Sorata is een dorpje op 2700 m hoogte in een groene vallei aan de voet van de Illampú (6362 m), de op 3 na hoogste berg van de Cordillera Real. We hebben er een prachtige wandeling gemaakt van 22 km naar het ondergrondse meer van San Pedro. We willen jullie ook enkele foto´s gunnen van onze eco-lodge, Altaï Oasis. Het leek wel de tuin van Eden, maar op een bordje stond duidelijk, zodat we ons niet konden vergissen:´u bent niet Adam en Eva, dus u mag geen vruchten of bloemen plukken.´
Pas op, want ik kom eraan en ik kan moeilijk stoppen... We zijn op zoek naar de ´secret canyon´. Jammer genoeg stond het water in de rivier te hoog zodat het te gevaarlijk was om met een rubber boot door de canyon te varen en uit te komen op een natuurlijk zwembad. Vanuit Sucré namen we de bus naar La Paz, om daar over te stappen op een minibus, waarvan de vering waarschijnlijk al lang was versleten, voor een helse rit van 3:30 uur naar Sorata.
Waar waren we gebleven... In Uyuni wachtend op de bus naar Sucré. De bus vertrok om 19.30 uur en we arriveerden in Potosí om 0.30 uur, waar we dan op de bus naar Sucré zouden moeten stappen om 2.00 uur. Toen we Potosí binnenreden begon het ons te dagen dat er misschien niet zo´n groot busterminal-gebouw zou zijn zoals we gewoon waren in Argentinië. Onze frank begon te vallen dat we midden in de nacht anderhalf uur op straat in de kou met al onze bazar zouden moeten doorbrengen. Maar... bij het uitstappen stond Don Mario van Diana-tours, van wie we eerder op de dag onze bustickets (7 euro het stuk voor een traject van 9 uur) hadden gekocht, naar ons te zwaaien en loodste hij ons vervolgens naar een taxi. Hij voegde er nog aan toe: ´jullie hoeven niets meer te betalen hoor, service van de zaak!´ Zodus bevinden we ons nu in Sucré in een hostal in koloniale stijl van ´doorsneeprijs´, wat betekent dat we voor 14 euro een ruime tweepersoonskamer hebben met eigen badkamer. De prijs-kwaliteitsverhouding is hier in Bolivië veel beter dan in Argentinië. We hebben gisteravond lekker gegeten en gedronken met z´n 2 voor 6 euro. Sucré, sinds 1991 op de lijst van Unesco, is een juweeltje met veel barokke gebouwen. We bezochten La Casa de la Libertad, enkele kerken en het Museo de Arte Indígena met een boeiend overzicht van de textielnijverheid van de ´Indigenes´ (´Indiaan´ heeft een racistische connotatie hier) in de regio. We kregen ook een rondleiding in het Recoletaklooster met zijn mooie patio´s en de 1400 jaar oude ceder. Als je er links rond loopt, zal er volgens het volksgeloof een huwelijk voltrokken worden. Als je er rechts rond loopt, worden al je wensen werkelijkheid...
foto 1: primitieve overnachtingsomstandigheden (zo kwamen we toe, terwijl op de binnenplaats een lama werd gevild, terwijl zijn broer toekeek) foto 2: Laguna Colorado (als de microscopische algen, het voedsel voor de flamingo´s, op het zonlicht reageren, kleurt de lagune bloedrood) foto 3: ´Stenen Boom´ in de Desierto Siloli foto 4: flamingo´s (speciaal voor Hans!) foto 5: pech onderweg (water bijvullen gezien lek in radiator) foto 6: Salar, meest uitgestrekte zoutvlakte ter wereld (12500 vierkante km): klei-zout-water-lagen wisselen elkaar af . Nu, in het regenseizoen, is de hele zoutvlakte bedekt met een laagje water. foto 7: Joachim bij het zouthotel foto 8: manuele zoutontginning aan de rand van de Salar
P.S. Ondanks dat het nog maar de 11de is, willen we toch alvast onze tante Anita een verjaardagwens toezenden, gezien zij de 15de in Duitsland feest gaat vieren.
