Twee krasse uitspraken brachten de PS-voorzitter het afgelopen week-end uitgebreid in de belangstelling. Zijn scherpe aanval op minister van Buitenlandse Zaken i.v.m. diens uitlatingen aan het adres van de (corrupte) Congolese bestuurders zal wel bedoeld zijn om zijn Waalse investeerders te vriend te houden maar een werkelijke bijdrage tot de kern van de zaak leveren ze niet. Wat de Frantalige politici in ons land maar niet schijnen te begrijpen is dat je niet rond de pot kunt blijven draaien. Na jaren van een "gedoogbleid" moet je de zaken ook eens scherp durven stellen, of dat nu diplomatiek is of niet. Het kan niet dat Belgisch belastinggeld als ontwikkelingshulp verdwijnt in de zakken van de Kabila-kliek. Ontwikkelingshulp moet blijven en moet zeker opgetrokken worden tot 0,7% van het BBP, maar moet wel terechtkomen waar het hoort : bij de mensen die het nodig hebben. Bovendien het argument gebruiken dat onze invloed in de regio sterk zal afnemen lijkt mij een ernstige vorm van overschattingswaanzin. In vergelijking met de Amerikaanse en vooral de Chineese invloed verdwijnt die van ons in het niet. Daar zal een verdubbeling van de ontwikkeliongssamenwerking noch zalven noch slaan iets aan veranderen.
Ook voor de binnenlandse politiek maakte de PS-voorzitter nog eens een vuist met zijn eis dat er voor 15 juli vooruitgang moet zijn zowel op sociaal-economisch gebied als bij de staatshervorming.of dat de PS anders uit de regering stapt. De vraag is wel welk effect dit dreigement zal ressorteren bij de andere partijen, die in het recente verleden zelf al hebben aangekondigd dat 15 juli de absolute deadline is voor Leterme I. Als voorbeeld van een loos dreigement kan dit wel dienen.