Hildemaria schrijft:
Degerby. Ik geloof intussen dat er zoiets bestaat als weer-engelen en voorspoedsengelen. Kort na de middag leggen we aan in dit kleine haventje. En precies een half uurtje later worden we voor de eerste keer getrakteerd op regen. Puur geluk alweer.En dus houden we ons voor een paar uur binnenshuis bezig. Zo eenvoudig deze haven is, zo groots is het uit hout opgetrokken restaurant. Wanneer Paul even later terugkomt van het havenkantoor heeft hij ook al de menukaart bekeken, en nodigt hij zijn twee scheepsvrouwen uit op een diner vanavond. Het lijkt alsof we over zee zo een restaurant zijn binnengevaren. Bizar. En terwijl we nu vaste grond onder onze voeten hebben blijft alles lichtjes schommelen. Ik voel me rijk. En dat gevoel wordt nog eens bezegeld als we, na onze buik gevuld te hebben met de heerlijke hapjes van het visbuffet, nog even de Finse sauna ingaan.
Degerby. Toch ben ik blij dat we deze plaats morgenvroeg weer verlaten. Het is té surrealistisch.
Met veel meer verlangen kijk ik uit naar Kökar; een wat groter eiland. Een fotoboek in Mariehamn gaf een eerste, maar aangename indruk. Een dagtocht van zon 8 uur zeilen. Een spannende tocht, omdat we voortdurend tussen de vele eilanden door moeten navigeren. Op sommige plaatsen zakt de dieptemeter plots tot een halve meter onder de kiel! Voortdurend koers opnieuw bepalen. Ondanks de oplettendheid van Paul zitten we plots toch in een verkeerde vaarroute en moeten daardoor 4 mijl omvaren. Maar we worden beloond. Dit is het mooiste stuk dat ik al varend al gezien heb. Smalle geulen voeren ons door de vele mini-elandjes. En Kökarhaven komt als een uitnodigende verzameling dieprood houten huizen in zicht. Ik kan amper wachten om van de boot te gaan en op ontdekkingstocht te gaan en vind het nu al jammer dat we hier alleen vanavond nog kunnen zijn. Morgen voert de tocht naar Hanko: eerste stad op het Finse vasteland, vanwaar we vervolgens naar Thallin zeilen. Thallin: de mooie hoofdstad van Estland. De eindhalte van Petra en mij. Een mooie afsluit lijkt me. Maar eerst Kökar. Ik loop langzaam over het roodgrinten pad dat als een lint door het landje slingert. Een rotsig landje, bestrooid met een handvol houten huizen. Ik geniet van de paarse kleur van de campanullas omringd door een gele waas van een fijnkruidig gewas (waarvan de naam me ontgaat) , de callunaheide die in bloei komt naast de juniperus. Ik pluk meteen een verse voorraad jeneverbessen. Verder ontdek ik nog wilde framboos, engelwortel, en op de vochtigere plekken moerasspireas. fantastische plek voor een botanicus en plantenliefhebbers!
Intussen hebben Petra en Paul de reisroute voor morgen grondig bekeken en een plan opgemaakt. Voorstel is om heel vroeg te vertrekken. Ik begrijp niet waarom. Een goede en voldoende nachtrust is toch zó heilig voor mij. Een halve minuut later weet ik meteen waarom: de tocht van Kökar naar Hanko zal dubbel zo lang zijn als die van vandaag. Ik slaak zowat een gil en kan mijn oren niet geloven; DUBBEL zo lang! Dit zal de uitdaging van mijn leven worden. Petra, die een hele poos geleden twee jaar lang gezeild heeft, haalt daarentegen haar hartje op. Ze is een, handig, bij de pinken, en enthousiast maatje voor Paul. Twee zeilhanden op één buik, die twee.
Terwijl ik woorden probeer te geven aan deze zeer variabele zeilervaringen zijn we halfweg. Vandaag leggen we 65 mijl af(zon 120km) aan gemiddeld 5 knopen( 8 per uur) halleluja. Toch kan ik óók vertellen dat zeilen een ervaring is die met niets anders te vergelijken is. De wereld zien en ontdekken van op het water. Water: altijd anders. Je helemaal overgeven aan de deining onder je is de enige manier om voluit te genieten en zeeziekte terzijde te laten.








|