Ik ben verliefd. Wie zou dat ooit hebben
durven dromen? Het is niet de eerste keer dat mij dat overkomt. Als zestiger.
Heeft mijn vrouw enige reden tot jaloezie? Dat nu ook weer niet. Want ik ben
verliefd op een liedje.
Het begon zo. Op een nazomeravond zat ik
thuis naar King of California te kijken. Een film uit 2007 met Michael
Douglas en Evan Rachel Wood in de hoofdrollen. Twee steengoede acteurs en een
maf scenario: amusement verzekerd. En dan kwamen de laatste minuten van de
prent. Ze werden ondersteund door een soundtrack waarvan ik kippenvel kreeg.
Iéts raakte mijn gevoelige snaar. Iéts deed ping! Wat het was, kon ik op dat
moment nog niet uitvissen. Ik ging slapen met een zalige herinnering.
Het eerste waar ik de volgende morgen aan
dacht, was dat liedje. Ik was geïntrigeerd. Ik wou er absoluut meer over weten.
Ik ging aan mijn computer zitten en tikte King of California in op Google.
Binnen de kortste keren wist ik genoeg. Het deuntje heette California Stars
en werd gezongen door Billy Brag en Wilco. De volgende logische stap was
YouTube. En bingo, op www.youtube.com/watch?v=nhm27uXG6bg had ik beet.
Het hele liedje plus de volledige tekst. En weer kwamen de haren op mijn armen
recht van ontroering.
Van waar die aantrekkingskracht? Van de
tekst? Ongetwijfeld. Blijkbaar was hij van de hand van Woody Guthrie. Deze
Amerikaanse folkzanger liet na zijn dood in 1967 een aantal liedteksten achter.
Zijn dochter vroeg Billy Bragg en Wilco om ze van muziek te voorzien. Eén
daarvan was California Stars dat voorkomt op het mij onbekende album Mermaid
Avenue (1998). Dat de woorden eerst later op muziek werden gezet, is goed te
horen. Sommige zinnen wringen een beetje om binnen het muzikale schema te
passen. Het maakt het geheel alleen maar sympathieker.
Niet alleen de eenvoudige tekst met een
flinke scheut bakvisliefde roept begrijpelijke emoties op. Het leeuwendeel van
de verantwoordelijkheid komt op de rekening van de muzikale inkleding. Met een
rudimentaire begeleiding. Een akoestische gitaar. Een slide guitar. Een
bescheiden drummer die zich nooit opdringt. Een pianootje dat een paar simpele
accenten toevoegt. Eenvoudig, bijna naïef. En vooral: gezongen met een
ontwapenende, breekbare stem die herinneringen aan Roy Orbison oproept.
Sindsdien gaat er geen week voorbij of ik
moet Cailfornia Stars eens gehoord hebben. Het liedje is een huisvriend
geworden. Maar zoals ik al zei, dat overkomt mij wel vaker. Misschien vertel ik
er een volgende keer meer over.
Waar moet een mens nog in geloven? In de Bijbel, juicht
de ene. In de Koran, roept een andere. In de Thora, argumenteert een derde.
Allemaal onzin, poneert een vierde. Raak er als zinzoeker maar wijs uit.
Wat betekent geloven? Klampen we ons vast aan wat ons
werd ingelepeld in onze kindertijd of hebben we als volwassene een eigen mening
gevormd? Is ons leven afgelopen na de dood of komt er daarna nog iets? Heeft
God de aarde geschapen in zes dagen of is Darwin de nieuwe profeet? En verdient
Hitler een standbeeld voor zijn medewerking aan het goddelijk plan?
Ik ging praten met gelovigen zowel als
ongelovigen - wat eerder zeldzaam voorkomt. En op basis van die interviews trok
ik mijn eigen conclusies. Dat die niet bij iedereen in goede aarde zullen
vallen, neem ik er graag bij.
