Pain à la grecque heeft niets te maken met Griekenland, echter wel met brood. In de 16de eeuw deelden de Brusselse paters Augustijnen, in hun abdij aan de Wolvengracht, brood uit aan de armen. In de Brusselse volksmond werd dat bruut van de grecht (grecht = gracht) genoemd. De verfranste benaming pain à la grecque werd aan het koekje gegeven door de Franse bezetters. Vele bakkers gebruiken daardoor nu de foutieve benaming Grieks brood of Pain à la grecque. Daarom is het verbasterde perlagrek een betere benaming voor het koekje. De geschiedenis vertelt niet hoe het zwarte brood van de armen zich omgevormd heeft tot de verfijnde koffiekoekjes perlagrek. Waarschijnlijk door de noeste arbeid van een kreatieve broeder-bakker. In het begin zou perlagrek gemaakt zijn geweest van overschot van stokbroden. Nu nog wordt het in de langwerpige vorm van een barquette (bootje) gebakken en met een zaagmes versneden.
Ingrediënten: - 500 g bloem (2x 250 gram) - 3,5 dl melk - 50 g gist - 1 ei Na een rijs van 20 minuten - 40 g kandijsuiker - 200 g boter - een koffielepel zout - 5 g kaneel - 8 g kummel - grove kristalsuiker (granulé)
Voorbereiding: - een deeg bereiden met de melk, het ei, de gist en helft van de bloem - na een rijs van 20 min de overige ingrediënten bijvoegen - let wel op: de boter moet zacht zijn!! - het deeg goed taai kneden en op een tochtvrije plaats, afgedekt onder plasticfolie, kort laten rijzen - het deeg afwegen in porties van ongeveer 130 g - vingerdikke deegrollen van 50 cm in de grove kristalsuiker rollen - op beboterde ovenplaten leggen, afdekken met plasticfolie en laten narijzen - halfweg de narijs de deegrollen afplatten tot ongeveer 4 cm breedte - de koeken 20 min bakken in een voorverwarmde oven van 180°C - dadelijk na het bakken het pain à la grecque op de plaat omkeren - versnijden in 4 à 5 gelijke stukken Bewaren in een koekentrommel