Amalthea
Oeranos en Gaia waren het eerste godenpaar dat heerste over hemel en aarde. Hun zoon Kronos echter doodde zijn vader en nam met zijn zuster Rhea, met wie hij huwde, de heerschappij over het heelal over. Terwijl hij zieltogend lag dood te bloeden had Oeranos zijn zoon vervloekt en hem voorzegd dat ook hij door zijn kroost zou onttroond worden. Teneinde dit lot te ontlopen eiste Kronos dat zijn vrouw Rhea ieder kind dat zij baarde direct na de geboorte aan hem zou geven zodat hij het kon verslinden. Kronos had reeds vijf kinderen verslonden, toen Rhea het welletjes vond. Nadat ze haar zesde kind had gebaard, op de berg Lykaion in Arkadië, gaf ze aan haar echtgenoot niet het kind, maar een grote in luiers gewikkelde steen. Kronos had niets in de gaten en verslond de steen. Rhea bracht haar kind in veiligheid op het eiland Kreta in een grot in het Dikte-gebergte. Het kind Zeus werd verzorgd door twee nimfen en door de geit Amalthea. De nimfen voedden hem met honing en hij dronk Amaltheas melk. Toen Zeus later, zoals voorzegd, zijn vader van de troon had gestoten en over het heelal heerste, plaatste hij uit dankbaarheid Amaltheas beeltenis tussen de sterren, als het sterrenbeeld de Steenbok. Hij leende één van Amaltheas hoorns en schonk deze aan de nimfen: dit is de beroemde hoorn des overvloeds" (de cornucopia), die te allen tijde gevuld is met de lekkerste en meest overvloedige spijzen en dranken die de bezitter ervan zich maar kan wensen. Met de vacht van de geit (de aegis) bekleedde Zeus zijn schild opdat ze hem te eeuwigen dage zou blijven beschermen
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vorige zomer vertoefde ik op het eiland Kreta. In de Samariakloof heb ik kennis gemaakt met de kri-kri. Kri-kri is niet alleen één van mijn troetelnamen, het is ook de naam van een bijna uitgestorven geitensoort, met grote hoorns, die alleen in die Samariakloof leeft. Zo beperkt als het aantal overgebleven exemplaren van deze prachtige diersoort zijn, zo talrijk zijn de kri-kris die je in alle maten kunt kopen in de vele Kretenzische souvenirwinkeltjes. Ik heb zon geitje meegenomen en het op mijn bureau geplaatst.
Iemand heeft mij enkele dagen geleden gevraagd of ik wou nadenken over een geschikte naam voor een nieuw opvangcentrum voor zuigelingen en kleuters. Toen ik daar gisteren zat over na te denken, heb ik per ongeluk het geitje van mijn bureau gestoten. Eén van de hoorns was afgebroken. De hoorn des overvloeds? Zou het kunnen dat de kri-kri een afstammeling is van Amalthea? Zou Amalthea geen schitterende naam zijn voor een kinderdagverblijf?
Ik kom net thuis van een bezoek aan de Kredietbank. Vóór mij in de rij stond daar een man. Hij keerde zich om naar mij en zei: Oe bent doktore Kris? Ik herkende hem niet, maar ik vermoedde dat de man Grieks was, aan zijn accent te horen. Het was de uitbater van één van de betere Griekse restaurants in de stad, iemand die ik een jaar of vijftien geleden behandeld heb en bij wie ik toen een paar keer ben gaan eten. Ik herinnerde mij nog dat hij uit de streek van Olympia kwam en zijn vrouw uit Argolis, allebei in de Pelopponnesos. Met Grieks enthousiasme vertelde hij mij dat hij vorige week vader geworden was. Van een eerste kindje nog wel: Zoë, een Griekse naam. Ik wist niet dat Zoë een Griekse naam was. Zou dat misschien de vrouwelijke vorm van Zeus zijn? Ik wenste hem geluk en hij straalde van vaderlijke trots. Ik kon niet nalaten hem zijn gedacht te vragen over mijn vondst: Amalthea. O doktore zei hij Amalthea, de geit die Zeus heeft gevoed! Proficiat, doktore, wat een geweldige naam. Er was een loketje vrijgekomen en de man was aan de beurt. Ik wenste hem nog snel veel geluk met Zoë. Dankoewel, doktore. En oe, veel geluk met Amalthea. Ik zal Zoë zeker brengen, later, als ze wat groter is
|