Vanuit Jeruzalem trokken we naar Bethlehem, Gaza, Golan, tot aan de Egyptische grens. We babbelden zoveel mogelijk met de mensen en ik noteerde alles in een boekje, tot zelfs de prijs van een brood.
De eerste dag liepen we s avonds op straat en kwamen er jonge mensen naar ons toe. Eigenlijk mochten ze niet met ons gezien worden, dus als er een patrouille kwam, stoven ze weg. Op een bepaald moment zag ik ze om een of andere reden voor mijn neus ineenslaan. Misschien hadden ze iets beledigends naar een patrouille geroepen, ik weet het niet. Maar als je bedenkt dat ik ben opgegroeid zonder televisie, begrijp je dat ik daar absoluut niet immuun voor was. Ik had heel veel moeite om niet tussenbeide te komen. Onze gids zei: Als je nu gaat, heeft die mens een heel zwaar probleem, want hij mag niet met buitenlanders praten. Dat was mijn eerste ervaring als negentienjarige.
Op dat ogenblik waren de universiteiten verboden voor de Palestijnen, dus moesten we ondergronds gaan praten. Ik vroeg me af: waarmee zijn we bezig? We zijn een generatie aan het kweken die geen onderwijs heeft gekregen en dus extreem wordt. Dat bepaalt ook mijn blik op het huidige conflict. Toen al ontmoette ik jongeren van mijn leeftijd die allemaal familieleden hadden verloren. Je voelde de verbittering.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart 2009.
We willen alles, we kunnen alles, we mogen alles, we hebben alles. Dat is leuk, maar het geeft veel stress. Vroeger hadden we geen gsm. Dat was misschien niet handig, want je kon mij niet overal opbellen, maar je moest hem ook niet meenemen, hij moest niet opgeladen worden, het abonnement moest niet betaald worden of de kaart was niet op. Vroeger was er geen geld om je zoon naar de pianoles te sturen, maar je moest ook niet met je vrouw op de parking van de Colruyt afspreken om de jongen van de ene auto in de andere te laten overstappen. Je had niet eens twee autos.
We proberen allemaal te leven zoals in de reclamespots. We hebben een poetsvrouw wat ook al stress geeft om er een te vinden en te houden -, maar we proberen ons de levensstijl aan te meten van Brideshead Revisited, van rijken die ook een huishoudster en een kokkin en een chauffeur hadden. Met kerstmis proberen we een banket met zes gangen te houden voor twaalf mensen, maar we moeten wel alles zelf doen: zelf naar de winkel rijden, zelf een parkeerplaats zoeken, zelf inkopen doen. We proberen te leven zoals in een reclamespot, waar het huis altijd proper is, waar de kinderen nooit ziek zijn, waar een auto altijd op verkeersvrije wegen rijdt en nooit naar de keuring moet of moet gaan tanken. Dat klopt gewoon niet.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
Er zijn wel goede waarden in het geloof, maar mij gaat het vooral om de indoctrinatie, om het systeem dat gehanteerd wordt. Dat vind ik verwerpelijk. En dan zijn er nog de verschrikkelijke randverschijnselen, zoals priesters die zich schuldig maken aan pedofilie, allemaal onder het alziend oog van God. Het is gemakkelijk om te zeggen: je mag alles doen wat je wil; als je gaat biechten en drie onzevaders en drie weesgegroetjes bidt, kun je opnieuw beginnen. Dat is goed gezien van die mannen.
In de Renaissance is het wereldbeeld veranderd: God stond niet meer centraal in deze wereld en de macht van de Kerk was aan het tanen. Toen hebben ze de aflaten uitgevonden. Stel je voor dat er vandaag iemand opstaat om op die manier de economische crisis op te lossen, dat zou geweldig zijn.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
"Seks en religie hebben dit gemeen, dat ze voor de meeste mensen belangrijk zijn; daarom leiden ze tot goede en slechte dingen. Liefde leidt tot zelfgave, maar ook tot moord. Religie kan leiden tot spirituele verdieping en medemenselijkheid, maar ook tot fundamentalisme en terreur. Sommige mensen vinden dat godsdienst alleen maar leidt tot oorlog en dus moet afgeschaft worden, maar dan moeten we ook liefde en seks afschaffen. Alles wat waardevol is, is gevaarlijk, maar je moet er goed mee leren omgaan. Als je alle gevaarlijke dingen uitschakelt, leid je een vegetatief bestaan dat onder het niveau blijft van wat een mens aankan.
