"Het hoofddoekenverbod was geen beslissing tegen de hoofddoek, maar was bedoeld om de bekeringsdrang te bestrijden. Ik heb de inspecteur islam van de noodzaak overtuigd door het probleem geschiedkundig te kaderen. De katholieken hebben ook hun kruis afgelegd. We wilden niet toestaan dat er een nieuwe zuil ontstond, terwijl de andere nog maar half afgebroken is. Het ene compromis na het andere geeft alleen maar chaos. Als we op het symbool van de hoofddoek hadden toegegeven, komen er tal van andere dingen ter discussie te staan: gescheiden zwemmen, het vrije wetenschappelijk onderzoek, buitenlandse reizen, emancipatie, vrije meningsuiting - allemaal verworvenheden waarvoor we in het verleden gestreden hebben. Zo had nog niemand het aan hem uitgelegd.
Het feit dat er zo weinig progressieve moslims rechtstaan, heeft te maken met broederlijkheid: je verraadt geen moslimbroeder. Op de Boekenbeurs in Antwerpen kwam er een meisje met een hoofddoek naar mij. Ze overwoog om als moslima zelf ook een boek te schrijven omdat ze zich in mijn standpunten kon vinden. Ze werkt momenteel bij de stad Antwerpen waar ze geen hoofddoek mag dragen, maar haar job vindt ze belangrijker. Nochtans wordt ze erg onder druk gezet door haar familie, vrienden en kennissen."
Het volledige interview vind je in het volgende boek van Will Jensen.