We zetten ons pas aan tafel als de gastvrouw of gastheer dat aangeeft. Het is niet gepast om tussendoor weer van tafel weg te gaan, dus zorg ervoor dat je bijvoorbeeld van tevoren naar de wc bent geweest. Een dame zit niet onderuitgezakt aan tafel. Het is belangrijk dat je rechtop in je stoel zit en je handen altijd boven tafel houdt. Ze mogen wel op de tafel steunen, maar je ellebogen mogen nooit op de tafel leunen.
Wat doe ik met het tafelgerei?
Er ligt van alles op tafel en het is verleidelijk om overal even aan te zitten. Maar ga niet met het bestek schuiven of spelen, laat alles gewoon liggen waar het ligt. Weet dat je het bestek altijd van buiten naar binnen gebruikt. Aan de buitenkant ligt dus dat wat je als eerste gebruikt. Het mes houd je in je rechterhand en de vork in je linkerhand. Er ligt altijd een servet bij je bord. Zodra je aan tafel zit, leg je dit op schoot. Niet mee wapperen, maar dubbelgevouwen op je schoot leggen. Na het diner leg je het servet half opgevouwen links naast je bord neer.
Hoe houd je een wijnglas vast?
Je ziet het vaak mensen doen, maar een glas houd je echt niet bij de kelk, maar wel bij de steel vast. Je wacht overigens met drinken tot er getoast is door de gastvrouw of de gastheer. Wat doe je als er meerdere wijnglazen staan omdat er verschillende wijnen gedronken worden? De glazen staan, net zoals het bestek, van buiten naar binnen in de juiste volgorde opgesteld. Je begint dus met het buitenste glas. Water hoort in het grootste wijnglas of in een klein waterglas.
Je gedrag tijdens het eten?
Begin pas met eten als de gastheer of gastvrouw dat aangeeft. Zeg nooit Eet smakelijk want dan kan het lijken alsof je verwacht dat dit niet het geval zal zijn. Speel niet met je eten en ga het ook niet prakken. Als je zelf je bord opschept moet je altijd alles opeten. Als het voor je wordt opgediend, hoeft dat niet. Maar het is wel heel onbeleefd als je niet van alles even proeft. Je snijdt je eten per hapje, dus niet alles tegelijk en je eet rustig met kleine hapjes. Het broodje dat op je bordje ligt, snijd je niet met een mes. Je breekt er een stukje af met je handen en legt het op je broodbordje. Indien er een gezamenlijke botervloot op tafel staat, smeer je met het botermesje een beetje boter op je broodbordje. Met je eigen mes smeer je vervolgens een beetje op het stukje brood.