Deze week voelde ik me verwend,
zelfs twee dagen na elkaar. Ik mocht naar de kapster en het nagelsalon. Bij beiden
dateerde mijn laatste afspraak al van maanden geleden. Tijdens de lockdown
moesten de 'contactberoepen' hun activiteiten immers terugschroeven tot niets. De
schaar aan de haak en nagelbijtend afwachten.
Het rondlopen met een 'Coupe
Corona' werd één van de symbolen van de 'Lockdown Light'. Het niet laten knippen
of kleuren van je haren en het niet laten verzorgen van je uitgegroeide nagels
werd een teken van solidariteit. Samen tegen het virus. Eén voor iedereen. Of
toch velen. Ik heb die van mij met trots gedragen. Maar ondertussen was de
veerkracht uit mijn haar verdwenen en mijn kleur door de zon verbleekt. En het
enige wat er nog op mijn nagels zat, was grond van de tuin waar ik al dagenlang
in heb gewroet.
Waar ik alvast niet naar uitkeek,
was het dragen van een mondmasker. Zeker niet in combinatie met mijn astma.
Gelukkig had ik dit op voorhand getest en ik kan nu proefondervindelijk
verklaren dat het ademen door zo'n blauw chirurgisch masker betere scoort dan
door een stoffen. Zeker in combinatie met de warmte van de huidige lentedagen.
En nog meer wanneer ze met een haardroger extra hete lucht in je nek staan te
blazen.
Ik stapte dus - uitgerust met
blauw chirurgisch mondmasker en de resten van mijn coupe verward - binnen bij
mijn kapster. Zij droeg ook ééntje. Na veertien weken was ik blij om haar terug
te zien. Zij ook, denk ik. Want achter zon mondmasker valt echt nog weinig op
te merken van éénder welke gezichtsuitdrukking. Van bijna de hals tot en met de
neus is alles achter stof verdwenen. Je kan enkel hopen op mensen met
uitzonderlijk sprekende ogen. Twinkelende ogen voor ja. Doffe ogen voor nee.
Niet simpel. "Kleuren en een stukje knippen zeker?", vroeg ze me. "Graag",
antwoordde ik met veel overtuiging. Daarbij mijn hoofd flink van boven naar
beneden wiegend, om mijn woorden toch fysiek wat kracht bij te zetten. Dat
aangroeiend nekmatje was ik al grondig beu. En de dagelijkse worsteling met de
veel te lange sprieten rond mijn oren eveneens. Ik wou ze weg en zij wilden
steeds opnieuw op de eerste rij zitten. Met allerlei discussies tot gevolg. Ik
heb nochtans regelmatig met de schaar gedreigd, maar ze hebben me gelukkig
nooit tot het gaatje gedreven. Bon, eens mijn nieuwe kleur lang genoeg de tijd
had gehad om zijn intrek te nemen, mocht ik naar de wastafel. Voor het eerst in
veel te lange tijd voelde ik nog eens vreemde handen op mijn hoofd. Zonder dat
het strafbaar was of laakbaar of niet essentieel. Mits toelating van alle
bevoegde partijen. Zalig. Zelfs het nat in mijn oren - wat ik anders
inwendig luidruchtig verfoei - nam ik er deze keer met veel plezier bij.
Vervolgens pakte de kapster haar schaar en begon ze aan het noodzakelijke knip-
en oplapwerk. Vooraf waren er daarbij hele scenario's door mijn hoofd
gepasseerd. Want met die rekkertjes van dat mondmasker erbij, toch
geen sinecure dacht ik. Stel je voor dat ze die per ongeluk afknipt. Ik zag
mijn maskertje in gedachten reeds meermaals alle richtingen uitvliegen. Maar
nee, er zat al een hele nieuw techniek in haar vingers. Rekkertje vanachter het
oor - met genoeg spanning om het voor mijn mond te houden - met de éne hand. In
dezelfde hand een te knippen lok en de andere gewapend met een schaar. De weerbarstige
sprietjes achter mijn oor vlogen alle richtingen uit. Tsjak-tsjak-tsjak.
Genadeloos. Ik zat er met respect en bewondering naar te kijken. Rekkertje
terug op zijn plaats en dan dezelfde procedure aan de andere kant. Precies of
ze deed het al jaren zo. Ze was net tien dagen terug bezig. Het begin van dit
artikel werd hier geboren: veerkracht. Als de mens één ding had getoond,
tijdens deze hele periode, was het toch wel dat.De kracht om iets te aanvaarden en zich aan
te passen, gewapend met wilskracht en creativiteit. Van de grote zaken, zoals
verplicht thuisblijven, tot de kleine dingen des levens. In het geval van mijn
kapster was dit het opnieuw 'coronaproof' maken van alle grijze en ontplofte kapsels, op
een veilige manier. Na het knippen werd er nieuw leven en wat volume in mijn
haar geblazen en ik kon er weer tegen. Het was maar een paar centimeter aan lokken
minder, maar toch voelde ik me verlicht.
