5 en 6 mei : Met de trein naar de busstop in Titiwangsa, daar was het even wachten op de bus en opeens was het alle hens aan dek: hup hup , opstappen ! Na een ritje door de stad kwamen we op de autostrade. De bus reed wel heel traag, maar ja misschien hadden we een heel voorzichtige chauffeur, of moest hij zicht aan een bepaald schema houden? Blijkbaar niet, want na anderhalf uur rijden, aan een péageplaats was het plots 'retour à Liège', door de middenberm en al spookrijdend draaide hij de autostrade over en stonden we weer neus richting Kuala Lumpur. Niemand die zich vragen stelde, behalve wij natuurlijk. Tot de chauffeur plots riep: get out, other bus. En ja , daar stond een andere bus, dus bagage uit de ene, inladen in de andere en weg waren we weer, maar natuurlijk moesten we weer tegenrichting rijden en door de middenberm om terug in de juiste richting te kunnen rijden.En vanaf dan ging het vooruit, het ging verbazend goed vooruit. Met een half uurtje vertraging kwamen we aan in Jerantut. Vandaar gingen we te voet naar hotel Wau, waar we hartelijk ontvangen werden door de manager. Hij bleef maar praten en stelde ons voor de volgende dag naar de ingang van het nationaal park te brengen, uiteraard tegen een prijsje. Daarna konden we eindelijk een verfrissende douche nemen en op verkenning gaan in het stadje. Wat eigenlijk niet veel voorstelde, het is eigenlijk vooral een doorgangsplaatsje voor de toeristen die naar de jungle willen. Toch konden we een beetje kuieren langs de winkeltjes, een parkje, er waren talrijke restaurantjes. We kozen er alweer voor om tussen de lokale bevolking te eten, altijd lekker en goedkoop en iedereen is supervriendelijk.
De volgende morgen werden we rond 9 u aan het ontbijt verwacht, de electriciteitwas uitgevallen dus de toast werd een gewone boterham met wat marmelade. De manager kwam er ook bij zitten en deelde zijn Maleisisch ontbijt met ons, dit waren een soort beignetkoekjes met verschillende vullingen erin. Heerlijk. De rit naar Kuala Tahan met de bijna-antieke Toyota was superspannend en ik zat er maar met een klein bang hartje bij. De chauffeur waande zich een formule 1 piloot, reed aan hoge snelheid, scheurde door de bochten, stak voorbij net voor die bochten en reed meer op het verkeerde rijvak dan op het juiste. En ondertussen maar tetteren. Maar allé, door hem kwamen we ook heel wat te weten over de bevolking en het land zelf. Aan de ingang van het park moesten we ons registreren en een paar ringits betalen voor het overzetbootje en voor het gebruik van onze camera's. De jungle-walk begon dus aan de overkant van de rivier.Het park is 4300 km2 groot en het is een immens stuk jungle dat helemaal beschermd wordt en nog ouder dan het Amazonewoud, nl. 130 miljoen jaar. Het pad dat wij volgden is hoofdzakelijk aangelegd en bestond uit een soort houten vlonders. De vochtigheidsgraad is er enorm groot, wat het wandelen lastig maakt. Na een drie kwartier kwamen we bij de Canopy Walk : de hoogste hangbrug ter wereld (500 meter touw, kabels en planken over het bladerdak tussen bomen die tot 80 meter hoog kunnen zijn). Gelukkig was het er heel kalm en konden we rustig de oversteek wagen. Ik kan me voorstellen dat het geheel veel meer wiebelt als er een massa toeristen over moet. Toffe ervaring! We wandelden nog wat verder en na een tijdje kwamen we weer bij de rivier terecht. Voor een eurootje werden we weer naar de overkant gevaren. We aten iets very spicy en iets later was onze racepiloot er terug om ons terug te voeren naar ons hotel.Op de terugweg stopte hij nog even aan een eetstalletje en in het hotel werden we getrakteerd met limonade en de heerlijke hapjes. 's Avonds terug eten bij de locals en in de gietende regen terug naar het hotel. Maar hey : dikke fun é!
Reacties op bericht (0)
Over mijzelf
Ik ben Heidi
Ik ben een vrouw en woon in Bredene () en mijn beroep is Administratief bediende.
Ik ben geboren op 04/04/1965 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen, linedance, muziek, lezen, handwerk, wandelen, geocaching.