Auto's racen voorbij, ik hoor enkel het gedempte geluid van natte banden op het gladde wegdek schuilend achter het glas van mijn raam naast het bed.
Enkel het licht van mijn gsm schijnt door de kamer en ik vang af en toe voorbijschuivende lichtsporen op, van de koplampen, die ik volg door deze donkere plek tot ze in het niets uitsterven.
Steeds harder en sneller vallen druppels uit de lucht, alsof ze competitief zijn ingesteld vanavond.
Even bedenk ik dat de velux het zal begeven maar dan is mijn trouwe kat daar om zich geruststellend tegen me aan te wrijven.
Liters vallen uit de hemel en ik lig hier rustig en droog, genietend van de zachte percussie op mijn dak tot die rotmug mijn zalige moment verstoort.
Dag vredig gevoel, hallo elektrisch raket, in de aanval gezet tegen deze ongewenste parasiet.
Ik sla in het wilde weg en miste hem wellicht al verschillende malen.
Eindelijk vind ik de moed om grabbelend overeind te komen en op zoek te gaan naar meer licht om deze dader te vangen.
Zucht... Wachten tot het gezoem weerklinkt in mijn kamer.
Tot plots ik hem daar opmerk in die kleine hoek!
MEP!!!
Mijn buur zal wakker zijn, denk ik bij mezelf terwijl het rottige beest langzaam doodbloedt op mijn egale, witte muur.
Nu maar hopen dat hij geen tijd had om zijn vrienden in te lichten over mijn heerlijke bloed, alvorens ik de moord beging.
Na het tweede slachtoffer, (vermoeddelijk zijn broer) dat ik maakte tijdens mijn 'bedwar!', begraaf ik mijn strijdbijl en tuur nog even rond, op zoek naar onrust.
Hier lig ik dan... Zelfvoldaan in de donkere ruimte, waar ik de slaap maar niet kan vatten. Een sprankel, een groots gevoel overweldigt mij. Plots lijkt mijn hart letterlijk te groeien. De randen van dat hart kennen geen grenzen en ik vraag me af of het dàt is wat men noemt: 'Gelukkig zijn'. Mijn net huisje mijn toffe job mijn toekomst met leuke vooruitzichten mijn heerlijk betrouwbare vrienden mijn gevoel mijn liefde mijn geluk. Wat ik nu voel, kan niemand beschrijven. - Het luchtige gevoel dat je longen groot worden na een dagje aan zee de frisse zeelucht ingeademd te hebben. - Het overwinnende gevoel wanneer je de vrijheid ervaart bij het zelfstandig in de auto klimmen en je eerste rit ooit maken naar de supermarkt, zonder begeleider en met je vast rijbewijs. - Het zaligmakende gevoel dat je ervaart wanneer je een sollicitatie deed en alles van een leien dakje leek te lopen. - Het voldane gevoel na die schitterende, zelfbereidde maaltijd die je naar binnen werkte. - Het bevrijdende gevoel van een opluchtende huilbui bij een melig lied of een emofilm. - Het deugdmakende gevoel dat over je heen komt, na die inspanning en overwinnende sportprestatie. - Het lekkere gevoel van kleverig deeg aan je vingers bij het kneden van verse pasta. - Het vredige gevoel wanneer je 's avonds laat, moederziel alleen in het wassalon, naar je ronddraaiende was kijkt en bedenkt hoe rustig je ervan wordt.
Jullie kennen ongetwijfeld allemaal de volgende zin;
Blijf steeds jezelf, want zo ben je het mooist
Heel mooi, als je er oppervlakkig naar luistert, zonder er dieper over na te denken. Meestal toepasselijk in hatelijk mottige situaties, waarin je jezelf soms liever verhangt of je lakens kleddernat weent. Toch is het een troost als je omgeving deze woorden uitspreekt. Een schrale troost, maar goed een troost!
Alles aan die mooie zin is dubbel.
