Haruki Murakami in gesprek met
Auke Hulst
Het vraagstuk van namen heeft me lang
beziggehouden. In mijn eerste boeken
heben de personages geen namen in de traditionele zin. De verteller is altijd een naamloze ik, anderen
heten J. of de Rat. Ik voelde me opgelaten bij het idee iemand een naam te
moeten geven. Alsof ik me de rol van God
wil aanmeten. Dat zegt, denk ik, vooral
iets over mijn verhouding tot mijn schrijverschap. Ik was schrijver, maar ik voelde me ongemakkelijk
bij dat idee. Niet dat ik twijfelde over
mijn vaardigheid, zeker niet. Ik
twijfelde of ik mezelf wel schrijver kan noemen.
(
)
Ik heb geen enkele bewegwijzering. Het is reizen zonder landkaart. Het enige wat ik nodig heb, is zelfvertrouwen
het geloof dat ik ooit, op een dag, het verhaal waaraan ik begin ook
daadwerkelijk zal kunnen beëindigen. Voordat ik die kracht in mezelf, begin ik
niet eens.
(
)
Ik wil zelf veranderen tijdens het
schrijven van een boek. Als de reis
niets met me gedaan heeft, dan is de reis zinloos geweest. Mijn personages doorstaan de storm, maar
ikzelf en de lezer ook. Iedereen moet
moet na het verhaal ten goede veranderd zijn,
hoe duister, zwaar en deprimerend het verhaal ook is. In die zin ben ik een moralist.
10-06-2014, 00:00
Geschreven door Yves 
Reageren (0)
|