Als u zich, waarde lezer, wenst te begeven van Ronse naar Kortrijk maar dat wenst u waarschijnlijk niet dan kan ik u geen betere route adviseren dan via Ingooigem, IJvegem in de spreektaal. Dat is tenminste het advies dat ik mijn schoonbroer Carlos meegegeven heb, toen hij mij, enkele dagen geleden, vroeg naar de kortste weg tussen Ronse en precies Kortrijk. Ik maak me weliswaar weinig illusies dat dit ook boven de Moerdijk gelezen wordt, maar ik wil absoluut niet de kans lopen dat die ene Hollander nu al afhaakt vanwege woorden die hij niet begrijpt. Ik bedoel het woord schoonbroer. Het is een Vlaams woord en dus geen goed Nederlands. Toch staat het in de dikke van Dale, maar dan als gallicisme: letterlijke vertaling van het Franse beau-frère. In Holland kennen ze schoonvader en schoonmoeder en schoonzoon en schoondochter en schoonzuster: dat zijn goede Nederlandse woorden en geen letterlijke vertalingen van respectievelijk beau-père, belle-mère, beau-fils, belle-fille en belle-soeur. Hier houdt het evenwel op. Het grootste deel van de Nederlanders en daar wil ik nu even die van beneden de grote rivieren niet bij rekenen begrijpen het woord schoonbroer niet. Van de anderen zullen er maar weinigen zijn die het zullen begrijpen zonder meer. Nadat hun dubbeltje gevallen is zullen ze zeggen: o ja, u bedoelt zwager natuurlijk. Sommigen zullen er zelfs aan toevoegen dat ze schoonbroer eigenlijk wel een mooi woord vinden: het lijkt wel Afrikaans en
zo beeldrijk. Zoiets als lichtdrukmaal van Guido Gezelle, in de plaats van foto.
Maar ik had het dus over mijn schoonbroer Carlos, mijn zwager dus. Als hij de door mij voorgestelde route gevolgd heeft is hij dus voorbij het schilderachtig kunstenaarsdorp Kwaremont gereden dat gelegen is op een heuveltop en bekend is van de Ronde van Vlaanderen, waar de wielrenners zich telkenjare de ziel uit het lijf fietsen. Aan de rotonde in Kerkhove voor die éne Nederlander gebruik ik speciaal niet het woord rondpunt is hij rechtdoor gereden en op het kruispunt te Kaster heeft hij de afslag naar links genomen, naar Tiegem, weer een kunstenaarsdorp en weer op een heuvel gelegen. De toondichter Alfons Moortgat heeft er gewoond en vele kunstschilders, waaronder Valerius Desaedeleer, Staf Stientjes en de gebroeders Firmin en Lieven Colardyn. Anderhalve kilometer voorbij de kerk van Tiegem moet mijn zwager een brede bocht naar rechts nemen en dan zal hij in de verte, aan de rechterkant van de weg, en weer op een hoogte, het Lijsternest zien, waar Stijn Streuvels, de grootste schrijver die Vlaanderen ooit heeft gekend, geleefd en gewerkt heeft van 1905 tot aan zijn dood (op 98-jarige leeftijd!) in 1969. We zijn in het dorp Ingooigem. Toen Streuvels het Lijsternest liet bouwen in het begin van de vorige eeuw was hij reeds een beroemd schrijver, gewaardeerd in binnen- en buitenland. Streuvels was de zoon van een kleermaker, was zelf bakker en had niet gestudeerd. Hij was bezeten door literatuur. Door zelfstudie had hij zich, naast het Frans, het Engels en het Duits, ook de kennis van de Scandinavische talen en van het Russisch eigen gemaakt teneinde de hele wereldliteratuur in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen. Geen andere Vlaamse schrijver heeft zoveel meesterwerken geschreven als Streuvels. Geen andere Vlaamse schrijver werd in zoveel talen vertaald. Ondanks het feit dat hij máár een bakker was, werd hij doctor honoris causa aan verscheidene universiteiten. Met bewondering schrijft Ernest Claes, die andere grote Vlaamse auteur, over een bezoek van Streuvels aan het Leuvens studentenmilieu (omstreeks 1905): Zo zag ik daar voor de eerste keer Stijn Streuvels. Die was toen voor alle letterminnende jongeren in Vlaanderen als het symbool van de nieuwe tijd, als de jonge god in de kunsthemel, een soort natuurwonder, waar iedereen naar opkeek. Daartoe bracht ook enigszins bij dat hij máár een bakker was, en niet iemand uit de intellectuele wereld waartoe