De dag erna had ik een afspraak
bij het nagelsalon. Het was ondertussen een half jaar geleden, maar ik werd met
evenveel warmte opnieuw verwelkomd. Letterlijk en figuurlijk. Want ook de
temperatuur was zomers en het mondmasker opnieuw een moeilijke te verdragen
gezel. Maar ook hier was alles tot in de puntjes voorbereid. Er hing een
plexiglas tussen ons in. Enkel mijn handen - die ik buiten eerst flink had
ontsmet, met een aangeboden product - gingen onder het glas door. Ik voelde me
veilig en dus op mijn gemak. Voor het eerst in lang kon ik nog eens iemand de
hand reiken. Terwijl mijn omhoog kruipende nagelriemen terug in hun bedding
werden gestopt, hadden we tijd om gezellig bij te babbelen. Onze gezichten op
minder dan een meter afstand van elkaar. Precies zoals vroeger. Enkel twee
mondmaskers en een plexiglas van elkaar verwijderd. Toch deed het deugd om
terug met iemand - buiten mijn bubbel - een face-to-face gesprekje te houden.
Sinds lange tijd kon ik nog eens de kleur van iemands ogen zien. Vanop meer dan
1,5 meter wordt dat toch eerder gokken. Ondertussen werden mijn nagels terug in
vorm gezet en een 'nieuw' zomers rood kleurtje aangebracht. Vrolijk, zoals ik
er zelf van werd. Vervolgens mocht ik op de verzorgingstafel voor de nagels van
mijn tenen. Ik nog steeds gewapend met mijn mondmasker en de
schoonheidsspecialiste met een extra gelaatsscherm boven haar mondmasker. Ik
begon al te blazen in haar plaats. Ze knikte bevestigend. Lastig dus. Maar ze
deed fluks verder. De teennageltjes werden geknipt. Het bijkomende voordeel van
zon 'face shield' - na het voorkomen van besmetting natuurlijk - was het gegeven
dat wegspringende nageltjes vrolijk op haar scherm afketsten. Toch een
pluspuntje, dacht ik dan. Even later stonden ook mijn teennagels te blinken van
trots, in hun nieuw zwarte jasje. Mijn voeten werden vervolgens nog even
ingewreven en de spanning uit de zool verwijderd. Klaar om er
terug flink tegenaan te gaan in de 1,5 meter-samenleving.
Na twee dagen voelde ik me toch
een beetje als herboren. En dankbaar. Voor de aandacht die 'vreemden' aan mij
hadden besteed. Ja, het is hun beroep, maar je kon letterlijk voelen dat ze
blij waren. Niet alleen omdat ze hun stiel opnieuw konden uitoefenen en een
centje konden verdienen, maar ook omdat ze "hun klantjes" terug mochten
ontvangen. De mensen die ze, na veel toewijding, terug blijgezind de wereld insturen.
Corona of niet. Respect. Ook voor de beoefenaars van alle 'contactberoepen' die
nu van 's morgens tot 's avonds mondmaskers en gezichtsschermen dragen om hun vak veilig uit te voeren. Want ook dat is zorgen voor een ander.
En nog meer respect voor de
mensen in de zorgsector zelf - ziekenhuizen en woonzorgcentra - die zo hele
dagen, verpakt als halve marsmannetjes, tegen het virus ten strijde trekken. Al sinds
het begin van deze crisis, maar nu nog steeds en waarschijnlijk nog voor een
tijdje. Niet alleen corona, maar ook de zomerse temperaturen, zullen hen nog
zwaar op de proef stellen.
Dus ... voor alle mensen die dagelijks zorg dragen voor anderen ... petje af.Een dikke dank u wel maakt zich van mij
meester. (Silvy Van Osselaer)
In tijden van grote crisis verwacht je van staatshoofden groot leiderschap.
Het boven zichzelf uitstijgen van die éne in het belang van velen. Met de
kracht om te inspireren, communiceren en verenigen. Spijtig genoeg zie je in
heel wat werelddelen sterk polariserende krachten aan het werk, met een
stijgend aantal slachtoffers tot gevolg.
Verenigde Staten
Cijfers: 1.608.298 bevestigde gevallen van besmetting met het corona-virus - eerste plaats op de wereldrangschikking - 96.283 doden (Johns Hopkins
University - 23/5/2020)
Donald Trump, president van de
Verenigde Staten, tweet zich doorheen de coronacrisis. Januari 2020: alles
volledig onder controle. De VS staat er geweldig voor. Februari 2020: het virus
zal vanzelf verdwijnen. Als een klein wonder. Het is gewoon een "nieuwe
hoax".Maart 2020: de noodtoestand wordt
afgekondigd. Er zouden 100.000 tot 240.000 mensen overlijden. Redden wie zich
redden kan. Al de rest is natuurlijk ... "fake news".
Eigenlijk is het - volgens de
president - een "eer" dat de Verenigde Staten zoveel gevallen van besmetting
kennen. Dat wil enkel zeggen dat er massaal getest wordt in het land. Ik vraag mij af of de Amerikanen er even blij mee zijn ...
Ondertussen gaat "The Donald"
verwoed op zoek naar een vaccin voor iedereen, die binnen de grenzen van zijn
land woont. Al de rest zal even moeten wachten. We kunnen ook niet allemaal
tegelijk bediend worden natuurlijk. Het éne leven is al wat meer waard dan het
andere. Een mens moet zijn prioriteiten kennen.
Bovendien is het allemaal de
schuld van de Chinezen. Zij zijn begonnen. Zij komen dus niet onmiddellijk in
aanmerking. En al de rest kan misschien een badje in Dettol proberen. Ontsmettingsmiddel
doodt het virus immers binnen enkele minuten. Dat is bewezen. Het wordt immers
ook gebruikt voor zelfmoord. Wie niet wil baden, kan ook injecteren. Nog
sneller. Allemaal toch heel waardevolle adviezen van een president,
verantwoordelijk voor een 330 miljoen Amerikaanse levens.