Een Toyota Landcruiser heeft ons gedurende 4 dagen doorheen de Altiplano van zuid-west Bolivië gevoerd. We vertoefden tussen 3500 en 5000 meter. Menig medereiger had last van ´soroche´ (hoogteziekte), maar deze laaglandbewoners zijn zo gezond als een vis. Onze reisapotheek mist nog geen pilletje, zalfje of pleister. Ik geef toe, we (ik) mopperde(n) wel eens op de koude (wat wil je op die hoogte) en de regen (het is tenslotte regenseizoen). We dealden met erg primitieve overnachtingsomstandigheden. Gelukkig konden we ons een keer baden in thermale wateren (37 graden, zalig). Wij leerden een erg uitgestrekt en dunbevolkt gebied kennen, waar mensen hun best doen om er iets van te maken ondanks alle ontberingen. Ons respect gaat uit naar deze bergbewoners. Sinds president Morales, zelf geboren in de regio, zijn heden de meeste dorpen van electriciteit voorzien. Wij willen jullie graag even mee op trip nemen: foto 1: onderweg. foto 2: Paseo del Diablo (plek waar non-stop alle wind naartoe gezogen wordt; maximaal 1 minuut uit de wagen uit te houden). foto 3: struisvogel (speciaal voor Hans!) foto 4: bergdorpje uit leem foto 5: lama (speciaal versierd met lintjes voor het Pachamama feest van de indianen) foto 6: laguna (met op de achtergrond vulkanen die de grens vormen met Chili) foto 7: Laguna Verde (bevat o.a. Arsenicum, waardoor deze lagune geen leven bevat) foto 8: Woestijn van Salvador Dali (geschifte rotsformaties in een woestijn met een symfonie van kleuren) foto 9: Geisers Sol de Mañana
Vandaag zijn we gearriveerd in Bolivia, waar we onze eerste nacht doorbrengen in Tupiza. Morgen vertrekken we voor een 4-daagse tour naar de laguna s van Zuid-Lipez en naar de zoutwoestijn van Uyuni. We zijn hoogstwaarschijnlijk enkele dagen off-line.
Zoals je ziet, lopen op onze camping in Tilcara de paarden vrij rond tussen de tenten. Een paard vond het echter niet leuk dat Joachim een foto van haar wilde maken, want op dat moment deed ze kaka vlak voor onze tent. Tilcara of ´vallende ster´ in het Quechua is een pitoresk dorpje. We bezochten daar een Pucara, wat een precolumbiaanse vesting is, en we maakten een wandeling in de Quebrada de Humahuaca met een mooi panorama op het ´Paleta del Pintor´ (het Schilderspalet, rotsformaties in verschillende kleuren).
Zoals je ziet op de foto´s en reeds in vorig bericht vermeld, heb ik een ´vurige´ man...Joachim werd vertederd door een vaas-mannetje (100 a.c.) uit het plaatselijk archeologisch museum in Cachi. Een rit doorheen een fantastisch repertorium van landschappen met de nodige hindernissen (rotsblokken op de weg, stuk weg weggespoeld, bergstromen), waar de buschauffeur ons vlekkeloos doorheen heeft geloodst, bracht ons in Salta. Deze stad wordt door de Argentijnen ´la linda´ (de mooie) genoemd, mede omdat ze nog over een aanzienlijk aantal koloniale gebouwen beschikt. Nu ja, als je Antwerpen-Gent-Brussel gewoon bent, word je niet zo makkelijk meer verrast door een stad.
Gelukwensen aan Dana omdat ze begin februari jarig is.
Vanuit Cafayate hebben we een mountainbike tocht gemaakt van 77 km doorheen de Quebrada (=kloof) de las Conchas. Vroeger kwam de oceaan tot hier, vandaar de naam ´conchas´ (schelpen), waarvan er nog fosielen terug te vinden zijn. Ook hier de mooie wonderen der natuur: rotssculpturen die namen dragen als´Garganta del Diablo´ of ´Anfiteatro´... Cafayate is bekend voor zijn witte wijn, die de beste van het land zou zijn, voornameljk van de torrontés druif. Ik ben alvast fan, alsook van het restaurantje waar we deze wijn proefden samen met heerlijke empañadas en humitas (maïspuree met geitekaas, gestoomd in maïsbladeren). Een prachtige rit, grotendeels op onverharde wegen, doorheen de Valles Calchaquíes bracht ons in het dorp Cachi. Onze reisgids ´de Trotter´ schrijft ´dat de plaatselijke bevolking beweert dat hier niemand overlijdt, tenzij van ouderdom, vanwege het weldadige klimaat´. Wij kunnen dit heel goed begrijpen, want dit tijdloze plaatsje heeft ons hart gestolen. We verblijven op een mooie camping, eindelijk eens de naam ´camping´ waardig: ´s Ochtends koffie drinken aan de plaza, parilla (barbecue) van groenten met blauwe kaas als middageten en ´s avonds asado (vlees op de barbecue)...Joachim kan hier echt zijn hartje ophalen en is quasi de hele dag door in de weer met vuurtje maken. Grappig is dat hier de winkeliers bij gebrek aan kleingeld weergeven in snoepjes.