"Het hoofddoekenverbod was geen beslissing tegen de hoofddoek, maar was bedoeld om de bekeringsdrang te bestrijden. Ik heb de inspecteur islam van de noodzaak overtuigd door het probleem geschiedkundig te kaderen. De katholieken hebben ook hun kruis afgelegd. We wilden niet toestaan dat er een nieuwe zuil ontstond, terwijl de andere nog maar half afgebroken is. Het ene compromis na het andere geeft alleen maar chaos. Als we op het symbool van de hoofddoek hadden toegegeven, komen er tal van andere dingen ter discussie te staan: gescheiden zwemmen, het vrije wetenschappelijk onderzoek, buitenlandse reizen, emancipatie, vrije meningsuiting - allemaal verworvenheden waarvoor we in het verleden gestreden hebben. Zo had nog niemand het aan hem uitgelegd.
Het feit dat er zo weinig progressieve moslims rechtstaan, heeft te maken met broederlijkheid: je verraadt geen moslimbroeder. Op de Boekenbeurs in Antwerpen kwam er een meisje met een hoofddoek naar mij. Ze overwoog om als moslima zelf ook een boek te schrijven omdat ze zich in mijn standpunten kon vinden. Ze werkt momenteel bij de stad Antwerpen waar ze geen hoofddoek mag dragen, maar haar job vindt ze belangrijker. Nochtans wordt ze erg onder druk gezet door haar familie, vrienden en kennissen."
Het volledige interview vind je in het volgende boek van Will Jensen.
"Eerst was de god van het christendom de
schepper van de wereld, machtig, oneindig goed, wijs en verstandig. Tot in de
zeventiende eeuw werd dat in het Westen aanvaard. Later heeft men vastgesteld
dat dit contradictorisch is. Als God oneindig wijs en machtig is, zou hij een
wereld zonder lijden kunnen scheppen. Maar vermits het lijden bestaat, is hij
ofwel niet de schepper, ofwel niet oneindig wijs. Toen heeft men geprobeerd om
dat godsbeeld in te krimpen door te stellen dat God misschien niet almachtig of
niet oneindig wijs is. Dat betekent dat men een woord introduceert waarvan men
van tevoren zegt dat we de betekenis ervan niet kunnen achterhalen. Dat is
bedenkelijk. Eigenlijk zegt men: er moet iets aan dat woord beantwoorden, maar
we weten niet wat. Waarom hebben we dat woord dan nodig?
Het is alsof iemand het zou hebben over een
pierewiet, maar niet precies kan zeggen wat hij daarmee bedoelt. Als hij zegt:
Je mag daar geen negatief beeld over vormen, want het is een heel belangrijk
begrip, zou ik vragen: zeg er dan toch een iéts over. Als hij dan beweert dat
wij het niet kunnen begrijpen met ons menselijk verstand, wat heb ik daar dan
aan? Het verschil tussen een pierewiet en God is enkel en alleen dat iedereen
weet dat een pierewiet niets betekent, terwijl men God nog altijd associeert
met die van het christendom. Maar zowel pierewiet als God zijn woorden zonder
betekenis."
Het volledige interview vind je in het volgende boek van Will Jensen.
De islam probeert al veertien eeuwen om heel
de wereld islamiet te maken, het christendom is al tweeduizend jaar met
bekering bezig, maar geen van beide is in zijn opzet geslaagd. We hebben nu
gewoon de tijd niet om te wachten tot ze hun doel bereikt hebben om over het
lot van de wereld te praten.
En toch proberen allerlei cenakels hun invloed
te doen gelden. Het Vaticaan bijvoorbeeld loost geregeld berichten tegen IVF,
tegen condoomgebruik, tegen abortus. In Cairo hebben ze - samen met Malta,
Honduras en Ecuador geprobeerd om de conferentie te doen mislukken door
abortus en condoomgebruik te verbieden, goed wetende dat het hopeloos is als de
wereldbevolking aan het huidige tempo toeneemt. Maar ja, als zij echt overtuigd
zijn dat het gods plan is dat wij tussen dit en twintig jaar stikken, verlies
je alle argumentatiekracht.
Het volledige interview vind je in het
volgende boek van Will Jensen.
Nog niet dood en toch al opgenomen in de Galerij der
Grote Geesten? Het overkwam mij enkele dagen geleden.
