Dubbel wraak, een toneel met spanning en drama dat start met een man die
klaar staat om van een brug te springen. Doet hij het of doet hij het niet? Of
neemt hij eerst wraak?En op wie?
Ieder jaar voeren de drie hoogste jaren van de dictiegroep van
Muziekacademie Galmaarden een toneel op. Voor mij is het de tweede keer dat ik
aan een zon groot toneel deelneem. Ik kan er echt van genieten om op het
podium te staan, in de huid van iemand anders te kruipen en mezelf
vollediglaten gaan.
Ik ben begonnen met dictie in het derde leerjaar. In het begin vond ik
het allemaal niet zo leuk, maar ik heb al zeer veel bijgeleerd, enkel rustig
voor de klas staan lukt mij nog niet altijd even goed.
Vooraf:
Vanaf september begint het lezen van het toneel, dit vind ik echt een
heel saai gebeuren en ik heb dat het liefst meteen achter de rug. Later worden
de rollen verdeeld dit is wel spannend afwachten, waar ik vorig jaar een zeer
agressief familielid was van Julia, van het stuk Romeo en Julia, ben ik nu een
secretaresse die soms wel eens bezwijkt onder de stress en een roddel hier en
daar wel kan smaken. Het is altijd weer zoeken naar het personage tot het goed
voelt, dit jaar duurde dit wat langer dan vorig jaar, maar het lukt.
Nu zijn we volop bezig met de repetities, de kleine zijn achter de rug
en de generales volgen aan de lopende band. Het is soms moeilijk om alles te
organiseren, maar gelukkig heb ik vrij flexibele ouders, wat niet bij iedereen
zo is. Er zijn nog 2 grote generales te gaan en dan is het tijd voor het echte
werk, live voor al de mamas, papas, vrienden en jury.
Achteraf:
Oef, het is eindelijk achter de rug! Dat is mijn eerste gevoel wanneer
ik zaterdagavond in de zetel neerplof. Na een jaar lang werken is het nu
eindelijk voorbij, we hebben aan iedereen kunnen tonen wat we kunnen.
Het optreden vond ik meer dan geslaagd, er waren geen grote blunders en
de punten van de jury lagen zeer hoog. Ook heb publiek lachte graag mee,
alhoewel de mensen van zaterdagavond wat stiller waren dan zij van vrijdag.
Achter de schermen was het ook
grote ambiance, we waren met een vrij grote maar goed aan elkaar hangende groep.
Dat is heel belangrijk want in toneel moet je elkaar aanvoelen en op elkaar
kunnen rekenen.
Volgend jaar staan wij met Muziekacademie Galmaarden er weer met een
ander en wie weet nóg spannender stuk.
Met bijna heel onze klas trokken
we op museumdag naar het Magritte Museum in Brussel. Ik was heel nieuwsgierig
naar meerdere werken van René Magritte, want we hadden hem vorig jaar in
cultuurwetenschappen leren kennen met zijn bekende werk Ceci nest
pas une pipe. Het werk sprak mij wel aan en ik wou ook wel eens
te weten komen of er een dieper betekenis zat achter zijn werken.
Eenmaal in het museum was er heel veel om te bekijken en eigenlijk te
weinig tijd om alles in je op te nemen. De telefoontjes zijn voor sommige
mensen misschien handig, maar ik ergerde er mij dood aan. Het was niet concreet
genoeg voor iemand die niet veel kennis heeft van de kunstwereld en ook met de
beperkte tijd was het onmogelijk om een heel de uitleg af te luisteren. Nee,
geef mij maar een goede gids die weet wat hij aan het vertellen is. Natuurlijk
heb ik wel wat dingen bijgeleerd, Margritte schilderde bv. eerst in kubistische en futuristisch stroming voor
hij tot het surrealisme kwam. Ook zat er geen letterlijke betekenis in zijn
schilderijen of zoals hij zelf zei, "De betekenis van mijn schilderen
is deze die de toeschouwer er aan geeft".
Over de veiligheid in het museum kon zeker niet geklaagd worden, heel de
tijd voelde je de ogen van de bodyguards in je rug branden en vaak volgden ze
mee naar de volgende ruimte. Fotos nemen was dan ook onmogelijk. Wie het
probeerde mocht even snel alles weer verwijderen.
