Dan begon een nieuwe week. Terug op afspraak bij dokter Annelies. Opnieuw bloed trekken. We hoopten dat waarden van de witte bloedcellen zouden gestegen zijn, maar we hadden er niet veel hoop. We kregen ook het spuitje met het botverstevigende middel (duur, zeg). Gelukkig geen telefoontje diezelfde avond, maar 's anderdaags wel : nee de witte bloedcellen waren goed ,maar nu waren de ontstekingswaarden veel te hoog. Hij moest naar het ziekenhuis en de chemo werd weer uitgesteld.
Daar kreeg hij kamer 356, een gewone kamer in een oud gebouw.
zijn buurman Willy leert hem direct de knepen van het vak : "direct bellen as ter iets is, ge moet et zeggen, é"
Hoewel we niet te klagen hebben van het ziekenhuis in Vilvoorde, kwamen we toch vrij vlug overeen dat we naar Kortrijk zouden komen. Toch voor september, want dan begin ik terug te werken. Michel, Mathieu's jongste broer kwam met een lijst waarop ziekenhuizen gequoteerd worden volgens het aantal geopereerde longkankers. AZ Groeninghe scoorde vrij goed en dus zouden we vlugger dan eerst gedacht verhuizen.
De verhuis verliep redelijk goed, hoewel Mathieu niet helemaal komfortabel was. Het werd een rommelige, moeilijke week.
Op maandag 11 juli hadden we een afspraak met de oncologe, dr. Sofie. Ze was heel vriendelijk en ook duidelijk.
Dinsdag hadden we een afspraak met de huisarts. De medicatie werd verhoogd, want pijnvrij was Mathieu nog altijd niet. Dokter Annelies moest bloed trekken om te zien of Mathieu klaar was voor de volgende chemo. Dat was hij niet. De waarden van de witte bloedcellen was te laag: hij zat aan 200, maar moest minstens 500 hebben en eigenlijk liefst tussen 1000 en 1500. Dus direct naar het ziekenhuis voor een spuitje. Wat meteen ook betekende dat de geplande chemo niet kon doorgaan.
Van de volgende dag weet ik niet veel meer, alleen dat we bij de vishandel een koud plaatje bestelden. De volgende dagen waren rustig want hij sliep veel in bed en de zetel maar hij was nog steeds niet pijn vrij. zaterdag was het weer erg, we belden de dokter want het kon zo niet blijven. de medicatie terug aangepast, in plaats van een pijn pleister kwamen er pilletjes. Dat pilletje deed blijkbaar wonderen want Mathieu voelde zich die zaterdag wel best lekker. de zondag was het opnieuw het zelfde liedje; ik had gedacht dat hij terug goed ging goed zou zijn maar nee, terug naar af : pijn, zweten, ongemakkelijk zijn ...
Daar zat ik dan, op de spoed. De huisarts had gesproken van slechte bloedwaarden (iets van 200) en ik dacht direct aan kanker. Maar na onderzoek, waarbij bleek dat Mathieu koorts had, sprak een verpleger over zware ontsteking en ik was ergens opgelucht.
Het begon de vrijdag voor Pinksteren. Mathieu had wat gekruid op het weggetje en hij had pijn, rugpijn. Maar we hadden een druk weekend voor de boeg: een eerste communie, een babyborrel en een plechtige communie. De maandag na de festiviteiten ging het echt niet meer voor Mathieu, pijn in de onderrug en buik. Dan maar de dokter van wacht gebeld ( gelukkig was het juist mijn huisarts). Diagnose: waarschijnlijk spierpijn en buikgriep. Als het niet betert kom je vrijdag maar eens terug. Die vrijdag stierf mijn mama. Bea en ik hadden ons handen vol met de begrafenis, en Mathieu leed in stilte.... De week erop was de begrafenis, en heel eerlijk, het was een mooie dienst. Mathieu was erbij, maar zijn stilte sprak boekdelen.
De maandag erna ging hij direct naar zijn huisarts in Zemst. Plakken laten trekken, maar geen duidelijkheid. Woensdag terug naar de dokter om bloed te trekken en donderdag stond de dokter aan de deur omdat Mathieu direct naar de spoed moest. Gelukkig eindigt mijn werkweek op donderdag zodat, toen Davina belde, ik dadelijk kon vertrekken naar de spoeddienst in Vilvoorde.