Ergens midden het jaar 1942 werd Nadia Katritch, net als vele duizenden leeftijdsgenoten als arbeidster op transport gezet naar Duitsland.De weinig comfortabele omstandigheden, maar vooral het gebrek aan hygiëne en privacy gekoppeld aan de onzekere toekomst maakten van dit transport voor vele weggevoerde Slavische meisjes een nare ervaring. De paar meisjes uit hetzelfde dorp (o.a Nina Kaufmann) deden hun best om zoveel mogelijk bijeen te blijven en toen ze uiteindelijk in Hannover werden verkocht aan de opzichtervan de toen nog onbekende Arnold & Stolzenberg-fabrieken gelukte het hen om in de groep van ongeveer 50 (?) meisjes samen te blijven. Het eerste waarop deze opzichter hen trakteerde was een stevige boterham met soep alvorens de reis verder zuidwaards, richting Einbeck, aan te vangen. Zij, Nadia was dus al present in Juliusmühle vanaf het jaar 1942. De Ostarbeidsters verbleven er ineen soort lager binnen de fabrieksomheining vlak naast het kleine villaatje van Dhr Bock, de directeur van de fabriek.(zie Googleplan nr 3) Volgens de toen geldende regelingen mochten zij het fabrieksoord niet verlaten en stonden ze onder de bewaking van een gewapende wachter. In de praktijk wisselden een paar oudere Duitsersmekaar af, theoretisch met het geweer over de schouder. Maar echt gevaarlijk zagen ze er niet uit en waren ze trouwens ook niet. Eigenlijk was het veiliger mét hen dan zonder hen. Eender welke arbeidster zonder geldigepapieren die ze dus niet hadden-kon bvb buiten de fabriekszone door pakweg een jonge knaap van de hitlerjugend aangehouden en gecontroleerd worden. Het was derhalve veiliger voor de meisjes om zich binnen het fabrieksterrein op te houden, zelfs als ze niet werkten. Slechts op zondag mochten ze, dan nog onder bewaking , zich verplaatsen tot maximaal enkele kilometer van de fabriek vandaan. Meestal was dat langsheen de baan naar het twee kilometer verderop gelegen Markoldendorff (nr 9) of langs een voetweg richting Holtensen (nr10). Met het voortschrijden van de oorlog ontstond er een soort vertrouwensband onder de fabrieksmensen en menigmaal draaide Ferdinand,een van de bewakers, het hoofd in de andere richting als hij iets niet mocht zien.
Ergens in het voorjaar van 1943 vertrok ook Lucien Vanden Berghe naar Duitsland. In tegenstelling tot de Slavische arbeiders(Russen, Oekraïners, Polen, enz ) genoten westerlingen en dus ook Vlamingenveel meer vrijheid.Hij verbleef er samen met o.a. 7 andere Belgen en 2 Nederlanders in een soort volksbarak, buiten het fabrieksdomein, langsheen de weg naar Holtensen, precies op de plaats waar er nu een kleine parking ligt (nr4) . Het is me niet bekend of er nog meer mensen in die barak verbleven. Hun Vorläufiger Fremdenpass was geldig voor de hele Kreis (arrondissement?) Einbeck en met speciale toelatingen konden ze af en toe voor de fabriek op pad naar verder gelegen oorden.Ze waren in principe vrij in hun doen en laten , in zoverre uiteraard dat zij zich aan hun arbeidskontrakt dat ze in België getekend hadden, hielden. Er bestaat een foto van Lucien en zijn Belgische kamaradengenomen op 13 juni 1943 voor het hoofdgebouw van Juliusmühle (nr1) .
Het gebouw deed dienst als verblijfplaats, gaststatte, tankstelle en halte (voor de fabrieksingang) van het plaatselijk smalspoorlijntje Molly. De kompanen van Lucien waren van links naar rechts en van boven naar onder: Monnoye Léon (B), Rozeboom Jaap (NL), Schaap Berend (NL), De Nijs Alphons (B), Nevens (?) Xavier (B), Van Kerkhove Gommaire (B), Bogaerts Pierre, (B) en Decree Roger (B) . Lucien zelf zit onderaan links. Men ziet duidelijk een van de rails van "Molly".
Op krek dezelfde plaats zit Pakkepat de schrijver van dit verhaal, op 18/04/2006 !!
