Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Carpe Diem
06-09-2010
De nacht, na het wassalon
Hier lig ik dan... Zelfvoldaan in de donkere ruimte, waar ik de slaap maar niet kan vatten. Een sprankel, een groots gevoel overweldigt mij. Plots lijkt mijn hart letterlijk te groeien. De randen van dat hart kennen geen grenzen en ik vraag me af of het dàt is wat men noemt: 'Gelukkig zijn'. Mijn net huisje mijn toffe job mijn toekomst met leuke vooruitzichten mijn heerlijk betrouwbare vrienden mijn gevoel mijn liefde mijn geluk. Wat ik nu voel, kan niemand beschrijven. - Het luchtige gevoel dat je longen groot worden na een dagje aan zee de frisse zeelucht ingeademd te hebben. - Het overwinnende gevoel wanneer je de vrijheid ervaart bij het zelfstandig in de auto klimmen en je eerste rit ooit maken naar de supermarkt, zonder begeleider en met je vast rijbewijs. - Het zaligmakende gevoel dat je ervaart wanneer je een sollicitatie deed en alles van een leien dakje leek te lopen. - Het voldane gevoel na die schitterende, zelfbereidde maaltijd die je naar binnen werkte. - Het bevrijdende gevoel van een opluchtende huilbui bij een melig lied of een emofilm. - Het deugdmakende gevoel dat over je heen komt, na die inspanning en overwinnende sportprestatie. - Het lekkere gevoel van kleverig deeg aan je vingers bij het kneden van verse pasta. - Het vredige gevoel wanneer je 's avonds laat, moederziel alleen in het wassalon, naar je ronddraaiende was kijkt en bedenkt hoe rustig je ervan wordt.
Jullie kennen ongetwijfeld allemaal de volgende zin;
Blijf steeds jezelf, want zo ben je het mooist
Heel mooi, als je er oppervlakkig naar luistert, zonder er dieper over na te denken. Meestal toepasselijk in hatelijk mottige situaties, waarin je jezelf soms liever verhangt of je lakens kleddernat weent. Toch is het een troost als je omgeving deze woorden uitspreekt. Een schrale troost, maar goed een troost!
Alles aan die mooie zin is dubbel.
Mensen vinden dit mooi. Mooi, als je ongeacht de situatie steeds jezelf kunt blijven. En eigenlijk is het dat ook!
Enkel is het absoluut niet realistisch. Personen veranderen, passen zich verschillende keren in hun leven aan. Dàt is wat de realiteit aantoont.
(Maar goed ook, want dat maakt je een overlever, een vechter)
Het lijkt me eerder logisch om van dit stereotiepe patroon af te stappen en het over de feiten te hebben.
Elke situatie, in je leven, laat je keuzes maken.
Elke situatie laat je de ruimte fouten te maken, maar ook succes te ervaren om je zelfbeeld en vertrouwen aan te sterken.
Je leert anticiperen, relativeren en vergeven.
Na elke mislukking, word je persoon sterker, ben je steeds minder besluitloos, kalmer en intenser gelukkig met de kleine dingen
Iedere situatie heeft een doel.
Je maakt het mee, om eruit te leren, om je tot een sterkere ik te vormen.
Jezelf wordt steeds fijner, geraffineerder, Beter.
Deze ochtend werd ik gewekt door een vreemd geluid. Het leek wel de buzzer van mijn wekker, maar dan een octaafje hoger. Ik veerde uit bed, na het horen van dit onbekende (toch wel onrustwekkend luide) geluid. Al snel stond ik bovenaan mijn (ergerlijke) trap, waar verschillende scenario's door mijn hoofd schoten. Het ergste wat ik kon bedenken -mits mijn halfslapende kop- was: Vitabis is met zijn kont in de cactus gaan zitten op het salontafeltje? Als een gek sprintte ik naar beneden. Intermezzo: Mijn trap is wat je noemt 'een ganzentrap'. Dat is er zo eentje met hele vreemde treden, zodat je plaats wint in kleine ruimtes. En ja, aangezien ik niet in een supergrote villa woon Centrum Gent, staat dat verdomde ding in mijn 'woonkamer'. De eerste weken vervloekte ik de helse treden omdat die mij blauwe knieën bezorgden, maar dat zou ook kunnen liggen aan mijn elegance en finesse. Soit... Waar waren we?