Ondanks de overbodige informatie en bodyguards heb ik nog veel
bijgeleerd over Rene Magritte, maar vooral mij heel veel verwonderd. Want dat
is het doel van Rene Magritte met zijn schilderijen, verwondering en verbazing
oproepen bij zijn toeschouwers.
officiële site Magritte Museum: http://www.musee-magritte-museum.be/Portail/Site/Typo3.asp?lang=FR&id=languagedetect
30 Seconds To Mars is een rockband, opgericht
in 1998 door acteur Jared Leto (bekend van onder andere Fight Club en Requiem
For A Dream) als zanger/gitarist en broer Shannon Leto als drummer. De
bedoeling was dat het een klein familie projectje bleef, maar niet veel later
kwam Matt Wachter bij de band als bassist en op de keyboards. Nadat de eerste
twee gitaristen Kevin Drake en Solon Bixler de band uitgingen, kwam Tomo
Milicevic bij de band om de band compleet te maken. Ookal is Jared een
Hollywood acteur, hij wil niet dat zijn roem als acteur gebruikt word om de
band te promoten. In 2002 kwam hun eerste plaat uit, getiteld 30 Seconds To
Mars. Deze plaat was geproduceerd door Bob Ezrin. 3 jaar later, in 2005 kwam
A Beautiful Lie uit, hun tweede plaat. Deze is geproduceerd door Josh Abraham
(onder andere bekend van Linkin Park en Velvet Revolver) en deze plaat heeft de
platina status bereikt. In 2007 gaat de band voor het eerst touren in het vaste
land van Europa.
Luc Van Hove Ouverture La Sfida, op. 47 (wereld
creatie) Samuel Barber Concerto voor viool en orkest, op. 14 Pyotr Tchaikovsky Symfonie nr. 4, op. 36
Roberto
Minczuk leidt een veelbelovend programma waarin nieuw werk van Luc Van Hove de
luisterhonger opwekt. De Belgische topviolist Yossif Ivanov - 2e prijs Koningin
Elisabethwedstrijd 2005 - vertolkt het Vioolconcerto van Samuel Barber,
waarin lyriek aan een vleugje jazz gekoppeld wordt. Tsjajkovski gunt de
luisteraars tot slot een blik in zijn ziel aan de hand van zijn Vierde
symfonie.
Vanaf het
begin van zijn traject als choreograaf werd Sidi Larbi Cherkaoui geïntrigeerd
door de zoektocht van de mens naar het goddelijke, door de sterke
aanwezigheid en de constante verwarring die het opperwezen in de geest van de
mensheid teweegbrengt. Samen met choreograaf Damien Jalet ziet hij zijn nieuw
werk, Babel (Words), als een natuurlijk vervolg op zijn eerdere
verkenning van het menselijke streven naar redding. Tegelijk biedt Babel(Words)
een tegengewicht voor de verzoening en vrede die door zijn eerdere
choreografieën Origine en Sutra schemeren. Babel (Words)
begint met de veronderstelling: wat als Babel gelukt was? Wat als de ambitie
of de aanmatiging de hemel te bereiken, gesymboliseerd door het volk van
Sinear en deze onmogelijk hoge toren, niet was verijdeld maar helemaal
verwezenlijkt?
Toen ik voor het eerst hoorde dat 30 Seconds To Mars
naar België kwam, sprong ik een gat in de lucht. Eindelijk! Ik heb deze groep
leren kennen in het tweede middelbaar via een vriendin, ik moest er even aan
wennen, maar nu zou ik niet meer zonder kunnen. In tegenstelling tot de liedjes
die je dagelijks op MNM etc. hoort, ben je ze niet na een twee keer horen beu,
ik kan nog steeds genieten van hun allereerste liedjes.
We
kwamen door het fout instellen van de GPS wat later dan voorzien toe in Vorst
Nationaal, we hadden nog net een klein stukje opgepikt van het eerste
voorprogramma, maar het leek niet alsof we iets hadden gemist. Er was, buiten
enkele fanatiekelingen, nog geen ambiance in de zaal. Het tweede voorprogramma
van Street Drum Corps maakte daar een einde aan, zij konden de hele zaal laten meedoen.
