Woensdag 25 mei 2016
Westport Limmerick 340 kilometer.
Zoveel schoonheid op één dag is haast te veel van het goede.
Het is 08.20 wanneer de vriendelijke vrouw van de B&B ons uitleg geeft over het traject dat wij vandaag gaan afleggen. Indien we haar mogen geloven zal het marvellous worden. Geen superlatieven in het Iers zijn sterk genoeg om uit te drukken hoe mooi het hier wel is. Ik wist bij voorbaat al, door de dropping met Jos, dat het hier adembenemend was. Maar nu we ruime omgeving wat doorkruisen is deze indruk niet alleen bevestigd, er werd daarbij nog eens een vette dikke dubbele lijn onder getrokken. Regelmatig moeten we stoppen omdat ik zoveel beelden wil vastleggen op mijn SD-kaartje. Het begint zelfs gênant te worden dat er zo dikwijls fotos worden genomen vanuit stilstand. Toch gaat het goed vooruit. Op de middag hebben we reeds 160 km van de 340 km afgelegd. We eten een hamburgertje en drinken een cola, en zetten ons terug op weg. Luk stelde voor om de kustweg te gebruiken, liever dan door het hinterland te cruisen. Dat was wel een schot in de roos. Wat een bloedmooi parcours. Geloof me of niet, maar het woord sprakeloos is hier terecht op zijn plaats. Dit is gewoon niet te beschrijven, of je moet een woord-artiest zijn. Het Ierland dat we hier te zien krijgen tart niet alleen onze diepste verbeelding, dit konden we ons zelfs met de meest inventieve fantasie niet voorstellen. Koeien staan op een weide die gescheiden wordt van de Atlantische oceaan door een muurtje van rotsblokken, amper 1,5 meter hoog. Moeder schapen lopen hier los naast de weg en grazen in het bermgras met hun kleine lammetjes naast hen. Soms moet je al eens diep in de remmen gaan om ze niet omver te rijden. De wilde angstsprongetjes van de nog kleine lammeren verraadt dat ze dit ritueel van motards zo kort naast hen, nog niet helemaal gewoon zijn. Stranden liggen bezaaid met rotsblokken waar lenige randoneurs hun wandelingetje maken. Je ziet een kasteel staan te midden van een modderige vlakte omdat het laag tij is. Boten liggen met hun bodem weggezakt in kleverige modderbrij van de leeggelopen zee.
Een vuurtoren maakt je fantasie wat wijs. Wellicht was dit ooit het enige houvast van menig schipper in troebel water en mistige atmosfeer. De gele brem bloemen steken schril maar toch communicerend af tegen het felgroen van een gezond en goed vochtig gazonnetje. De bomen op een heuvel volgen zo statig met hun kruin de glooiing van het landschap. Trouwens de heuvels zijn een velenging van de golvende zee. Enkel de kleur verschilt. Hoeveel watervalletjes en kronkelende riviertjes onder bruggen en kreupelhout hebben we niet gekruist. De met klimop overgroeide ruïnes die majestueus bewijzen dat ze nog steeds sterker zijn dan de tijd. De wegen die als golvende veters vanuit je schoeisel vertrekken en zich dan lang, heel lang en ver uitrollen voor je motorwielen. Die korte kleine ups en downs die maken dat jij als motard, de wagen voor jou, plots niet meer ziet. De holle wegen, en de zachte bermen, de lange grote overzienbare bochten waar je heerlijk kan in overhellen zonder te flirten met één of andere risico om plat te gaan De smalle baanvakjes die je doen denken aan de loipen van een langlaufpiste. Het links rijden dat nu al tot één mijner laatst aangeleerde beheerste behendigheden behoort. Niet evident dat je nog zoiets bijleert op je bijna 63 ste. Mijn coördinatie wordt behoorlijk op de proef gesteld.
De vaardigheid van het rijden onder ons drie verloopt optimaal. Soms neemt Carl als eens de kop, soms doe ik het al eens. Maar het zoeken naar de juiste weg en richting is tot op heden nog niet echt een probleem geweest.
