Ik ben Patricia
Ik ben een vrouw en woon in (Belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/08/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen, wandelen, zentangle en tekenen, gitaar spelen, schrijven enz...
Puppy ziet door het raam witte ronde pluimpjes ronddwarrelend naar beneden komen. Als een ingewikkelde puzzel dekken ze alles toe onder een dik wit tapijt."
"Puppy, vandaag maak je kennis met sneeuw. We gaan een wandelingetje maken."
Pup ziet hoe baasje zijn laarzen aantrekt, muts opzet, sjaal omslaat en jas tot boven dichtritst.
"Eindelijk!" denkt pup.
Pup loopt uitgelaten keffend naar buiten. Zodra hij echter in aanraking komt met de sneeuw, springt hij verschrikt als een eersterangs berggeitje met vier pootjes tegelijk de hoogte in.
"Hoi mams, ik ben het. Zijn jullie straks thuis, dan komen we langs.
Het is mooi weer, we kunnen misschien een wandelingetje maken," stelt Egwin voor.
Enkele minuten later gaat de deurbel.
"Dag mams, moeten jullie weg? Mag ik hier even komen studeren? Bij ons is het te druk."
"Hey! Dag Ewan, natuurlijk mag dit, straks komt onze Egwin, maar we gaan een wandelingetje maken."
De gsm gaat over.
"Hey mams, is het goed dat we deze namiddag langskomen of hebben jullie iets aan de hand?"
"Jullie kunnen gerust komen, maar we gaan wel een ommetje maken. Als jullie zin hebben..."
"...dan gaan we toch mee, het is mooi weer, we moeten er van profiteren," lacht hij.
Terwijl Ewan zich in zijn vroegere kamer installeert komt Egwin met zijn gezin aan. Een kwartiertje later gaat de deurbel weer.
"Dag Roel."
"Dag mams. Wij komen de koekjes brengen die jullie hebben gesponsord en de koekjes voor de broers hebben we ook bij."
"Je kan ze zelf aan hen geven. Gaan jullie ook mee wandelen?"
Even later komt Tim aanzetten met zijn gezin en we vertrekken in stoet. Ewan kan zich nu even op zijn leerstof toeleggen zonder gestoord te worden.
Zo zijn we op het ene ogenblik met twee en even later met zestien. Tegen de avond vertrekt ieder opnieuw naar de eigen woonst en keert de rust weer in
We waren op bezoek bij mijn ouders, het gesprek ging over vrijheid.
"Ik verlang meer en meer naar mijn pensioen," zei mijn partner, "dan kan ik eindelijk van mijn vrijheid genieten en doen waar ik zin in heb."
"Ik heb een gevoel van vrijheid als ik een goed boek lees" zei ik, "of als we
op reis zijn. Het kunnen doen en laten waar je zin in hebt."
Mijn partner knikte beamend.
"Als ik een afspraak heb en te laat vertrek
zet ik er flink de pas in, kijk nog een keer op mijn uurwerk en begin te hollen. Langs de andere kant is het dan weer goed voor de conditie. Eigenlijk, als ik loop voel ik me vrij en op zulke ogenblikken heb ik de druk alleen aan mezelf te danken, denk ik dan."
"Toen ik tijdens de oorlog werd opgeroepen om voor de vijand te werken en ontsnapte" vertelt mijn vader, "was ik ervan overtuigd dat ik mijn vrijheid herworven had." Hij keek peinzend voor zich uit. "Ik was zestien. Ze durfden me thuis niet binnen te laten want ik werd gezocht. Ik moest onderduiken. Ik ben toen bij 'het verzet' gegaan. We werden verraden en naar een werkkamp gevoerd. Vrijheid zit in je hoofd, ze kunnen je denken door slecht regime of mishandeling wel beïnvloeden, maar niet helemaal," zegt hij ons aankijkend. "Kijk maar naar Nelson Mandela, alhoewel ik me afvraag of hij als president veel vrijheid had."
Wandelende Tak kuiert argeloos over de eikentak op zoek naar het lekkerste blaadje.
Vogel hupt tak op en tak af, op zoek naar een hapje.
Hij ziet Tak, bekijkt haar keurend met één oog, daarbij zijn kopje schuin houdend.
De adrenaline giert door Tak 's lijf. Haar overlevingsinstinct komt in actie. Ze laat zich pardoes op haar rug vallen, pootjes in de lucht. De spanning stijgt.
Vogel haalt uit met zijn snavel, hapt naar haar poten.
Tak voelt hoe ze de hoogte in gaat. Ze bengelt in de lucht. Zij ontdoet zich van haar poot en verstopt zich.
Het bamboevlot volgt zachtjes de beweging van het water.
Vooraan zit Wei in kleermakerszit onverstoorbaar met kaarsrechte rug. Achteraan staat de jonge leerling, hij houdt de vaarboom stevig in beide handen, om hun vaartuig met de druk van de lange stok op de bodem door het water verder te duwen.
Op de zijrivier zijn geen andere vaartuigen.
Ze houden allebei van de stille afzondering en horen alleen het klapwieken van een reiger, het gekrijs van enkele meeuwen en het water dat tegen hun vlot klotst.
In het ochtendgloren
uit bed gedreven door gedachten
die niet stil te krijgen zijn
zit ik hier aan tafel
met pen en papier
en...denk ik aan jou
Hoe jij... de stuwende kracht bent voor velen
met al jou gedrevenheid en unieke ideeën
jij bent verrassend creatief
hoe jij... met je heldere blik
zoveel dingen ziet
de leuke, gevoelige, ludieke..
maar ook 't minder mooie
zo aandachtig , zo attent, zo opmerkzaam
In het ochtendgloren
gezeten aan de tafel
zie ik,
de zon die de dag verwelkomt
hoor ik.. de merel met z'n mooie zang
de duif met haar gekoer
de wereld die stilaan ontwaakt
en.. denk ik aan jou
Gedachten dwarrelen door m'n hoofd
lucratief
blije, tedere
ietwat later een onzekere
zoveel vragen
zoveel aanbod
in een vingerknip
flitsen ze van links naar rechts
van onder naar boven
een schakelmoment
oorzaak voor mij onbekend
al die schatten
verdwijnen
in het doolhof van m'n brein
vinden daar een plaatsje
in het opslagterrein
om...dagen...weken...maanden...
jaren later
in een vingerknip
een schakelmoment
oorzaak niet steeds onbekend
tevoorschijn te komen
uit het doolhof van m'n brein
die gedachten dwarrelen door m'n hoofd
lucratief
blije, tedere
ietwat later een onzekere
zoveel weetjes, zoveel vragen
zoveel onvoorstelbaar mooie dagen
in het doolhof van m'n brein
is 't niet altijd schone schijn
maar in een vingerknip
een schakelmoment
zijn er ook die blije, tedere
voor 100% zekere