Wij - Belgen - klagen graag. Wij niet
alleen. Maar we zijn er goed in. Ook tijdens deze crisis komt dat in al
zijn vormen, kleuren en gradaties tot uiting. Er werden natuurlijk fouten
gemaakt. De lockdown weegt zwaar en het lossen van de maatregelen is een
kwestie van moeilijke keuzes. Een delicate balans tussen gezondheid en kwaliteit
van leven. Die elk moment in de verkeerde richting kan doorslaan, waardoor
vrijheden opnieuw zullen worden ingeperkt.
Gemakkelijk is het nooit. En
kritisch blijven, is belangrijk. Eén van onze grootste vrijheden. Het in vraag
stellen van alles. Een voorrecht, wat niet iedereen in deze wereld heeft. Maar
vandaag leven we in onze eigen bubbel en dan krijg je opmerkingen,
zoals "mogen wij nu echt maar met vier mensen afspreken?" Of "mogen wij nu echt
niet naar ons tweede verblijf?" Op dat moment denk ik dat onze interne balans -
lichtjes aangetast door opsluiting - een beetje in de verkeerde
richting overhelt. Er is nog weinig ruimte voor dankbaarheid. Voor de kleine,
maar waardevolle momenten in het leven. En vooral ... om wie we wel mogen zien.
Speciaal vandaag op "Moederdag".
Deze week verscheen er op Canvas
een nieuwe reportage van Rudi Vranckx, getiteld "Corona: de nieuwe frontlijn".
Niets beter om het leven terug in het juiste perspectief te zetten. Er kwamen getuigenissen aan bod
van mensen in Gaza, Congo, Syrië en Ecuador. Delen van de wereld die al langer
gebukt gaan onder oorlog, armoede, afscheid en verdriet. Waar de dood bij wijze
van spreken een abonnement heeft. En nu kreeg de man met de zeis nog wat extra
hulp. Een echte sluipmoordenaar: het coronavirus. De verhalen deden naar adem
snakken. Je zou er automatisch van naar de kast lopen om kaarsjes te laten
branden. Dit was er één van ...
Ecuador. Een land in
Zuid-Amerika, met als grootste stad Guayaquil. Thuis voor ongeveer 2,3 miljoen
inwoners. Dichtbevolkt. Arm en herstellend van een zware economische crisis.
Een kruidvat dus. Toen het coronavirus er toeslag en de mensen ziek werden,
belden ze - net zoals hier - naar de dokter. Maar niemand nam de telefoon op.
Toen de mensen zieker werden, brachten familieleden hen naar het ziekenhuis. Smekend om
hun geliefden een bed te geven. Maar ze werden geweigerd. Toen de mensen stierven,
belden ze naar elke bevoegde instantie om hun doden op te halen. Geen gehoor. In
luttele tijd na de uitbraak was het volledige gezondheidssysteem er ingestort. En
de leiding van het land afwezig.
Bewoners van Guayaquil moesten hun overledenen
dagenlang thuis bewaren. In een verzengende hitte, vergezeld door verrotting,
stank en ziekte. De doden, samen met de levenden onder één dak. Generaties bij elkaar, in kleine en overbevolkte
huisjes. Uiteindelijk werden ze door nood gedwongen om de lijken van hun gestorvenen zelf te begraven, verbranden
of op straat achter te laten. In kartonnen doodskisten. Verpakt in plastiek of een
deken. Als vuilnis gedumpt. Om nog later uiteindelijk te worden opgehaald door vrachtwagens, die hen afvoerden naar
een leeg stuk land ... gevuld met verloren zielen. In naamloze
graven. Zonder laatste rustplaats, voor familie om te bezoeken.
Volgens officiële cijfers zijn er
vandaag - zondag 10 mei - 29.071 gevallen van besmetting en 1.717 doden in heel
Ecuador. In de reportage van Rudi Vranckx gaf de minister van volksgezondheid echter toe dat het
werkelijke aantal veel hoger ligt. Waarschijnlijk rond de 350.000 besmette mensen
in Guayaquil alleen al. Geschat, want testen zijn er niet of toch niet voldoende. Er is geen beschermende kledij voor de zorgsector. Geen intensieve zorg voor alle
zieken. Geen zuurstof voor mensen zonder adem. Geen bedden om menswaardig in te
sterven. Sterven doe je daar overal. In het ziekenhuis, wachtend op de parking en
thuis. Het aantal doden weet niemand.
België heeft een bevolking van
ongeveer 10 miljoen inwoners. Vandaag - zondag 10 mei - hebben wij 53.081
bevestigde gevallen en 8.656 doden. Wat hoog is, dat laatste cijfer. Waar we
soms ook over klagen. Het is te hoog naar schatting. Te inclusief. Maar hier telkt elke dode wel mee. De maximale capaciteit van onze intensieve zorg werd in
de eerste golf - gelukkig - niet bereikt. Iedereen kreeg een bed. Iedereen
kreeg de best mogelijke zorg. Wanneer wij bellen ... zal iemand de telefoon
opnemen.
Niets is perfect, maar alles kan
veel slechter. Nu het nieuws niet langer over de grenzen heen gaat, zien wij
nog enkel onze eigen wereld. Onze eigen kleine bubbel. En die is soms grijs en donker.
Maar over de grenzen heen is het licht voor heel wat mensen al lang verdwenen.
Dus ... een beetje dankbaarheid. Voor
wat we vandaag wel hebben. Voor de mensen die we graag zien. Voor de extra
geliefden die we vandaag in onze "sociale bubbel" mogen verwelkomen. Voor zij
die vandaag kunnen vieren en gevierd worden. Want niets is voor altijd en voor
velen kan dit nog enkel in herinnering. (Silvy Van Osselaer)
Gelukkige Moederdag!
|