Hij, Lucien werd geboren op 07 oktober 1923 in Elsene, een Brusselse gemeente als tweede zoon uit het gezin van drie kinderen dat Robert Vanden Berghe en Idonie (roepnaam Anna) Vandekerkhove redelijk laat hadden gesticht.
Zij, Nadia was énig kind, en dochter van Loeka Gommovitch Katritch en Fedora Climovna Otrechko en werd geboren op 01 mei 1926 te Pologi, in de Oekraïne.
Beiden werden door de toepassing van de verordeningen betreffende de verplichte arbeid onder de Duitse bezettingmacht naar Duitsland gestuurd om er te werken. Het toeval bracht hen samen in de kettingfabriek Arnold & Stolzenberg in ortsteil Juliusmühle.
De individuele fotos zijn van de periode waarover het gaat, maar zonder preciese datum.
De gezamenlijke foto is genomen in Juliusmühle ( bemerk achteraan de toren van villa Stolzenberg.) Het dak dat de rest van de villa gedeeltelijk verstopt, is het gebouw achter het café. Heel waarschijnlijk is deze foto genomen in de huidige zomertuin waar de tafels en stoelen staan zoals men kan zien op de vorige luchtfoto. De periode zal wellicht einde juni of begin juli geweest zijn. Daarvoor staan de één meter hoge staakbonen rechts op de foto garant. En vermoedelijk in 1944, want de foto is bijtijds naar huis gestuurd, want zoals men weet was vanaf september 1944 de communicatie via de post met het thuisfront verbroken. Moest het in 1943 geweest zijn, dan was Lucien ne rappe Het is niet uitgesloten.
De verplichte arbeid tijdens de oorlogsjaren 40-45
Er bestaat nogal wat verwarring en onduidelijkheid over enerzijds de door de bezettingsmacht uitgevaardigde wettelijke bepalingen betreffende de al dan niet verplichte arbeid tijdens de oorlog, zowel wat betreft de bezette gebieden als binnen het Duitse rijk zelf. Voor een eenvoudige, emotievrije en verstaanbare uitleg verwijs ik graag naar het voorwoord van een scriptie van student Jasper Geryl (RUG) " De verplichte tewerkstelling in Duitsland tijdens W.O.II" .
In kortsluiting hierbij de voornaamste passages om dit verhaal te kaderen:
" Russeneinsatz in praktijk
Eind september, wanneer duidelijk werd dat een overwinning voor het einde van het jaar niet meer haalbaar was, werden plannen gemaakt om Russen daadwerkelijk in te zetten in de landbouw, de metaalindustrie en in de mijnen. Geschoolde Westerse arbeiders konden zo naar meer geschikte jobs getransfereerd worden en daarbij vervangen worden door Russen. Op 19 december 41 kondigde een decreet de verplichte arbeid voor Russische inwoners aan. Toch waren de twijfels omtrent het tewerkstellen van Russen wijdverspreid in de partij-top. Men vreesde voor propaganda, sabotage, spionage en besmetting van de Duitse ziel: de Russen waren in de ogen van de nazis een sluimerend politiek virus en ze moesten nauw in de gaten gehouden worden.
5.2.1 Het statuut van de Russische arbeider
In februari 42 werden de decreten met betrekking tot arbeiders uit het Oosten uitgevaardigd. Deze decreten bevatten reglementeringen op drie niveaus:
a. Er waren de algemene reglementeringen die de behandeling van de oostelijke arbeiders door de overheid en door de fabrieksbazen moesten reguleren. Men ging ervan uit dat Russische arbeiders geïndoctrineerd waren met haat jegens het Nationaal-Socialistische Duitsland en de Europese cultuur.
b. De reglementeringen situeerden zich ook op individueel niveau: Russen moesten na de recrutering en deportatie zo veel mogelijk gescheiden gehouden worden van de Duitse bevolking en andere buitenlandse arbeiders. Ze moesten worden gehuisvest in bewaakte kampen en met uitzondering van diegenen uit de Baltische staten, moesten ze een badge dragen met de vermelding Ost. In de voorschriften met betrekking tot de landbouw, waar Russen individueel tewerkgesteld werden, werd bepaald dat eender welke Duitse arbeider altijd in een superieure positie zat tegenover zijn Russische collegas, zelfs wanneer ze hetzelfde werk deden.
