Vandaag de laatste dag van 't jaar. Gisteren heb ik voor de laatste keer spreekuur gehouden in het ziekenhuis: ik ben nu ziekenhuisarts áf. Om vijf over vier 's middags heb ik de deur van mijn consultatiekamer achter mij dichtgetrokken, voor 't laatst. Ik had het al eerder verkondigd dat ik zonder plichtplegingen het ziekenhuis wenste te verlaten en die wens heeft iedereen - god zij gedankt! - gerespecteerd. Geen traan, geen krop in de keel, geen weeïg gevoel, niets... Ik heb er nochtans meer dan vierendertig jaar gewerkt! En ik dacht nog wel dat ik emotioneel was. Dat moet ik eens uitzoeken in een volgend cursiefje. Gelukkig heb ik mijn praktijk thuis nog. Een paar halve dagen in de week slechts, maar ik zal mij dan ook zoveel mogelijk beperken tot gehoorstoornissen. Een nieuw geluid dus in het nieuwe jaar. En waarom geen nieuwe spelling in 2006? Heb ik u, beste lezer, in het vorig cursiefje niet beloofd dat ik verantwoording zou afleggen voor mijn afkeer voor "pennenvriend". Wat leert ons "de dikke" van Dale? In de twaalfde editie moet het "pennevriend" zijn, of - merkwaardig genoeg - "pen-vriend". In de dertiende editie moet het "pennenvriend" zijn, of - weeral - "penvriend". Hoe het in de veertiende en laatste editie is, en of het woord überhaupt nog bestaat, weet ik niet. Tot mijn vijfenzestigste heb ik mijn best gedaan om de spellingregels te volgen, maar nu geef ik het op. Om de haverklap een nieuwe van Dale wordt me overigens te duur. Dat "penvriend" goed Nederlands is wist ik dus niet, maar het verheugt mij bovenmate. Had ik geweten dat het bestond, ik had nooit "pennevriend" geschreven. Dat zal u maar al te duidelijk worden, beste lezer, als u de inleiding leest van "O jerum jerum jerum...", waarin ik een oproep doe om nog één keer onze moedertaal te veranderen, één enkele keer en dan nóóit meer. De allerlaatste keer dus.
|