Wat is er juist aan de hand? Onlangs verscheen bij
uitgeverij Lannoo het nieuwste boek van Gerd de Ley: Het Groot Citatenboek van
de 21ste eeuw met daarin duizenden quotes van hedendaagse
schrijvers, politici, stand-up comedians, filosofen, acteurs, journalisten.
Kortom, het soort mensen dat gemeenzaam wordt omschreven als homo sapiens en
dat minstens even veel aanzien geniet als die behorend tot die andere Galerij
der Grote Geesten: het Pantheon.
Tussen de uitspraken van internationale beroemdheden
als Woody Allen, Frank Zappa, Alain de Botton en Carlos Ruiz Zafón prijken er
ook enkele van mij. Kwatongen beweren dat daar heel wat smeergeld is voor
neergeteld, maar enig bewijs daarvoor is nooit geleverd.
Het is niet de eerste keer dat ik op zon manier
verrast wordt, want vorig jaar behaalde ik de prijs voor de strafste oneliner,
uitgereikt door Weg van Woorden. Wat nog maar eens bewijst: spreken is zilver,
schrijven is goud.
De laatste slierten ochtendmist hangen nog boven de
Schelde als ik in het centrum van Lillo aankom en de parking oprij. Een paar
meters verder ligt de plek waar het verzamelen geblazen is voor iedereen die
meewerkt aan Zot van A, de jongste film van Jan Verheyen. Assistenten met
walkie talkie in aanslag proberen alles in goede banen te leiden. En dat is
niet zon eenvoudige klus: jong en oud, blank en gekleurd, mannen en vrouwen,
coiffeurs en lesbos moeten zich één na één aanmelden en worden dan
doorverwezen naar het café. Sommigen steken al in feestelijk lange kleren en
strak zittende pakken, klaar om voor de camera te paraderen, anderen hebben hun
jeans en anorak nog aan en slepen de halve inhoud van hun garderobe achter zich
aan in koffers op wieltjes. De meest opgemerkte groep bestaat uit een handvol
middeleeuwers. Stoere binken met baarden en snorren en zwaarden en hoofddeksels
met pluimen; vrouwen met lange rokken en mantels en witte kappen. Of ze zich
van film hebben vergist, zal pas later met zekerheid blijken.
Het is geleden van mijn middelbare schooltijd dat ik
figurant was in de musical Sneeuwwitje, waar ik het volksgemompel mocht
uitbeelden. Niet bepaald een rol waarmee je zelfs ook maar de shortlist voor de
Oscars haalt, maar op die leeftijd ben je al blij dat je ook eens aan de andere
kant van de orkestbak mag staan. Gezeten tussen lotgenoten die koffie met
sloten door hun keelgat gieten om het ochtendlijke uur te verdrinken, geef ik
mijn ogen de kost. Het café doet geen moeite om te verbergen dat de tijd er
heeft stilgestaan. Omgebouwde biervaten, aangevuld met krukjes, tafels en
stoelen uit de jaren stillekens doen dienst als meubilair. Een ouderwetse stoof
met daarop de obligate waterketel en een kamerplant die snakt naar palliatieve
zorgen maken het decor compleet. Van op het terras heb je een onbelemmerd
uitzicht op een modderpoel met enkele vastgelopen bootjes, al twijfel ik er
niet aan dat de toeristische dienst dit tafereel zal omschrijven als een
pittoreske jachthaven.
Het gemijmer wordt onderbroken door de
figuratieregisseur zo heet dat in dat wereldje die komt melden dat iedereen
zich mag omkleden, voor zover dat nog nodig is. Mannen gaan zonder veel omhaal
met de billen bloot om een andere broek aan te schieten, maar bij het andere
geslacht verschijnen hier en daar toch preutse vraagtekens in de ogen. Pas als
ze zeker zijn dat dit geen aanloop is naar een orgie, gaan de truitjes
vliegensvlug omhoog en de rokken naar beneden. Enkel een paar diehards trekken zich terug in de
toiletten voor hun metamorfose.
