Een weekje geleden muisden we er even tussenuit en dat was deze keer nodig. We boekten deze pakketreis bij Tui, niet van onze gewoonte , maar dit was een aanbieding die we niet links konden laten liggen. De luxe begon al vanaf het thuisadres, waar een taxi ons afhaalde en netjes op tijd afzette in Zaventem. De vlucht van zo'n 4 uur verliep voortreffelijk en ook daar werden we opgepikt en aan het Lince-hotel afgezet. Na het inchecken lieten we de valiezen even voor wat ze waren en trokken we op verkenning in het centrum van Ponta Delgada, de hoofdstad van het grootste eiland van de Azoren. De eerste cocktail werd goed bevonden en ook het etentje in een lokaal bar/cafeetje was prima. Naar bed dan maar , want het tijdsverschil bedraagt hier twee uur. De ligging is dan ook net tussen Lissabon en New York, pal in de Atlantische oceaan.
De volgende dag gingen we ons huurautootje ophalen, een knalgele Cross Up was de onze voor een dag of vijf. Zo'n 15 km verder stopten we voor een al pittige cachereeks langs de kust, waar we eerst flink moesten afdalen, om daarna , wat dacht je , weer te klimmen om de baan terug te bereiken. Net op tijd waren we in de auto om de regen te ontvluchten , en helaas moesten we enkele kilometers door de mist rijden, maar dit kwam allemaal goed tegen de avond, en het slechtste hadden we dan ook al gehad.
Tijdens de volgende dagen kruisten we het eiland van boven naar onder en van west naar oost. We wandelden het beroemdste en grootste kratermeer van Sao Miguel in Furnas rond. Op het einde werden we getrakteerd op de zwavelachtige geur van de borrelende modderpoelen en kokende bronnen. De bodem is heet genoeg om voedsel in te koken en zowel inwoners als restauranthouders komen hier uren wachten tot het stoofpotje gaar is. Terug in het dorpje baden we nog even in natuurlijke bronnen die tot 39 graden warm worden. Het roodbruine water is rijk aan ijzer en mineralen en zou geneeskrachtig zijn. Een andere must do is een bezoek aan de Caldeira das Sete Citades, een indrukwekkende krater gevuld met meren , waarvan Lagoa Azul en Lagoa Verde met elkaar verbonden zijn in de vorm van het cijfer acht.
 Vanaf de Miradouro Visto do Rei krijg je een prachtig zicht op deze meren. Als afsluiter van deze mooie dag , breien we er nog een bezoekje aan Mosteiros aan , een klein vissersdorp met natuurlijke zwembaden, gelegen tussen de lavarotsen in zee. Lagoa do Fogo deed helaas zijn naam alle eer aan en liet zich slechts een fractie van een seconde zien. Verder rijden naar de Pico Barrosa had dan ook geen enkele zin, de mist werd er alleen maar dikker op. Een korte stop bij de Caldeira Velha leverde enkele mooie foto's op van de waterval en het natuurlijk bassin. Ribeira Grande en Capelas waren niet minder fotogeniek. Waarschijnlijk vergeet ik hier nu nog meer mooie plaatsjes te vermelden, maar daarom zijn ze toch wel een bezoekje waard.
Ponta Delgada zelf straalt vooral een koloniale sfeer uit. Er zijn gezellige terrasjes, restaurantjes waar je lekker kunt eten, pleintjes, een winkelstraat en als extra mochten we het laatste weekend een topper mee beleven. Vijf weken na Pasen vieren ze hier het feest van Senhor Santo Cristo dos Milagres. Dit festival trekt duizenden gelovigen, vooral uitgeweken Azorianen bezoeken hun familie en nemen deel aan de processie. De deelnemers brengen kaarsen en geschenken als offer mee. De straten zijn bedekt met bloementapijten en 's avonds versieren honderden lichtjes de kerktoren. Een speciale sfeer, moeilijk uit te leggen of te beschrijven, je moet het eens meegemaakt hebben.

Deze reis is een voltreffer geweest. Strandliefhebbers ? Blijf er beter weg. Natuurliefhebbers ? Doen zou ik zeggen. Dit eiland is goed te doen in een week omdat alles zo dichtbij is en de wegen prima onderhouden zijn. Het eten is er lekker, en de vis komt rechtstreeks van de zee op je bord.
|