zich uitgaf als een 15 jarige die een abortus wenste en
die bij het Planned Parenthood Center in Santa Monica (Calif.) aanklopte. Een
medewerker stelde toen voor aan Rose dat ze kon zeggen dat ze 16 was en zo
complicaties kon vermijden.
Enkel een geboortedatum kiezen. Ik weet zogezegd
van niets. zei de medewerker.
De Pro-Life beweging uit Texas had voordien
al een uitgebreid undercover project georganiseerd waarin een volwassen
vrijwilligster zich voordeed als een 13 jarige. Ze belde elke Planned
Parenthood Kliniek in de VS en vertelde dat ze zwanger was van haar 22 jarige
vriend. De klinieken adviseerden haar bijna allemaal om zonder medeweten van
haar ouders abortus te laten doen en ze vertelden haar hoe ze haar vriend kon
beschermen. Want haar vriend zou anders schuldig zijn aan de verkrachting van
een minderjarig meisje.
Planned Parenthood werd opgericht door
Margaret Sanger die voorstander was om enkel gezonde kinderen te laten geboren
worden door geboortecontrole om mensen te schiften. Waarbij degene die volgens
haar niet deugden voor de bevolking eruit te halen. In 1921, zei ze dat
selectie de meest geschikte en grondige weg is naar het oplossen van raciale,
politieke en sociale problemen.
De ene keer klaagde ze over het onophoudelijk
groeiende gebroed van een klasse van mensen die beter nooit waren geboren. De
andere keer schreef Sanger : we willen er niet over horen dat we de Zwarte
bevolking zouden willen uitroeien.
Bryan Fisher, uitvoerend directeur van de
Idaho Waarden Alliantie, heeft voordien al opgemerkt dat Planned Parenthood
ongeveer 80 % van zijn klinieken in de VS heeft gevestigd in de buurt waar minderheden
wonen. Ongeveer 30 % van alle abortussen zijn uitgevoerd op zwarten, zei hij,
waarbij zij maar 13 % van de bevolking uitmaken.
In de VS eindigen bijna de helft van alle
zwarte zwangerschappen in abortussen.
De boodschap van de engel aan Maria - A. K. Emmerick
Opeens kwam nu aan haar rechterzijde in
schuine richting van de zoldering van de kamer een vloed van licht op haar
neergestraald. In dat licht kwam een witte, schitterende jongeling met blonde
losse haren tot voor haar neerzweven : het was de engel Gabriël. Hij richtte
het woord tot Maria en terwijl hij sprak, bewoog hij lichtjes zijn beide armen
van zijn lichaam weg. De woorden kwamen als lichtende letters uit zijn mond. Je
kon ze horen en lezen.
Wees gegroet, gij, genadevolle, de Heer is
met u, gij zijt gezegend onder de vrouwen.
Maria wendde haar gesluierd gezicht een
beetje naar rechts. Maar schuchter hield ze haar ogen neergeslagen. Zij
overdacht wat die ontmoeting mocht betekenen. De engel ging door met spreken.
Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden
bij God. Zie ! Gij zult in uw schoot ontvangen en een Zoon baren; en gij zult
Hem Jezus noemen. Hij zal groot zijn, de Zoon van de Allerhoogste. God de Heer
zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal Koning zijn over het huis
van Jakob in eeuwigheid en aan Zijn koningschap zal geen einde komen.
En nu, als om aan een bevel te gehoorzamen,
keerde Maria haar gezicht naar hem toe, hief haar sluier een beetje omhoog en
antwoordde : Hoe kan dit geschieden, daar ik geen man beken ?
De engel sprak verder : Vrees niet Maria,
gij hebt genade gevonden bij God. De H. Geest zal over u neerdalen de kracht
van de Allerhoogste zal u overschaduwen, daarom zal het Heilige dat uit u
geboren wordt, uw eerstgeborene, de Zoon van God zijn. En zie, uw bloedverwante
Elisabet heeft nog in haar ouderdom ook een zoon ontvangen en sedert zes
maanden is zij die onvruchtbaar heette, in gezegende toestand, want niets is
onmogelijk bij God.
Nu hief Maria haar sluier helemaal op, keek
naar de engel en antwoordde : Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede
naar uw woord !
