Op een dag kijkt Winnie de Poeh in de spiegel. Hij ziet een bolle beer. "Wat een dikzak!" zegt hij. "Ik hoop niet dat IK zo dik word!" Hij buigt en raakt met zijn voorpoten de grond aan. Janneman heeft gezegd dat je daar dun van blijft. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Terwijl Poeh daar zo staat, met zijn poten op de grond, krijgt hij ontzettende zin in honing. Poeh pakt een honingpot en zet hem aan zijn mond. Er komt bijna geen honing uit. Maar één heel klein druppeltje. De pot is leeg.
Bzzzz daar zoemt een bij voorbij. "Aha!" zegt Poeh. Eén bij vliegt vaak naar andere bijen. En waar meer bijen zijn, is vaak honing! Poeh wandelt achter de bij aan.
Bzzz! De bij vliegt naar een holle boom. Rond het gat in de boom zoemen nog meer bijen. Bzzz!
"Aha! Zie je wel! Daar wonen de bijen!" zegt Poeh. Dan klimt hij in de boom.
Kijk! De boom zit vol honing!
Als Poeh een hapje wil nemen, komt een hele zwerm bijen boos naar buiten zoemen. BZZZ! BZZZ! Van schrik valt Poeh uit de boom.
Hij komt met zijn kop op de grond. Arme Poeh!
Als Poeh overeind krabbelt, hoort hij een stem. Het is Janneman Robinson. "Malle ouwe beer," zegt Janneman. "Vind je mijn ballon mooi?" "Prachtig!" roept Poeh. "Een ballon is precies wat ik nodig heb!" Poeh heeft al een ander plan. Eerst rolt hij door een modderplas. Hij wordt helemaal zwart. Dan pakt Poeh de ballon van Janneman. Die tilt hem zo de lucht in.
"Wat doe je nou?" roept Janneman. "Ik doe een kleine regenwolk na," zegt Poeh. "Als de bijen me zien, zeggen ze 'dag kleine regenwolk' en dan doen ze me niks!"
Poeh zweeft naar het gat in de boom. "Dag, bijtjes," zegt Poeh. "Ik ben een kleine regenwolk hoor." Gauw neemt hij een hap honing, voordat ze zien dat hij eigenlijk Poeh is.
"Pssj!" klinkt het opeens. De ballon is niet goed dichtgeknoopt. Er loopt lucht uit. De ballon schiet door de lucht, op en neer en heen en weer!
"Hola!" roept Poeh. Hij vliegt óók op en neer en heen en weer.
Als de ballon eindelijk leeg is, valt hij naar beneden. Poeh valt ook. Bovenop Janneman Robinson! "Hallo!" zegt Poeh. "Ha,die Poeh!" zegt Janneman.
Later, als Janneman naar huis is, zit Poeh te denken. Eerst denkt hij weer aan honing. En dan denkt hij aan de voorraadkast van konijn. Die staat vol honing! Poeh wandelt naar Konijn. Konijn doet open. "Het is zo'n beetje tijd voor het middageten, " zegt Poeh. "Mag ik binnenkomen?" "Vooruit maar," zucht Konijn.
"Het liefst eet ik brood met honing," zegt Poeh. "Maar dan zonder brood."
"Dat dacht ik al," zegt Konijn. Hij kijkt een beetje boos.
Poeh neemt een hapje honing zonder brood, en nog een hapje, en dan nog een heleboel hapjes. Het duurt niet lang of er liggen allemaal lege honingpotten op de grond. "Poeh!" roept Konijn. "Je hebt al mijn honing opgegeten!" "Is alles op?" zegt Poeh. "Wat jammer! Ik lust nog wel een hapje!"
Konijn kijkt sip naar Poehs buik. Die is een stuk dikker dan daarstraks. "Bedankt, Konijn," zegt Poeh. "Ik ga maar weer." Poeh klimt naar buiten. Maar dan blijft hij steken. Hij kan niet vooruit en niet achteruit.
"Ik dacht dat je wegging!" zegt Konijn. "Dat dacht ik ook," zegt Poeh. "Maar ik zit klem. Het gat is te klein." "Het gat is helemaal niet te klein!" roept Konijn. "Jouw buik is te dik! Dat komt van dat gesnoep!"
Konijn holt door de achterdeur naar buiten. Hij trekt aan Poehs armen. Poeh beweegt niet. Hij zit muur- en muurvast. "Ik haal Janneman Robinson!" zegt Konijn. "Die weet vast wel raad."