De Travelodge is een hotel, met vier verdiepen. Niet echt een gezellig ding maar je hebt er wat er nodig is. Alleen de kamer is wat warm. Grote vensters pal op het zuiden en gordijnen die wagenwijd open stonden wanneer we binnen kwamen. Mijn GPS thermometer duidt 25 graden aan. We zullen wel zien wat de nacht zal brengen.
Morgen een relatief korte rit. We rijden een 250 kilometer naar zuidwaarts en overnachten in Glengariff. Ondertussen is mijn dreigende en zwalpende neusverkoudheid volledig doorgebroken. Onder mijn neus prijkt nu een rolletje toiletpapier en naargelang de blaadjes te nat worden, verwijder ik die net als bij een scheurkalender. Het snot loopt hier zoals in Ierland de watervalletjes. Angstig als ik ben, voor morgen op de motor, mijn helm is onderaan op de keel nauw aangesloten. Als ik maar tijdig water kan lozen of ik verzuip in mijn eigen snot.
Ivo kwam vandaag ter sprake omdat hier ook KTMs rondrijden. Ideaal terrein hier. Ook Harleys en Ducatis heb ik al opgemerkt. Maar het merendeel zijn toch de Duitse BMdouble Us.
Blijkbaar krijg ik geen fotkes meer doorgestuurd. Ik probeer en zal mijn best doen u wat mee te laten genieten.
Tot morgen.
Dinsdag 24 mei 2016
Belfast (Lisburn) Westport 348 Km
Bijna een perfecte dag
Opgestaan om 07.00 uur omdat er voldoende was geslapen, ook in kwaliteit was er niets ingeboet. Vanaf de ochtend reeds een stralend zonnetje en een temperatuur die voldoende was om tijdens onze motorrit net geen kou te krijgen. Op mijn informatiescherm staat 12° Celcius. Dit zou klimmen tot de 20°. We vertrekken om stipt 9.30 in de verkeerde richting maar aan het eerste rond punt wordt dit snel en vakkundig gecorrigeerd. Geen mens die klaagt. Dat vind ik trouwens zo vermeldenswaardig : Het gebeurt al eens dat ik mij van richting vergis (echt niet dikwijls hoor, bijna nooit ), maar de beide broeders blijven even trouw in mijn kielzog volgen. Geen stem die klaagt. Dat verdient toch ook wel een pluim vind ik. Gedurende de voormiddag rijden we als een pannenkoek door bochten en over heuveltjes en dipjes en weer over een wasbord over brugjes en smalle stroken. We rijden zelfs twee maal off-road over een verharde bosweg en komen gelukkig altijd goed terecht. Eenmaal kies ik een doodlopend wegeltje dat eindigde op de rand van een rivier. Puur uit nood, omdat de blaasdruk er mij toe noopte. Prachtige fotos hebben ze daar genomen, niet van mij, wel van dat kalmer stromend water in het meer en de directe omgeving.
We rijden veel voorbij Ierse scholen; iedere leerling van het middelbare onderwijs is uitgedost in uniform. Zowel de jongens als de meisjes. Het heeft wel iets, die tieners in netjes allemaal dezelfde kledij.