De H. Maagd was in diepe verrukking, een
vloed van licht vulde de kamer. Er was geen schijn van de brandende lamp meer
en ook de zoldering van de kamer was weg. De Hemel scheen geopend. Door een
baan van licht boven de engel kon je tot in de Hemel zien. Bij het uitgangspunt
van die lichtstroom zag je in een zee van licht een voorstelling van de Heilige
Drieëenheid : een driehoekig, in zichzelf terugkerend, zichzelf doordringend
licht. Daarin erkende men wat men slechts aanbidden kan en nooit kan begrijpen
: God de Almachtige, de Vader, de Zoon en de H. Geest en toch slechts één God
Almachtig.
Zodra de H. Maagd de woorden had gesproken
zag men de H. Geest in een soort van duif-gedaante. Maar niet die op een gewone
aardse duif lijkt. Het hoofd was als het gezicht van een mens, en opzij van de
gestalte spreidden zich lichtgestalten als vleugelen uit. Ze had geen veren,
maar vleugels als van schubben. Bovendien waren de glans en stralen van de
duif-gedaante ver uitgestrekt. Drie lichtstromen richten zich op de
rechterzijde van de H. Maagd en verenigden zich in midden in haar binnenste.
Op het ogenblik dat dit licht in haar
rechterzijde binnendrong, werd de H. Maagd van deze kant uit, helemaal
doorstraald, door en door verlicht als doorschijnend. Het was als trok haar
ondoorzienbaarheid zich terug voor dit licht. Maria was op dit ogenblik zo van
licht doorstraald dat men niets ondoorzichtbaars kon zien. Haar hele gestalte
schoot licht uit en was van licht helemaal doorschenen. Nadat het licht Maria
op die manier had doordrongen, verdween de engel. De lichtstroom waaruit hij te
voorschijn was getreden, trok zich terug, als werd hij door de Hemel weer
ingeademd. Het was als vielen uit die zich terugtrekkende lichtbaan nog vele
gesloten witte rozenknoppen, elk met een groen blaadje, op de H. Maagd neer.
Na het verdwijnen van de engel was de H.
Maagd in verrukking, geheel in zichzelf verzonken. Zijkende de menswording van de Beloofde
Verlosser, en zag Hem in haar binnenste aanwezig als een kleine, menselijke,
lichtende gestalte, reeds gevormd en voorzien van alle ledematen tot zelfs de
kleine vingertjes. Zij aanbad Hem. Dit is het nieuwe heiligdom, de Tempel : de
Maagd en het Allerheiligste is in haar : de Hogepriester. Zij alleen verblijft
bij Hem.
Een beetje later stond Maria op en zette
haar gebed rechtstaande voort met schriftrollen die voor haar stonden op een
hoge lessenaar. Pas tegen de morgen rustte ze nog even.
Anna Katarina Emmerick heeft toen ook
nog andere waarheden duidelijk ontvangen :
Maria wist toen nog niet dat de troon van
David, die de Heer God Hem zou geven, bovennatuurlijk, eeuwig en niet van deze
aarde was.
Zij wist toen nog niet dat het huis van
Jakob, zijn onderdanen, waarover Hij, volgens Gabriëls woord zou regeren, de
Kerk was, dit is de maatschappij of vergadering van alle herboren mensen.
Zij wist niet beter dan dat de Verlosser
een heilige Koning zou zijn, die haar volk zou reinigen en heiligen en over de
hel zou zegevieren. Zij wist toen nog niet dat die Koning, om mensen te
verlossen, een bittere dood zou moeten sterven.
Hij heeft negen maand in de moederschoot
verbleven omdat God de ontvangenis en de geboorte, die door de zondeval zo
onteerd en verlaagd was, weer wilde verheffen en heiligen.