We verlieten het hippe Mendoza voor het weinig toeristische La Rioja. Nochtans is La Rioja de uitvalsbasis voor een bezoek aan twee parken die behoren tot het Unesco werelderfgoed. Wij gingen op verkenning in één van deze parken. Talampaya verbergt overblijfselen van bewoners van meer dan tweeduizend jaar geleden (petrogliefen) en de erosie van water en wind zorgde voor mooie beeldhouwwerken. Laat jullie verbeelding de vrije loop, maar vind wel de koning op de kameel. Ciao!
Reken maar dat we door beide (sol y vino) werden verwend: malbec is de typische druivensoort voor Argentinië, maar we kregen ook andere wijnen te proeven. Het zonnetje lacht ons toe met op de achtergrond de Andes en in het bijzonder: de Aconcagua, de hoogste top van het Amerikaanse continent (6959 m). De foto´s sturen we jullie met plezier, kijk maar!
P.S. Een dikke verjaardagsknuffel voor het spookje uit Stabroek!
In Villa la Angostura aan het Nahuel Huapí meer heeft het 36 uur aan een stuk pijpestelen geregend zodat we daar niet veel anders hebben kunnen doen dan Irish Coffee drinken en délicieuse taart eten. Daarnaast zaten we bang afwachtend of onze tent het wel zou trekken; gelukkig heeft die ons niet in de steek gelaten. Via de Camino de Siete Lagos voerde de busrit ons naar San Martín de los Andes. Voor de zekerheid kozen we daar voor de formule van een hostal. Voor de eerste keer in mijn leven sliep ik in een dormitorio (slaapzaal) met vreemde mensen, maar dankzij Cecilia en Sébastian is dat goed bevallen. De babbelgrage Sébastian heeft ons geïnstrueerd in de Argentijnse politiek. Hij hoopt dat Latijns-Amerika zich in de toekomst kan verenigen zoals de Europese Unie. En uit respect voor Sébastian vragen wij jullie om in het vervolg te spreken over de Malvinas in plaats van over de Falkland eilanden. Vanuit het hostal werd een excursie georganiseerd naar het Parque Nacional Lanín; en zo mochten we deze perfect konische vulkaan, de Lanín, van alle kanten bewonderen. We bezochten het stadje Junín de los Andes, waarbij ons vooral de kerk is bijgebleven waar de kerkdienst gezamelijk met katholieken en Mapuché indianen gevierd wordt. De ramen van de kerk tonen zowel het katholieke kruis, als de blaadjes van de boom die de indianen vuur schonk. De Jezusfiguur op het kruisbeeld boven het altaar is een indiaan. We waren ook te gast in een Mapuché dorpje, alwaar we getuige waren van de artisanale talenten van deze mensen. Een lange busrit bracht ons in het zonnige Mendoza, alwaar we morgen de wijnroute met de fiets langs de bodega´s gaan doen: proost!
Een speciaal woordje voor ons nichtje Johanna, die vandaag acht jaar wordt: Feliz cumpleaños!
Gisteravond hebben we fantastisch lekker gegeten met een aangepast wijntje erbij (Syrah San Diego 2006) in Tinto Bistro. We hebben kort geconverseerd in het Nederlands en de hand geschud van de eigenaar van de zaak en niemand minder dan de broer van Maxima Zorreguieta, jullie goedlachse kroonprinses. Het spijt ons dat we in short en loopbroek moesten verschijnen, maar we hebben nu éénmaal geen kostuum en cocktailjurk in onze rugzak zitten.
Zaterdag hebben we vanuit Puerto Madryn het land doorkruist van Oost naar West, waarna we toekwamen in Esquel. Vandaaruit hebben we het nationaal park Los Alerces bezocht. In tegenstelling tot hoger in Argentinië is het hier koud en de wind doet te goed zijn best. Zo werd één van de wandelingen, die we daar gedaan hebben (16 km), geschat op 4 à 5 uur en wij deden er, gejaagd door de wind, 2 uur 15 minuten over. Tevoren hadden we ons moeten registreren, maar we hadden niet begrepen dat we ons ook uit moesten registreren na de wandelingen. Zodoende werden we vanochtend in ons hostal gewekt door een zeer attente politie-agent, die ons opgelucht in levende lijve aantrof. We zijn nu net gearriveerd in Villa La Angustura, te midden van het Lake District. Geniet van de foto´s. Bij deze willen wij jullie laten weten dat wij genieten van jullie fijne reacties. Het is dan best moeilijk om niet te reageren op wat jullie schrijven, maar ik begrijp van Joachim dat dat niet de bedoeling is van een blog.