Mensen vinden dit mooi. Mooi, als je ongeacht de situatie steeds jezelf kunt blijven. En eigenlijk is het dat ook!
Enkel is het absoluut niet realistisch. Personen veranderen, passen zich verschillende keren in hun leven aan. Dàt is wat de realiteit aantoont.
(Maar goed ook, want dat maakt je een overlever, een vechter)
Het lijkt me eerder logisch om van dit stereotiepe patroon af te stappen en het over de feiten te hebben.
Elke situatie, in je leven, laat je keuzes maken.
Elke situatie laat je de ruimte fouten te maken, maar ook succes te ervaren om je zelfbeeld en vertrouwen aan te sterken.
Je leert anticiperen, relativeren en vergeven.
Na elke mislukking, word je persoon sterker, ben je steeds minder besluitloos, kalmer en intenser gelukkig met de kleine dingen
Iedere situatie heeft een doel.
Je maakt het mee, om eruit te leren, om je tot een sterkere ik te vormen.
Jezelf wordt steeds fijner, geraffineerder, Beter.
Deze ochtend werd ik gewekt door een vreemd geluid. Het leek wel de buzzer van mijn wekker, maar dan een octaafje hoger. Ik veerde uit bed, na het horen van dit onbekende (toch wel onrustwekkend luide) geluid. Al snel stond ik bovenaan mijn (ergerlijke) trap, waar verschillende scenario's door mijn hoofd schoten. Het ergste wat ik kon bedenken -mits mijn halfslapende kop- was: Vitabis is met zijn kont in de cactus gaan zitten op het salontafeltje? Als een gek sprintte ik naar beneden. Intermezzo: Mijn trap is wat je noemt 'een ganzentrap'. Dat is er zo eentje met hele vreemde treden, zodat je plaats wint in kleine ruimtes. En ja, aangezien ik niet in een supergrote villa woon Centrum Gent, staat dat verdomde ding in mijn 'woonkamer'. De eerste weken vervloekte ik de helse treden omdat die mij blauwe knieën bezorgden, maar dat zou ook kunnen liggen aan mijn elegance en finesse. Soit... Waar waren we?
Daar stond ik dus, onderaan de trap, mijn ogen tastend in het donker. In een fractie van enkele seconden werd het mysterie duidelijk. Het licht viel mijn 'woonkamer' binnen, terwijl mijn slaperige ogen uiterst hun best deden om zich aan te passen aan het donkere beeld van mijn woonkamer. Vitabis lag roerloos op het rode vloerkleed. -Ja, ik heb een rood tapijt- De kat leek dikker dan gisterenavond, toen ik hem goedenacht wenste. Oorsrponkelijk was hij een magere -eerder slanke- poes. Hij bewoog alsof een epileptische aanval hem in zijn macht had. Maar door de schemering heen, verdween de illusie en loste het mysterie in rook op. Het geluid ging verder, maar nu stiller. Het stierf een beetje weg... Wanneer ik Vitabis bij zijn nekvelletje de lucht introk, zag ik mijn mysterie -voor dood- liggen op het langharige vloerkleed.
Een vogel(tje)!
Intermezzo: Ik schrijf vogel(tje), omdat ik anders de emoties van mijn 'kater' raak. Hij is nooit echt goed geweest in jagen. Of hij was te traag, te lief, te zacht of te moe... Nou, 't is een echte lieverd, maar een vogel vangen was niet aan hem besteed. Zelf niet wanneer hij een ellenlange tuin had met bomen, struiken en een grasperk waar echt àlle katten jaloers op zouden zijn. Neen, luieren is zijn favoriete bezigheid. Nou, -ik zou liegen- hij vindt het wel fijn om af en toe eens zijn nepmuis te grazen te nemen.