Maria werd zijn Moeder, en Hij kwam niet
vroeger, omdat zij alleen en geen schepsel voor noch na haar het zuivere
genadevat was, dat God aan de mensen had beloofd, de enige rein-ontloken bloem
van het menselijk geslacht, die in de volheid van de tijden was verschenen. Alle
kinderen van God onder de mensen, vanaf het eerste begin, die zich op
heiligheid hebben toegelegd, hebben tot haar komst bijgedragen. Zij was het
enige zuivere goud op de hele aarde. Zij alleen was het reine, onbevlekte vlees
en bloed in de hele mensheid, bereid, gezuiverd, verzameld en geheiligd door al
de geslachten van haar voorvaderen heen. Gericht, geleid, bestuurd, behoed en
gesteund door de Wet, tot dat zij verscheen als de vervulling van de Wet, als
de volheid van de genade. Van eeuwigheid was zij vooruitgezien en voorbestemd
en als Moeder van de Eeuwige heeft zij in de tijd op aarde door de tijd
gewandeld.
De H. Maagd was bij de menswording van
Christus iets boven 14 jaar.
Kort daarop raadpleegden de priesters in de
tempel opnieuw de geslachtsregisters of er niet ergens nog een afstammeling van
David was, die hun aandacht was ontgaan. Omdat ze in de lijsten de naam van zes
broers uit Betlehem opgeschreven vonden, van wie één was uitgeweken en
verdwenen was, lieten zij nieuwe opsporingen doen naar de verblijfplaats van
die éne broer : Jozef. Na veel zoeken ontdekten zij hem in een dorp niet ver
van Samaria en in een plaats, gelegen bij een klein riviertje; daar woonde hij
eenzaam bij het water, in dienst van een andere meester.
Op bevel van de hogepriester kwam Jozef, op
zijn best gekleed, naar de tempel te Jeruzalem. Ook hij moest een tak in zijn
hand houden gedurende het gebed en het offer. Op het ogenblik dat hij die op
het altaar voor het Allerheiligste wilde neerleggen, kwam onmiddellijk uit het
bovenste van de tak een witte bloem tevoorschijn als een lelie. Een schitterend
licht kwam boven hem en de H. Geest daarin daalde daarin op hem neer.
Nu erkende men dat Jozef door God
voorbestemd was om de bruidegom van Maria te zijn en men stelde hem aan haar
voor in de tegenwoordigheid van haar moeder Anna. (haar vader Joachim was reeds
overleden)
Overgegeven aan de wil van God, nam Maria
hem als haar bruidegom aan, want zij wist dat alles mogelijk is bij God, die
haar belofte Hem alleen met ziel en lichaam toe te behoren aangenomen had.
Wat de gevoelens van Jozef hierover waren
vertelde Maria hierover aan de H. Brigitta :
Jozef erkende, vooraleer zich met mij te
verloven, in de H. Geest, dat ik mijn maagdelijkheid aan God toegewijd had en
smetteloos was in gedachten, woorden en werken. Bij zijn verloving met mij had
Jozef de bedoeling zich ten mijnen dienste te stellen en mij als zijn
meesteres, niet als zijn echtgenote te beschouwen. Ik wist met zekerheid dat
mijn maagdelijkheid voor eeuwig ongeschonden zou zijn.
En ook nog : Jozef was aan de wereld en het
vlees zo afgestorven, dat hij met al zijn begeerten naar het hemelse
reikhalsde; al zijn verlangens waren erop gericht God te gehoorzamen en zijn
Wil te volbrengen.
De bruiloft van Maria en Jozef duurde wel
zeven of acht dagen, en werd in Jeruzalem op de berg Sion gehouden in een huis
dat dikwijls voor zulke feestgelegenheden werd verhuurd. Naast Marias
leermeesteressen en medescholieren uit de tempel, waren daar nog vele verwanten
van Anna en wijlen Joachim. De bruiloft was zeer feestelijk en rijk; er werden
vele lammeren geslacht en geofferd. Marias haar was met onbeschrijflijke
vaardigheid opgemaakt en versierd. Dit was het werk geweest van de
tempelmaagden.
De H. Maagd had overvloedig geelblond haar
en zwarte hoge, fijne wenkbrauwen, een zeer hoog voorhoofd, grote ogen met
lange zwarte wimpers maar steeds hield zij ze neergeslagen, een fijne, rechte,
nogal lange neus, een bevallige minzame mond en een spitse kin. Maria was van
middelbare grootte. Haar gang in haar rijke bruidstooi was bedaard, zedig en
ernstig. Gedurende de bruiloft verwisselde ze van kleed.