De Verenigde Staten is dus in
veilige handen, van een zelfverklaard "very stable Genius".
Brazilië
Cijfers: 330.890 bevestigde gevallen van besmetting met het corona-virus -
derde plaats op de wereldrangschikking - 21.048 doden (Johns Hopkins University - 23/5)
Volgens Jair Bolsonaro, president van Brazilië, moet het corona-virus als "vermist" worden opgegeven in zijn land. Wie had dat ooit gedacht. Het is daar in
rook opgegaan. Straf toch. Niet verwonderlijk dat Bolsanaro gekend staat als
een groot bewonderaar van Donald Trump, de rots in de Amerikaanse branding. Het
heeft de Braziliaanse president de bijnaam 'Trump van de tropen' opgeleverd. En
iedereen weet, dat er in de tropen ook wel al eens iets verloren gaat ...
Van drastische quarantainemaatregelen - zoals in Europa - ziet hij het nut
niet in. Mondmaskers en 'social distancing' zijn volgens hem eveneens taboe.
Dit maakt hij de 210 miljoen Brazilianen dagelijks duidelijk door gezellige
anti-lockdown-demonstraties te organiseren, waarbij hij vrolijk handenschuddend
de deelnemers begroet.
Daarmee volledig ingaand tegen zijn deelstaatgouverneurs die - met de moed
der wanhoop - de bewegingsvrijheid van hun inwoners wel proberen in te perken.
Want in hun staten zijn de ziekenhuizen oververzadigd, liggen er levenloze
lichamen opeengestapeld in koelwagens en trekken lijkwagens met
coronaslachtoffers in lange file richting kerkhoven en massagraven.
Dat het dodental in zijn land dat
van China, de oorspronkelijke corona-frontlinie, ondertussen meermaals
overstijgt laat de president schijnbaar koud. "En dan? Wat verwacht u dat ik
daaraan doe? Mijn tweede naam mag dan wel Messias zijn, maar ik kan geen
wonderen verrichten." Nooit van het achtste gebod gehoord, vermoed ik.
Arthur Virgílio Neto - burgemeester
van Manaus (hoofdstad van het Amazonegebied) - noemt de hele situatie "een
absolute catastrofe" en een "horrorfilm". Ondertussen heeft de Braziliaanse
president blijkbaar de rol van zijn leven te pakken. Een droomscenario. En zijn
piek is nog lang niet in zicht. Voor het aantal slachtoffers van het coronavirus
evenmin.
Rusland
Cijfers: 335.882
bevestigde gevallen van besmetting met het corona-virus - tweede plaats op de
wereldrangschikking - 3.388 doden (Johns Hopkins University - 23/5)
In Rusland zijn er de afgelopen tijd drie dokters 'uit het raam gevallen'
en een aantal beademingstoestellen spontaan in brand gevlogen. Niet handig bij
het bestrijden van een pandemie, lijkt me. Zo krijg je natuurlijk tekorten.
De drie Russische artsen hadden zich de laatste tijd wel kritisch uitgelaten
over de aanpak van de coronacrisis. Dat is niet lief. Een tekort aan
beschermende kledij en personeel moet je nu ook niet overdrijven. Dat doen ze
in andere landen ook niet.
Ook hier was het coronavirus nochtans
lange tijd onder controle. Midden maart zei president Vladimir Poetin nog dat
Rusland het corona-virus in zijn greep had. Drie weken later zei hij dat er "de
facto geen epidemie" was. Waar hebben we dat nog gehoord? En toch steeg plots het aantal besmettingen en doden.
Komt dat tegen ...
Rusland stuurde zelfs medische hulp naar
het buitenland - waaronder Italië - aangezien zij wonderbaarlijk gespaard
bleven. Ondertussen is gebleken dat zo'n,
in Rusland ontworpen beademingstoestel, al eens in brand wil vliegen. Niet zo
handig wanneer je mensen in leven wil houden. Exporteren dus die dingen. Veilig
weg naar het buitenland.
Het dodental blijft er al bij al uitzonderlijk
laag. Kleine kanttekening ... de laatste tijd sterven er wel veel meer mensen dan
normaal aan een longontsteking. Waarschijnlijk door tocht. En nu dus blijkbaar ook ... door
onhandig naar beneden te donderen. Iemand
moet dringend de ramen sluiten in Rusland. Dan is daar alles binnen de kortste
keren opgelost.
Senegal
Cijfers: 2.976 bevestigde
gevallen van besmetting door het corona-virus - 34 doden (Johns Hopkins
University - 23/5)
Op 2 maart 2020 werd de eerste besmetting met het corona-virus vastgesteld in Senegal. Het land kon echter terugvallen op de ervaring die het had opgedaan tijdens de ebola-epidemie, die vanaf 2014 het Afrikaanse continent teistert.
Onder leiding van president Macky Sall werd er onmiddellijk een noodplan voor COVID-19 uitgerold, met al enige doelstelling: een uitbraak voorkomen. "We mogen niet wachten tot het virus ons overvalt. We moeten nu reageren", verklaarde de president toen.
De Overheid reageert snel en kordaat. Twee weken na de eerste besmetting volgen er al maatregelen. Scholen en universiteiten sluiten hun deuren, samenscholingen worden verboden en vluchten vanuit zwaar getroffen landen worden geannuleerd. Amper een week later gaan de grenzen volledig dicht en worden moskeeën gesloten. De noodtoestand en een avondklok worden uitgeroepen.
