Ik ben Patricia
Ik ben een vrouw en woon in (Belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/08/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen, wandelen, zentangle en tekenen, gitaar spelen, schrijven enz...
Gehaast fietst ze op haar gammele tweewieler naar huis.
Twintig jaar geleden kreeg ze deze cadeau.
Haar fiets heeft heel wat kilometers achter de rug. Het voorspatbord is in slechte staat.
Is het hupje op het verhoogde fietspad er teveel aan of is ze door een putje gereden? Het spatbord knakt en blokkeert het voorwiel. Haar rijwiel stopt van de ene milliseconde op de andere.
Ze vliegt over het stuur en denkt in die twee seconden dat ze in de lucht hangt,
'niet weer op mijn kin!'
***************
Haastig fietst ze op haar gammele tweewieler huiswaarts.
Hij heeft door de jaren heen heel wat kilometers achter de rug.
Het voorspatbord klappert bij elke hobbel. Het hupje geeft de fatale klap.
Het voorspatbord knapt af en blokkeert van de ene milliseconde op de andere haar voorwiel.
Het achterwiel stijgert en geeft haar een wipje.
Terwijl ze over haar stuur vliegt denkt ze, 'niet weer op mijn kin.'
Voor de eerste keer begeleidt hij mee de groep met de fietstoer.
Zijn pedaal haakt achter een struikje en hij wordt over zijn fiets gekatapulteerd. Zij rijdt mee, vooraan in de groep. Personen met een gewone fiets mogen vooraan en degenen met elektrische fiets achteraan.
Er wordt geroepen dat ze moeten stoppen, er is iemand gevallen. Wanneer ze hoort wie, haast ze zich naar haar partner.
Daar staat hij bloedend met enkele personen van de groep bij hem. Er wordt om het EHBO doosje gevraagd. Steriele compressen, snel alstublieft.
Zijn lip is stuk en hangt maar amper vast, de huid opengereten.
Iemand van het gezelschap zoekt tanden op het fietspad en het voetpad.
Ze staat bij hem en houdt met de steriele doekjes de huid van zijn bovenlip bijeen. Iemand heeft intussen de ziekenwagen gebeld.
We praten tegen hem. Hij weet niets, kan zich niets herinneren, de val, dat verschillende mensen proberen te helpen, niets. Hij is in shok, misschien heeft hij een hersenschudding.
De ambulance komt er aan en ze rijdt mee vooraan in de wagen.
Op de spoedafdeling wordt zijn lip genaaid. Chirurgische reconstructie, zegt de spoedarts.
De kaakchirurg komt ook kijken, zes tanden kwijt. Vervolgens moet hij onder de scannner. Een onderzoek van het hoofd en de nek.
Hij heeft gelukkig niets gebroken.
"Geen fracturen," zeggen ze.
Terug op spoed, hecht de kaakchirurg zijn lip beter. Volgens hem is het niet mooi gedaan. Ze is blij dat hij de lip mooier aan elkaar naait. Zo kan het mooier genezen.
Uiteindelijk mogen ze naar huis. Hun fietsen zijn op de plaats van het ongeluk bij iemand in de tuin gezet om deze later op te halen.
Ze bellen één van hun zonen op om hen naar huis te laten brengen, maar eerst langs de apotheek voor pijnstillers, zalf en perio-aid om de mond te ontsmetten. Eindelijk thuis, komt iemand van de groep de fietsen brengen.
Even later belt ze naar de tandarts, daar kunnen ze nog terecht om 20u. gelukkig.
Het bloeden moet gestelpt worden, de lip blijft maar bloeden. Een uur later zijn ze thuis en worden de andere kinderen verwittigd. Sommigen bellen op en anderen komen langs, om poolshoogte te nemen hoe het met hem gaat.
Rond 23u30 eten ze beiden wat pudding. Een laat avondmaal, maar iets anders kan hij niet eten.
Puppy ziet door het raam witte ronde pluimpjes ronddwarrelend naar beneden komen. Als een ingewikkelde puzzel dekken ze alles toe onder een dik wit tapijt."
"Puppy, vandaag maak je kennis met sneeuw. We gaan een wandelingetje maken."
Pup ziet hoe baasje zijn laarzen aantrekt, muts opzet, sjaal omslaat en jas tot boven dichtritst.
"Eindelijk!" denkt pup.
Pup loopt uitgelaten keffend naar buiten. Zodra hij echter in aanraking komt met de sneeuw, springt hij verschrikt als een eersterangs berggeitje met vier pootjes tegelijk de hoogte in.
"Hoi mams, ik ben het. Zijn jullie straks thuis, dan komen we langs.
Het is mooi weer, we kunnen misschien een wandelingetje maken," stelt Egwin voor.
Enkele minuten later gaat de deurbel.