Zeer rijke mensen verwisselden gedurende de
bruiloft drie en zelfs vier maal van kledij.
De trouwring van Maria is niet van goud, of
van zilver, of enig ander metaal. Hij is dof van kleur en toch fonkelt hij en
werpt een weerschijn van zich af. Deze ring wordt nu nog in een kerk van
Perugia (Italië) bewaard.
Wanneer het bruiloftsfeest geëindigd was,
keerde Anna met haar huisgenoten naar Nazaret terug. Ook Maria begaf zich
daarheen, in het gezelschap van verschillende medescholieren, wiens diensttijd
ook was verstreken. Zij trokken in een feestelijke stoet uit de stad. Deze vriendinnen
bleven in de levietenschool te Bethoron. Maria legde de terugweg te voet af.
Jozef ging niet met deze groep naar huis mee. Hij moest eerst naar Betlehem om
daar enige familieaangelegenheden in orde te brengen. In Galilea aangekomen
begaven Anna en haar tweede man (ze was hertrouwd na het overlijden van
Joachim) en de H. Maagd met enkele medemaagden uit de tempel zich eerst naar
het huis van Anna, een uurtje van Nazaret. Anna bezat een klein huisje in
Nazaret. Zij bracht het in orde voor de H. Familie, terwijl Maria gedurende
Jozefs afwezigheid in het huis van haar moeder verbleef. Na enige tijd kwam ook
Jozef thuis.
Anna kwam geregeld op bezoek in het
nabijgelegen Nazaret waar de H. Familie nu woonde. Jozefs woning bestond uit
een kleine, rechthoekige voorhof. In Nazaret en zijn omgeving zijn veel grotten
te vinden, de achterkamer van veel huizen bestond uit een grot, zo ook de
achterkamer van Jozefs huis. De slaapgelegenheid werd ingedeeld in celletjes
door hoge wanden met vlechtwerk werden gescheiden. Licht werd voorzien door een
veel-armige luchter aan te steken die van het plafond neerhing.
Maria deed een lang, witwollen bidgewaad
met brede gordel aan en bedekte haar hoofd met een witgele sluier. Ze nam een
klein tafeltje en legde er een schriftrol op. Het tafeltje stond tussen haar
slaapcel en de deur van de kamer. Ze legde een klein rond kussen op de vloer
voor de tafel en knielde neer voor het tafeltje. Maria liet haar sluier voor
het aangezicht vallen en hield haar handen gekruist voor de borst. Zo was ze
lange tijd, met ten hemel geheven gezicht, hartstochtelijk bidden. Zij smeekte
om de Verlossing, om de beloofde Messias-Koning. Zij verzuchtte dat haar gebed
ten minste een geringe bijdrage tot zijn komst mocht betekenen. Geknielt en
verrukt bleef zij lang in dit gebed verslonden en dan liet zij het hoofd op de
borst zinken.
Eerst ging Jozef nog bij een timmerman in
dienst, bij hem bekwaamde hij zich verder in zijn vak. Deze plaats was een dorp
Lebona, 30 km ten noorden van Jeruzalem. Zijn leermeester was een arme man die
meest grove vlechtschermen of ander grof timmerwerk vervaardigde.
Jozef was zeer godvruchtig, goed van
inborst en de eenvoud in persoon. Hij won hier iedereens liefde. Hij bewees
zijn meester alle diensten : houtraapsel vergaren, hout halen en op zijn rug
aandragen.
Zijn ouders verkeerden aanvankelijk in de
waan dat hij in de handen van rovers of kidnappers gevallen en weggevoerd was.
Zijn broers hadden zijn verblijf opgespoord en na hem daar ontdekt te hebben,
slingerden ze hem grove verwijten naar zijn hoofd. Zij schaamden zich over zijn
geringe werkmansstand. Maar Jozef zag niet van zijn nederige ambacht af. Hij
verliet Lebona en ging naar Taänak, tegen Megiddo. Hier diende Jozef een
welgestelde meester en samen vervaardigden zij fijner en voornamer timmerwerk.