Na een 60 kilometer dienen we te tanken. Hier werd de perfecte dag gekortwiekt. De kade waar de motor moet worden volgetankt is perfect horizontaal, maar een beetje verder loopt die hellend naar beneden. Om plaats te maken voor andere klanten verzet ik mijn motor, maar stel eigenlijk niet vast dat die bodem wat hellend is. Mijn zijsteun van de motor schuif ik uit maar de motor inclineert niet voldoende om stabiel te staan. Komt daarbij dat ik in mijn bagage vergeten was mijn bankkaart uit te halen. Door het verplaatsen van ballast op de motor begint deze over te hellen en plots is het gewicht over het zwaartepunt heen en daar gaat mijn monstertje op zijn zijkant. Er is voor mij in motorland niets zo indrukwekkend als een motor te zien liggen op zijn zijkant. Ik blijf verstijfd naast mijn vehikel staan en kom pas na een paar seconden tot de mogelijkheid om in actie te schieten. De twee broeders bedaren mij. Ze stellen me op mijn gemak en helpen deze 230 kg wegende massa terug rechtop te zetten. De schade valt enorm mee. Het scherm is een beetje scheef doordat de aluminium verankering de schok opving en plooide. De koffer achteraan is wat geschaafd maar is zeker bij te werken. Aan de motor zelve is geen kras of deuk te zien. Toch ben ik er een tijdje niet goed van. Mijn verstandelijke vermogens worden tot het uiterste gedwongen met de vraag waarom ik in Godsnaam die motor op een hellend vlak op zijn zij-steun plaatste. Dat had ik toch moeten zien en beseffen
We rijden wederom over een parcours zoals in een soepbord: prachtige nette omgeving, alles correct binnen de lijntjes en smaakvol voor eenieder die van motorrijden houdt. Er wordt af en toe eens gestopt om de ogen wat ondersteuning te gunnen via digitale vastlegging van het beeld. Regelmatig is er even langs de weg een fotoshoot. Vele glooiende weiden, zoals de golven van de zee. Vele mooie domeinen zoals graslanden vol met vee. Ierland is echt wel een prachtland. We rijden door een kilometers lang meer. Langs weerszijden over het water. In Belleek (juist aan de grens met Noord Ierland) kopen we een broodje en een flesje frisdrank. Als dessert een driehoekje gerookte Ierse harde kaas. Echt, dit is een aanrader. Vandaar richten we onze koers naar Sligo en dan verder naar Charlestown. Ik had er een winkel opgemerkt, het genre van de Stock Américain in Herent. Ze hadden er eigenlijk alles. Luk maakte de opmerking om eventueel rond de draad-as van de beide spiegels een beetje Teflon te draaien, zodat ze minder snel loskomen omdat er dan meer spanning op zit. Ik ga de winkel binnen en vergewis mij ervan dat ze inderdaad bijna alles verkopen. Dus Teflon ook. De spiegels zijn dus nu hersteld en tot heden toe hebben ze niet meer bewogen, mede omdat de fixatie moeren die links en rechts draaiend zijn ook van kant werden gewisseld. De winddruk zal er nu voor zorgen dat de spiegel juist vaster komt te zitten, in plaats van los te komen. Carl en Luk zijn de monteurs van dienst. Plots valt mij de geplooide verankering van het windscherm in de geest van de val deze morgen aan het benzinestation. We demonteren het scherm, en ja hoor, die man van de Ierse stock Americain kan via zijn te koop gestelde draaibank de pad van het scherm netjes rechttrekken. Na de herstelling is mijn windscherm perfect recht en geen mens die ziet dat er iets was gebeurt. We komen in Westport aan via Carl zijn begeleiding omdat hij de B&B in zijn GPS had gevonden. Er wordt vanavond gegeten in de Omalyss, een bekend en zeer goed restaurant op aanraden van de gastheer in de B&B.
Karl at een Mexicaanse pannenkoek met kip en groenten, ook mijn gebakken kip met look en ui was goed. Luk at een veredelde hamburger met speciale sausjes. Karl en ik dronken een Cabernet Sauvage 2015.Een zeer goed wijntje. Als dessert koos Karl de chocolade profiterolletjes en ik koos de Irisch coffee. Geen moeite om te zingen, maar wel wat moeite om die trap naar benden af te dalen.
Achteraf gaan we nog wat ambiance opsnuiven in een typisch Ierse pub. Zes muzikanten spelen er autenthieke Ierse muziek op een banjo, gitaar, mondharmonica, viool, mandoline en nog een snaarinstrument. Er werd duchtig mee geklapt in de handen en gestampt op de vloer. Alleen vier liedjes was genoeg.
We besluiten om toch maar huiswaarts te keren en ondertussen werd het 23.00 uur. De blog geschreven en nu is het slapenstijd.
