Op een ochtend heeft Pooh zin in honing. Hij stapt uit bed en loopt naar de voorraadkast. Maar zijn honingpot staat er niet !xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
"Waar is die pot nou gebleven?" zegt Pooh. Hij kijkt in het aanrechtkastje.
Om goed te kunnen zoeken kuipt hij erin.
Knorretje komt binnen. "Dag billen van Pooh," zegt hij, want dat is het enige stukje van Pooh dat hij ziet.
Pooh wil uit het kastje kruipen. Maar het lukt niet. "Ik zit vast!" roept hij. Knorretje pakt Poohs poten en trekt, zo hard hij kan...
Plop! Pooh schiet uit de kast en valt achterover, boven op Knorretje. "Dag Pooh! fijn dat je er weer helemaal bent!" zegt Knorretje.
"Ik ben mijn pot honing kwijt," zegt Pooh sip. Knorretje helpt zoeken. Ze doorzoeken de hele keuken. Maar ze vinden de pot niet.
"En mij arme buik heeft steeds meer zin in honing," kreunt Pooh. "Waar is die pot nou toch?" zoem zoem... Er vliegt een bij naar binnen.
Zoem zoem! De bij vliegt naar Poohs slaapkamer en dan...naar de pot honing! De pot stond gewoon naast Poohs bed. "Hoera!" roept Pooh.
"Ik weet het weer!" zegt Pooh met volle mond. "Ik had de pot mee naar bed genomen voor als ik honger kreeg!" "Wat knap dat de bij dat wist!" zegt Knorretje.
Pooh smeert wat honing op de vensterbank. "Dat is voor jouw bijtje!" zegt hij. En even later zitten Pooh, Knorretje en de bij lekker te smullen.
|