Contact tracing teams worden in stelling gebracht. Deze opereren vanuit 78 verschillende lokale gezondheidsinstellingen en sporen patiënten op tot in de kleinste dorpen van het binnenland. Wie positief test, moet twee weken in quarantaine. Daarvoor heeft het land haar opvangcapaciteit drastisch uitgebreid. Wie milde symptomen vertoont, kan zelfs in een hotel terecht. Vol pension. Voor drukbevolkte steden, waar 'social distancing' en zelfisolatie moeilijke realiseerbaar zijn, een welgekomen alternatief.
Het komt er nooit tot een volledig lockdown. Er is zelfs geen verplichting tot het dragen van een mondmasker. Wel wordt er sterk beroep gedaan op de gemeenschapszin. 'Social distancing' wordt door bevolking correct nageleefd.
In Senegal wordt 'Ubuntu' - een Afrikaanse filosofie die streeft naar verbondenheid - tijdens de crisis tot een levenskunt verheven: 'Ik ben, omdat wij zijn'. Solidariteit, medeleven en respect voor iedereen. Enkel de toekomst zal uitwijzen of dit volstaat en Senegal deze onvoorspelbare storm zonder al te veel verlies zal doorstaan.
Echter rijst bij mij steeds meer de vraag: kan er mij iemand uitleggen - dit volledig plaatje in ogenschouw genomen - welk deel van de wereld als 'onderontwikkeld' moet worden beschouwd? Er zijn immers heel wat leiders van de 'beschaafde wereld' die tot de dag van vandaag, in heel deze crisis, nog niet veel verder geraakt zijn dan: 'Ik ben ...'
In een normale - pre-corona - zomer zouden reizen en uitstapjes vlotjes de
eerste plaats wegkapen op mijn bucketlist. Zonder enige twijfel. Aangezien ik
voorlopig echter geen enkele buitenlandse grens over mag of wil, kan ik maar
beter die van mij een beetje verleggen. Dus ... ik wil deze zomer - tijdens het "blijf-in uw-kot"-tijdperk - graag mijn ramen schilderen. Op eigen houtje. Het
volledige proces, van voor naar achter en van boven tot onder. Ontvetten - schuren - afplakken - primer aanbrengen en een paar laagjes om af te werken. Voor de eerste keer. Dus
eigenlijk heb ik totaal geen idee. Maar het proces klinkt logisch. En alles begint met
een goede voorbereiding. Een weldoordacht stappenplan. Haast en spoed is immers zelden
goed. En zeker in deze periode, waar onthaasten meer dan ooit de mantra blijkt te worden. Ook voor schilderwerken. Tijd ga ik ongetwijfeld
in overvloed hebben. De wetenschappelijke experten schreeuwen het al weken van
de daken. Veel tijd. Bovendien is het nodig. Mijn ramen zijn er klaar voor. Ik
nog niet, maar daarvoor zijn er ellenlange lijsten aan doe-het-voor-de
eerste-keer-zelf-filmpjes. Het internet staat ermee vol bepleisterd.
Eén van de eerste stappen is het schuren van de ramen. Hierbij zijn er
opties en voor een leek dus tegelijkertijd te veel keuze. Deurtje één ... met
schuurpapier, in verschillende maten en korrels. Het harde werk, van lange adem. Deurtje
twee ... opterenvoor een schuurmachine, met schuurschijven of schuurbanden. Klinkt minder amateuristisch en vooral sneller. Ik heb immers meer dan één raam. Dus heb ik materiaal nodig en dat betekent alweer een uitstapje naar de
winkel. Nog steeds geen aantrekkelijk
vooruitzicht in deze tijd. Aanschuiven, slalommen, ontwijken ... been there, done
that.
Natuurlijk- als ik lang genoeg
wacht - kan ik tegen dan misschien letterlijk met de hand schuren. Na al
dat wassen, zijn die er ook bijna klaar voor en kunnen gerust een aantal lagen én korrels missen. De rest van mijn lichaam heeft ondertussen ook genoeg van al
die gratis scrubbeurten. Alweer iets om naar uit te kijken dus. En eveneens een
niet-essentiële verplaatsing minder. Twee vliegen in één klap. Handig! (Silvy
Van Osselaer)
Sinds Moederdag - zondag 10 mei -
mogen we onze bubbel uitbreiden met vier andere mensen. Voor velen een
moeilijke beslissing. Een zorgvuldig af te wegen en door te hakken knoop. Wie
wel, wie niet. Kiezen werd tegelijk een beetje verliezen.
Mijn bubbelmaatjes werden de zus
en haar zoon, mijn petekind. Buiten onze bubbel leven we volgens de nieuwe
regels van de corona-maatschappij. We doen aan "anderhalvemeteren", handjes
wassen, thuisblijven en mondmaskers dragen. Alles wat afstand creëert tussen
ons, het virus en al de rest. Omdat het moet. Omdat het wenselijk is. In onze kunstmatige
zeepbel kan alles: knuffelen, zeveren, lachen, dansen en feestjes vieren. Kortom ... genieten van het leven. Een terugkeer naar vroeger, in beperkte kring. Pluk
de dag, want morgen is het weer helemaal anders. Het leven verandert deze dagen
immers sneller dan het landschap. Tussen de ochtend en het ondergaan van de zon
worden vrijheden beperkt; gaan er grenzen dicht en levens verloren. De koele
realiteit. In onze bubbel is er plaats voor warmte en stabiliteit. Een oase om
je even in terug te trekken.