Tot sebiet.
Reacties op bericht (1)
jOS GAF ME VOLGEND ANTWOORD OP MIJN VRAAG WAAR DIE PAARDEN TEGEN DE GEPARKEERDE AUTO'S LAGEN !
22-05-2016
ik weet het nog
Hey makker, fijn te mogen lezen dat jullie je kostelijk amuseren.
En ook een goede truc die je toepast om je ervan te vergewissen of je maat in Suriname wel doet wat hij beloofde....je blog volgen. Je weet dat ik er niet kan aan weerstaan als er een vraag gesteld wordt over de plaatsen die we samen hebben bezocht om in mijn geheugen, dat stilaan een zeef wordt, te gaan graven en samen met de herinneringen een kaart boven te halen. Wel, dat plaatsje waar de paarden tegen de auto's lagen was op de parking van het Lac Des Bouillouses 31T 0418010 4712451 op 2000m hoogte. Vandaar zijn we nog samen naar de top van de Puig Carlit vertrokken (2880m). Jij hebt die top nog bereikt, ik wegens toen al knieperikelen niet. Je hebt de laatste 300 hoogtemeters alleen afgelegd en ik heb als een trouwe hond of een goede vriend op je gewacht aan een klein meertje op 2600m. Samen zijn we dan weer naar beneden afgezakt. De tocht die we toen aan het voorbereiden waren is diegene die we tijdens de dropping moesten annuleren wegens de hevige sneeuwval. Plaats van onze logies: met absolute zekerheid....Bolquieres. Naam van het verblijf weet ik niet meer maar de naam van onze gastheer en gastvrouw was Fred en Anna of zoiets. Allez, brei aan jullie avontuurlijke tocht nog een schitterend vervolg. Groeten aan je reisgezellen, Jos
Maandag 23 mei 2016
Glendalaugh Lisburn (Belfast) 325 KM
Een ware zoektocht naar onze eindbestemming.
De B&B van Glendalaugh noemt Tudors Lodge. Vergeet vooral niet te noteren dat het een droom is van een locatie met daarbij ook een prachtige ingerichte infrastructuur. Hier werd het prijskaartje niet bekeken. De natuurstenen op het terras achter het gebouw zijn haast een half tennisterrein groot en gelegd met de lintmeter. Alles wijst op goede smaak en veel waarde. Ik schreef terecht is het gastenboek: Here I do stop looking for better!. De jonge zoon was gecharmeerd. Het is waarschijnlijk zo dat moeder, vader en zoon te samen de zaak runnen. Vader is ook een heel vriendelijke man, die liever met Mercedes rijdt dan met zijn nieuwe miskochte BMW. Dus weer een bewijs van goede smaak. Hij reed 35 jaar met Mercedes en op aandringen van zijn zoon, kocht hij nu eens een nieuwe BMW. Niets aan de auto bevalt hem, de lawaaierigheid, het comfort, hij noemde nog enkele dingen maar in Iers ben ik niet zo goed. Toch bracht hij ons naar het restaurant omdat het te hard regende. Ongevraagd. Ook de bediening aan het ontbijt was flink in orde.
Om 9.30 vertrekken de drie broers richting Belfast. Het begin van de tocht, zeg maar de eerste 70 kilometer verliepen over een wasbord van heuveltjes en dipjes. Bochtje in, bochtje uit. Het grote plezier hier vind ik, dat bijna elke bocht zeer ruim te overzien is. Je kan zeer goed inschatten wanneer je moet overhellen, en wanneer je mag terugkeren naar de verticale stand. Het wordt echt plezieriger met de dag omdat je minder concentratie moet wijden aan het links rijden. Het went inderdaad heel snel. Ook het verkeer maant je aan om de opgelegde snelheid bijna nauwkeurig te volgen. De bestuurders zijn hier echt wel meer gedisciplineerd dan thuis.
Ik bedank Joisianne voor haar mailtje. Ik ben blij dat ze via de blog toch virtueel mee op reis kan. Met de fotos erbij zal het nog intenser worden hoop ik.