Geluk is een levenshouding die je langzaam verwerft. Geluk kan zijn: je keihard inzetten voor iets dat je relatief vindt. Kunnen leven met vragen die onopgelost zijn en daar zelfs genot in vinden. Jezelf overgeven aan iets dat groter is dan jezelf, maar zonder in het leven altijd onder de lat te kruipen. Het is altijd trial and error and accidental success. Ook dat zou de religie moeten leren: dat je dat doel nooit kan bereiken zonder uit de bocht te gaan, zonder brokken te maken. Ze werkt met morele regels die zeggen dat alles perfect moet zijn, dat je bijvoorbeeld alleen seks mag hebben als er ware liefde is. Dat kun je als een levenshouding zien tegen het einde van je bestaan, maar dat kun je onmogelijk eisen van de finalisten van Miss Belgian Beauty."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
Acteurs vormen een subcultuur die zichzelf in stand houdt, zeker in Vlaanderen. Ze maken deel uit van een brotherhood. Als je daar buiten treedt, werd je - vroeger meer dan nu - raar bekeken. Peter is niet goed bezig, zei men toen ik tv ging doen of in een soap ging spelen of in een café ging helpen. Ook Help, mijn man is een klusser op VT4 is een fout programma. Dat is not done.
Je hebt allemaal kliekjes: die van Humo, die van Dag Allemaal, die van Woestijnvis, die van Endemol, die van VTM, die van Canvas, die van Eén. In een normaal land zijn er geen kliekjes. Jack Nicholson is nu een heel gerenommeerd acteur, maar komt uit de soap. Paul Newman heeft veertig jaar van zijn leven vinaigrette verkocht. In Amerika maakt men zich daar niet druk over. Dat is normaal. Maar hier moet een theateracteur in het theater spelen. Ik heb daar een heel andere kijk op. Voor mij is theater niet heilig. Ik doe het vak graag en probeer er het maximum uit te halen, maar ik zou ook graag in een film van Jan Verheyen meespelen. Alleen word ik niet gevraagd. Tja, dan moet je andere dingen doen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november-december 2008.
Ik ben echt niet verwend door mijn ouders en daar ben ik ze dankvoor voor. Als we één taartje over hadden, moest ik het met mama en papa delen. Mijn ouders waren ook zeker niet rijk, hoewel ik dat nooit ervaren heb. Maar nu denk ik soms: als er iets met mijn ouders gebeurt, ben ik alleen. Kan ik wel voor mijn ouders zorgen zeker toen ik in Duitsland woonde - als er iets zou gebeuren? Daarom ben ik blij dat ze in Sluis in een kleine dorpsgemeenschap wonen, waar iedereen elkaar kent. Daar worden ze beter door de buren opgevangen dan in een grote stad.
Ik heb nog nooit een rol aangenomen voor het geld, maar alleen omdat hij interessant was. Met een kind heb je natuurlijk een andere verantwoordelijkheid, maar toch wil ik vooral voor de rollen kunnen gaan. In Duitsland is het fijn om te werken. Ze hebben een heel andere benadering van het vak. Daar ben je echt een kunstenaar. Iedereen wordt er met veel respect behandeld, of je nu de hoofdrol speelt of niet. Soms overdrijven ze een beetje, als ik heel de tijd met Frau Boerdam wordt aangesproken. Dan denk ik: doe maar normaal, ik ben gewoon Maike!
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november-december 2008.
In De Kavijaks heeft regisseur Stijn Coninx met mij overlegd wat ik zag zitten. Het was de bedoeling dat ik mijn nachtjapon in bed zittende half zou aandoen, met het deken tot hier zodat er niks zou te zien zijn. Als ik rechtstond, zou hij verder over mij vallen en zou ik weglopen. Alles lag klaar, met de mouwtjes geplooid, zodat ik er maar had in te glippen. Maar het was zon gedoe! Ik kreeg de nachtjapon niet aan. Het moest allemaal in een vloeiende beweging gebeuren, want de camera volgde mij. Het was zo lastig, dat ik uiteindelijk tegen Stijn zei: Weet je wat? Ik spring gewoon uit het bed en zal hem later wel aandoen.
