Beste commilitones van moeder Laetitia,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tot voor enkele weken verkeerde ik in de waan dat ik nog slechts één enkel Studentenspieghelken in mijn bezit had. Toen vond ik tussen oude vergeelde paperassen vier Studentenspieghelkens van t jaar 1960-61: twee exemplaren van het eerste nummer, twee exemplaren van het tweede nummer. Ik vermoed dat het de bedoeling is geweest vier à zes nummers per jaar uit te geven. Helaas, bij die twee nummers is het gebleven
En toch, hoofdredacteur E. Reyntjens had zich in zeer bemoedigende termen uitgelaten in het tweede nummer: De verkoop van het eerste nummer van dit jaar heeft alle verwachtingen overtroffen, zodat wij reeds plannen maken om onze redactie over te brengen naar ruimere lokalen. Wie een abonnement van 50 francs gekocht had moest het dus stellen met die twee nummers. Maar voor wie ze al die jaren bewaard heeft is het een goede belegging geweest: op heden zijn ze hun gewicht in goud waard!
Een paar dagen geleden werd mij door het presidium van moeder Laetitia gemeld dat er dit jaar weer een clubblad komt, een nieuw Studentenspiegelken (zonder h dus)! Voor mij is dat een gelegenheid om twee Studentenspieghelkens (van elk nummer één) te zenden naar het presidium van de club. Ook de overige twee exemplaren zullen aan de club overgemaakt worden, na mijn dood dat wordt testamentair geregeld .
Op pagina 2 van het eerste nummer schrijft de preses van dat jaar, André De Buyst, over
t Studentenspieghelken dat zijn vierde jaargang ingaat. De omstandigheden hebben echter belet dat dit clubblad een tweede of derde jaargang kende. Inderdaad, vele technische, financiële en andere moeilijkheden
. Er moet dus een Studentenspieghelken bestaan hebben dat drie jaar ouder was dan de twee nummers van 1960-61. Ik heb daar tijdens mijn studentenjaren wel eens over gehoord, doch dat allereerste clubblad heb ik nooit met eigen ogen aanschouwd en het is mij evenmin bekend of er meerdere nummers van verschenen zijn. Maar wie weet, misschien komt ook dat ooit nog eens boven water
Hoofdredacteur en verantwoordelijk uitgever in 1960-61 was Eric Reyntjens, een indrukwekkende studentenfiguur. Ik heb afscheid genomen van Rik en van de anderen tijdens de Oude Roldersklacht op onze laatste clubavond van het jaar 1963-64. Met tranen in de ogen, want ik besefte dat ik de meesten van de commilitones waarschijnlijk nimmer meer zou terugzien (soos mieliepitte spat uiteen die oue troue vrinde). Ze zijn allen ondergedoken in de anonimiteit van het gezins- en beroepsleven. De mannen van toen buiten de lieven van de gebroeders Strumane waren er, geloof ik, geen porren in de club zijn nu met pensioen en ze zullen dus wat meer tijd hebben en ze zullen - gesteld dat het heimwee naar vroeger plots begint te knagen - een stapje zetten in de richting van de club waarin ze zijn opgegroeid. Het nieuwe clubblad moet in dat verband toch een catalyserende werking hebben
Ik heb ze warempel nooit meer teruggezien: Gilbert en Marcel Strumane, Tienne Bourgeus, Roger Vannerum, André De Buyst, den boer Matthijs, Lutgart Hantson, Teddie en Karie en de vele anderen. Misschien zijn enkelen ervan al niet meer in leven
Eén gelukkige uitzondering: Etienne Planchon, preses 1961-62. Drie of hooguit vier keer heb ik hem weer ontmoet. Dit jaar nog tijdens een souper van moeder Laetitia in het atheneum te Ronse. Etienne is nog niets veranderd: nog steeds diezelfde studentenziel van vroeger en die bulderende lach. Samen een paar uurtjes ons hart ophalen over die mooie tijd in de schoot van moeder Laetitia, het schenkt mij iedere keer onnoemelijk veel levensvreugde en een nostalgisch genot dat nog dagen, weken, maanden heerlijk blijft nazinderen. En het zal bij Etienne niet anders wezen, naar ik vermoed.
En de hoofdredacteur van toen, Rik Reyntjens? Een jaar of vijftien geleden was ik met vakantie op het eiland Tenerife, samen met mijn vrouw en een bevriend koppel. We betraden er een taverne-restaurant, genaamd La Mina. De baas kwam ons trakteren met een aperitief. Het was niemand minder dan Rik Reyntjens! Of hij daar nog steeds woont zou ik niet weten. Hij is alleszins één van de zeer weinigen uit die tijd die ik ooit nog heb teruggezien. In Tenerife!
Commilitones van moeder Laetitia, ik wens jullie veel geluk. Jullie vormen een héél toffe club. Geniet ervan met volle teugen, want het gaat allemaal zo snel: die studentejare gaan verby, verby studenteweelde. O jerum, jerum, jerum
En veel succes toegewenst met het nieuwe Studentenspiegelken. Laat het ditmaal niet ophouden na twee nummers: derde keer, goede keer! Schrijf mij maar in als abonnee, voor t leven
Io vivat!
Kris Vansteenbrugge,
preses Laetitia 1962-63,
senior-seniorum 1963-64.
|