De rest van onze rit viel voor mij wat tegen. Ik had speciaal de weg langs de Oostkant kort bij de zee getekend om de kustlijn heel mooi te kunnen volgen. Op de kaart stond die weg ook aangeduid met een groene lijn, wat wil zeggen dat het toeristisch wel iets mooi te bieden heeft. Ik mag echt niet beweren dat de rit niet mooi was. De glooiende schapen weiden die letterlijk uitmonden op het strand, de machtige bergwand die we lange tijd op onze rechterkant zagen, de ruïnes en oude kastelen, de prachtig gerestaureerde boerenhoven, het heeft allemaal wel iets. Maar wellicht had het te maken met de wegcodes, de opgelegde snelheden, het links rijden en er bij geconcentreerd blijven, de broeders observeren in de (alweer losgekomen) spiegels. Ik ben echt niet voldaan van deze verscheidene zichten aan het azimut.
Er wordt nog wel degelijk veel gelachen en geplaagd. Ik was mijn kraag die ik onder de helm over mijn oren trek, vergeten in de pub waar we thee dronken en moesten betalen met ponden. Luk had die geniepig mee genomen. Wanneer ik aan de motor tot de vaststelling kom dat die kraag tijdens de wandeling naar de pub waarschijnlijk uit mijn helm is gevallen, komt hij met het onnozelste gezicht voor mij staan en vragen: wat is er, zijde gij iets verloren? Beteuterd vertel ik hem dat ik waarschijnlijk mijn kraag ben kwijtgespeeld. Ga ne keer terug naar de pub, misschien ligt ze daar nog; En zeggen dat ik al weg was, wanneer hij plots die kraag in mijn hand duwt. Wat een opluchting
We eten in een klein stadje, bij de bakker die ook broodjes belegt op aanvraag, een dubbele boterham met kip, tomaatjes, sla en ajuin. Ook wat mayonaise. Lekker was dat. Ook hun koffie was net zoals thuis. Ik heb er twee gedronken.
Het zwaarste van de rit moest nog komen. Mijn Garminneke brengt me via een vlekkeloos parcours naar Lisburn. Enkel het adres van de B&B klopte blijkbaar niet Te midden van de velden op een helling krijg ik de mededeling : bestemming bereikt. En inderdaad op het schermpje prijkt het ondertussen alom gekende wit-zwart blokjes vlagje. Dit kan toch niet, denk ik bij mezelf. We rijden nog een honderdtal meters verder en Karl en ik besluiten van even verbaal hoogte nemen van deze miskleun. Liefst 20 kilometer te ver heeft dit adres niets te maken met daar waar we moeten zijn. Carl ziet mijn terneergeslagen lichaamstaal en meldt zich bereid de kop te nemen. Hij tikt in zijn GPS Kennedy way. Terug naar van waar we kwamen dus. Wanneer we op 45 Kennedy way arriveren zien we een heel gewoon klein rijhuisje. Dit kan het niet zijn zegt Karl. Blijkbaar neemt de GPS van Karl geen Lisburn aan en ook niet de straat van de B&B. Luk besluit op zijn beurt om over te nemen. Ook ditmaal geraken we niet waar we moeten zijn. Er is een verschil tussen Kennedy road en Kennedy way. Ik tik op mijn beurt de juiste gegevens in mijn Garmin en na toch nog eens verkeerd te zijn (op 600 meter van het einddoel) vraag ik aan buurtbewoners of zij de B&B kennen waar we moeten zijn. We krijgen de details want we zijn er vlakbij en op het laatste is het Karl die het huis ziet staan pal op een rond punt. Liefst één uur en 13 minuten heeft deze zoektocht geduurd. Maar het belangrijkste is dat we er zijn geraakt. In de buurt is een groot commercieel centrum en ik besluit daar maar steeksleutels te kopen waarmee ik mijn spiegels met eigen hand zal kunnen vastzetten. De kassierster is een heel vriendelijke dame en vraagt vanwaar we komen. Blablabla, het gesprek duurt een aantal minuutjes en geen Ier of Zwitser die daar een opmerking over maakt. Het valt ons allen meer en meer op dat het hier heel vriendelijke mensen zijn. Samen met Karl fix ik de beide spiegels vast, heel vast. Als ze nu nog loskomen, dan ben ik zeker dat ik mijn handvaten ook verlies. We eten in de buurt ook nog een gigantisch grote ( ik toch) pizza met een blikje cola en betalen via de kaart omdat we geen ponden bij hebben. Morgen rijden we richting West kust. Het weer zou droog blijven en niet te warm (zoals we verlangen, want op de motor met zwarte kledij in heet weer is ook weer geen cadeau). Ik stuur u nog een fotoke mee om ook u te laten genieten van wat hier zoal te zien is.
