Odysseus en Hermes doen behoedzaam hun intrede in het duistere rijk der doden. Odysseus verheugt zich over het feit dat de tocht zo voorspoedig verlopen is. Er staat een grote teil en op aanraden van Hermes doet Odysseus daarin nu zijn plengoffer voor de doden, in volgorde: melk, honing, wijn en water. Allerlei duistere schimmen komen nu opdagen, aangetrokken door de geur van het offerbloed dat Odysseus bij zich heeft. Maar daar komt Teiresias reeds aangetreden. Hij jaagt de schimmen weg. Dan komt hij met uitgestoken handen op Odysseus toe en hij drukt zijn bewondering uit voor hem: als ziener, ofschoon blind zijnde, heeft hij onze moedige held onmiddellijk herkend. Hij stelt zich voor als de blinde ziener van Thebe, die een o zo belangrijke rol gespeeld heeft in het verhaal van de vervloekte koning Oidipous. Hij verklaart waarom hij de enige afgestorvene in het rijk der doden is die zijn menselijk lichaam en zijn menselijk verstand behouden heeft. Toch moet hij op tijd een stond een slok bloed drinken om zijn geest en zijn lichaam op peil te houden. Hij drinkt dan ook van het offerbloed dat Odysseus bij zich heeft. De smaak bevalt hem niet en zijn oog valt op de fles oude klare. Hij vraagt Odysseus of hij ook daar een slok mag van drinken, teneinde de slechte bloedsmaak weg te spoelen. Odysseus overhandigt Teiresias de fles ze was trouwens voor hem bestemd en Teiresias drinkt ze half leeg. Dat maakt bij hem de tong wat losser en hij doet het verhaal van zijn ruzie met de oppergodin Hera, tevens gemalin van Zeus, waarbij zij hem met blindheid heeft geslagen. Hij had namelijk als scheidsrechter moeten optreden bij een meningsverschil tussen Zeus en zijn gade: ze waren het er niet over eens wie er bij de geslachtelijke gemeenschap het meeste genot ervaart, de man of de vrouw. Omdat Teiresias zelf zeven jaar lang vrouw was geweest, was hij de geschikte persoon om die vraag te beantwoorden. Er was geen twijfel mogelijk: de vrouw is het die het meeste genot ervaart, en wel tien maal zoveel als de man. Hera, verbolgen omdat nu de waarheid aan het licht gekomen was, heeft Teiresias toen het licht uit de ogen ontnomen. Zeus, die deze handicap niet ongedaan kon maken, heeft hem vervolgens de gave van de helderziendheid geschonken, ter compensatie. Het verhaal dat zijn blindheid een straf zou zijn hem opgelegd door de godin Athena, omdat hij haar eens naakt zou gezien hebben, doet hij af als
een mythe. En nu, zegt Teiresias, laat ik u een stonde alleen met de doden. Ze zullen op het offerbloed afkomen. Odysseus moet hen ervan laten drinken: dat zal hun dode geest een poosje verhelderen en hun tongen losmaken, voor even. Maar vooraleer het dodenrijk te verlaten moet hij zich nogmaals onderhouden met Teiresias. De ziener is immers de enige die hem de nodige richtlijnen kan geven, die hij strikt dient op te volgen, wil hij een kans maken om nog ooit zijn geboortegrond te bereiken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Pas heeft de ziener zich teruggetrokken of de schimmen komen weer naderbij. Odysseus herkent de schim van zijn moeder, Antikleia. Toen hij Ithaka verliet was ze nog in leven
Ontroerd wil Odysseus haar omhelzen, maar dat lukt niet: zij is maar een schaduw. Hij reikt haar de karaf met het offerbloed. Ze neemt het gretig aan en drinkt ervan. Nu pas herkent ze haar zoon. Mijn lieve rampzalige jongen, zegt ze, hoe ben jij hier verzeild geraakt, hoe en waar heeft de dood jou verrast? Odysseus legt haar de reden van zijn bezoek aan het dodenrijk uit en dat hijzelf nog steeds tot de levenden behoort. En dan vraagt hij of zijn vader nog in leven is en hoe zijn dierbare echtgenote Penelope het stelt en zijn zoon Telemachos, en hoe zijzelf de dood heeft gevonden. Antikleia bekent dat ze, overmand door verdriet, zelf voor de dood heeft gekozen. Haar man, Laërtes, heeft het koninklijk paleis verlaten en kwijnt nu in stilte weg op het platteland. Hij zal ongetwijfeld nog in leven zijn, want zijn schim heeft ze in dit dodenrijk nog niet ontwaard. Het vorstelijk huis van Odysseus zit vol vrijers, mannen die dingen naar de gunsten van Penelope en de troon. Ze proberen haar ervan te overtuigen dat Odysseus toch nooit meer terugkeert, dat hij reeds lang gesneuveld is. Maar Penelope wijst hen allen af. Ze weeft een kleed voor haar schoonvader Laërtes. Pas als het weefstuk af is, wil ze over hun voorstellen nadenken. Maar s nachts haalt ze weer uit wat ze overdag geweven heeft. Ondertussen hebben de vrijers zich in Odysseus paleis genesteld en ze houden er goede sier en verbrassen zijn fortuin. En Telemachos? Het kind is opgegroeid tot een flinke knaap, die weldra een steun zal zijn voor zijn moeder tegen de opdringerige vrijers. Lijkt hij op mij, wil Odysseus nog weten, is hij schrander? Maar zijn moeder antwoordt al niet meer. Langzaam verwijdert haar schim zich en vervaagt. Odysseus wil haar nog achterna lopen en haar nog eens in zijn armen sluiten, maar Hermes houdt hem tegen. Het heeft geen zin, het effect van het offerbloed is ten einde
|