Het arme diertje -de vogel welteverstaan- zijn hartje ging tekeer als een tikkende tijdbom en eventjes dacht ik dat het uit zijn lijfje zou springen dus gooide ik behoedzaam een handdoek over het diertje heen en graaide de kat mee naar de badkamer. Daar werd Vitabis, tegen zijn wil, opgesloten achter slot en grendel (en ook nog een stoel onder de klink, voor de zekerheid) Deze laatstvernoemde ging als een losgeslagen wilde tekeer tegen mijn badkamerdeur, die volhardde en stevig in de omlijstig bleef. Moest ik niet beter weten dat de kat daar opgesloten zat, wel... Ik waande mezelf in een horrorfilm! In een mum van tijd had ik het vogeltje (ras onbekend) op mij balkonnetje gelegd. Het gevleugelde beestje knipperde met zijn oogjes en hapte met zijn bekje naar... Lucht? Voedsel? Geen idee. Je kon alleen opmerken dat het dier volledig van de wijs was. Stakkertje toch. Ik sloot het raam en besloot dat dit spannende kwart uurtje me heel wat energie had gegeven. In ieder geval kon ik me nu misschien wat sneller klaarmaken voor het werk! Crap, tijd uit het oog verloren. Zo ging die ochtend, zoals alle andere, verder. Net voor ik de deur uitging met een balisto in mijn handen en een koffiepad (voor op school), wierp ik nog een blik op het terras. Weg vogeltje. Nergens een spoor? Mijn, nog niet zo wakkere, brein bedacht plots dat het dier wel verdergestrompeld zou kunnen zijn tot aan de balkonrand. Maar dat is geen goede zaak, want ik woon op het tweede verdiep, zie je? Mijn blik schoot over de barrière, richting de afgrond. Nog steeds geen gevleugeld dier te bespeuren. Toch hoorde ik het gekrijs opnieuw, maar nu kwam het van veel verder. Misschien waren het zijn vriendjes, zijn familie, zijn lotgenoten? Misschien was hij het, zijn levensverhaal vertellende hoe hij net aan de dood ontsnapte? Misschien ben ik te optimistisch om te denken dat hij gewoon weggevlogen is na een rustmoment? Misschien. Maar ik heb hem niet meer weergezien!
De vergadering was uitgelopen! Het enige besluit waar ik vandaag echt rotsvast van overtuigd was. Verdorie, ik had nog zoveel gepland... en algauw zal mijn bezoek er zijn. Mijn hersenen draaien op volle toeren om mijn avond organisatorisch nog te laten slagen. Thuisgekomen blijkt mijn studio een oorlogsgebied waar zonet een landmijn zijn laatste loodje heeft gelegd... én het heeft, er op de koop toe, nog serieus zijn best gedaan om lekker veel schade aan te richten! -Shit- Knarsend en zenuwachtig probeer ik me ter herinneren wat ik gisterenavond/deze ochtend toch heb uitgestoken, dat ik mijn gezellig stulpje zó achtergelaten heb. Juist ja, de wekker stond té stil... Overslapen! Uit bed geveerd als een Ninja, zo met een douche van amper 5 minuten gevochten, in mijn kleren gesprongen als de onoverwinnelijke Houdini en als Armstrong naar het werk gereden. De bel. Op tijd, oef! Opnieuw gaan mijn hersenen racen tegen de tijd. Verse groentjes en fruit nodig voor mijn hapjes! Turk, vrijdagmarkt! Klok. Half 7. Nog open? Yes! Sleutels - geld, hup! Ik merk op dat de zon nog een aangename warmte uitstraalt over de Baudelostraat en de Vrijdagmarkt. Ik loop gejaagd over het plein en lijk wel op een wild beest dat zijn kudde verloor. In de winkel aangekomen vind ik mijn 'zen' terug. Ik snuif de heerlijke geur van basilicum op, kijk naar al die prachtige kleuren van dat 'vers' en voel me onmiddellijk terug tot rust komen. Kalm herhaalt mijn organisatorisch brein het ingrediënten- en 'to do'-lijstje. Mijn handen gaan in een grote zak sojabonen. Ik voel een heel ontspannen gevoel over mijn ruggengraat trekken. Het gevoel van deze kleine boontjes tussen mijn vingers is