Thuis deden wij nooit de deur van de badkamer op slot. Iedereen liep gewoon binnen en buiten. Schroom heb ik dus nooit gehad, zeker niet als je op de toneelacademie sportles hebt gehad en iedereen zich onder de douche stond te wassen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van september-november 2008.
"Op de begrafenis van André Hazes stond ik alleen maar te janken. Ik kende André uit de tijd van Ellen, zijn tweede vrouw. Op die begrafenis kwamen heel veel flashbacks terug. Toen ik pas was doorgebroken met Ciske de Rat heeft hij tegen mijn moeder gezegd dat hij mij een contract wou aanbieden voor Melvin Producties. Mijn moeder zei: Waarom zou hij een contract tekenen? Ik wil geen contract.
André zag wat in mij. Hij kwam op mijn verjaardag, samen met Harry Slinger van de popgroep Drukwerk. Ik kwam op zijn woonboot en herinner me nog dat zijn zoon Melvin pas was geboren. Ik ging met André naar optredens. Hij was ook een horecaman, een gezelligheidsmens.
Hij veranderde toen hij een andere vrouw leerde kennen. Toen hij doodging, heeft Ellen een jaar daarna zelfmoord gepleegd."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van september-oktober 2008.
Ik krijg soms van heel lieve mensen te horen: Wat jij doet in het Fakkeltheater, moet zo goed zijn. Dan zeg ik: Wat je hebt gelezen is geen recensie, maar de promotekst. En die heb ik zelf geschreven. De mensen kennen vaak niet eens het verschil. Je moet ze zachtjes opvoeden.
Weet je dat jonge mensen nog zo slecht het alfabet kennen dat ze het moeilijk hebben om iets op te zoeken in een woordenboek? We hebben allemaal een gsm waarin alle nummers zitten, zodat we er geen meer uit ons hoofd kennen. We hebben een gps zodat we geen kaart meer kunnen lezen. We googelen, dus moeten we geen boek meer lezen. En als we 40 zijn, verkopen ze ons een geheugentrainer die ons vertelt wat onze mentale leeftijd is. Probeer dan toch liever te onthouden wat je boodschappen kosten. Of doe aan hoofdrekenen. Of probeer je telefoonnummers te onthouden. Of zoek zelf je weg met een kaart. Maar dat is niet tof, want dan kunnen ze ons die gadgets niet meer verkopen. En ze moeten ons bang maken met onze mentale leeftijd, want een vrouw van 50 wil geen 50 meer zijn, maar 18.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van juni-augustus 2008.
Vertel mij eens hoe SS-ers met Gott mit uns op hun riem of moslimextremisten of Israëlische soldaten s avonds in hun bed kruipen en tegenover hun god verantwoorden wat ze hebben gedaan? Je hebt ons zonnestelsel, dan de melkweg die onschatbaar groot is en samengesteld uit miljarden sterren, met daarbuiten nog andere melkwegen. Dat wil zeggen dat er miljarden zonnen zijn waarrond nog eens planeten draaien. Stel dat iemand dat allemaal heeft gemaakt, dan zeg ik: chapeau! Maar wie ben ik om te denken dat hij het kwalijk zal nemen als ik een keer vloek? Hij zal wel andere dingen te doen hebben dan wakker te liggen van wat dat stofje, dat zakje vel met bloed en botten doet. Als je zegt dat God je zal straffen, betekent het dat jij jezelf wel heel belangrijk vindt. Trouwens, als de helft van de wereld in Allah gelooft en de andere helft in God, wie heeft er dan gelijk?
Och, ik sta s morgens op en denk: Prachtig, weer een nieuwe dag! En s avonds denk ik Het was een mooie dag en val gelijk een blok in slaap. Ik ben mij er terdege van bewust dat ik bijna veertig ben. Als ik geluk heb, zit ik in de helft van mijn leven. Als ik malchance heb, zit ik er ver over. En als er een God is, zal hij wel beseffen dat ik voor gelijkheid ben en tegen geweld of discriminatie. Als ik ooit aan de hemelpoort kom, zal hij zeggen: Je hebt wel nooit in mij geloofd, maar je bent een goede mens. Kom maar binnen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van juni-augustus 2008.