Goedenavond en een zeer verkwikkende slaap gewenst.
Zondag 22 mei 2016.
Glendalaugh rustdag
Wandelen op de Wicklow way
Sinds heel lang geleden heb ik de nacht doorgeslapen zonder ook maar éénmaal mijn ogen te openen. Ook niet om Luk aan te manen een toontje lager te snurken. Ofwel heeft hij zijn blaaspijp toegeknepen, ofwel sliep ik zo vast dat ik het niet hoorde. Feit is dat ik deze morgen om 7.30 wakker werd ( Ierse tijd + 1 uur bij jullie) en vertwijfeld naar mijn horloge keek om zeker te zijn dat ik me niet vergiste. Afspraak was om tegen 08.00 uur te gaan eten. Luk sliep nog als een zogend zwijntje van amper enkele weken, (cochon au lait), en zo kwam het dat ik netjes gewassen en gekleed naast zijn bed sta en hem tot de orde roep om op te staan. Verbouwereerd over zijn slaapprestatie en niets ontziende doorgromnacht, vliegt hij in zijn kleren, wast zijn hoofd en poetst haast gelijktijdig zijn tanden. Geloof het of niet, hij staat nog samen met mij aan de ontbijttafel. Van performantie gesproken. Er wordt onder het ontbijt wat ernstige taal gesproken. We mijden geen onderwerp: de politiek, de slechte gewoonten ( ik vond mij een beetje gepasseerd), motorrijden op natte wegen, de vrouwen thuis, het weer, zelfs de dagtaken als gepensioneerde echtgenoot (wederom ben ik sprakeloos en voel ik me wederom gepasseerd). Ik kan lang niet over alles meepraten stel ik vast.
Karl en Luk beslissen om deze dag te vullen op hun manier: met de motor een kleine verkenning doen van de omgeving. Zij rijden naar Dublin. Uit hun verhaal achteraf blijkt dat ze zich goed vermaakt hebben in de stad. Karl heeft zowaar zijn verzameling van landwimpels aangevuld. Wanneer hij zijn topkoffer openklapt verschijnt plots de halve wereld voor je pupillen. Van elk land dat hij per motor aandeed heeft hij een wimpel. Zijn deksel wordt stilaan te klein. Wanneer ik hen zeg dat ze al dat moois van mij toch gemist hebben krijg ik wederwoord. Ze hebben geen schoonheid gemist. Er wordt me zelfs gevraagd of ik blondinnekes zag met die hoge Ierse benen vanuit Lords of the Ring. Neen, die zag ik niet.
