| 
					
					 Brief aan Jack Vanlichtervelde.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> 
  
Beste Jack, 
  
Anderhalf jaar geleden  t was rond de jaarwisseling  hadden we het over het malthusianisme, de theorie van Malthus. Herinnert ge u dat nog? Sta mij toe dat ik hier nog even de theorie definieer. Dat de exponentiële groei van de wereldbevolking niet zal bijgehouden worden door de economische groei, waardoor onvermijdelijk afgestevend wordt op een catastrofe, de zogenaamde malthusiaanse catastrofe. Herinnert ge u ook dat ik toen voorspeld heb dat die catastrofe voor de deur stond, dat ze zich ongetwijfeld binnen de komende paar decennia zou voltrekken en dat de kans er dik inzit dat wij die catastrofe nog zouden meemaken? Welnu, die catastrofe is er reeds: de economie is in vrije val en ze zal nooit meer goed komen. 
Malthus was een fatalist en volgens hem was die catastrofe onvermijdelijk. Geboortebeperking zou theoretisch een oplossing kunnen bieden, maar zelf twijfelde hij eraan of die maatregel in voldoende mate uitvoerbaar was. Wat zien we? Ondanks de geboortebeperkende maatregelen die wereldwijd genomen worden, is de wereldbevolking nog nimmer zo snel toegenomen als dat op heden het geval is. Maar vooral het aantal mensen dat deelneemt aan de verdeling van de koek neemt in een duizelingwekkend tempo toe: de één of twee miljard chinezen  ik ben even de tel kwijt  bijvoorbeeld en de immigranten die uit onleefbare streken komen. Met de koek bedoel ik in de allereerste plaats
 olie! 
Een paar honderd jaar geleden, toen het nog allemaal niet om olie draaide, werd er anders geleefd in onze contreien. De vrouwen werden een keer of twintig zwanger, ze baarden gemiddeld een dozijn kinderen, waarvan er pakweg de helft de volwassen leeftijd bereikten  dat de bevolking niet nog sneller aangroeide kwam ook door de beperkte gemiddelde levensduur . Dat was de normale gang van zaken, ofschoon er toen ook al in enige mate aan geboortebeperking werd gedaan. Let wel: geboortebeperking was verboden door de godsdienst. Wanneer een vrouw in t eerste jaar na haar huwelijk niet zwanger werd, trok de pastoor er heen om te zien wat er aan de hand was, of er in het jonge gezin geen zondige praktijken werden op na gehouden van coïtus interruptus of iets in die zin
 Zo is er het verhaal van Rommeke Sanders: mijn moeder heeft het mij verteld. Toen ze pas getrouwd was, ging de pastoor er regelmatig op bezoek om haar te wijzen op haar plicht om veel kindertjes op de wereld te zetten. Toen ze er een dozijn had, vertikte de pastoor het bij Rommeke nog binnen te gaan want hij kon niet tegen het lawaai van al die huilende snotterende kinderen en tegen de doordringende stank van de kak- en pisdoeken. Zaadlozing  en het daarbij horend orgasme  dewelke niet tot zwangerschap, zegge nieuw leven, kon leiden, was des duivels, zware doodzonde dus. Over het onnodig vrouwelijk orgasme heb ik nooit een uitspraak vanwege moeder de Kerk gehoord. Of dachten ze dat dát niet bestond? Over betrekkingen met een vrouw die al zwanger was, of een die de vruchtbare levensperiode voorbij was, heb ik ook nooit een duidelijke uitspraak gehoord: niet écht doodzonde denk ik, maar wel
 af te raden. 
In die tijd stond het afdrijven van een embryo van een paar weken oud, gelijk met doodslag met voorbedachten rade, moord dus. In het hiernamaals werd het veel zwaarder aangerekend dan het doden van honderd ketters, ongelovigen waar geen bekeren aan was. Wie onder dwang de dood verkoos boven het loochenen van zijn god, was een martelaar en werd heilig verklaard. Wie daarentegen zich liet doden of zichzelf van het leven beroofde omdat hij ongeneeslijk ziek was en ondraaglijke pijnen leed, beging een zware doodzonde, werd bij andere zware zondaars in ongewijde grond begraven en mocht al blij zijn als zijn kinderen en kleinkinderen voor zijn wraakroepende zonde niet gestraft werden met een verbod om hun plechtige heilige communie te doen, zoals ook het geval was voor  kinderen van gescheiden ouders. Al dient er gezegd dat er vroeger weinig echtscheidingen waren. Het hoefde daarom niet altijd allemaal koek en ei te zijn in het huishouden. Dat hoorde ik, geen week geleden, zeer treffend verwoorden op de VRT door een stand-up comedian, in dezer voege: Vroeger was alles véél beter. Er werd toen zo goed als nooit gescheiden. Al gooiden de echtelieden hun hele huisraad naar elkanders hoofd aan diggelen, al neukte de man het hele dorp plat, al kwam hij iedere dag stomdronken thuis, al sloeg hij de vrouw op geregelde tijdstippen bont en blauw,  ze bleven bij elkaar, uit
 liefde! 
We zijn het gewend geraakt dat het met de economie op en af gaat. Doch wees er maar zeker van dat het nu alleen nog bergaf zal gaan. En de prijs van de olie zal alleen nog maar naar omhoog gaan. Weldra zullen er alleen nog bedrijfswagens rijden, maar ook dát zal onbetaalbaar worden. Tot men, over tien à twintig jaar misschien, eindelijk zal inzien dat zon, water, wind en spierkracht genoeg energie kunnen leveren voor de hele wereldbevolking, die tegen die tijd weliswaar tot de helft of tot een vierde zal herleid zijn. De economische ineenstorting zal immers gepaard gaan met ongekende volksvernietigingen door oorlogen en epidemieën: de malthusiaanse catastrofe. Dat is het zelfregulerend effect van de natuur. Want de natuur, mijn beste Jack, bezit regulerende krachten die wij met ons verstand niet kunnen begrijpen. Wist gij dat er in tijden van langdurige oorlogen, waarbij vele manschappen sneuvelen, meer jongetjes geboren worden dan meisjes? Wonderbaar toch! 
  
Gaarne uw mening, Jack, per kerende post. 
  
Uw vriend en oude strijdmakker, 
  
Kris 
					
 
					
					
					 |