Zaterdagmorgen, 15 juli, wakker worden in een recente villa, verborgen hoog in de bergen, die bewoond word door een bejaard koppel waarvan de vrouw een verre afstammeling is van een van de prinsen van het Perzische rijk.
Een groter contrast met gisteren kon niet. Of deze bewoners zoveel beter af zijn dan de bewoner van gisteren valt nog te betwijfelen.
Ook hier werd ons weer een heerlijk ontbijt voorgezet dat klaar gemaakt werd met verse producten. Na het ontbijt stond nog een bezoek aan oud vervallen paleis, nog hoger in de bergen, op het programma. Echt triestig als je ziet hoe dergelijke mooie gebouwen aan hun lot overgelaten worden. Je was precies weer in Belgie. Daar zou dat ook mogelijk zijn.
Na deze inspannende tocht kregen we nog een laatste lunch aangeboden in de villa en was het tijd om terug naar Isfahan te rijden, waar we midden op het spitsuur arriveerden. Dat was lachen geblazen. Man, man, wat een heksenketel. Tijd voor afscheid van de gids en een deftige douche na vier dagen in de boeren buiten. En ook weer tijd om de was te laten doen.
's Avonds is Seppe nog een paar bidmatjes gaan kopen met de gids en is hij naar de kapper geweest. Ziet er nu heel anders uit.
|