Ik blijf bij mijn eerder besluit om vandaag eens te gaan hiken in het gebergte. De omgeving laat toe om intens en veel te fantaseren, hoe het er daar boven wel zou uitzien. Ook, dat je snel hoog geklommen bent (steile inclinatie) en dat het panorama wel navenant zal zijn eenmaal je je eigen lichaam zo hoog hebt verheven. De aanloop naar dit natuurpark is saai lopen langs de grote baan. De autos rijden dus ook links het valt me onmiddellijk op bij mijn eerste passen op de straat dat ik eerst naar links kijk, in plaats van rechts. Maar het went wel. Na 2,5 kilometer bereik ik het natuurpark dat me een waaier verschaft aan wandelroutes naar boven. Ik verkies het zwarte paadje naast het underlake. Via een spoor tussen de bomen (het gaat venijnig op en weer af, langs de rand van dit meer) en vooral tussen de wortels en rotsblokken is het af en toe opletten geblazen. Ik beleef de zoveelste AHA-erlebenis. Het pad dat Jos en ik ooit eens een paar maal bewandelden in de Pyreneeën naast dat riviertje was identiek (op die parking lagen de wilde paarden tegen de geparkeerde autos, Jos, ik weet de naam van die plaats niet meer). Het is meer dan geconcentreerd wandelen, want soms op drie, vier meter onder mij ligt dat meer, gapend als de opening van de vulkaan. Toch is het plezant en weer beleef ik de sensatie van een jaar geleden. Wandelen op GPS is zo fascinerend. Soms wijk ik opzettelijk van het paadje af om enerzijds de moeilijke stukken gemakkelijker te maken, of een korter traject te doorlopen of soms ook al wel een keertje om te zien of mijn navigatie na een afwijking naar de juiste oriëntatie wel klopt. Het feit dat je dit leest wil wel degelijk zeggen dat ik niet verloren liep in dit bosrijk wandelparadijs. De padjes zijn ook soms wel heel wandelvriendelijk aangelegd: Ieren hebben iets met treinbils. Ik wandel bij momenten wel zeker enkele kilometer op twee naast elkaar gemonteerde treinbalken, die op hun beurt op 1,2 of zelfs soms drie dwarsliggers eronder gesteund en geschraagd worden. Dit moet een enorm arbeidsintensief werk zijn geweest. Om het slippen of schuiven van de wandelaars te vermijden werden hier tonnen krammen in die balken geklopt die zo een twee tot drie millimeter boven de balk uitsteken. Het is een domme maar zeer efficiënte manier om bij nat weer de wandelaar te behoeden van slippen op deze natte balken. Na een tijdje beginnen de voetzolen echter wel behoorlijk drukpunten te voelen. De zichten die je onderweg krijgt zijn fenomenaal. Ik werd twee maal vereerd met een wolkbreuk net boven mij, maar zelfs dat kon de pret niet bederven. Jos leerde me om nooit in de bergen te vertrekken zonder reserve kledij, een regenvest, een koplamp, Colsonbandjes en tape. Dus wat nattigheid kon me niet deren want ik was erop voorbereid. Nogmaals dank Jos. Bovendien kon ik tijdens de afdaling via de GPS opsporen dat er een variante bestond van deze mountain way en die zou normaal via enkele linken en aansluitingen moeten uitkomen op 200 meter van ons logement. De GPS laat me wederom niet in de steek. Na een vijftal uren wandelen kom ik uit waar ik vertrokken was. Ik ben vooral blij dat de navigatie weer perfect uitkwam. Ik schrijf perfect, omdat op radio RTE Gold het liedje wordt gepeeld van Lou Reed : Perfect day. Het lijkt zo wel.
Hier worden onder de heren ook hoge woorden gebruikt. Gisteren bij ons pintje bier en tonic werd het woord deduceren gebruikt. Niemand die wist wat het wou zeggen, ook de gebruiker niet. Hilariteit, want in Van Dale stond de uitleg: logisch afleiden. Er werden heir nog andere hoge woorden uitgestottert, maar daar vonden we geen verklaring voor
Den Ivo stuurt me net een berichtje dat hij fan is van de blog. Doet me deugd dat ik via die blog toch een beetje troost en afgunst kan aanbrengen. Volgend jaar moet den Ivo er zeker bij zijn, ik heb het hem gestuurd.
Deze avond gaan we nog eens eten in het restaurantje van gisteren. Dank zij mijn net gedrag mogen we daar nog eens langskomen, en het eten was er goed en veel.
Morgen rijden we verder door noordwaarts.
Ik laat je weten hoe het verliep.
Gegroet en vaneigens tot morgen!