Vroeg uit de veren in Aguas Calientes! We vertrokken om 4:40 uur om er zeker van te zijn bij de eersten aan de ingang van Machu Picchu te staan, zodat we de beklimming van de Wayna Picchu mochten maken (max. 400 mensen zijn toegelaten). Vanuit Aguas Calientes klommen we 1716 treden omhoog, en we kunnen wel zeggen dat we dat in ´speed´- tempo deden, ons echte para´s wanende. Om 6.00 uur, wanneer de site open ging, stonden we reeds in de rij. Om 7:00 klauterden we op de Wayna Picchu, die er indrukwekkend uitziet met zijn steile ontoegankelijke rotswand. We bereikten als eersten de top, vanwaar we Machu Picchu tussen de wolken konden ontwaren. Machu Picchu bestaat uit verschillende wijken, die voor het grootste gedeelte van elkaar gescheiden zijn door een centrale esplanade. De religieuze gebouwen en de huizen van de notabelen herken je aan de perfect in elkaar passende steenblokken, terwijl de andere huizen (van de boeren) gebouwd zijn met minder goed gevormde stenen die met adobe (klei, aarde en stro) zijn gevoegd. De muren helden naar binnen zodat ze beter tegen de aardbevingen bestand waren. In de namiddag wachtten ons opnieuw de 1716 trappen, de treinrit en busrit naar Cuzco. Ons zo verdiept in de Inca-historie, moesten we op de trein toch zeker eens de Inca Kola proberen, een fluorescerend geel drankje dat naar kauwgom smaakt, maar hier in Peru populairder is dan coca cola.
Hier zijn we weer om jullie lastig te vallen met onze vertellingen. De Heilige Vallei van de Inca´s, die door de Rio Urubamba doorsneden wordt, ligt rondom Cuzco. Zaterdag bezochten wij vanuit Cuzco de vindplaats van Pisac, die erg uitgestrekt is en boven in de bergen ligt, zodat we getrakteerd werden op een heel mooie wandeling en schitterende panorama´s. Zondagochtend namen we de collectivo naar Chinchero, waar de vesting minder interessant bleek, maar de couleur local op het marktje des te meer. We proefden daar chicha, een licht alcoholisch maïsbier, wat stond te pruttelen in de emmers van de Indiaanse vrouwen. Deze vroegen ons of we meer wilden, waarop Joachim heel tactisch antwoordde: ´no gracias, me gusto, pero es muy especial´. Een minibus bracht ons verder naar het gezellige dorp Ollantaytambo met zijn indrukwekkende vesting. Het trapeziumvormige bad van de prinses leert hoe klein de Inca´s wel waren (vrouwen 1m45 en mannen 1m56). We stapten op de trein naar Aguas Calientes, ook Pueblo Machu Picchu genoemd. We raden iedereen aan om daar te eten bij ´Indio Feliz´, waar een Frans-Peruaanse keuken wordt geserveed. De Peruaanse specialiteit is ´ceviche´ (in limoensap en chilipepers gemarineerde rauwe vis): delicioso!