Het was echt een aangename verrassing, ondertussen heb ik al gezocht naar
liedjes van hen, maar goede versies lijken onvindbaar. Het was een heel leuk
voorprogramma, maar toch was het met spanning afwachten tot 30 Seconds To Mars
het podium opkwam.
Toen
ze eindelijk opkwamen barste het feest los, ik heb mij echt ongelofelijk
geamuseerd. Ook omdat ik de liedjes al kende was het leuk om zo hard mogelijk
mee te zingen en je gewoon te laten gaan. Daarom ben ik ook wat tegen
zitplaatsen bij concerten. Ik heb het één keer gedaan, maar er was echt niets
aan. Je voelt iedereen naar elkaar kijken van, gaan we rechtstaan? Ja? Nee? Nu
kies ik dus resoluut voor staanplaatsen.
Het is ook grappig om te zien wat artiesten een
publiek kunnen laten doen. Wij moesten een open cirkel maken en opeens zei de
zanger, Jared Leto, ga er maar rondjes in lopen. Echt grappig want er waren
mensen zo zot om het te doen.
Gehoord op 7 mei in Bozar, Brussel: Het Nationaal
Orkest van België o.l.v. Roberto Minczuk in werk van Luc van Hove (creatie),
Samuel Barber en Peter Tsjaikovski, m.m.v. Yossif Ivanov (viool).
De verkiezingsslogan van president Obama Yes, We
Can!is ook het motto van het nieuwste werk van de Belgische
componist Luc van Hove. Van het Nationaal Orkest van België kreeg hij de
opdracht een orkestwerk te schrijven dat gespeeld kon worden op een concert
waar al een symfonie en een concerto op het programma stonden. Een ouverture
leek onafwendbaar. Van Hove putte zijn inspiratie uit de klimaatproblematiek
die afgelopen winter wekenlang de media beheerste. Al verliep de top moeizaam
en blijft de toekomst koffiedik kijken, de muziek zorgt voor een positieve
noot. Het is een heel open, joyeus werk, verklaart de componist in een
interview met Staalkaart. Ik wilde geen stuk maken dat stilstaat bij het
eigen afschuwelijke lot, maar een dynamiek uitdrukken, een wil om iets te
veranderen. De keuze voor de titel La Sfida (De Uitdaging)
neemt de laatste twijfel weg: hier is een dromer aan het schrijven
gegaan.
La Sfida klinkt dromerig, en allesbehalve krampachtig, stuurs
of epileptisch. Het is een evenwichtig, rustig opgebouwd geheel dat
toegankelijk en transparant blijft tot het einde. Het stuk vertrekt vanuit de
stilte en bloeit soepel open: een trage stroom strijkers, zacht verende pauken
en hoge fluittonen. Vergrote afstanden die smachten naar een oplossing is een
herkenbaar en steeds terugkerend gegeven. Het werk groeit naar een climax door
toename van tempo, spanning en interne dynamiek. De kopers mengen zich pas
later in het discours. Ik had een heel goed gevoel bij deze muziek. Van Hove
verlost de muziek van al te veel abstractie en laat ze voor zich spreken. Hij
heeft het vak in de vingers en weet bovendien schoonheid te creëren. Het
triomfantelijke slot geeft hij zonnigheid en warmte mee, elementen die ook al
in Van Hoves opera La Strada opvielen.
Het orkest heeft heel goed gespeeld, maar schuchter.
Suspens en reliëf, durf en vooral ontlading bleven in de knop. Als achteraf
bleek dat iemand op het allerlaatste moment is moeten invallen voor de zieke
concertmeester, is dat begrijpelijk. Orkesten moeten evenwel meer de kans
krijgen een nieuw hedendaags werk langer in te studeren, er vertrouwd mee te
geraken, het zich eigen te maken en het meermaals voor publiek te brengen, geen
drie keer, maar dertig keer. Goed nieuws is dat La Sfida die kans
inderdaad gaat krijgen. Volgend jaar zou het werk opnieuw gespeeld worden.