En dan breekt het grote moment aan. Als een troep
ganzen trekken we naar de kerk, waggelend over de oneffen bestrating en
snaterend dat het een lieve lust is. Nu kan het nog. Straks, onder de zalvende
oogopslag van de madonna en de gepijnigde blik van de Messias aan het kruis, is
dat minder evident. Jan Verheyen staat ons op te wachten. Is dat een aureool
boven zijn kruin of zijn het de zonnestralen die door de glasraam naar binnen
dwarrelen? Whatever. In zijn eigen sympathieke stijl heet hij ons welkom en
brengt hij in herinnering wat mag en wat absoluut niet kan. In de camera kijken
bijvoorbeeld, is not done. Net zomin als je gsm laten rinkelen. Als dat gebeurt,
moet je de hele ploeg op champagne trakteren. En dat zijn er een hoop, lacht
hij. Zijn woorden zijn nog niet koud, of er rinkelt een gsm. Het blijkt die van
de figuratieregisseur te zijn.
De rest van het verhaal valt onder de noemer
vertrouwelijk. Uit mijn mond zul je niet vernemen wat er die dag gefilmd werd.
Uit mijn pen evenmin. Afspraak in de bioscoop vanaf 20 oktober.
Als ik ergens buiten optreed met de Bembem Band, zoals vorig jaar in Middelburg, kan er wel iets fout gaan. Toen we daar aankwamen, regende het pijpenstelen. Er was geen kat op het marktplein, alleen op de terrassen onder de luifels zat het vol. De organisatoren zeiden: Als het goed weer is, komen hier gemakkelijk 8 à 9.000 mensen. Vijf minuten voor wij moesten optreden, stopte het met regenen en trok de hemel open. Het marktplein liep vol, maar ik zat nog backstage te wachten tot het mijn beurt was. Tegen de tijd dat ik als Piet Piraat een paar nummertjes moest zingen, kon je over de koppen lopen. Dat gaf echt een kick. Ik dacht: Als er hierboven iemand is: dank u wel!
Tijdens een show in de Grenslandhallen in Hasselt speelde Ben Van Hoof Groenbaard, helemaal in het groen gekleed, in een chique kostuum. Hij moest van tussen het publiek naar het podium komen met een ooglapje op. Toen hij met een luid Hahaha! opkwam, was hij vergeten zijn ooglapje omlaag te doen. Hij kwam recht naar mij en zei zijn tekst, terwijl ik stond te grijnzen. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat mijn collega-acteurs het in hun broek deden van het lachen. Op het einde van mijn repliek sloeg ik zijn ooglapje dicht. Dat zijn toffe momenten die je niet zo gauw vergeet.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-juni 2009.
Als ik bepaalde films zie of boeken lees waarin geweld wordt gebruikt door gewetenloze mensen, door koelbloedige moordenaars, dan boezemt mij dat angst in. In Platform van Michel Houellebecq staat een passage over een verkrachting in een metrostation. Iedereen staat erop te kijken, maar niemand doet iets. Dan kan ik me inleven in dat slachtoffer dat zo weerloos is. Er is ooit een vrouw op de autostrade vermoord, terwijl duizenden mensen voorbijreden. Niemand heeft haar kunnen redden. Dat maakt mij bang. Ik heb het nog nooit meegemaakt, maar dat is één van de grootste angsten die ik heb. Een James Bond-film kan me niet schelen, daar zie ik de fictie van afdruipen. Maar van realistisch geweld word ik fysiek onwel. Ik kan ook niet tegen mensen die mij belemmeren of in het nauw drijven.
Als er in mijn leven dramatische dingen zijn gebeurd, had ik wel het gevoel dat ik er goed van afgekomen was. Daardoor bleven er geen traumas over, want als je daarin blijft zitten, heb je geen leven meer. Ik begrijp wel dat sommige mensen fobieën hebben voor beesten, voor open ruimten, voor eten -, maar angst is voor mij altijd een uitdaging waar je moet tegen ingaan. Soms maakt mij dat kwaad en zou ik mensen een schop onder hun gat willen geven. Ik zou een slechte therapeut zijn. (lacht)
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2009.
Vanuit Jeruzalem trokken we naar Bethlehem, Gaza, Golan, tot aan de Egyptische grens. We babbelden zoveel mogelijk met de mensen en ik noteerde alles in een boekje, tot zelfs de prijs van een brood.