Spijtig genoeg is die bubbel voor
een heel aantal mensen gevaarlijker dan de realiteit. In april 2020 kreeg het
telefoonnummer 1712 - de Belgische hulplijn bij vragen over elke
vorm van geweld of misbruik - meer dan dubbel zoveel oproepen in vergelijking
met dezelfde periode vorig jaar. In de meeste gesprekken ging het over
kindermishandeling en partnergeweld.
In het buitenland
triggerde de lockdown eenzelfde negatieve spiraal. Frankrijk kende een stijging
van fysiek en seksueel geweld met meer dan 35%. In China kwam familiaal geweld
drie keer meer voor dan ervoor. Ook het WHO - de Wereldgezondheidsorganisatie -
waarschuwde voor een piek van huiselijke agressie. Meerdere Europese landen -
waaronder ook Spanje en Groot-Brittannië - meldden meer aangiftes van
interpersoonlijke gewelddadigheid tegen voornamelijk vrouwen en kinderen.
Met dezelfde
kracht dat er voor de zieken een frontlinie aan zorgverstrekkers werd opgetrokken,
viel voor de slachtoffers van huiselijke agressie hun eerste lijn - de veilige
haven - volledig weg. Geen school of werk om even te ontsnappen. Geen sportclubs
of verenigingen om een oogje in het zeil te houden. Geen vrienden of familie om
even tot rust te komen.
Voor deze mensen werd "onze warme bubbel" een gevaarlijke luchtbel. Eéntje waarin ze nauwelijks op
adem konden komen. Die ze liefst doorprikt zouden zien.
Voor de
geweldplegers werd het een dankbaar hulpmiddel. Niemand om een oogje in het zeil te houden.
Niemand om de blauwe plekken en kneuzingen op te merken. Een droom voor zij die
van slechte wil zijn.
"Blijf in uw kot" - de slagzin van deze coronacrisis - veroordeelde de slachtoffers tot een gevangenis,
gecontroleerd door agressie en misbruik. De quarantaine werkt voor hen
levensbedreigend. Wat hen moet scheiden van het virus, veroordeelt hen tot een
stil en onopgemerkt lijden. Zonder mogelijkheid om te ontsnappen. Een tikkend
tijdbom.
Naarmate de
maatschappelijke onzekerheid zal toenemen en de sociale controle verder zal
wegvallen, zullen meer een meer onstabiele huiselijke situaties veranderen in
dampende kruitvaten. Waar slechts een kleine vonk nodig zal zijn om de boel te
laten ontploffen. (Silvy Van Osselaer)
Wij - Belgen - klagen graag. Wij niet
alleen. Maar we zijn er goed in. Ook tijdens deze crisis komt dat in al
zijn vormen, kleuren en gradaties tot uiting. Er werden natuurlijk fouten
gemaakt. De lockdown weegt zwaar en het lossen van de maatregelen is een
kwestie van moeilijke keuzes. Een delicate balans tussen gezondheid en kwaliteit
van leven. Die elk moment in de verkeerde richting kan doorslaan, waardoor
vrijheden opnieuw zullen worden ingeperkt.
Gemakkelijk is het nooit. En
kritisch blijven, is belangrijk. Eén van onze grootste vrijheden. Het in vraag
stellen van alles. Een voorrecht, wat niet iedereen in deze wereld heeft. Maar
vandaag leven we in onze eigen bubbel en dan krijg je opmerkingen,
zoals "mogen wij nu echt maar met vier mensen afspreken?" Of "mogen wij nu echt
niet naar ons tweede verblijf?" Op dat moment denk ik dat onze interne balans -
lichtjes aangetast door opsluiting - een beetje in de verkeerde
richting overhelt. Er is nog weinig ruimte voor dankbaarheid. Voor de kleine,
maar waardevolle momenten in het leven. En vooral ... om wie we wel mogen zien.
Speciaal vandaag op "Moederdag".
Deze week verscheen er op Canvas
een nieuwe reportage van Rudi Vranckx, getiteld "Corona: de nieuwe frontlijn".
Niets beter om het leven terug in het juiste perspectief te zetten. Er kwamen getuigenissen aan bod
van mensen in Gaza, Congo, Syrië en Ecuador. Delen van de wereld die al langer
gebukt gaan onder oorlog, armoede, afscheid en verdriet. Waar de dood bij wijze
van spreken een abonnement heeft. En nu kreeg de man met de zeis nog wat extra
hulp. Een echte sluipmoordenaar: het coronavirus. De verhalen deden naar adem
snakken. Je zou er automatisch van naar de kast lopen om kaarsjes te laten
branden. Dit was er één van ...
Ecuador. Een land in
Zuid-Amerika, met als grootste stad Guayaquil. Thuis voor ongeveer 2,3 miljoen
inwoners. Dichtbevolkt. Arm en herstellend van een zware economische crisis.
Een kruidvat dus. Toen het coronavirus er toeslag en de mensen ziek werden,
belden ze - net zoals hier - naar de dokter. Maar niemand nam de telefoon op.
Toen de mensen zieker werden, brachten familieleden hen naar het ziekenhuis. Smekend om
hun geliefden een bed te geven. Maar ze werden geweigerd. Toen de mensen stierven,
belden ze naar elke bevoegde instantie om hun doden op te halen. Geen gehoor. In
luttele tijd na de uitbraak was het volledige gezondheidssysteem er ingestort. En
de leiding van het land afwezig.
