Dagboek van een vrouw die dacht dat ze gezond was.
03-05-2013
11. Lieve mensen.
Hodgkin is sterk en opdringerig.
Hij valt niet alleen mij aan, maar ook mijn hele omgeving.
Want ik heb mogen ondervinden dat heel veel lieve mensen uit mijn omgeving samen met mij gewapend klaarstaan om hem te lijf te gaan.
Om te beginnen heb ik 3 fantastische kinderen. Zij steunen mij niet alleen in het huishouden of met kleine verwennerijtjes als een tasje thee mét praline, maar ook de vele supporterende smsjes vanop de schoolbanken of vanuit het verre Kreta, en de armen rondom mij of het heel dicht tegen me aankruipen in de zetel doen ontzettend deugd.
Ik probeer ze geweldloos op te voeden, maar ik ben toch wel trots dat ze nu tot op de tanden gewapend zijn om ten oorlog te trekken tegen Hodgkin!
Daarnaast zijn er nog de 'vaste' vrienden en familieleden.
En met vast bedoel ik dan diegene die op het juiste moment vragen hoe het gaat, aanbieden om wat boodschappen te doen, wéten wanneer mijn volgende chemo of onderzoek volgt en aangeven dat ik niet altijd die sterke madam hoef te zijn.
Ik begin die bemoedigende berichtjes al bijna als vanzelfsprekend te vinden, maar ze doen ontzettend deugd!
Het mooie boeket bloemen als ik van het zielenhuis terugkeer.
Ik wéét intussen al dat ze aan mijn voordeur liggen te wachten, en toch ontroert het me elke keer weer.
Ook de vele kaartjes en mailtjes van collega's dichtbij of veraf maken mij echt gelukkig.
Of mensen waar ik amper een woord mee gesproken heb die nu toch de moed hebben om te vragen hoe het gaat.
Het doet zo'n deugd en het maakt me tegelijk nederig en dankbaar.
De vele tekeningen en tekstjes van kadee-kinderen bewonder ik regelmatig.
Of de lezers van deze teksten. Ik houd jullie soms aan het lijntje met een hele tijd niets te posten, en dan weer enkele blogs kort na elkaar, maar toch houden jullie vol om deze site te bezoeken en te lezen.
Geloof me, ik heb daar écht iets aan!
En tenslotte zijn er nog die 1, 2 en 3.
Tja, zij hebben hetzelfde bloed als ik en Hodgkin stroomt dus ook in hún aderen.
En dan heeft hij dus een verkeerde familie uitgekozen...
Want bij elk onderzoek, bij elke chemodruppel die in mijn lijf stroomt, maar ook bij elk pintje dat ik wil gaan drinken of babbeltje dat ik wil doen is er altijd wel 1 van de 3 die verlof neemt om me te vergezellen. Of 2... Of 3...
Zussen, ik hoop dat ik nooit zal moeten teruggeven wat jullie nu allemaal voor mij doen.
Ik ben altijd het kleine verwende nest geweest, maar nu gaan jullie toch wel erg ver voor mij!
Danku Kanker, dat ik nu mag ervaren hoeveel lieve mensen met mij meeleven!
Ik heb zojuist mijn volgende chemokuur geannuleerd.
'Goeiemiddag mevrouw, met Greet Van Houtven hier, hodgkinpatiënte, ik heb op donderdag 2 mei een chemokuur bij jullie gereserveerd, maar ik zou dit graag willen annuleren. Sorry, er is iets tussen gekomen. Maar ik neem aan dat jullie met dat plaatsje nog wel iemand anders gelukkig kunnen maken? Ik contacteer jullie nog wel voor een nieuwe afspraak.'
Het bleef stil aan de andere kant van de lijn.
Waarschijnlijk was die dame ijverig op zoek naar kladblaadjes om het één en ander neer te kribbelen.
En nu hangt er een geel post-itje op het computerscherm van het ziekenhuis en in de agenda met reservaties en op de deur van kamer 253 op materniteit, intussen mijn vertrouwde stekje:
'GVH 2/5 geannul'
Ziezo, dat is gebeurd.
Zou ik daar annulatiekosten voor moeten betalen? Of administratiekosten voor 3 post-itjes?
Enfin, dat heb ik ervoor over.
Want ik heb er geen zin meer in. Het is genoeg geweest.
Het was gezellig om nu een tijdje thuis te zitten, ik heb genoten van de vele lieve kaartjes en berichtjes, ik heb eens kunnen lachen met de inefficiëntie in het ziekenhuis, maar nu is het genoeg geweest.
De misselijkheid, vermoeidheid, het slap op mijn benen staan, ...
Ik stop er even mee.
Morgen sta ik gewoon weer op, mét haar, en moet ik me haasten om op tijd op het werk te geraken.
En nú maak ik me al druk over een veel te volle agenda, een te korte dag om alles gedaan te krijgen, het niet halen van deadlines, veel gezever en gedonder, nog niet weten wat ik als avondeten tevoorschijn ga toveren, na het werk te laat in de winkel aankomen zodat ik niet vriendelijk meer bediend word, een overvolle afwasmachine die de start van de avondspits verhindert, aangebrande bechamelsaus (wat dan plots wél het einde van de wereld lijkt te zijn, zie blog 6), de kinderen die nog quality-time opeisen, de vuilbakken die nog buiten moeten, de bedden die nog niet opgemaakt zijn als het bedtijd is want de lakens zitten nog vermuft in de wasmachine die ik vanochtend opzette maar vergat leeg te maken én de televisie die mij de keuze aanbiedt tussen een duidingsprogramma over de economische situatie van Oestbekistan of heruitzending van de lottotrekking...
Misschien bel ik morgen toch eens terug om te informeren of mijn plaatsje van 2 mei nog vrij is...
(En tot dan kan ik me verdiepen in de economische situatie van Oestbekistan ofzo, misschien een duiding in mijn volgende blog? En dan probeer ik écht eens een foto in de juiste richting te zetten...)
Ik heb nog nooit een uppercut gehad maar denk nu wel te weten hoe het voelt.
Of nee, het gevoel van pijn én schaamte tegelijk als je eindelijk de uitgang van het spiegelpaleis denkt gevonden te hebben en heel hard naar buiten wil rennen maar er blijkt toch nog een glazen wand tussen te zitten...
Of een mokerslag. Maar dan niet één op je kleine teen ofzo, maar echt recht op je aangezicht. Bij heldere hemel.
Zo voelde het toen mijn haar gisteren het onderspit moest delven in de strijd tegen chemo.
En per lok die wegspoelde is er ook een traan mee weggespoeld.
En plots zijn alle petjes die ik gekocht had niet meer leuk.
En plots lijken borstels, kammen en shampoo mij overal in de weg te liggen.
En plots zag ik een venijnige grijns op mijn haarlint dat voor 't eerst in de schuif bleef liggen toen ik mijn gezicht waste.
Of misschien was het geen venijnige grijns, maar eerder een ontredderde blik van 'hé, heb jij mij gewoon gedumpt?'.