De eerste dag liepen we s avonds op straat en kwamen er jonge mensen naar ons toe. Eigenlijk mochten ze niet met ons gezien worden, dus als er een patrouille kwam, stoven ze weg. Op een bepaald moment zag ik ze om een of andere reden voor mijn neus ineenslaan. Misschien hadden ze iets beledigends naar een patrouille geroepen, ik weet het niet. Maar als je bedenkt dat ik ben opgegroeid zonder televisie, begrijp je dat ik daar absoluut niet immuun voor was. Ik had heel veel moeite om niet tussenbeide te komen. Onze gids zei: Als je nu gaat, heeft die mens een heel zwaar probleem, want hij mag niet met buitenlanders praten. Dat was mijn eerste ervaring als negentienjarige.
Op dat ogenblik waren de universiteiten verboden voor de Palestijnen, dus moesten we ondergronds gaan praten. Ik vroeg me af: waarmee zijn we bezig? We zijn een generatie aan het kweken die geen onderwijs heeft gekregen en dus extreem wordt. Dat bepaalt ook mijn blik op het huidige conflict. Toen al ontmoette ik jongeren van mijn leeftijd die allemaal familieleden hadden verloren. Je voelde de verbittering.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart 2009.
We willen alles, we kunnen alles, we mogen alles, we hebben alles. Dat is leuk, maar het geeft veel stress. Vroeger hadden we geen gsm. Dat was misschien niet handig, want je kon mij niet overal opbellen, maar je moest hem ook niet meenemen, hij moest niet opgeladen worden, het abonnement moest niet betaald worden of de kaart was niet op. Vroeger was er geen geld om je zoon naar de pianoles te sturen, maar je moest ook niet met je vrouw op de parking van de Colruyt afspreken om de jongen van de ene auto in de andere te laten overstappen. Je had niet eens twee autos.
We proberen allemaal te leven zoals in de reclamespots. We hebben een poetsvrouw wat ook al stress geeft om er een te vinden en te houden -, maar we proberen ons de levensstijl aan te meten van Brideshead Revisited, van rijken die ook een huishoudster en een kokkin en een chauffeur hadden. Met kerstmis proberen we een banket met zes gangen te houden voor twaalf mensen, maar we moeten wel alles zelf doen: zelf naar de winkel rijden, zelf een parkeerplaats zoeken, zelf inkopen doen. We proberen te leven zoals in een reclamespot, waar het huis altijd proper is, waar de kinderen nooit ziek zijn, waar een auto altijd op verkeersvrije wegen rijdt en nooit naar de keuring moet of moet gaan tanken. Dat klopt gewoon niet.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
Er zijn wel goede waarden in het geloof, maar mij gaat het vooral om de indoctrinatie, om het systeem dat gehanteerd wordt. Dat vind ik verwerpelijk. En dan zijn er nog de verschrikkelijke randverschijnselen, zoals priesters die zich schuldig maken aan pedofilie, allemaal onder het alziend oog van God. Het is gemakkelijk om te zeggen: je mag alles doen wat je wil; als je gaat biechten en drie onzevaders en drie weesgegroetjes bidt, kun je opnieuw beginnen. Dat is goed gezien van die mannen.
In de Renaissance is het wereldbeeld veranderd: God stond niet meer centraal in deze wereld en de macht van de Kerk was aan het tanen. Toen hebben ze de aflaten uitgevonden. Stel je voor dat er vandaag iemand opstaat om op die manier de economische crisis op te lossen, dat zou geweldig zijn.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
"Seks en religie hebben dit gemeen, dat ze voor de meeste mensen belangrijk zijn; daarom leiden ze tot goede en slechte dingen. Liefde leidt tot zelfgave, maar ook tot moord. Religie kan leiden tot spirituele verdieping en medemenselijkheid, maar ook tot fundamentalisme en terreur. Sommige mensen vinden dat godsdienst alleen maar leidt tot oorlog en dus moet afgeschaft worden, maar dan moeten we ook liefde en seks afschaffen. Alles wat waardevol is, is gevaarlijk, maar je moet er goed mee leren omgaan. Als je alle gevaarlijke dingen uitschakelt, leid je een vegetatief bestaan dat onder het niveau blijft van wat een mens aankan.