Yossif Ivanov, gelauwerde 2e prijswinnaar
op de Koningin Elisabethwedstrijd Viool in 2005, was solist in het
Vioolconcerto van Samuel Barber. Ivanov bespeelt een Stradivarius en daar kon
je in dit specifieke concerto voluit van genieten, in zwelgen zeg maar. Barber
laat de viool namelijk vanaf de beginmaten al onmetelijk lyrisch uithalen in
een verschroeiende melodie, terwijl de orkestpartij zich daar tegenaan schurkt
als een snorrende Garfield. Ivanov speelde altijd stijlvol en het NOB haalde
zijn beste solisten boven in deel één en twee. Het hitsige presto waarmee het
concerto besluit haalde in Ivanov het wedstrijdbeest weer naar boven. Hij
gaf zich totaal, zonder dat hem dat zichtbaar moeite kostte. Van het NOB kon
dat niet gezegd worden. Elektriciteit en elasticiteit ontbraken. Jammer toch
dat dit orkest dat zoveel in zijn mars heeft eens geen drie minuten volle
petrol kan geven. Misschien lag het aan de dirigent. Dit orkest heeft meer
nodig dan een brave gust die zo gaf hij de indruk thuis oefent voor de
spiegel.
Voor de pauze gaf Yossif Ivanov als bisnummer nog een
doorleefde en pittige uitvoering weg van Les Furies uit de 2e
Sonate van Eugène Ysaÿe.
Daarna was de tragische 4e
Symfonie van Peter Tsjaikovski aan de beurt. Ik houd van Tsjaikovski omdat
zijn muziek zo waarachtig, kwetsbaar en open is. En de 4de symfonie
gaat over de steeds terugkerende noodlotsgedachte van de componist, want hij is
wanhopig over zijn homoseksuele geaardheid. In een brief aan zijn rijke
bewonderaarster Nadezjda von Meck, schreef Tsajkovski tijdens het
componeerproces van het eerste deel: het hoofdthema zou de neerslachtigheid
kunnen weergeven, het leven zonder hoop. Het tweede thema zou de vlucht uit de
werkelijkheid kunnen weergeven Het wordt een slagveld waarin de troostende
droom en de bijtende werkelijkheid tegenover elkaar staan. In muziektaal
betekent dit: orkest, barst gerust in snikken uit. De woorden van Tsjaikovski
zijn toch gefundenes Fressen? Bij het eerste deel schrijft de componist toch
ook con anima. Maar het NOBspeelde veel te ingehouden. Ik
herinner me uitvoeringen onder Leonard Bernstein en recenter onder Valery
Gergiev waar overdrijving zelfs gepast is. Hier bij het NOB werd wel moeite
gedaan, maar nog niet bezield gespeeld. Voor mij is dan de kous af. Ik hoor nog
wel de fagot die wèl zijn ziel in de muziek legt en de hobo en de fluit die van
iedere solo een juweeltje maken, en de cello-groep die in het Andantino het
publiek muisstil krijgt maar het orkest in zijn geheel zou bezield moeten
klinken, en dat is niet het geval. Ik blijf, met Luc Van Hove, hopen opde
wil om iets te veranderen.
Het is
vrijdag avond en ik haast mij om op tijd klaar te zijn om mijn laatste
culturele uitstap te maken voor esthetica. Dit keer heb ik gekozen voor een
klassiek concert gespeeld door het nationaal orkest van België. Het is mijn
laatste grote uitdaging en dan heb ik van alles iets geproefd, ik ben benieuwd
Nog goed op
tijd komen we aan in het Paleis voor Schone kunsten, de mensen die je naar de
juiste zaal helpen zijn vriendelijk. Maar eenmaal klaar om onze plaatsen te
zoeken voel je dat de sfeer strenger en serieuzer wordt een oudere man komt ons
heel nogal nors onze plek wijzen.
Het concert was goed, maar te
langdradig. Ik ben al geen instrument of muziekkenner en na een tijdje begon ik
het toch vervelend te vinden. Bij het begin van het concert hoor je in de
muziek verschillende verhaaltjes zoals de zeven dwergen die vrolijk terug naar
huis keren maar plots merken dat er iemand in hun huisje is, voorzichtig lopen
ze dan de trap op en schrikken heel hard wanneer ze sneeuwwitje zien.
Maar na een tijdje raakt je energie
op om zo geconcentreerd te blijven luisteren en je begint dus maar wat rond te
kijken in de zaal, je zoekt wie er ligt te slapen en stelt je in plaats van bij
de muziek, bij de mensen verhaaltjes voor.
Ik vond het concert op zich niet slecht,
maar voor mij hoeft er geen tweede keer te komen. Het duurde net iets te lang.