Bewoners van Guayaquil moesten hun overledenen
dagenlang thuis bewaren. In een verzengende hitte, vergezeld door verrotting,
stank en ziekte. De doden, samen met de levenden onder één dak. Generaties bij elkaar, in kleine en overbevolkte
huisjes. Uiteindelijk werden ze door nood gedwongen om de lijken van hun gestorvenen zelf te begraven, verbranden
of op straat achter te laten. In kartonnen doodskisten. Verpakt in plastiek of een
deken. Als vuilnis gedumpt. Om nog later uiteindelijk te worden opgehaald door vrachtwagens, die hen afvoerden naar
een leeg stuk land ... gevuld met verloren zielen. In naamloze
graven. Zonder laatste rustplaats, voor familie om te bezoeken.
Volgens officiële cijfers zijn er
vandaag - zondag 10 mei - 29.071 gevallen van besmetting en 1.717 doden in heel
Ecuador. In de reportage van Rudi Vranckx gaf de minister van volksgezondheid echter toe dat het
werkelijke aantal veel hoger ligt. Waarschijnlijk rond de 350.000 besmette mensen
in Guayaquil alleen al. Geschat, want testen zijn er niet of toch niet voldoende. Er is geen beschermende kledij voor de zorgsector. Geen intensieve zorg voor alle
zieken. Geen zuurstof voor mensen zonder adem. Geen bedden om menswaardig in te
sterven. Sterven doe je daar overal. In het ziekenhuis, wachtend op de parking en
thuis. Het aantal doden weet niemand.
België heeft een bevolking van
ongeveer 10 miljoen inwoners. Vandaag - zondag 10 mei - hebben wij 53.081
bevestigde gevallen en 8.656 doden. Wat hoog is, dat laatste cijfer. Waar we
soms ook over klagen. Het is te hoog naar schatting. Te inclusief. Maar hier telkt elke dode wel mee. De maximale capaciteit van onze intensieve zorg werd in
de eerste golf - gelukkig - niet bereikt. Iedereen kreeg een bed. Iedereen
kreeg de best mogelijke zorg. Wanneer wij bellen ... zal iemand de telefoon
opnemen.
Niets is perfect, maar alles kan
veel slechter. Nu het nieuws niet langer over de grenzen heen gaat, zien wij
nog enkel onze eigen wereld. Onze eigen kleine bubbel. En die is soms grijs en donker.
Maar over de grenzen heen is het licht voor heel wat mensen al lang verdwenen.
Dus ... een beetje dankbaarheid. Voor
wat we vandaag wel hebben. Voor de mensen die we graag zien. Voor de extra
geliefden die we vandaag in onze "sociale bubbel" mogen verwelkomen. Voor zij
die vandaag kunnen vieren en gevierd worden. Want niets is voor altijd en voor
velen kan dit nog enkel in herinnering. (Silvy Van Osselaer)
Vanaf komende maandag - 11 mei - zwaaien de winkels hun deuren vreugdevol
terug open. Een bevrijding voor deze mensen. Maar, opgelet ... "funshoppen" staat
ondertussen op de verboden lijst. "Runshoppen"
is nu de mode. Enkel het hoogst noodzakelijke dus. Hit and run. Maar solo, want
een bestorming moet absoluut vermeden worden.
"Runshoppen" ... dat woord trekt
toch onmiddellijk alle goesting weg uit het begrip shoppen. Shoppen doe ik
graag samen & op het gemak. Rustig rondkuieren. Babbelen en lachen. Iets
passen. Elkaar keuren. De aankopen vieren met een etentje. Kortom ... gezelligheid
troef. "Slow shopping" dus. Maar niet in deze Corona-tijden. "Runshoppen", maar
dan zonder running mate.
"Runshoppen" ... gaan ze begeleiden
via looplijnen, coaches, checkpoints en dergelijke meer. Is er nog iemand die
het gevoel krijgt dat we aan de start gaan staan van een loopwedstrijd? Hopelijk
krijgen we dan toch een medaille aan de meet.
"Runshoppen" ... geeft mij immers
onmiddellijk het gevoel dat ik toch beter had getraind in deel één van de
lockdown. En dat ben ik enkel in het
tweede deel van het begrip. Zonder conditie lijkt dit plots een onhaalbaar
gegeven. Wie wil er nu staan zweten als een otter in een pashokje, vlak voor
het aantrekken van bijvoorbeeld een "skinny jeans"? Of zo'n kledingstuk met een
kleurtje waar je echt alles op ziet. Terwijl je staat te hijgen als een paard,
met dat mondmasker op. En een winkelbediende aan het hokje voorzichtig blijft
informeren of 'het nog lukt daar binnen'? Nee, maar mits een liter extra vocht
en een zuurstoffles overleven we het wel.
"Runshoppen" ... komt er dan iemand
met een timer naast mijn paskamer staan, terwijl ik het wereldrecord
kledingwissels probeer neer te zetten? Zon kleedhokje is immers al een
uitdaging op zich. Overbelicht en veel te klein, waardoor de muren op je af
lijken te komen. Zeker wanneer je het uitverkoren item net met veel moeite over
je hoofd hebt getrokken en dan plots merkt dat die mouwtjes veel te smal zijn
en de uitgang langs boven totaal verdwenen. Je vervolgens als een halve
slangenbezweerder staat te dansen om jezelf terug te bevrijden en daarbij vrolijk
van links naar rechts tegen de muren klotst. En nu dus zo snel mogelijk,
terwijl er nog twee artikels op kapstokjes hangen te wachten.
