De laatste weken was er vrij weining nieuws te sprokkelen... De bush van Australië blijkt ondeoordringbaar voor internet, sms en andere straalverbindingen. Ondertussen hebben Tim en Joke het onbereikbaar gebied verlaten en is er weer mogelijkheid om te skypen en te mailen. Hierbij een bericht van vorig weekend.
G'day!
Momenteel zit ik op een camping in Darwin, Northern Territory. Op 't eerste gezicht een leuk stadje, groter en stedigerder dan Broome, maar toch gezellig.
Onze start maakten we in Disaster Bay in een aboriginalcommunity. Helaas waren de meesten de hele dag gaan werken, dus hebben we niet leren vissen. Wel hadden we een diepgevroren kangoeroestaart in onze Eski, die op traditionele bushwijze in een kampvuurtje werd klaargemaakt. Jammie!
Daarna maakten we ons op voor een zotte tocht op de Gibb River Road. Elke Australier zucht en puft en oeioeioeit wanneer je erover begint: afgelegen, rough road, rivercrossings en salties. Het droge seizoen startte net toen Maarten arriveerde, en op die manier konden we elke gorge, waterval en afgelegen station bezoeken. Van mei tot oktober is de baan open, maar daartussen is alles afgesloten wegens te hoog water, orkaanseizoen en salties.
In Broome makten we een tussenstopje in het wildlife park om een blik te werpen op de prehistorische reptielen die we op onze baan zouden tegenkomen. En die ons nog meer angst aanjaagden dan de haaien in Shark Bay. Het minikrokodilletje dat ik in mijn handen hield was ijskoud en zijn beetje mijn zijn schattig snoetje zou even hard aankomen als mijn vinger tussen een autodeur. De grote krokodillen sprongen gigantisch hoog naar de vissen en kippen. En daarna worden ze een sjakos.
Ook hebben we daar geleerd dat een krokodil moet opladen om aan te vallen en bij de start kan hij lopen tegen 30km per uur, daarna tegen 5uur per uur. We hadden dus vrij snel door dat we niet zo heel erg bang moesten zijn. Maar ze zijn wel echt groot....
Daarna sliepen we op de highway, en volgende ochtend ploeterden we door Tunnel Creek. Daarna op naar Windjana Gorge, waar de freshies in de zon op het strand vijf meter van ons lagen. Lennard Gorge was een verschrikkelijk warme wandeling en het helblauwe poeletje op het einde was meer dan een welkome verfrissing. Op weg naar Bell Gorge, eerste keer pech. Iedereen waarschuwde ons voor de vreselijke staat van de weg na the wet, wanneer ze weggespoeld wordt en de stenen goed scherp liggen. Schade: linkerachterband er een beetje aan. Nieuwe band rop, zalig ploeteren in Bell Gorge en dan Adcock en Galvans Gorge. De dag erna getankt tegen 2.05 dollar om verder te gaan richting Mitchell Falls. Ergens in een kleine repair shop onze band laten plakken (totaal niet verantwoord wegens grote scheur, maar met 1 reserveband rondrijden is weinig geruststellend). Mitchell Falls was een vreselijk lange weg (iemand had zelfs de tijd gevonden een bordje te maken en op te hangen: "are we there yet? NO") en vreselijk boebelig maar het resultaat was fan-tas-tisch. Onderweg overal aboriginal rock art, vierdubbele watervallen en een grote ravijn waar je over de waterval liep. Zeker de moeite. Het volgende op de weg was El Questro, waar we maar 1 dag bleven wegens te duur, te decadent en weinig de moeite. In Kununurra deden we inkopen en dan beleefden we een overnight avontuur in de Picaninny Gorge in de Bungle Bungles.
Superopvallend onderweg waren de bushfires. We hebben zelfs een paar keer tussen bushfires gereden. Plots een grote rookpluim aan de kant van de baan, en dan grote vlammen! De meesten zijn aangestoken, omdat the wet nu net is afgelopen. De bomen zijn nog steeds vochtig genoeg om niet in brand te schieten. De grassen zijn volledig uitgedroogd en branden nu op. Het gras wordt aangestoken, de bomen blijven staan en zo is er kans voor nieuwe vegetatie tijdens het volgende Wet. Sowieso moet het droogste van het droogste seizoen nog komen en gaat het hier dan pas echt branden. De kampvuurgeur ga ik alleszins nooit meer kunnen vergeten.
Ook de roep van de vele kaketoes ga ik nooit meer vergeten. Witte en zwarte, kleurrijke broertjes en zusjes maken on-ge-loof-lijk veel lawaai. We hebben al zoveel wildlife gezien. En tegelijk hebben we nu het gevoel zo dicht bij de natuur te zitten. We hebben gekampeerd op superafgelegen plekken, we leven volgens de zon, we merken kleine verschillen wanneer we een tijdslijn passeren, we merken de wisseling van de seizoenen en hoe de natuur en de dieren erop reageren. Veel opvallender dan seizoen en klimaat in Belgie. Nu zijn we terug in droge omgeving en is het koel 's nachts. Maar 500km geleden was het vochtig en zo warm 's nachts.
In the NT was Kakadu een beetje een teleurstelling, op de mooie rock art na. Litchfield daarentegen was weer een beetje zoals op de GRR. We bezochten een oude homestead, een oude tinmijn, heel mooie watervallen (waar ik een blauwe plek op mijn bil heb aan overgehouden na een superelegante val vanboven op de waterval. schoon) en deze ochtend een kangoeroe met kleine joey in zijn buidel naast onze tent.
't Was schoon. Maar nu heb ik genoeg gorges en watervallen gezien voor de komende vier maand. Maarten vertrekt vrijdag, dus we doen wss nog een vistrip deze week. Maar daarna staat nog niks vast, behalve een job zoeken tot begin augustus. Duiken in Cairns, de blue mountains zouden we nog graag doen en dan is 't klaar met Australie. Begin september kijk ik uit naar Thailand!
Ik hoop dat jullie veel plezier gaan hebben op de familie BBQ, 'k vind het jammer dat ik er niet bij kan zijn, maar ik kijk zeker uit naar de foto's! Bedankt ook voor de kaartjes en de foto's van de trouw van Koen en Benedicte. Er liggen hier een stapel kaartjes, die klaar zijn voor op de post te smijten sinds begin Broome. Ooit komt het er dus van, dus hou de brievenbus in de gaten
Jullie hebben de groeten van Maarten en Tim, en doe iedereen ook zeker de groeten van mij!
|