Mijn beginjaren was een heel turbulente periode. Het was afgeraakt met mijn grote jeugdliefde, ik was thuis vertrokken en had niet echt een thuis. Soms woonde ik gewoon in mijn auto. Mijn vrienden - die trouwens nog altijd mijn vrienden zijn - hebben mij er toen bovenop geholpen. Ze hebben ervoor gezorgd dat ik bij hen kon kamperen, dat ik te eten had, dat ik aan een stoof geraakte om mijn kot te verwarmen, dat mijn sociale zekerheid in orde was. Ik was op zoek naar mezelf. Een diploma had ik niet. Ik had een deel van mijn leven in de handen gelegd van een relatie die niet bleek te kloppen. Als je dan niet thuis wil blijven zitten op kosten van je vader, moet je op zeker moment je verantwoordelijkheid nemen. Door hard te zijn en die miserie mee te maken, heb ik mooie dingen kunnen schrijven, ben ik mensen tegengekomen en heb ik mijn eigen opportuniteiten gecreëerd. Dat ik ook stommiteiten heb uitgehaald, hoort er nu eenmaal bij. In die periode was Dirk Paternoster heel belangrijk voor mij. Met zijn contacten wist hij voor mij een artistiek forum te creëren.
Dat ik mijn vrouw heb leren kennen, dat ik een balans in mijn privéleven heb gevonden, is minstens even belangrijk om goed te kunnen functioneren in mijn beroepsleven. Okay, ik ben tot de vaststelling gekomen dat het in tijden van miserie veel gemakkelijker is om een liedje te schrijven, maar dat geldt wel alleen maar voor een bepaald soort liedjes.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.
"Mijn wekker loop af om drie uur. Na uitgebreid douchen, tanden poetsen en dergelijke ben ik toch nog om tien voor vier in Vilvoorde. Er is een heleboel voorbereiding nodig. We hebben een ploeg die daar s avonds mee begint, die telefonische contacten legt en sommige zaken opneemt. Dat moet nog allemaal in schema worden gezet. We moeten zien wat we nog nodig hebben en wie we nog moeten bellen. De kranten komen binnen om vier uur. Dan kiezen we wat we daaruit halen. We hebben dus een aantal bouwstenen, maar de constructie moet nog in mekaar worden gestoken. Rond kwart over vier hebben we een redactiemeeting.
Ik zou het erg vinden als ik er de avond moest voor opgeven. Daarom ga ik pas rond elf uur slapen. Maar in de namiddag slaap ik twee uren, van drie tot vijf. Het heeft vooral te maken met regelmaat, met je strak aan een schema te houden. Drie uur is een goed moment om wakker te worden. Dan voel ik mij fris. Toen ik vroeger rond half zeven vertrok, had ik het veel moeilijker om uit mijn bed te geraken. Dat zal wel iets met mijn slaapcurve te maken hebben."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.
"Ik heb wel veel bijgeleerd van Ann Petersen. Ik herinner mij nog de allereerste keer dat ik haar ontmoette. Ik had gehoord dat zij Florentine Bomans zou spelen, mijn schoonmoeder. Op de eerste repetitie zei ik: Dag mevrouw Petersen. Waarop ze direct zei: Zeg maar Ann. Dat viel mee, want ik keek enorm naar haar op. Achteraf bleek dat voor niks nodig te zijn, want ze was een aangename collega. Je moest wel een beetje weten hoe ze in mekaar zat en hoe je haar moest aanpakken. Als je dat wist, was het een prettige samenwerking. Geregeld wees ze me op dingen die ik fout deed. Van haar aanvaardde ik dat. Ze had een leven lang niets anders dan televisie en theater gemaakt. Ze kende dus het klappen van de zweep.
Mijn dochter heeft nooit haar grootouders gekend, daarom was Ann Petersen zo een beetje haar oma. Toen Ann stierf, dacht ik: hoe moet ik dat aan mijn dochter vertellen? Ik moest iéts zeggen, want de volgende dag stond het bericht op de voorpagina van alle kranten. Toen mijn dochter haar foto zag, zei ze: Ha, ons moeke! Ja, antwoordde ik, Ons moeke is gestorven. Maar weet je, als we in Frankrijk op vakantie zijn, pinkt daar soms een sterretje aan de hemel. Wel, dat is ons moeke. Deze zomer zien we haar weer. Sindsdien is het vaste prik dat we naar de sterrenhemel gaan kijken als we in de Provence zijn."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.