Vandaag een dagje luieren aan het strand van Puerto Madryn, net zoals de zee-olifanten die we gisteren in Península Valdés zagen. Gelukkig hoef ik Joachim niet te delen met een hele harem andere wijfjes zoals het geval is bij de zeeleeuwen en zee-olifanten. Península Valdés, een schiereiland aan de Atlantische Oceaan, is gekend voor zijn speciale fauna. Een groot deel zeeleeuwen had net gebaard, dus we konden talrijke puppies aanschouwen. Magalhäes-pinguïns zijn vlijtige beestjes; helling op, helling af waggelend. De mannetjes pinguïns komen eerst aan vanuit de warmere Braziliaanse wateren om hun nestjes van het vorige jaar te herstellen. Dan komen de vrouwtjes toe en deze monogame dieren herkennen elkaar onmiddelijk door het specifieke dansje dat het vrouwtje doet voor haar partner. Dat geeft mij inspiratie! De walvissen zijn in december terug vertrokken naar de diepere zee; vandaar dat we hen niet konden ontmoeten. Gelukkig zagen we geen orka´s, want die komen de puppies-zeeleeuwen en zee-olifanten opeten. In het steppe-landschap kwamen we vele guanaco´s (familie van de kamelen) tegen, een vos en een struisvogel. Kijk maar...
1. Katya met onze hond, ¨ Doggy¨. 2. Tigre: grootse rivierdelta op 50 minuten treinen van Buenos Aires. 3. De koningin van Nederland. 4. Museum van Larreta. 5. Het eilandje, Argentijnse versie. 6. Vintage in de San Telmo wijk. 7. idem.
1. Katya heeft dorst. 2. Joachim ook: let op het verschil in beker. 3. Klaar voor een woeste tocht op de Rio Parana. 4. De ruines van de Jezuïeten missies in San Ignacio. 5. idem 6. Het gruwel-huis van Nazi Bormann, diep verscholen in de jungle. 7. Yerba Maté: dé nationale drank. 8. Door de kolkende rivier. 9. idem.
We zijn nu ruim een week weg en daarom wil ik jullie op de hoogte brengen betreffende mijn leerprocessen. Mijn eerste woordjes Spaans betreffen een conversatie met een meisje van 8 en haar broertje van zes (totnogtoe voert Joachim het woord met de volwassenen!). ´Señora, entrar la piscina´, moedigen ze mij aan aan het zwembad van ons hostelletje in Puerto Inguazú. Ik kom te weten dat ze ´hermana en hermano´ zijn en dat de eigenares hun ´madrina´ is. Het grappige met kleine kinderen is dat ze maar blijven doorratelen, terwijl wel duidelijk is dat ik doorgaans niet begrijp wat ze mij te vertellen hebben. Mijn obsessief bezig zijn met muggebeten te vermijden, heb ik laten varen en de informatiebrochures van het Tropisch Instituut rond Malaria (wat in Argentinië eigenlijk enkel en zeer beperkt voorkomt in het uiterste noordoosten) heb ik aan de kant geschoven. Onze bagage is wat lichter geworden doordat we een handdoek zijn kwijt geraakt en al enkele spullen gedropt hebben. In San Ignacio waren we gehuisvest op een camping en we konden kiezen: douchen buiten of in een kot met één voet in de douche en de andere op het toilet. Terug in Buenos Aires zijn we gelogeerd in het fantastische hostel van het Viavia Traveller´s Café (Belgisch initiatief) en we hebben daar alle comfort. Ik moet mij ook pardoneren bij Buenos Aires...het is een toegankelijke stad met mooie parken, brocante- en ambachtelijke marktjes en talrijke vintage winkeltjes. Wij prefereren de gezellige San Telmo-wijk, waar we verblijven, en Puerto Madero (gelijkenis met ´het eilandje´ in Antwerpen). We bezochten het museo de Arte español Enrique Larreta (aristocraat, schrijver, Argentijns ambassadeur in Parijs en groot kunstverzamelaar); vooral het huis zelf en de superromantische tuin wist ons hart te stelen.