In de volgende lessen meten en metend rekenen komt iets nieuws aan
bod. De kilometer.
Maar hoe begin je ½ van een kilometer te berekenen als je
eigenlijk niet goed weet wat 1 kilometer
precies is? Daarom mochten de leerlingen van het 3e lj. even de
benen strekken. We stapten 1
kilometer, (en dan natuurlijk nog eentje
terug).
Er stond al enkele dagen een raar wiel in de klas, nu was het ogenblik
aangebroken om dat meetwiel van dichtbij te bekijken
Algauw kwamen de eerste vaststellingen. Als we 1 kilometer wandelen, dat is 1000
meter, dan zal dat metertje dus 1000
keer draaien! 1000, weet je wel hoeveel
dat is!
We spraken af dat we om de 100 meter het meetwiel aan iemand anders
zouden doorgeven.
We rekenden al vlug uit dat zo iedereen aan de beurt zou komen en we
nog enkele 100 meters zouden overhebben.
Nadat we enkele 100 meters met onze neus op de teller hadden gewandeld
kwam de volgende opdracht.
Probeer zo goed mogelijk 100 meter in te schatten. Sommige leerlingen liepen gewoon zo vlug ze
konden 100 meter maar kwamen snel tot de vaststelling dat 100 meter afstappen
en tellen toch wel beter lukte. Gelukkig
hadden we nog enkele 100 meters te gaan voor we onze kilometer hadden gestapt. Op
het einde van de kilometer waren we allemaal experts in het schatten! En reken maar dat we niet meer zullen vergeten
dat 1 kilometer 1000 meter is!



|