Als Konijn weg is, herinnert Poeh zich de ballon. Toen de lucht eruit liep, werd de ballon kleiner. Poeh wil ook wel kleiner worden, want dan komt hij los! Hij begint te blazen. Pff! Fff!
Daar komt Uil aanvliegen. "Wat doe je daar Poeh?" vraagt hij. "Ik probeer kleiner te worden," legt Poeh uit. "Ik zit vast." Poeh blaast nog eens. PFF! Maar het helpt niet. Hij zit nog steeds klem.
Daar is Govert ook. "Poeh zit vast," legt Uil uit. "Hij is te dik." "Nee hoor," zegt Poeh. "Het gat is te klein."
"Ik kan dat konijnenholletje wel laten ontploffen, " zegt Govert. "Dan kom je wel los." "Niet doen!" roept Konijn vanuit de verte. Hij komt aangelopen met Janneman Robinson. "Mijn hol mag niet ontploffen!" "Dan niet," zegt Govert. "Roep me maar als je je bedenkt!"
"Malle ouwe beer," zegt Janneman Robinson. "Eens zien of we je los kunnen krijgen." Janneman pakt Poehs arm. Konijn pakt Jannemans trui. "Trekken maar!" roept Uil. Janneman en Konijn trekken zo hard ze kunnen. Maar Poeh beweegt niet. Hij zit nog net zo klem als hij al zat. "Dan zul je moeten wachten," zegt Janneman. "Na een tijdje word je vanzelf dun."
"Ik wil best wachten," zegt Poeh. "Maar zou ik dan wel een hapje van het een of ander kunnen krijgen? Ik heb trek." "Niks ervan," zegt Janneman. "Als je gaat eten, word je niet dun! Ik zal je voorlezen, dan denk je niet aan eten."
Janneman leest Poeh voor. Daarna geeft Uil hem rekenles. Kanga en Roe brengen Poeh een sjaal. "Voor als het koud wordt!" zegt Kanga. Zelfs Iejoor doet zijn best om Poeh op te vrolijken! Maar het lukt niet erg. Poeh denkt steeds aan eten. Hij heeft trek. En een beer die trek heeft, wordt niet snel vrolijk.
Binnen hangt Konijn een mooie lijst om Poehs achterkant. Dan tekent hij een gezicht op Poeh, en versiert hem met takken. Zo lijkt Poeh net een schilderij van een rendier!
Tot slot legt Konijn een plank over Poehs poten. Daar kan hij mooi dingen opzetten. "Bedankt, Poeh!" roept Konijn. "Blijf nog een tijdje zitten. Je bent reuze handig!"
"Ha... hatsjoe!" Poeh niest. Hij schudt ervan. De lijst, de takken, de plank en de dingen erop, alles valt op de grond.
Govert komt een praatje maken. Ondertussen eet hij zijn avondeten. "Mag ik ook een hapje?" vraagt Poeh. "Van één hapje word ik vast niet dik. Eén hapje is zo weinig. Misschien word ik van één hapje zelfs wel dun."
"Ho! Stop!" roept Konijn. Hij komt aanhollen. "Het is verboden de beer te voeren!" "Waarom?" vraagt Govert. "Omdat dat op dit bordje staat!" zegt Konijn. "Kijk: 'verboden de beer te voeren'. Ik heb het zelf geschreven. Knap hè?"
Poeh krijgt dus niks. Zelfs niet één hapje. Dan, op een ochtend, als Poeh zeker weet dat hij nooit een dunne beer zal worden, leunt Konijn tegen Poeh. En Poeh beweegt een beetje!
Konijn haalt meteen al zijn vrienden. "Poeh wordt al dunner!" roept Konijn. "Nu kunnen we hem vast wel loskrijgen!" Janneman, Kanga, Iejoor en Roe trekken buiten aan Poehs voorkant. En binnen duwt Konijn tegen Poehs achterkant. Konijn neemt een aanloop...
... en duwt verschrikkelijk hard. Plop! Poeh schiet los en vliegt de lucht in, hoog over iedereen heen. Hoera! denkt Poeh. Ik ben een dunne beer!
Maar Poeh landt met zijn hoofd in de holle boom! Nu zit hij weer klem! De bijen zijn erg geschrokken en vliegen hard weg.
"Poeh," roept Janneman. "Zullen we je lostrekken?" "Strakjes!" roept Poeh.
De boom zit vol honing. En een beer die zo dun is als Poeh, die heeft wel een hapje verdiend!
|