heerlijk verslavend. En hing het niet af van mijn afspraak vanavond, ik had er gestaan tot sluitingstijd. Met het overvolle mandje begeef ik me naar de kassa. Dit levert me twee LOODzware zakken en een lichtere portefeuille op. Een voldaan gevoel nestelt zich in mijn hart en ik loop -minder haastig- terug naar huis. Enigszins vredig maar toch als een doorgeslagen gek begin ik af te stoffen, af te wassen, stofzuigen, boenen en schrobben. (Jup, ik ben een vrouw en bewijs dit half uur dat ik écht veel verschillende dingen tegelijk kan) Daar issie al! Je zou denken, door deze reactie, dat ik hem leuk vind. Dat is ook zo, maar hij ziet er niet uit, jammer! (Ik hoor je denken -jaja- maar het is echt niet mijn type!) Crap, mijn haar zit nog niet zoals het moet, maar zeg een welgemeende 'foert' tegen de spiegel en maak een losse dot. Mijn bril nog op mijn neus en ik ben klaar voor een gastvrije ontvangst. De cd van 'the Cranberries' speelt zacht op de achtergrond terwijl we praten en met een half oog naar de voetbal kijken. (Ja, tegen mijn principes, maar het zorgt enigszins voor een passende sfeer.) Plots, -niemand wil dat, maar iedereen kent het- een doodse stilte! "Goed," zegt hij, "dan ga ik maar weer eens." Neen! denk ik, je hoort nu nog niet te gaan. Ook al vind ik hem niet knap, dit hoort gewoon niet. -Ik weet het, ik weet het. Ook al wil ík hem niet, maar daarom moet hij mij wel nog willen.- We nemen afscheid en gelukkig kust hij me enkel op de wang.
Mijn plannen voor de avond werden uitgebreider en iets langer verspreid dan voorzien. - Neen, ik ben geen politiek fanaat, die momenteel aan de beeldbuis is vastgekluisterd omwille van de uitslagen van de verkiezingen.- - Neen, ik ben geen fanatieke voetballiefhebber van het WK en dat zal nog lang duren voor ik dàt word.- Met nog steeds de rode balpen in mijn hand, zie ik flitsend beeldmateriaal in mijn ooghoeken verschijnen van bovengenoemde zaken. Nog meer van deze programma's die, uur na uur, afspelen op tv, zie ik verschijnen. Waar komt het vandaan?! Niet die flauwe kul op tv (op zondagavond) maar de toetsen en te verbeteren leerstof. Ik zie er geen einde aan en besef dat dit nog lang duren kan, dus besluit ik strak een pot water op het vuur te plaatsen om mezelf nog een pasta pesto te maken. (Lekker vers en toch zo kant en klaar voor een snelle, licht verteerbare hap om 22.00u) Opnieuw de eindgeneriek van een film, die ik maar met een half oog zag aangezien ik het te druk had met optellen van subtotalen en schrijven -of liever kleuren- van foutenanalyses. Mijn vervelende, en énige, rode balpen sprong reeds vijf keer uit elkaar en telkens schrik ik me rot! Dàt vindt de kat een ideale aanleiding om zich nog eens te strekken en van zijn kussen te komen. Hij haalt een speelse move uit naar de resort en deze rolt aan een sneltempo onder de zetel. Reeds 01.14u... Damn! Morgen weer zo vroeg ochtend! Slapen zou een strakker plan zijn dan nu nog deze papieren te corrigeren en in een rooster te gieten. De frustratie prikkelt me en mijn computer doet niet wat ik wil. Maar ach, ijverig als ik ben, doe ik toch een laatste inzet en kan afsluiten, nog geen tien minuten later. Deze analyses moesten pas klaar zijn op dinsdagochtend, maar ik besloot veilig om ze toch reeds te maken, zodat ik op schema blijf. Want morgen heb ik wellicht tóch weer iets extra te doen... Bravo, voor flink ik, die nu voldaan haar bed kan opzoeken. Een keertje niet lezen vandaag, denk ik maar twijfel een aantal minuten later toch alweer over deze laatste beslissing. Ik reken uit hoeveel uren ik nog slapen kan en bedenk dan maar dat ik toch beter onder de wol kruip.
