De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 21: DDG 1991, een groots decennium ingeluid.
Met de elfde editie was dus een tweede decennium gestart, het Olympisch decennium. Ongetwijfeld de grootste, de roemrijkste en meest bewogen periode uit de geschiedenis van onze loopkoers, ondanks het feit dat het record van het vorig jaar, nl. tweeduizend deelnemers, nooit meer werd geëvenaard (was het de afwezigheid van Lucien Van Lancker die zich dan toch liet voelen?). De meeste kranten gewaagden niettemin van meer dan tweeduizend en zelfs van enkele duizenden deelnemers, hetgeen dus lichtjes overdreven was. De publieke belangstelling in dit jaar van Zeus was bijzonder groot en het sportief niveau lag hoog. Winnaar van de 7 km werd de Chileen (!) Angel Aguillar. Dat hij geen ééndagsvlieg was zou hij nog bewijzen in de toekomst. De winnares bij de vrouwen heette Sophie Vandezande. De 20 km was voor Geert De-ruddere, toentertijd één van s lands beste stratenlopers. Hij zou het niet bij deze ene overwinning in DDG laten. Op het hoogste schavotje bij de dames: Carine Verhaeghe. Met 114 aangekomenen was de 3 km voor de -12 jarigen een bevredigend experiment: winnaar was ene Bjorn Vandriessche. Kortom: Claudine (Mevrouw Dejonghe-Speleers), de nieuwe voorzitter van DDG, had reden te over om tevreden te zijn over deze elfde editie.
De eerste medaille van Grijslokes Olympiade viel bij de meeste deelnemers in goede aarde. Een origineel werk van de Kortrijkse kunstenaar Jaak Vanneste (de schoonbroer van ex-premier Leo Tindemans): gestanst bas-reliëf in rood koper, diameter 6,3 cm, voorstellende de oppergod Zeus, met in de rand uitbeeldingen van verhalen die verwijzen naar de mythologische oorsprong van de Olympische Spelen in het Oude Griekenland.

1991 is ook het jaar waarin Loopclub Grijsloke een eigen achtkoppig bestuur kreeg, dat los stond van het bestuur van de loopkoers. Voorzitter was Marc Antoin. In later jaren zou Marc de loopsport vaarwel zeggen en de fakkel overgeven aan Daniël Malfait. De loopclub was nu tot volle bloei gekomen. De activiteiten waren legio. Er waren natuurlijk de wekelijkse trainingen op zondagmorgen, dewelke ook al eens doorgingen op verpaatsing: het Beukenhof in Vichte, het domein de Ghellinck in Elsegem, de Gavers in Deerlijk, de Kluisberg
De bedevaartloop Kerselare-Grijsloke was reeds een traditie aan t worden: iedere eerste of tweede zondag van mei. Op 1,2 en 3 maart trok de club naar een vakantiedorp in Viroinval (bij Couvin in de provincie Namen) voor een sportief verlengd week-end. Het was een schot in de roos. Ook dát is een traditie geworden: telkenjare rond dat tijdstip een verlengd week-end met meer dan honderd leden, zij het dat de locatie in later jaren verschoven werd van Wallonië naar de eigen kust.
Meer en meer lopers van de club gingen de eer van Grijsloke verdedigen tot ver in het buitenland. Steeds vaker ging de loopclub in groep deelnemen: de Course des Terrils in Raimes (F) bijvoorbeeld zou nog jaren lang een vaste plaats bekleden in veler agenda. Opvallende prestaties kwamen van de Anzegemnaren Jaak Demeulemeester (marathon in 2u29) en Jan Deseyn (eerste veteraan in de marathon van Athene) en van ons oudste clublid André Osselaer die in zijn categorie (75+) wereldkampioen marathon werd en Europees kampioen 10 en 25 km. Christine De Schamp, Carine De Bosscher en Jos David ontpopten zich tot echte ultralopers in het Belgisch kampioenschap 50 mijl (80 km!) in Oostakker. Onze eigen Lucien Taelman, die reeds zijn strepen als ultraloper had verdiend, moest in deze koers slechts de duimen leggen voor Jean-Paul Praet die toen absolute wereldtop was. Christine De Schamp en Carine De Bosscher waren in die tijd hét vrouwelijk uithangbord van Loopclub Grijsloke, hét bewijs dat het lopen van ultralange afstanden echt iets voor vrouwen is. Spijtig genoeg heeft Carine ondertussen de loopschoenen aan de wilgen gehangen. Christine is nog steeds een trouw clublid en nog steeds maalt ze haar kilometertjes af langs velden en wegen, al zijn de wekelijkse trainingen op zondagmorgen aan haar blijkbaar niet meer besteed.
Een hoogtepunt, dat een enorme invloed zou blijken te hebben op de verdere geschiedenis van DDG en de loopclub, was de verbroederingsloop in 1991, tussen de gejumeleerde steden Oudenaarde en het Engelse Hastings. Een aflossingsloop waarvan de organisatie door onze club in handen werd genomen. Op 9 mei werd er gelopen van Hastings naar Dover, op 10 mei van Oostende naar Oudenaarde. Voor Grijsloke namen de volgende lopers deel: Maurice Adams (zaliger), Luc Desmet, Gilbert Terras, Carlo Verleyen en Joost Vinckier. Het was het begin van een hechte band tussen onze loopclub en die van Hastings. Vanaf 1992 zou Loopclub Grijsloke telkenjare in maart een flinke delegatie afvaardigen naar de halve marathon van Hastings, en even trouw zouden de lopers van Hastings eind augustus deelnemen aan DDG, Vlaanderens mooiste. Tot op de dag van heden is daar geen verandering in gekomen.
|