De echte vraag die we onszelf niet durven stellen, is: heb ik zelf wel eens gepest? Want dat is een taboeonderwerp. Ik ben gaan kijken in de diepe kelders van mijn ziel en heb gezien wat ik allemaal heb uitgespookt onder het mom dat het maar om te lachen was. Iedereen kent wel een ambetanterik die zo raar deed dat hij - zoals de mensen zeggen - erom vroeg om gepest te worden. Het waren jongens die niet mee waren, die altijd fout gekleed gingen, die een pull droegen in de zomer en zonder liepen in de winter. Dat soort gasten heb ik ook gekend.
Ik was de populaire Stef, een breedgeschouderde tank, maar heb mezelf nooit als een pester gezien. Maar door een fascistoïde neiging om je staande te houden op het slagveld dat de jeugd is en die je vooral bij jonge tieners vindt, ga je al eens op iemand staan die zwakker is dan jij, om zelf eventjes hoger te geraken. Bij de scouts bond je al eens iemand aan een boom vast om daarna lachend weg te lopen: Allez, tot nooit meer! Als je dat doet bij iemand die dat letterlijk neemt, is dat de hel.
Het volledige interview lees je in het aprilnummer van het blad Exclusief.
Ik ben nooit met het verleden bezig, altijd met het heden. Zodra je ouders er niet meer zijn, weet je dat het de volgende keer jouw beurt is, dat je dichter naar het einde gaat. Ik kan nog genieten van het leven, maar ik vraag me meer af dan vroeger: waarvoor heeft het allemaal gediend? Sommige mensen zeggen: het heeft allemaal geen zin. Dat kan goed zijn, maar ik zou het jammer vinden.
Met ouder te worden, word ik wel weemoediger. Dat ervaar ik soms als ik midden in de natuur sta, als ik aan het vliegvissen ben in wilde wateren of kabbelende beekjes. Dat had ik vroeger minder. Als ik het aan vrienden voorleg, blijkt dat bij hen ook zo te zijn.
Elke dag zie ik in een flits eventjes mijn moeder of mijn vader. Niet dat ik vroeger zon band met thuis had, want ik was heel veel weg. Nu ik zelf kinderen heb, begrijp ik pas de ongerustheid van mijn moeder. Weet je wat ik ook mis? Kerstmis thuis. Dat heeft niks met godsdienst te maken, maar het was altijd zon warm familiaal gebeuren. Zonder vader en moeder is dat toch anders.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2007/maart 2008.
Ik vind het geweldig als ik in een café in Leuven gasten van een jaar of achttien ontmoet die zeggen: Kunnen we morgen geen lift krijgen, want we gaan naar Steve Harley & Cockney Rebel kijken. Dat vind ík oudezakkenmuziek! En wat horen jullie nog zoal graag? vraag ik dan. Bob Dylan. Daarin kan ik ze volgen. Veel jongeren herkennen zich in zijn scherpe, aantrekkelijke look anno 1966.
En dan trekt een van die jonge gasten de ritssluiting van zijn lederen vestje open en toont een T-shirt van Mark Knopfler: Dat is de beste van allemaal. Niet Jimi Hendrix, niet Jimmy Page van Led Zepelin, maar Mark Knopfler van Dire Straits! Dat is muziek voor mensen van vijftig, die ze rustig op hun heel dure Marantz-installatie spelen. Maar die jongeman denkt niet in die categorieën. Hij vindt Mark Knopfler de beste gitarist ter wereld. Het is de generatie tussen de veertig en de vijftig die met veel meer vooroordelen zit dan jonge mensen. Die hebben die muziek van vroeger leren kennen via hun ouders of via het Internet, maar ze nemen ze voor wat ze waard is. Dat is heel verfrissend.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2007/maart 2008.