"Runshoppen" ... wil ik bovendien
in zon hokje staan waar al twintig anderen voor mij dezelfde hachelijke
ervaring hadden? Dit terwijl ze kronkelend en zweterig hun DNA en andere verwanten stonden te
verspreiden? Zo graag wil ik nu ook niet immuun worden hoor.
"Runshoppen" ... welke outfit trek je daarvoor aan? In elk geval kledij die je
in een recordtempo kan verwijderen en jezelf terug aanmeten. Misschien best op
voorhand thuis even oefenen, met de chronometer erbij. Voorbereiding is alles.
En enkel dat wat past bij loopschoenen. Want die ga je ongetwijfeld nodig
hebben.
"Runshoppen" ... moet ik dan al een
keer op voorhand mijn neus tegen de etalages gaan parkeren? Om de plattegrond
van de winkels te bestuderen? Om te zien welke veiligheidsmaatregelen er
gelden? In welke richting ik moet vertrekken en finishen? Of er een wachtzone
is aan de deur, zodat ik ongemerkt wat kan stretchen voor het mijn beurt is.
Niemand wil immers in een kramp schieten vlak na de start. En wanneer ik mijn
spurt dan toch overhaast in de verkeerde richting trek, word ik dan halverwege onderuit gehaald
door een Corona-bodyguard?
"Runshoppen" ... no sweat voor de
snelle beslissers, maar een drama voor de twijfelaars. In deze tijden ook
allemaal noodgedwongen op stap zonder hun "running mate". Die persoon die weet
welke kleur bij hen past. Die weet wat hen flatteert en de knoop doorhakt
wanneer de beslissing onmogelijk wordt. Nu hoor je enkel: tiktok - tiktok -
tiktok. Nee, niet de app, maar de wegtikkende tijd. Met als enige referentie een
winkelbediende, die misschien nog twee maanden aan commissie heeft in te halen. Alles
gaat er natuurlijk goddelijk uitzien. Behalve wanneer je thuis komt.
"Runshoppen" ... ga ik na het
zuurstoftekort - bij gebrek aan conditie en half gewurgd door een aantal
kledingstukken - me de code van mijn bankkaart nog herinneren aan de kassa?
Maar goed, geen stress. Het is belangrijk om alles ontspannen aan te vatten.
Mits de juiste fysieke, mentale en vestimentaire voorbereidingen en misschien
een valium vlak voor 't vertrek, moet dit zeker lukken. Wat is het alternatief?
Lekker thuis blijven en alles online bestellen. Geen extra training
nodig.Geen tijdslimiet. Mijn living is
mijn paskamer. Via video chat kan ik hulp inschakelen. Daarna twijfel ik nog
zolang ik wil. Zelfs over de kaart waarmee ik wil betalen. En ... Corona-proof.
Sold! (Silvy Van Osselaer)
Een bezoekje aan de winkel. In het pre-Corona tijdperk was dat een puur
noodzakelijke verplaatsing. Eén van de vele af te werken punten op een drukke
agenda, die je er in een tijdspanne van ongeveer twaalf uur wou doordrukken. Een
checklist aan dingen. Winkelen was een detail. Niets om bij stil te staan.
Gewoon gaan met de beentjes, want er was nog een dozijn andere winkels om ook
even binnen te wippen en net die avond had je al afgesproken.
Vandaag - in het tijdperk waarin Corona heerst - plan ik een bezoekje aan
de winkel minutieus in. Ik heb tijd. Voorbereiding is alles. Eerst stel ik
mezelf tien keer de vraag: heb ik dat echt wel nodig? Zo ja, wanneer ga ik dan?
Even de website checken. Zou het er druk zijn? Neem ik een mondmasker mee? Heb ik handgel
bij? Wat doe ik als het te druk is?
Die laatste vraag is overigens vlot te beantwoorden. De auto keren en terug
naar huis rijden. Dat heb ik vandaag toch gedaan, bij mijn eerste poging. De
parking van de Hubo barstte immers al lichtjes uit haar voegen. Overladen vol
en er stonden nog zeker vijf auto's aan de oprit te duwen om erbij te kunnen.
Tussen al die wagens stond dan ook nog eens een lange rij aan "1,5m-schuivers".
Een term geboren tijdens het Corana-tijdperk. Aanschuiven met 1,5 meter voor en
achter je. Zelfs helemaal tot achter het hoekje. Geen zin in. Omkeren en wegwezen
dus.
Tweede poging. Een half uur voor sluitingstijd. Strategisch gekozen. Nog
redelijk wat auto's op de parking, maar geen wachtenden buiten. Top, ik waag
het erop. Netjes geregeld aan de ingang. Winkelkarretjes worden proper
gedesinfecteerd aangereikt. Iedereen moet er ééntje nemen. Als er dan toch iemand
de 1,5 meter social distancing doorbreekt, heb ik nog altijd 1,5 meter metaal
om iemand in de maag te splitsen. Of tactisch over de tenen heen te walsen. Vroeger
diende dat voornamelijk om je boodschappen in te leggen. Definities veranderen.
Ik neem de kar bij de horens en stap de winkel binnen. Dapper en onbevreesd.