"Dag mams, moeten jullie weg? Mag ik hier even komen studeren? Bij ons is het te druk."
"Hey! Dag Ewan, natuurlijk mag dit, straks komt onze Egwin, maar we gaan een wandelingetje maken."
De gsm gaat over.
"Hey mams, is het goed dat we deze namiddag langskomen of hebben jullie iets aan de hand?"
"Jullie kunnen gerust komen, maar we gaan wel een ommetje maken. Als jullie zin hebben..."
"...dan gaan we toch mee, het is mooi weer, we moeten er van profiteren," lacht hij.
Terwijl Ewan zich in zijn vroegere kamer installeert komt Egwin met zijn gezin aan. Een kwartiertje later gaat de deurbel weer.
"Dag Roel."
"Dag mams. Wij komen de koekjes brengen die jullie hebben gesponsord en de koekjes voor de broers hebben we ook bij."
"Je kan ze zelf aan hen geven. Gaan jullie ook mee wandelen?"
Even later komt Tim aanzetten met zijn gezin en we vertrekken in stoet. Ewan kan zich nu even op zijn leerstof toeleggen zonder gestoord te worden.
Zo zijn we op het ene ogenblik met twee en even later met zestien. Tegen de avond vertrekt ieder opnieuw naar de eigen woonst en keert de rust weer in
We waren op bezoek bij mijn ouders, het gesprek ging over vrijheid.
"Ik verlang meer en meer naar mijn pensioen," zei mijn partner, "dan kan ik eindelijk van mijn vrijheid genieten en doen waar ik zin in heb."
"Ik heb een gevoel van vrijheid als ik een goed boek lees" zei ik, "of als we
op reis zijn. Het kunnen doen en laten waar je zin in hebt."
Mijn partner knikte beamend.
"Als ik een afspraak heb en te laat vertrek
zet ik er flink de pas in, kijk nog een keer op mijn uurwerk en begin te hollen. Langs de andere kant is het dan weer goed voor de conditie. Eigenlijk, als ik loop voel ik me vrij en op zulke ogenblikken heb ik de druk alleen aan mezelf te danken, denk ik dan."
"Toen ik tijdens de oorlog werd opgeroepen om voor de vijand te werken en ontsnapte" vertelt mijn vader, "was ik ervan overtuigd dat ik mijn vrijheid herworven had." Hij keek peinzend voor zich uit. "Ik was zestien. Ze durfden me thuis niet binnen te laten want ik werd gezocht. Ik moest onderduiken. Ik ben toen bij 'het verzet' gegaan. We werden verraden en naar een werkkamp gevoerd. Vrijheid zit in je hoofd, ze kunnen je denken door slecht regime of mishandeling wel beïnvloeden, maar niet helemaal," zegt hij ons aankijkend. "Kijk maar naar Nelson Mandela, alhoewel ik me afvraag of hij als president veel vrijheid had."
Wandelende Tak kuiert argeloos over de eikentak op zoek naar het lekkerste blaadje.
Vogel hupt tak op en tak af, op zoek naar een hapje.
Hij ziet Tak, bekijkt haar keurend met één oog, daarbij zijn kopje schuin houdend.
De adrenaline giert door Tak 's lijf. Haar overlevingsinstinct komt in actie. Ze laat zich pardoes op haar rug vallen, pootjes in de lucht. De spanning stijgt.
Vogel haalt uit met zijn snavel, hapt naar haar poten.
Tak voelt hoe ze de hoogte in gaat. Ze bengelt in de lucht. Zij ontdoet zich van haar poot en verstopt zich.
Het bamboevlot volgt zachtjes de beweging van het water.
Vooraan zit Wei in kleermakerszit onverstoorbaar met kaarsrechte rug. Achteraan staat de jonge leerling, hij houdt de vaarboom stevig in beide handen, om hun vaartuig met de druk van de lange stok op de bodem door het water verder te duwen.
Op de zijrivier zijn geen andere vaartuigen.
Ze houden allebei van de stille afzondering en horen alleen het klapwieken van een reiger, het gekrijs van enkele meeuwen en het water dat tegen hun vlot klotst.
In het ochtendgloren
uit bed gedreven door gedachten
die niet stil te krijgen zijn
zit ik hier aan tafel
met pen en papier
en...denk ik aan jou
Hoe jij... de stuwende kracht bent voor velen
met al jou gedrevenheid en unieke ideeën
jij bent verrassend creatief
hoe jij... met je heldere blik
zoveel dingen ziet
de leuke, gevoelige, ludieke..
maar ook 't minder mooie
zo aandachtig , zo attent, zo opmerkzaam
In het ochtendgloren
gezeten aan de tafel
zie ik,
de zon die de dag verwelkomt
hoor ik.. de merel met z'n mooie zang
de duif met haar gekoer
de wereld die stilaan ontwaakt
en.. denk ik aan jou