c. De richtlijnen aan de Staatspolitie: elk politiebureau moest een afdeling hebben die zich enkel bezighield met de Russen, Gestapo-officiers werden in welbepaalde fabrieken geplaatst alsmede contra-spionnen die ervoor moesten zorgen dat er van propaganda of omgang met Duitse burgers geen sprake kon zijn. De Gestapo had over het algemeen de volmacht om te beslissen over een gepaste strafmaat in geval van overtreding, enkele kleinere gevallen konden worden bestraft door de kampbewakers zelf. Sexuele relaties met Duitsers betekende de doodstraf en sexuele relaties met andere buitenlandse arbeiders betekende opsluiting in een concentratiekamp."
Wat betreft de laatste alinea van de samenvatting, zullen we verder zien dat de Gestapo, wellicht mede door het negatieve verloop van de oorlog, niet altijd uitvoerden (of niet meer de tijd hadden?) wat de verordeningen voorschreven...
Een luchtfoto van het zenuwcentrum van Juliusmühle: men bemerkt onderaan, en vlak voor het cafeetje, de oude spoorbaan. Links vooraan, naast de oprit van de parking stond de vroegere "tankstelle". Bemerk de tuin achterin, met tafels en stoelen.
Juliusmühle vanuit Markoldendorf. Links de imposante toren op het herenhuis. Gemakshalve noemen we het "villa Stolzenberg". Rechts de fabriek.
Juliusmühle is een gehucht (Ortsteil in het duits) van Markoldendorf, dat op zijn beurt onderdeel is van Dassel. Het bevindt zich ongeveer halverwege de weg die Markoldendorf verbindt met de stad Einbeck in Nedersaksen.
Einbeck, zowat 4 kilometer oostwaarts, is o.m. bekend om zijn Einbecker bier, de bakermat van het Duitse bockbier zeg maar, én zijn verbluffende vakwerkhuizen. Begin vorige eeuw was Einbeck ook bekend voor zijn fietsen. Voor de modale toerist kan men zeggen dat Einbeck zowat op de grens ligt van het Weserland (de rivier de Weser met o.m. de rattenvangerstad Hameln) en de Härz. Dit is een in het midden van Duitsland gelegen gebergte, waarvan de Brocken (1100 meter) het hoogste punt is, en dat zich grotendeels op het grondgebied van de ex-DDR bevond. Goslar, naast Quidlinbourg een voorname stamplaats van het latere Duitsland is een van de bekendere toeristische steden.
De Ilme, een plaatselijke rivier vertrekt vanover Dassel en vloeit via Markoldenorf en Juliusmühle tot voorbij Einbeck waar het zich ten zuidoosten ervan in de Leine-rivier vervoegt. Hetzelfde tracé werd ook bediend door een smalspoorbaantje dat vanaf de hoofdspoorbaan ter hoogte van de samenvloeiing van Ilme en Leine vertrok over Einbeck en Markoldendorf tot in Dassel. Het treintje werd lokaal ook "Molly" genoemd, en was economisch lange tijd waardevol. Pas in de negentiger jaren werd deze dienst gestopt. In 2006 lag het gros van de sporen er nog altijd !
De foto toont een zicht op Juliusmühle vanaf de weg Markoldendorf - Holtensen. Het is werkelijk klein ! De toren die men ziet is géén kerktoren, maar wel een koepel bovenop een imposant herenhuis.
Een beknopte geschiedenis van het ontstaan van Juliusmühle, gevolgd door een vrije vertaling:
Herzog Julius von Braunschweig - Wolfenbüttel reiste einst nach der Erichsburg. Er kam auf dieser Reise über die Ilme und bemerkte die bedeutende Wasserkraft derselben. Um diese auszunutzen, ließ er 1586 eine Mühle bauen, die nach ihm Juliusmühle genannt wurde. Sie war anfangs fiskalisch, später ist sie durch Verkauf in Privatbesitz übergegangen. Den Namen hat sie behalten. Er ist auch dem Ortsteil verblieben, obgleich die Mühle als Mahlmühle längst eingegangen ist. Im Jahre 1870 wurde sie zu einem Sägewerk umgebaut. Wegen angeblich schlechten Geschäftsganges wurde auch dieses im Jahre 1910 wieder abgebrochen. Dafür wurde eine Schweinemästerei großen Stils eingerichtet. Die Wasserkraft der Ilme wurde jetzt zum Antrieb einer Schrotmühle genutzt.
