Sandhamn is het zeilersmekka van Zweden. De oudste jachtclub en een imposant clubhuis.
Het is ook een van de twee zandeilanden van Zweden. Omdat het de toegang is naar Stockholm werd het voorheen onbewoonde eiland een tolpost en een loodsstation.
Het is er wel onrustig door het voortdurende heen en weer gevaar van te snelle bootjes. In de namiddag optreden van een bandje met veel succes. Kurt en Willy blazen de bijboot op en brommen naar de sauna aan de overkant. Gestookt door hout en afkoelen met zicht op de passerende bootjes.
Maandag, 10/8 Tocht naar Dalarö.
Daar gaan we weer door de Zweedse scheren. Knijpen tussen eilandjes en rotsblokken door. Voortdurend kaartlezen, positie bepalen, koersen uitzetten. Soms denk je dat je ze kan aanraken en zit er toch 80 meter water onder de boot! En weer blijven we uren rondturen naar de pracht van dit gebied.
Dalarö is ook een tolstadje. Tegen de rotsen imposante houten huizen en een gezellig haventje.
Kurt springt bus en trein op en is een uurtje later in Stockholm voor een dagtrip.
De stekker van de koelbox heeft het begeven en ik vind geen nieuwe. Op de foto kan je zien hoe we het voorlopig oplossen met een batterijlader en moto-accu.
Woensdag naar Oxelösund. 60 mijl, afwisselend op motor en zeil. Hier kruisen we terug de route die we deden naar het noorden. We kruisen die 3 keer omdat we een paar keer overstag gaan achter een eilandje. We zien ook dezelfde ferrie uit Gotland passeren. In Oxelösund, industriestadje, ontmoeten we de 76-jarige Sven Östensson. Mede-oprichter van de club, spreekt minstens 5 talen, waaronder Nederlands, heeft overal gezeild en geschaatst. Hij geeft ons een lift naar een restaurantje in een andere club waar we gus eten, een heerlijke vis. Sven zit vol verhalen, en verteld o.a. dat in dit stadje 9000 mensen leven en 2000 boten liggen. Dus het is een leugen dat elke Zweed een boot heeft. We bezoek nog even zijn mahoniehouten scherenboot (foto) die hij die deze winter gerestaureerd heet en nu te koop staat voor 5000 euro.
Straks het laatste stukje richting Mem, en dan zitten we terug op zoet water, het Gottakanaal.









|