Juliusmühle is een gehucht (Ortsteil in het duits) van Markoldendorf, dat op zijn beurt onderdeel is van Dassel. Het bevindt zich ongeveer halverwege de weg die Markoldendorf verbindt met de stad Einbeck in Nedersaksen.
 Einbeck, zowat 4 kilometer oostwaarts, is o.m. bekend om zijn Einbecker bier, de bakermat van het Duitse bockbier zeg maar, én zijn verbluffende vakwerkhuizen. Begin vorige eeuw was Einbeck ook bekend voor zijn fietsen. Voor de modale toerist kan men zeggen dat Einbeck zowat op de grens ligt van het Weserland (de rivier de Weser met o.m. de rattenvangerstad Hameln) en de Härz. Dit is een in het midden van Duitsland gelegen gebergte, waarvan de Brocken (1100 meter) het hoogste punt is, en dat zich grotendeels op het grondgebied van de ex-DDR bevond. Goslar, naast Quidlinbourg een voorname stamplaats van het latere Duitsland is een van de bekendere toeristische steden.
De Ilme, een plaatselijke rivier vertrekt vanover Dassel en vloeit via Markoldenorf en Juliusmühle tot voorbij Einbeck waar het zich ten zuidoosten ervan in de Leine-rivier vervoegt. Hetzelfde tracé werd ook bediend door een smalspoorbaantje dat vanaf de hoofdspoorbaan ter hoogte van de samenvloeiing van Ilme en Leine vertrok over Einbeck en Markoldendorf tot in Dassel. Het treintje werd lokaal ook "Molly" genoemd, en was economisch lange tijd waardevol. Pas in de negentiger jaren werd deze dienst gestopt. In 2006 lag het gros van de sporen er nog altijd !

De foto toont een zicht op Juliusmühle vanaf de weg Markoldendorf - Holtensen. Het is werkelijk klein ! De toren die men ziet is géén kerktoren, maar wel een koepel bovenop een imposant herenhuis.
Een beknopte geschiedenis van het ontstaan van Juliusmühle, gevolgd door een vrije vertaling:
Herzog Julius von Braunschweig - Wolfenbüttel reiste einst nach der Erichsburg. Er kam auf dieser Reise über die Ilme und bemerkte die bedeutende Wasserkraft derselben. Um diese auszunutzen, ließ er 1586 eine Mühle bauen, die nach ihm Juliusmühle genannt wurde. Sie war anfangs fiskalisch, später ist sie durch Verkauf in Privatbesitz übergegangen. Den Namen hat sie behalten. Er ist auch dem Ortsteil verblieben, obgleich die Mühle als Mahlmühle längst eingegangen ist. Im Jahre 1870 wurde sie zu einem Sägewerk umgebaut. Wegen angeblich schlechten Geschäftsganges wurde auch dieses im Jahre 1910 wieder abgebrochen. Dafür wurde eine Schweinemästerei großen Stils eingerichtet. Die Wasserkraft der Ilme wurde jetzt zum Antrieb einer Schrotmühle genutzt.
Eine unter dem Schweinebestand ausgebrochene Seuche brachte auch dieses Unternehmen zum Erliegen. Schließlich wurde Juliusmühle im Jahre 1920 für 410.000 Mark verkauft und zu einer Kettenfabrik umgebaut, die, je nach Konjunktur, 200 - 400 Menschen aus der näheren und weiteren Umgebung Arbeit und Brot gibt. Der Bau der Ilmebahn war für Juliusmühle von großer Bedeutung. Ohne diese Bahn wäre die Kettenfabrik hier niemals errichtet worden. Im Jahre 1902 wurde auf Juliusmühle ein kleines Elektrizitätswerk angelegt, das den Strom auch nach Oldendorf abgab.
De hertog Julius Van Braunschweig, was de opdracht- en naamgever van een watermolen aan de Ilme. Van maalmolen, over zagerij tot industriële varkenskwekerij werd het vanaf 1920 een kettingfabriek, en tot vandaag een metaalconstructiefabriekje. De eigenaar van deze fabriek heette Arnold & Stolzenberg. Vanaf toen bezat Juliusmühle slechts drie referentiegebouwen: de fabriek (nr2), de villa van de eigenaars (nr5), en een gebouw (nr1) dat zowat multifunctioneel was: stationnetje, herberg, gastverblijf enz... In de korte tijd van de varkenskwekerij werden regelmatig varkens de velden opgestuurd. dat ging steevast langs dezelfde weg, dezelfde - min of meer- steile heuvel, die mettertijd door de paar lokalen de "schweinenberg" (nr8) werd genoemd. We zullen zien dat deze plaats niet onbelangrijk zal geweest zijn in de verdere historie...

Gelukkig ligt Juliusmühle in een uiterst scherpe zone van de Google-earth opname. Men ziet op de luchtfoto duidelijk het met bomen omringde kronkelend riviertje de Ilme van onder naar boven, inclusief de aftakking voor de vroegere molen, nu tussen de fabrieksgebouwen (nr2) door, langsheen de baan die vanuit de richting Markoldendorf (nr9) naar Einbeck (nr11) loopt. (zie ook foto 2 hierboven) De baan die rechts naar Holtensen (nr10) loopt, was tijdens WO2 slechts een voetweg. (klikken op de luchtfoto om hem te vergroten)
29-04-2006, 00:00 geschreven door pakkepat 
|