Nog later ging Jozef naar Tiberias voor een
andere meester werken. Jozef was toen reeds 33 jaar oud. Zijn ouders in
Betlehem waren toen al tamelijk lang overleden. Twee van zijn broers woonden
nog in Betlehem, de anderen waren verspreid. Het ouderlijk huis was in vreemde
handen gekomen en de hele familie was uiteen en ten onder gaan.
Jozef was zeer vroom en bad vurig voor de
komst van de Messias. Hij was juist begonnen met de oprichting van een nog
eenzamer en rustiger bidvertrek bij zijn woning, toen hem een engel verscheen
met de volgende boodschap : Jozef, laat
dat nu maar, de Heer wil iets anders; gelijk de aartsvader Jozef eenmaal in
deze tijd van het jaar door de wil van God de beheerder van al het graan van
Egypte is geworden, zo zal nu ook aan uw zorg de graanschuur van het Heil
toevertrouwd worden.
In zijn eenvoud begreep Jozef dit niet en
verdiepte zich opnieuw in zijn gebed, dat hij lange tijd voortzette, totdat hij
duidelijk een stem vernam, die hem beval zich naar de tempel te Jeruzalem te
begeven, waar hij, volgens een goddelijk raadsbesluit, aan de H. Maagd tot man
werd gegeven.
Maria ontving haar opvoeding in de tempel,
nadat ze zich als driejarig kind aan God en de tempeldienst had toegewijd.
Maria leefde in de tempel met verscheidene andere maagden onder het toezicht
van vrome meesteressen. Deze maagden hielden zich bezig met borduur- en
allerlei ander versieringswerk aan tapijten en priesterkleren en ook het
reinigen van die kleren en tempelgereedschappen. Ze hadden elk een kleine cel,
waarin zij zich toelegden op gebed en overweging. Van daaruit konden ze in te
tempel neerkijken. Zodra deze meisjes de geschikte leeftijd bereikt hadden,
werden zij uitgehuwelijkt. Door hen aan de tempel af te staan, hadden hun
ouders ze geheel aan God opgeofferd. In verband met dit gebruik heerste er
sedert lange tijd onder de vurige en godsvruchtige Israëlieten een niet
uitgesproken voorgevoel als moest zo een huwelijk eenmaal effectief bijdragen
tot de komst van de beloofde Messias.
Toen Maria 14 jaar geworden was en dus de
huwbare leeftijd had bereikt, werd zij met 7 andere meisjes uit de tempeldienst
ontslagen en naar huis terug gezonden om een huwelijk aan te gaan. Toen men aan
Maria kwam meedelen dat de tijd gekomen was om de tempel te verlaten en in het
huwelijk te treden was ze ontsteld en verklaarde aan de priesters : Nooit heb
ik een andere wens gehad dan altijd in de tempel te mogen blijven en nooit te
moeten huwen, ik heb mij aan God alleen verloofd. Maar de priesters kwamen
niet terug op hun woord.
Maria ging nadien op het tempelplein een
kruikje vullen uit een waterbak. Hier hoorde zij, zonder een zichtbare
verschijning te zien, een stem als een openbaring van de Hemel, die haar
bemoedigde en sterkte om de huwelijksstaat te aanvaarden.
Een hoogbejaarde priester (een
hogepriester) werd voor het Allerheiligste in de tempel gedragen en daar op het
altaar ontstak hij een reukoffer. Hij las gebeden op een perkamentrol die voor
hem op een lessenaar lag. Hij kreeg een soort extase en zijn hand met de
wijsvinger werd op de schriftrol van Jesaja gelegd bij deze woorden : En er zal
een twijg aan de stronk van Jesse ontspruiten en een scheut uit zijn wortel
opschieten. (Jes.11,1) Toen de oude priester terug bij bewustzijn was, las hij
de aangewezen plaats en begreep hij wat hem te doen stond. Men zond in het land
boden rond om de ongehuwde mannen uit het geslacht van David in de tempel samen
te roepen. Velen van hen waren in feestkledij in de tempel bijeengekomen. Maria
werd aan hen voorgesteld. Onder hen viel een zeer vrome jongeling uit het
gewest van Betlehem op. Ook deze had altijd met grote vurigheid om de
vervulling van de Belofte (= komst van de Messias) gebeden. Hij brandde van
verlangen om de man van Maria te mogen worden. Maria echter trok zich in haar
cel terug en was droevig. Ze kon maar niet indenken dat ze geen maagd zou mogen
blijven. De hogepriester die een inwendig een wenk van Boven had gekregen,
overhandigde aan al de verzamelde mannen een tak en hij zei dat ze hun naam op
de ontvangen tak moesten griffen. Ze moesten de tak onder het gebed en het
offer in hun handen houden. Daarna werden alle takken opgehaald en op een tafel
voor het Allerheiligste neergelegd. Er werd hen verteld dat degene onder hen,
wiens tak zou gaan bloeien, door de Heer bestemd was om de echtgenoot van Maria
te worden.