Ik was een nakomertje. Daardoor was ik misschien een beetje vlugger volwassen. Ik kom ook uit een heel verdraagzaam nest. Mijn oudste broer werkt in de Vlaamse Opera, mijn andere is een jeugdacteur. In die wereld wordt dat aanvaard. Toen ik het aan mijn moeder opbiechtte, begon ik: Mama, ik moet je iets vertellen. Je weet dat er jongens zijn die niet op meisjes vallen... Waarop zij reageerde: Ik vermoedde het al. Als jij gelukkig bent, maakt het niets uit.
Moeders weten zoiets. Wat niet wil zeggen dat ze achteraf niet heeft toegegeven dat ze het misschien wel toffer had gevonden als ik hetero was geweest. Het zou voor jezelf ook gemakkelijker zijn geweest, zei ze. Maar ik heb het er nooit moeilijk mee gehad. Ik kom er meteen voor uit.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november/december 2007.
Op een bepaald moment gebeuren er dingen in je leven die je niet echt had gepland. Eigenlijk heb ik er nooit van gedroomd om presentatrice te worden of om voor tv te gaan werken, maar ik heb wel altijd graag geschreven. Mijn jeugddroom was dan ook eens een boek te schrijven. Toen ik met mijn dieet was begonnen, heb ik voor mezelf hier en daar wat dingen opgeschreven.
Ik heb ooit een boek gelezen met schrijftips en schrijftechnieken. Eén van de dingen die ik me daar heel goed uit herinner, is de tip: write about what you know. Schrijven over de dingen die je kent, is zeker belangrijk voor een eerste boek. Je moet niet meteen sciencefictionverhalen neerpennen of verzonnen werelden creëren. Dat talent is maar een paar mensen gegeven. Mijn boek wou ik op een originele manier afronden en via het internet ben ik bij Mrs. Globe terechtgekomen. Dat veroorzaakte een echt sneeuwbaleffect.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november/december 2007.
Ik ben blij met de evolutie die ik heb doorgemaakt, zeker de laatste drie jaar. Ik ben afgeslankt en heb daardoor ook meer zelfvertrouwen gekregen. Want de showbizz draait niet alleen om wat je kunt, maar ook om hoe je er uitziet. De mediawereld draait nu eenmaal om schoon volk. Daar werd ik altijd mee geconfronteerd, ook thuis. Het was niet gemakkelijk als mijn vader weer eens zei: let op je lijn, eet niet teveel. Dat gaf soms frustraties en discussies. Daarom was ik ook niet altijd geïnteresseerd in familiefeestjes waar over de business werd gesproken. Ik leefde mezelf graag eens uit tussen mijn vrienden en familie.
De laatste drie jaar is daar een ommekeer in gekomen. Ik had het karakter niet om uit mezelf iets te doen, dus heb ik een maagbandje laten plaatsen. Daarna heb ik heel wat complimenten gekregen. Als ik er mij niet meer goed bij voel, laat ik het weghalen, maar dan sluit ik niet uit dat ik weer zwaarder word.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november/december 2007.
Guy was de broer met wie ik het nauwste contact had. Wij woonden op amper 150 meter van elkaar. Ik was peter van zijn derde kind, hij van Josh. Dertig jaar geleden ging hij mee alles opstellen voor De Kreuners. Je kon altijd op hem rekenen. Toen hij stierf, was ik heel kwaad. Hij was pas 47 - veel te jong. Ik vond het onrechtvaardig dat men hem is komen halen en niet anderen. Uiteindelijk heb ik mezelf daarbij neergelegd. Hoe ik dat heb verwerkt? Door te doen wat ik altijd heb gedaan en er niet te lang bij stil te staan. Dat zou hij ook hebben gedaan.
Eind jaren 70 zijn er ook een paar vrienden weggevallen: zelfmoorden en drugsdoden. Een kliekje romantici, dichtertjes in spe, die op een paar weken tijd uit het leven stapten. Er waren een drietal homos bij die naar katholieke scholen gingen waar ze niet werden aanvaard. Het was bijna een hysterie.
Sindsdien relativeer ik veel meer. Mijn broer Alain zegt dat ik dat teveel deed, dat ik soms de dingen overrelativeerde. Met De Kreuners zou je veel verder hebben gestaan als je dat niet had gedaan, zei hij. Dan dacht ik: Waar heeft hij het in godsnaam over? Eigenlijk behoort hij tot een andere generatie: Alain is tien jaar jonger dan ik.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november/december 2007.