Geluk is een levenshouding die je langzaam verwerft. Geluk kan zijn: je keihard inzetten voor iets dat je relatief vindt. Kunnen leven met vragen die onopgelost zijn en daar zelfs genot in vinden. Jezelf overgeven aan iets dat groter is dan jezelf, maar zonder in het leven altijd onder de lat te kruipen. Het is altijd trial and error and accidental success. Ook dat zou de religie moeten leren: dat je dat doel nooit kan bereiken zonder uit de bocht te gaan, zonder brokken te maken. Ze werkt met morele regels die zeggen dat alles perfect moet zijn, dat je bijvoorbeeld alleen seks mag hebben als er ware liefde is. Dat kun je als een levenshouding zien tegen het einde van je bestaan, maar dat kun je onmogelijk eisen van de finalisten van Miss Belgian Beauty."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
Acteurs vormen een subcultuur die zichzelf in stand houdt, zeker in Vlaanderen. Ze maken deel uit van een brotherhood. Als je daar buiten treedt, werd je - vroeger meer dan nu - raar bekeken. Peter is niet goed bezig, zei men toen ik tv ging doen of in een soap ging spelen of in een café ging helpen. Ook Help, mijn man is een klusser op VT4 is een fout programma. Dat is not done.
Je hebt allemaal kliekjes: die van Humo, die van Dag Allemaal, die van Woestijnvis, die van Endemol, die van VTM, die van Canvas, die van Eén. In een normaal land zijn er geen kliekjes. Jack Nicholson is nu een heel gerenommeerd acteur, maar komt uit de soap. Paul Newman heeft veertig jaar van zijn leven vinaigrette verkocht. In Amerika maakt men zich daar niet druk over. Dat is normaal. Maar hier moet een theateracteur in het theater spelen. Ik heb daar een heel andere kijk op. Voor mij is theater niet heilig. Ik doe het vak graag en probeer er het maximum uit te halen, maar ik zou ook graag in een film van Jan Verheyen meespelen. Alleen word ik niet gevraagd. Tja, dan moet je andere dingen doen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november-december 2008.
Ik ben echt niet verwend door mijn ouders en daar ben ik ze dankvoor voor. Als we één taartje over hadden, moest ik het met mama en papa delen. Mijn ouders waren ook zeker niet rijk, hoewel ik dat nooit ervaren heb. Maar nu denk ik soms: als er iets met mijn ouders gebeurt, ben ik alleen. Kan ik wel voor mijn ouders zorgen zeker toen ik in Duitsland woonde - als er iets zou gebeuren? Daarom ben ik blij dat ze in Sluis in een kleine dorpsgemeenschap wonen, waar iedereen elkaar kent. Daar worden ze beter door de buren opgevangen dan in een grote stad.
Ik heb nog nooit een rol aangenomen voor het geld, maar alleen omdat hij interessant was. Met een kind heb je natuurlijk een andere verantwoordelijkheid, maar toch wil ik vooral voor de rollen kunnen gaan. In Duitsland is het fijn om te werken. Ze hebben een heel andere benadering van het vak. Daar ben je echt een kunstenaar. Iedereen wordt er met veel respect behandeld, of je nu de hoofdrol speelt of niet. Soms overdrijven ze een beetje, als ik heel de tijd met Frau Boerdam wordt aangesproken. Dan denk ik: doe maar normaal, ik ben gewoon Maike!
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november-december 2008.
In De Kavijaks heeft regisseur Stijn Coninx met mij overlegd wat ik zag zitten. Het was de bedoeling dat ik mijn nachtjapon in bed zittende half zou aandoen, met het deken tot hier zodat er niks zou te zien zijn. Als ik rechtstond, zou hij verder over mij vallen en zou ik weglopen. Alles lag klaar, met de mouwtjes geplooid, zodat ik er maar had in te glippen. Maar het was zon gedoe! Ik kreeg de nachtjapon niet aan. Het moest allemaal in een vloeiende beweging gebeuren, want de camera volgde mij. Het was zo lastig, dat ik uiteindelijk tegen Stijn zei: Weet je wat? Ik spring gewoon uit het bed en zal hem later wel aandoen.