De jongeling uit de streek van Betlehem bad
al die tijd in een zaal van de tempel met uitgestrekte armen, onstuimig tot
God. Toen na de bepaalde tijd de takken aan allen werden teruggegeven werd
bekend gemaakt dat geen enkele tak bloemen had gekregen. God had niemand van
hen tot bruidegom van Maria bestemd. De verliefde jongen brak in tranen los.
Hij sloeg, terwijl de andere mannen allen naar hun woonplaats terugkeerden, de
weg in van de Karmelberg, om zich aan te sluiten bij de profetenkinderen, die
daar sinds Elias tijd als kluizenaars leefden. Daar bracht hij de rest van
zijn dagen door in gebed voor de vervulling van de Belofte of komst van de
Messias.
H. Jozef's leven deel 1 volgens Anna Katarina Emmerick
Jozef was de derde van zes broers. Zijn
ouders bewoonden voor Betlehem een aanzienlijk gebouw. Het was het gewezen
familiehuis van David. Davids vader Isaï, wat hetzelfde is als Jesse, was er
eigenaar van geweest. Ten tijde van Jozef was er buiten de hoofdmuren niet veel
meer van het oude gebouw over. Voor het huis lag, zoals voor de huizen van het
oude Rome, een voorhof dat door overdekte zuilengangen werd omgeven. Het huis
bestond uit 2 verdiepingen. Jozef en zijn broers sliepen op de 1ste verdieping.
Hun oude leermeester op de 2de verdieping. Ze sliepen op tapijten
die overdag werden opgerold.
Hun ouders trokken zich niet veel van hun
kinderen aan en kwamen er zelden mee in aanraking.
Jozef stak door zijn natuur en karakter
zeer sterk af tegenover zijn broers. Hij had veel talent en leerde zeer
gemakkelijk, maar hij was eenvoudig, godvruchtig en zonder eerzucht. Zijn
broers namen hen voortdurend tot mikpunt van hun plagerijen.
Jozef was vaak onder de zuilengangen van de
voorhof, gekeerd naar de muur en geknield met uitgestrekte armen bidden. Soms
slopen zijn broers achter hem en gaven hem een schop in de rug. Hij was
dikwijls onder het gebed in extase en als hij weer bij volle bewustzijn was,
werd hij niet boos en zocht ook niet om zich te wreken, maar hij trok zich in
een verborgen hoek terug, waar hij doorging met bidden. Jozefs broers maakten
dikwijls een praatje met de dienstmeiden of hielpen hen, maar Jozef deed dit
niet. Hij was er te ernstig voor, hij liet zich niet uit zijn ingetogenheid
trekken.
De ouders waren over Jozef niet tevreden. Zij
verlangden dat hij met al zijn talenten zich een weg zou banen tot hij ergens
een aanzienlijke positie in de wereld zou hebben, maar Jozef voelde niets
hiervoor. Zij vonden hem te eenvoudig en te ambitieloos.
Bidden in eenzaamheid en gewoon handwerk
verrichten was zijn enige doel.