naar traditie een schrijver moest behoren. Deze bakker van Avelgem stond daar opeens boven al degenen die wij totdantoe als onze voorbeelden en leermeesters hadden moeten beschouwen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Maar men is geen sant in eigen land. Deze grote schrijver, wiens roem reeds tot ver buiten onze landsgrenzen was doorgedrongen, was zo goed als onbekend bij de landelijke bevolking van zijn eigen dorp. Men wist dat er in villa Het Lijsternest een zonderling woonde, die blijkbaar zonder werken zijn brood verdiende. Een schrijver? Dat moest iemand zijn die mooi kon schrijven, een pennenlikker misschien, op een of ander ministerie
Weinige dorpelingen hadden hem ooit in levenden lijve gezien. Een wereldberoemd schrijver in Ingooigem? Er waren zelfs Ingooigemnaren die niet eens de echte naam van hun dorp kenden, want daar in de streek spreekt niemand over Ingooigem. Iedereen zegt daar IJvegem: dat is heden ten dage niet anders. Waarom men IJvegem zegt is mij te enen male onbekend. Dat men Ingooigem niet of nauwelijks over zijn lippen krijgt is evenwel zeer begrijpelijk als men zich realiseert dat men in deze zuidelijke uithoek van West-Vlaanderen, net zomin als in de rest van de provincie overigens, niet overweg kan met de g. En dat uitgerekend in een streek waar het krioelt van de dorpsnamen die eindigen op -gem: Wortegem, Petegem, Moregem, Elsegem, Anzegem, Gijzelbrechtegem, Tiegem, Avelgem, Otegem, Zwevegem. Men spreekt het daar natuurlijk uit als -hem en dat is per slot van rekening nog zo gek niet: -hem komt immers van -heim of -heem, wat woonplaats betekent. Twee -gs is echter van het kwade teveel, moeten die arme Inhooihemnaren gedacht hebben. Het zou teveel de indruk gewekt hebben dat ze een bende luiwammessen waren die heelder dagen met hun lamme leden in t hooi lagen. Daarom dat die werkzame boerenmensen van Ingooigem gekozen hebben voor IJvegem. Voel ik daar niet het woord ijver in? En IJvegem is het gebleven
Niettemin, met de jaren hebben de mensen van IJvegem hun beroemde inwoner leren kennen en naar waarde weten te schatten. En in 1969 hebben ze waardig afscheid genomen van Stijn Streuvels: met de wijtewagen hebben ze hem naar zijn laatste rustplaats gevoerd en tegen de kerkmuur hebben ze hem begraven, naast die andere grote Ingooigemnaar, pastoor Hugo Verriest, de geestelijke vader van de Blauwvoeterij. Voor beiden staat er een monument tegen de kerkmuur. En er is welhaast geen dorp in de streek waar er geen Stijn Streuvelsstraat en geen Hugo Verrieststraat is. In Ingooigem draagt de grote weg, vanaf de grens met Tiegem tot aan de kerk, de naam Stijn Streuvelsstraat. Net voorbij de kerk rechts is de Hugo Verrieststraat. De eerste straat links in de Hugo Verriestraat is de Guido Gezellestraat: Streuvels moeder was de zuster van Guido Gezelle
En nu komt het! We hebben mijn zwager Carlos en zijn eindbestemming Kortrijk al lang uit het oog verloren. Ónze eindbestemming is de Scheidhoekstraat en dat is de eerste straat rechts in de Guido Gezellestraat. Héél vroeger moet daar een café geweest zijn dat de naam In de Scheidhoek droeg en het is niet zeker of de straat haar naam te danken heeft aan het café of andersom. Omdat Scheidhoek klinkt als schijthoek heeft men later een minder dubbelzinnige naam bedacht voor het café: In de Bronstige Os. De naam van de straat is gebleven. Maar om ter zake te komen: het drama van de Scheidhoek. Jaren geleden op een precieze datum wil ik mij voor één keer niet vastpinnen hebben er zich in het café, naar men mij verteld heeft, dramatische taferelen afgespeeld die op vierentwintig uur tijd het leven van de cafébaas, de dokter, de notaris, de dorpspastoor en diens meid en nog een paar anderen, helemaal ondersteboven hebben gegooid. Die dramatische gebeurtenissen zijn nooit te boek gesteld. Daar wil ik nu werk van maken. Op één voorwaarde: dat er voor het boek minstens een dozijn geïnteresseerden zijn. Reageren dus.
|