Eine unter dem Schweinebestand ausgebrochene Seuche brachte auch dieses Unternehmen zum Erliegen. Schließlich wurde Juliusmühle im Jahre 1920 für 410.000 Mark verkauft und zu einer Kettenfabrik umgebaut, die, je nach Konjunktur, 200 - 400 Menschen aus der näheren und weiteren Umgebung Arbeit und Brot gibt. Der Bau der Ilmebahn war für Juliusmühle von großer Bedeutung. Ohne diese Bahn wäre die Kettenfabrik hier niemals errichtet worden. Im Jahre 1902 wurde auf Juliusmühle ein kleines Elektrizitätswerk angelegt, das den Strom auch nach Oldendorf abgab.
De hertog Julius Van Braunschweig, was de opdracht- en naamgever van een watermolen aan de Ilme. Van maalmolen, over zagerij tot industriële varkenskwekerij werd het vanaf 1920 een kettingfabriek, en tot vandaag een metaalconstructiefabriekje. De eigenaar van deze fabriek heette Arnold & Stolzenberg. Vanaf toen bezat Juliusmühle slechts drie referentiegebouwen: de fabriek (nr2), de villa van de eigenaars (nr5), en een gebouw (nr1) dat zowat multifunctioneel was: stationnetje, herberg, gastverblijf enz... In de korte tijd van de varkenskwekerij werden regelmatig varkens de velden opgestuurd. dat ging steevast langs dezelfde weg, dezelfde - min of meer- steile heuvel, die mettertijd door de paar lokalen de "schweinenberg" (nr8) werd genoemd. We zullen zien dat deze plaats niet onbelangrijk zal geweest zijn in de verdere historie...
Gelukkig ligt Juliusmühle in een uiterst scherpe zone van de Google-earth opname. Men ziet op de luchtfoto duidelijk het met bomen omringde kronkelend riviertje de Ilme van onder naar boven, inclusief de aftakking voor de vroegere molen, nu tussen de fabrieksgebouwen (nr2) door, langsheen de baan die vanuit de richting Markoldendorf (nr9) naar Einbeck (nr11) loopt. (zie ook foto 2 hierboven) De baan die rechts naar Holtensen (nr10) loopt, was tijdens WO2 slechts een voetweg. (klikken op de luchtfoto om hem te vergroten)
Deze site gaat over Juliusmühle, een plaats ergens midden Duitsland, alwaar het lot tijdens de oorlogsjaren 40-45 twee mensen van verschillende origine mekaar liet ontmoeten, en hoe dit -waarschijnlijk of misschien - aldaar is verlopen, en wat er uiteindelijk is van voortgekomen. Een van de ontelbare monotone liefdesverhaaltjes die de wereld rijk is: banaal voor de meesten, bijzonder voor de betrokkenen. Dit grotendeels waar gebeurde verhaal is vooral gebaseerd op mondelinge overleving. De betrokken personen - sommigen al lang overleden - hebben hun belevenissen verteld vanuit hun persoonlijke invalshoek, met de emoties en met de kennis die ze toen, en ook tijdens de vertelbeurten over deze periode hadden. Veel details zijn niet altijd even duidelijk of klaar. Ook voor de auteur, die luisterde, en het allemaal niet zelf heeft beleefd, is er een gebrek aan kennis van dit tijdsgebeuren. Er is wel een poging gedaan om het te kaderen en te toetsen aan de historische werkelijkheid. Toevallige lezers die wensen te reageren op onregelmatigheden, of die aanvullingen - van welke aard ook- wensen te geven, zijn van harte welkom. Desgevallend worden ze (her)verwerkt in de bestaande tekst. Er is voor de geinteresseerden een luchtfoto (google-earth) van Juliusmühle afgedrukt, met toevoeging van een aantal genummerde markeringspunten, die tijdens het verloop van het verhaal de verstaanbaarheid kunnen verhogen. (op de foto klikken om hem te vergroten) Alvast heel veel leesplezier !