Huilende kleuters, vechtende kinderen, brullende pubers, die zich ruziënd een weg door hun 'onbezorgde wereld' banen. Uniek, als ze allemaal zijn, worden ze gewekt door de schoolbel. Keurige rijen die zouden moeten gevormd, lijken meer op nesten bijen. De speelplaats ligt her en der bedekt met jassen en truitjes. Ze liggen, als sterretjes aan de hemel, uitgestrooid over de stenen. Een paar kledingstukken bengelen aan een jufs arm, in de lucht. Die plukt ze één voor één van de grond en waant zichzelf in een openbare verkoop. De zon brandt op mijn gezicht en ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Enkele ballen stuiteren nog wild naar de overkant en fietsjes rijden, precies vanzelf, naar het afdak. Daar komt nog een laatste leerling uit de toiletten hollen en neemt zijn vaste plaatsje in. Nu is de 'rij' voltallig en de zwerm zweeft razendsnel binnen in het gebouw. Met een mooie mengeling van gebulder en gezoem verdwijnt deze klas in de menigte van de schoolgangen. Enkele schoenen, aan de zandbak, staan er verlaten bij.
Ik hou van gang 502 - C Het is er rustig, stil, kaal en wit. - Zoals een ziekenhuis hoort te zijn - Af en toe, wordt dit heerlijke moment van bezinning verstoord door de kadans van een rollend bed, begeleidt door twee groene mannetjes. Wachten is hier minder erg. Iedereen doet het. En ik voel het gevoel van samenhorigheid over me heen trekken. Mijn neusvleugels vangen een voortdurende geur van grootkeuken en ether op. Deze geur moet, na adaptatie, plaats maken voor een bries van geduld. Dit laatste waait door de ruimte en ik betrap mezelf. Ik doe het weer... Starend kijk ik de nieuwe wachtende aan. Zwijgend afvragend waarom deze man hier zou zijn, met welk probleem hij te kampen zou hebben. Mijn ogen vallen op de bordjes aan de veel te witte muur en ik besef dat dit alles een groot raadsel zal blijven. Het oude vrouwtje naast me is reeds een kwartier wanhopig op zoek naar een conversatie. En hoera, hoera, ze heeft het op mij gemunt! Bang dat mijn veilig rust en stilte verstoord zou worden, grijp ik naar het eerste beste tijdschrift, dat bovenaan de stapel ligt. Het oudje, dat wel 90 lijkt, buigt zich voorover om me aan te spreken, maar staakt haar actie wanneer ze me de wanhopige negeerpoging ziet ondernemen. Een vlaag van schuld en medelijden heeft me in zijn macht wanneer ik bladzijde voor bladzijde omsla. En ik bedenk, dat ze zich wel heel eenzaam moet voelen. Alsof mijn engelbewaarder me aanspreekt, lach ik vriendelijk in haar richting en leg het roddelblad vastberaden neer. Mijn mond gaat open om haar kort te begroeten en ik zie sterretjes van hoop in haar ogen. Wanneer ze voelt dat ze een aanknopingspunt heeft gevonden om haar verhaal eindelijk te doen, merk ik een gelukkige groep rimpels op die zich rond haar mond en ogen lijken te vormen. Helaas, daar is de dokter. "De Vuyst?" Ik sta op, neem mijn jas en verlaat mijn veilig plaatsje. Net voor de deuropening hou ik halt en kijk over mijn schouder naar mijn voormalige buurvrouw. Als vastgenageld aan haar stoeltje, met handtas op de schoot, blijft ze roerloos zitten. Bedroeft en geleurgesteld kijkt ze op wanneer ik haar nog een prettige dag toewens.