1.. Bij de verkiezingen van juni 2007 heeft de kiezer de kaarten wel bijzonder moeilijk en ingewikkeld gelegd. Hierdoor moesten water en vuur willens nillens worden verzoend. En het was maar nipt!! Slechts 2 zetels scheelde het of we hadden een linkse regering (CD&V-NVA, sp.a-spirit, CDH en PS) kunnen vormen. Dit had de zaken alleszins vergemakkelijkt. Omdat de PS electoraal lang niet zoveel te verliezen heeft in de Brusselse rand als de MR van Reynders en omdat het FDF van Maingain niet in de debatten moest betrokken worden, zou het veel gemakkelijker geweest zijn om tot een overeenkomst over BHV te komen. Op sociaal-economisch vlak zouden de standpunten veel dichter bij elkaar hebben gelegen. Het NON van Milquet zou getemperd zijn door Di Rupo. En ook Bart De Wever zou waarschijnlijk eieren voor zijn geld hebben gekozen wetend dat hij - ondanks zijn afkeer van de PS - met Di Rupo meer zaken kon doen dan met Reynders. 2. De erfenis van twee regeringen Verhofstadt was verpletterend. Acht jaar werden de echte problemen onder de mat geschoven of vooruit geschoven naar de volgende regering. Van een echte staatshervorming werd geen werk gemaakt, een oplossing voor het probleem BHV werd niet gezocht - ondanks het arrest van het Grondwettelijk Hof dat BHV moest opgelost worden voor 24 juni 2007, begrotingen werden creatief opgesmukt om de schijn van een evenwicht overeind te houden, de kadootjescultuur hield aan waardoor de premier in 2008 zelf moest toegeven dat de kas leeg was. Daardoor was het vanaf het eerste ogenblik van het aantreden van Leterme I duidelijk dat de buikriem moest aangehaald worden en minder zou kunnen uitdelen en dit met de liberalen en hun stokpaardje van belastingvermindering aan boord ; dat het verrotte dossier BHV op tafel lag en om een oplossing schreeuwde want het zou ernstige regeerwerk onmogelijk maken en dit met het FDF en de NVA, die in dit dossier lijnrecht tegenover elkaar staan; dat ber gordiaanse knopen moesten worden ontward i.v.m. de staatshervorming en dit met de franstaligen aan tafel die vanaf het begin alleen maar neen zegden omdat zij nu eenmaal geen vragende partij waren. 3. En alhoewel het samengaan met de NVA en het meer Vlaamse karakter de CD&V op korte termijn geen windeieren heeft gelegd, werd door deze opstelling de communautaire lat zeer hoog gelegd, blijkbaar te hoog. Dat de partij dan op 15 juli 2008 niet consequent genoeg handelde om toch over de lat te kunnen gaan en de indruk wekte de post van eerste minister te verkiezen boven rechtlijnigheid, heeft de partij veel geloofwaardigheid en wellicht ook veel kiezers gekost. Dat de NVA na de nieuwe en niet gehaalde death line van september 2008 definitief afhaakte verzwakte in grote mate de positie van Leterme. Zijn regering had geen meerderheid meer aan Vlaamse zijde en kreeg er een geduchte opposant bij. 4. De absolute onwil van Joëlle Milquet vanaf de eerste dag van de onderhandelingen om met Reynders en vooral zonder Di Rupo in een regering te stappen - hetgeen voor een groot deel haar NON verklaart - de persoonlijke wanverhoudingen tussen de hoofdrolspelers die varieerden van haat tussen Reynders en Di Rupo tot afkeer van de liberalen voor de "tsjeven" zorgden vanaf de start voor een groot wantrouwen tussen de betrokkenen en maakten het onmogelijk om in een sereen klimaat te onderhandelen. 5. De regionale verkiezingen van 2009 hingen vanaf het begin als een zwaard van Damocles boven elke onderhandeling. Niemand was bereid toegevingen te doen uit schrik verbrand of geschonden aan die verkiezingen te moeten beginnen. Vooral aan franstalige kant was de strijd soms bitsig : na de overwinning van de MR (23 zetels) en de nederlaag van de PS (20 zetels) wilde Reynders zijn partij blijvend tot de grootste van Wallonië maken, terwijl Di Rupo in 2009 tot elke prijs zijn stemmen wilde terugwinnen. Milquet kon, mocht en wilde haar coalitie met de PS in de Waalse regering niet in gevaar brengen. CD&V was terecht bang dat het niet nakomen van haar communautaire verkiezingsbeloften zou afgestraft worden. Open VLD wilde blijkbaar zo snel mogelijk opnieuw verkiezingen om hun verloren positie te heroveren en hadden er alle belang bij om Leterme stokken in de wielen te steken zodat er in juni 2009 gelijktijdige verkiezingen voor Europa, Vlaanderen en de federale staat konden plaatsvinden. Op die manier waren alle partijen verplicht het hard te spelen. 6. Maar ook de figuur, de persoonlijkheid van Leterme bepaalde de loop der dingen. Als een godenkind (zeer gewaardeerd en succesvol Vlaams minister-president, 800 000 voorkeurstemmen) verscheen hij ten tonele maar kwam terecht in een Grieks drama vol intriges en kuiperijen. Dit was Leterme op Vlaams niveau duidelijk niet gewoon. Daar verliep alles in peis en vree in een sterke coalitie van de 3 grote partijen zonder al te sterke oppositie. Zijn onervarenheid op het federale niveau dwong hem vanaf de eerste dag in het defensief en zorgde voor een gespannen sfeer.Zijn verhouding met deFranstalige media, waarmee hij als minister-president nooit te maken had, was binnen de kortste keren verziekt waardoor die media de gelegenheid kregen een zure, ontoegangelijke, weinig toegeeflijke premier op te voeren voor de de Waalse publieke opinie. Zijn onervarenheid op federaal vlak maakte dat hij zich weinig kon inleven in de gevoeligheden van de Waalse politici, waardoor het vinden van compromissen wellicht veel moeilijker werd. Zijn halsstarrig vasthouden aan de post van premier leidde tot een val in de peilingen van kranten en TV-stations, zowel voor hemzelf als voor zijn partij, hetgeen hem bij een deel van zijn achterban zeker niet in dank werd afgenomen. Zijn gezondheidsproblemen deden bovendien de vraag rijzen of de man wel stressbestendig genoeg is voor de job van eerste - minister. Een vermoeden dat gesterkt werd door het feit dat hij op cruciale momenten nogal eens de verkeerde woorden in de mond nam ( het Brabançonne-incident) of bitsig reageerde op partijgenoten (Dehaene) of andere politici die durfden kritiek uitten (Tobback)
Dit alles leidde ertoe dat het godenkind Leterme op 18 maanden tijd moest afdalen van de Olympus om uiteindelijk terecht te komen in de Hades, waardoor de man tenslotte verbitterd en eenzaam achterbleef waardoor hij ook steeds meer "cavalier seul" ging spelen en eigengereid optrad met als fataal hoogtepunt zijn brief over decontacten van zijn kabinet met de magistratuur : het begin van het einde.
Het stond in de sterren geschreven maar Leterme komt in 2011 terug met zijn ploeg (Van Deurzen en Vervotte). De weg zal echter moeilijk, zwaar, maar louterend zijn.