Toen hij ongeveer 12 jaar was ging hij aan
de andere zijde van Betlehem bij een kleine groep Essenervrouwen, die in
gemeenschap leefden tegen een heuvel. Daar kon hij vluchten van de voortdurende
plagerijen van zijn broers. De vrouwen woonden in een rij rotskamertjes, bewerkten
tuintjes bij hun woningen en gaven onderricht aan de kinderen van andere
Essenen. Toen de vrouwen bij het licht van een lamp in hun rotskluizen uit een
aan de muur hangende rol lazen, sloot Jozef zich bij hen aan in hun gebed. Als
afwisseling maakte hij allerlei kleine houten voorwerpen, want in de buurt van
de woonplaats van de Essenervrouwen had een oude timmerman zijn werkplaats. Jozef
hield zich veel bij hem op, stond hem terzijde bij zijn werk dat hij hem
afkeek, en leerde zodoende geleidelijk het timmermansambacht. Hier bewees hem
de meetkunde, waarin hij thuis van zijn leermeester had ontvangen, de beste
diensten.
Maar de vijandigheid van Jozefs broers ging
zo ver, dat het hem onmogelijk werd nog langer in de ouderlijke woning te
blijven. Een vriend van hem uit Betlehem gaf hem andere kleren. Hierin
verkleed, ontvluchtte Jozef op zekere nacht het ouderlijk huis, om op een
andere plaats te gaan wonen. Hij hoopte daar door zijn timmermanswerk in zijn
levensonderhoud te kunnen voorzien.
De mens is geschapen om God te dienen op aarde, en Hem eeuwig te aanschouwen in de Hemel. De mens is niet geschapen om zich op aarde te vermaken en rijkdommen te vergaren, maar om God te dienen. De mens mag zich vermaken en voor zijn tijdelijke zaken zorgen, maar moet alles ten dienste stellen van God. De mens moet op aarde vooral God dienen ter harte nemen. De mens mag zich niet bezig houden met zaken die tegen Gods dienst ingaan. De mens kan niet oprecht gelukkig zijn zonder God te dienen, want hij is voor God geschapen, en zijn ziel kan geen rust vinden dan in God dienen. De mens moet God kennen, God beminnen en Hem trouw tot het einde van zijn leven dienen, om de eeuwige zaligheid te bekomen. De mens moet God dienen zoals God het wil en voorschrijft. De mens moet gewoon luisteren naar de wil die God heeft laten kennen door Adam, de aartsvaders, de profeten en door Zijn eigen Zoon, Jezus. Deze bekendmaking is de openbaring. De mens moet alles onderhouden wat een christen moet doen. Een christen is een leerling van Jezus Christus, die gedoopt is en de leer van Christus in de ware Kerk gelooft en belijdt. De leerlingen van Jezus hebben de eerste keer de naam christen ontvangen te Antiochië. De mens wordt christen door Gods genade, niet door zijn eigen verdiensten, maar door een loutere gunst van God. De mens wordt christen door het Doopsel. Alle christenen die gedoopt zijn en in de ware Kerk de leer van Christus belijden, zijn niet allen goede christenen, omdat zij niet allen doen hetgeen een christen moet doen. Een christen moet de geboden van Christus onderhouden en leven volgens de leer van Christus. De christenen die de geboden van Christus niet onderhouden of niet leven volgens Zijn leer, zullen niet zalig worden. Tenzij zij zich bekeren en beteren.
Het teken van een christen is het kruisteken. Daardoor toont men dat men leerling van Christus is, die ons door het kruis verlost heeft. Het kruisteken maakt men met de rechterhand te beginnen op het voorhoofd (In de naam van de Vader), daarna op de borst (en de zoon), dan langs de linkerschouder (en de Heilige Geest) en eindigend langs de rechterschouder (Amen). Door het maken van het kruisteken geven we te kennen te geloven in 2 grote mysteriën : de Heilige Drieëenheid en de menswording van Jezus Christus. De Heilige Drieëenheid door het uitspreken van 'In de naam' en niet in de namen, belijden wij één God. Daarbij voegen we 'van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest' daar spreken we ons geloof uit in drie verschillende personen in de godheid. De Menswording van Jezus Christus door hetgeen we met de hand doen : onze hand vanaf het voorhoofd dalend tot de borst, daar belijden wij dat Jezus Christus mens is geworden in het maagdelijk lichaam van Maria. Van de linkerschouder naar de rechterschouder, belijden wij dat Jezus Christus ons heeft overgezet van de staat van doodzonde naar de staat van genade. Daarom is het goed dat wij regelmatig het kruisteken maken !