Daar stond ik dus, onderaan de trap, mijn ogen tastend in het donker. In een fractie van enkele seconden werd het mysterie duidelijk. Het licht viel mijn 'woonkamer' binnen, terwijl mijn slaperige ogen uiterst hun best deden om zich aan te passen aan het donkere beeld van mijn woonkamer. Vitabis lag roerloos op het rode vloerkleed. -Ja, ik heb een rood tapijt- De kat leek dikker dan gisterenavond, toen ik hem goedenacht wenste. Oorsrponkelijk was hij een magere -eerder slanke- poes. Hij bewoog alsof een epileptische aanval hem in zijn macht had. Maar door de schemering heen, verdween de illusie en loste het mysterie in rook op. Het geluid ging verder, maar nu stiller. Het stierf een beetje weg... Wanneer ik Vitabis bij zijn nekvelletje de lucht introk, zag ik mijn mysterie -voor dood- liggen op het langharige vloerkleed.
Een vogel(tje)!
Intermezzo: Ik schrijf vogel(tje), omdat ik anders de emoties van mijn 'kater' raak. Hij is nooit echt goed geweest in jagen. Of hij was te traag, te lief, te zacht of te moe... Nou, 't is een echte lieverd, maar een vogel vangen was niet aan hem besteed. Zelf niet wanneer hij een ellenlange tuin had met bomen, struiken en een grasperk waar echt àlle katten jaloers op zouden zijn. Neen, luieren is zijn favoriete bezigheid. Nou, -ik zou liegen- hij vindt het wel fijn om af en toe eens zijn nepmuis te grazen te nemen.
Het arme diertje -de vogel welteverstaan- zijn hartje ging tekeer als een tikkende tijdbom en eventjes dacht ik dat het uit zijn lijfje zou springen dus gooide ik behoedzaam een handdoek over het diertje heen en graaide de kat mee naar de badkamer. Daar werd Vitabis, tegen zijn wil, opgesloten achter slot en grendel (en ook nog een stoel onder de klink, voor de zekerheid) Deze laatstvernoemde ging als een losgeslagen wilde tekeer tegen mijn badkamerdeur, die volhardde en stevig in de omlijstig bleef. Moest ik niet beter weten dat de kat daar opgesloten zat, wel... Ik waande mezelf in een horrorfilm! In een mum van tijd had ik het vogeltje (ras onbekend) op mij balkonnetje gelegd. Het gevleugelde beestje knipperde met zijn oogjes en hapte met zijn bekje naar... Lucht? Voedsel? Geen idee. Je kon alleen opmerken dat het dier volledig van de wijs was. Stakkertje toch. Ik sloot het raam en besloot dat dit spannende kwart uurtje me heel wat energie had gegeven. In ieder geval kon ik me nu misschien wat sneller klaarmaken voor het werk! Crap, tijd uit het oog verloren. Zo ging die ochtend, zoals alle andere, verder. Net voor ik de deur uitging met een balisto in mijn handen en een koffiepad (voor op school), wierp ik nog een blik op het terras. Weg vogeltje. Nergens een spoor? Mijn, nog niet zo wakkere, brein bedacht plots dat het dier wel verdergestrompeld zou kunnen zijn tot aan de balkonrand. Maar dat is geen goede zaak, want ik woon op het tweede verdiep, zie je? Mijn blik schoot over de barrière, richting de afgrond. Nog steeds geen gevleugeld dier te bespeuren. Toch hoorde ik het gekrijs opnieuw, maar nu kwam het van veel verder. Misschien waren het zijn vriendjes, zijn familie, zijn lotgenoten? Misschien was hij het, zijn levensverhaal vertellende hoe hij net aan de dood ontsnapte? Misschien ben ik te optimistisch om te denken dat hij gewoon weggevlogen is na een rustmoment? Misschien. Maar ik heb hem niet meer weergezien!