We zaten te kletsen, verstomden opeens. Een meisje betrad het terras, zo mooi, veel te mooi voor ons rustig verblijf hier.
Basia keek in paniek tersluiks naar haar man. Krystyna legde in een reflex haar hand op die van Zbyszek. Ik dacht: ik ga je dadelijk bellen, kom - zal ik zeggen - voorlopig maar niet, er is regen voorspeld voor de komende dagen.
Alleen Agnieszka, weduwe, begroette de schoonheid met een glimlach.
(Wislawa Szymborska. Uit de bundel: "Het moment")
|