Winkelbediendes lopen er rond met handschoenen en mondmaskers. Het heeft toch
iets onheilspellends. Zonder die twee items voel ik me plots onbeschermd en
onvoorzichtig. Even een rustig hoekje van de winkel opzoeken en mentaal
hergroeperen. Ik kan dit. Het is toch niet de eerste keer zeker. Vroeger was
dit iets van niets. Na deze positieve peptalk ben ik alweer vertrokken. Vijf
meter rechtdoor. Oei, twee mannen. Niet abnormaal voor een doe-het-zelf zaak
natuurlijk. Maar de gang is slechts vier meter breed en er staan twee mannen
naast elkaar. Erger nog, twee mannen die iets zoeken. Iedere vrouw weet dat als
mannen iets zoeken, ze het meestal niet onmiddellijk vinden en doen ze dus
verward. Ze dwarrelen van links naar rechts door de gang. Veilig passeren wordt
zo onmogelijk.
Rustig. We passen onze tactiek aan. Erger dan een potje zeeslag kan dit
toch niet worden. De winkel is het slagveld. Je ziet de pionnen duidelijk
staan. Je duikboot ligt in het water. Je hebt 10x10 hokjes om je doel te
bereiken en ondertussen zelf niet gekelderd te worden. Ik maak me de bedenking
dat een extra torpedo onder mijn winkelkar nu toch welkom zou zijn.
We zijn weer vertrokken. Het eerste item is snel veroverd. Inladen en
verder. Snelheid maken. Niets zo efficiënt als een verrassingsaanval. Gangen
met volk ontwijken. Lege gangen gebruiken om te vorderen. Stealth mode, maar
dan zonder camouflage. Het gedacht is alles. Spijtig dat die kar zo piept en
dat éne wieltje wat schuurt in de bochten.
Het tweede item is onvindbaar. Geduldig zoeken en eventueel eens vragen,
was iets voor het tijdperk zonder besmettelijk virus. Dus scheur ik naar de
kassa. Om me dankbaar terug te trekken tussen twee 1,5 meter afstand stickers
op de grond. Klaar om eventueel 1,5 meter vies voor- of achteruit te kijken indien
nodig. Maar de kust is veilig. Ik ben er geraakt.Nu nog enkel mijn bankkaart tussen de
terminal en het plexiglas erboven manoeuvreren en de klus is geklaard.
Eindelijk buiten. Ik voel me trots en onoverwinnelijk. Voorlopig doe ik dit
wel even niet meer. Een mens moet ook niet overdrijven in het tarten van het
geluk. Ik moest maar eens op een Corona-patrouilleschip botsen. Game over. (Silvy Van Osselaer)
Het is grijs buiten. Veel wind ook. Het groen in de tuin staat dik van de
regen. De wortels van de bomen, de stengels van de bloemen én de grond trekken
zich gulzig vol. De innerlijke reservoirs worden weer tot de nok gevuld. Klaar
om de volgende droge periode het hoofd te bieden.
April was immers warm en ongenadig in haar zonnestralen. Maar bloesemend in
de eerste kleuren van de lente. Genadig voor zij die zochten te ontsnappen aan
het enige hoofdpersonage van dit jaar, COVID-19 of Corona. Het virus dat ons
leven veranderde. Ons dagelijks leven beperkte tot ons kot. Telewerken de
norm werd. Onze ellenlange keuzelijst aan mogelijkheden tot ontspanning en
ontsnapping werd teruggebracht tot de tuin, een wandeling of fietstocht. Solo.
Jij en de wereld rondom. Maar zonder hem of haar erbij. Een terugkeer naar de
natuur. Die ons in deze periode - en ondanks onze vele fouten - opnieuw met
open armen lijkt te ontvangen. Warm in haar temperaturen en vrijgevig in haar
kleuren.
Maar vandaag is er veel wind. De wolken lijken te twijfelen tussen blauw en
grijs, regen of zon. De bomen wiebelen wild op en neer. Regendruppels geselen
met regelmaat de daken en ramen. Onrust heerst. De natuur beweegt zicht voort,
zoals de virologen de laatste week hun woorden hebben gewikt en gewogen. Er is
verandering op komst. Zijn we er al klaar voor? Gaat het niet te snel?
Onzekerheid slaat toe. Vertwijfeling heerst. Maar de politiek heeft gesproken.
De eerste versoepeling van de maatregelen wordt in stelling gebracht. De greep
op het virus wordt zachtjes gelost. Niet meer bij het nekvel, maar als een
speelbal in onze handen. Onvoorspelbaar en grillig. Loerend op een kans. Soms meedogenloos
in de afwerking.
Het is geen feestdag zoals anders. De
1ste mei mag dan wel tot dag van de arbeid gekroond zijn, maar het land
staat ongewoon stil. Geen viering voor sommigen. Geen uitstap voor anderen.
Geen bezoek voor velen. De mens wacht af en bereidt zich voor. De batterij
wordt weer opgeladen. Klaar voor de eerste horde: maandag 4 mei. De dag dat de Belg
officieel terug naar buiten mag treden om de bedrijvigheid aan te vatten. Of
zoals het strijdlied van de socialistische beweging vandaag zou klinken: "Ontwaakt: verworpenen der aarde ". Op 4 mei 2020 neemt de Belg zijn recht op
arbeid weer in eigen handen. Niet tegen de "rijkaard" deze keer, maar wel
gelijk en samen. Hoopvol, maar toch met een klein hartje. Tegen een onzichtbare
vijand deze keer. (Silvy Van Osselaer)