Thuis deden wij nooit de deur van de badkamer op slot. Iedereen liep gewoon binnen en buiten. Schroom heb ik dus nooit gehad, zeker niet als je op de toneelacademie sportles hebt gehad en iedereen zich onder de douche stond te wassen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van september-november 2008.
"Op de begrafenis van André Hazes stond ik alleen maar te janken. Ik kende André uit de tijd van Ellen, zijn tweede vrouw. Op die begrafenis kwamen heel veel flashbacks terug. Toen ik pas was doorgebroken met Ciske de Rat heeft hij tegen mijn moeder gezegd dat hij mij een contract wou aanbieden voor Melvin Producties. Mijn moeder zei: Waarom zou hij een contract tekenen? Ik wil geen contract.
André zag wat in mij. Hij kwam op mijn verjaardag, samen met Harry Slinger van de popgroep Drukwerk. Ik kwam op zijn woonboot en herinner me nog dat zijn zoon Melvin pas was geboren. Ik ging met André naar optredens. Hij was ook een horecaman, een gezelligheidsmens.
Hij veranderde toen hij een andere vrouw leerde kennen. Toen hij doodging, heeft Ellen een jaar daarna zelfmoord gepleegd."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van september-oktober 2008.
Ik krijg soms van heel lieve mensen te horen: Wat jij doet in het Fakkeltheater, moet zo goed zijn. Dan zeg ik: Wat je hebt gelezen is geen recensie, maar de promotekst. En die heb ik zelf geschreven. De mensen kennen vaak niet eens het verschil. Je moet ze zachtjes opvoeden.
Weet je dat jonge mensen nog zo slecht het alfabet kennen dat ze het moeilijk hebben om iets op te zoeken in een woordenboek? We hebben allemaal een gsm waarin alle nummers zitten, zodat we er geen meer uit ons hoofd kennen. We hebben een gps zodat we geen kaart meer kunnen lezen. We googelen, dus moeten we geen boek meer lezen. En als we 40 zijn, verkopen ze ons een geheugentrainer die ons vertelt wat onze mentale leeftijd is. Probeer dan toch liever te onthouden wat je boodschappen kosten. Of doe aan hoofdrekenen. Of probeer je telefoonnummers te onthouden. Of zoek zelf je weg met een kaart. Maar dat is niet tof, want dan kunnen ze ons die gadgets niet meer verkopen. En ze moeten ons bang maken met onze mentale leeftijd, want een vrouw van 50 wil geen 50 meer zijn, maar 18.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van juni-augustus 2008.
Vertel mij eens hoe SS-ers met Gott mit uns op hun riem of moslimextremisten of Israëlische soldaten s avonds in hun bed kruipen en tegenover hun god verantwoorden wat ze hebben gedaan? Je hebt ons zonnestelsel, dan de melkweg die onschatbaar groot is en samengesteld uit miljarden sterren, met daarbuiten nog andere melkwegen. Dat wil zeggen dat er miljarden zonnen zijn waarrond nog eens planeten draaien. Stel dat iemand dat allemaal heeft gemaakt, dan zeg ik: chapeau! Maar wie ben ik om te denken dat hij het kwalijk zal nemen als ik een keer vloek? Hij zal wel andere dingen te doen hebben dan wakker te liggen van wat dat stofje, dat zakje vel met bloed en botten doet. Als je zegt dat God je zal straffen, betekent het dat jij jezelf wel heel belangrijk vindt. Trouwens, als de helft van de wereld in Allah gelooft en de andere helft in God, wie heeft er dan gelijk?
Och, ik sta s morgens op en denk: Prachtig, weer een nieuwe dag! En s avonds denk ik Het was een mooie dag en val gelijk een blok in slaap. Ik ben mij er terdege van bewust dat ik bijna veertig ben. Als ik geluk heb, zit ik in de helft van mijn leven. Als ik malchance heb, zit ik er ver over. En als er een God is, zal hij wel beseffen dat ik voor gelijkheid ben en tegen geweld of discriminatie. Als ik ooit aan de hemelpoort kom, zal hij zeggen: Je hebt wel nooit in mij geloofd, maar je bent een goede mens. Kom maar binnen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van juni-augustus 2008.