BRUSSEL - De
choreografen Sidi Larbi Cherkaoui en Damien Jalet creëerden 'Babel', een
dansvoorstelling over wat taal zoal vermag. En dat is veel, zo blijkt.
Misschien zelfs te veel.
Van onze
redactrice
'Elkaars handen vasthouden, herinnert ons aan de tijd waarin je samen niets kon
zeggen', vertelt een van de dansers ons. In
Babel houdt men elkaars
handen vast, maar gebruikt men die evengoed om met krachtige halen het
territorium af te bakenen, om te strelen, te grijpen en te kwetsen.
Zo vergaat het ook de taal, wil
Babel ons vertellen: we gebruiken vaak
dezelfde woorden om tegengestelde boodschappen duidelijk te maken. De
choreografen Sidi Larbi Cherkaoui en Damien Jalet flirten een kleine twee uur
lang met die tegenstellingen, die soms uitgroeien tot een conflict maar elkaar
ook net in evenwicht kunnen houden.
Op het podium lijken alle talen verenigd: muziek, gesproken en geschreven
woord, bewegings- en lichaamstaal en in het decor ook de suggestieve taal van
de beeldende kunst. De kunstenaar Antony Gormley creëerde namelijk een set aan
stalen volumes - skeletten van een afgebakend stukje ruimte - die tijdens de
voorstelling als puzzelstukken in elkaar worden geschoven en vorm krijgen als
gevangenis of als boksring, of de dansers helpen de zwaartekracht te tarten.
Ook in de ordening van de ruimte zitten tegenstellingen vervat.
Hoe abstract de taal ook kan zijn, je kunt er een zeer concrete wereld mee
bouwen. Dat is precies wat er in
Babel gebeurt: Cherkaoui en Jalet
presenteren de wereld als een lapjesdeken door de veelheid aan situaties die ze
op scène zetten. Nu eens slaat de Kodo-muzikant Shogo Yoshii dreigend op zijn
trom en balt de energie van de dansers zich tot een taalgevecht, dan weer
worden harde woorden gesust met zachte klanken, tot het praten zingen wordt en
we aan emotie genoeg hebben, eerder dan aan betekenis.
Er is woede door de grenzen die we onszelf stellen, er is warmte ondanks de
huid die ons van elkaar scheidt, er is individualiteit binnen het uniformerende
systeem waarin we steeds sneller meedraaien, er is de onzekerheid die ons rest
over de toekomst van onze talen, er is de kakofonie van het teveel.
Babel kun
je onmogelijk in een beschouwing van honderd lijnen vatten.
De voorstelling is onwaarschijnlijk rijk aan ideeën, tegenstellingen, nuances
en sluimerende idealen.
Het maakt
Babel enerzijds rijk en vol, anderzijds dreigt de voorstelling
door die bom aan indrukken ook net te versplinteren.
Babel
probeert namelijk zo allesomvattend te zijn dat de betekenissen
elkaar bijtijds verdringen. Elke flard choreografie lijkt ons op iets in de
wereld te wijzen en de verwijzingen stapelen zich op tot een Babylonische toren
waarvan we ons afvragen wanneer die zal instorten.
Maar dat gebeurt gelukkig niet, daarvoor is
Babel te intelligent
geconstrueerd. De overvloed van Babel is het uitgangspunt, met achttien
artiesten uit dertien landen, die zich uitdrukken in vijftien verschillende
talen en zeven religies vertegenwoordigen. Diversiteit hoeft niet noodzakelijk
tot het failliet van een ideaal te leiden, lijkt Babel in duizend-en-een
talen te tonen. En daar is deze voorstelling het bewijs van.
'Babel', een productie van Eastman en
De Munt, nog op 29 & 30 april in het Koninklijk Circus, Brussel. Vanaf
september op tournee.
In het Concertgebouw in Brugge speelt op
7 mei ook 'Dunas', een productie van Sidi Larbi Cherkaoui en Maria Pagés.
Ceci nest pas une pipe. Eén van de weinige schilderijen die de weg naar menig studentenkot wél
heeft gevonden.
Geen
Amerikaanse nihilist, maar één van Belgisch grootste kunstenaars heeft sinds
kort, onder andere met zijn pijp, een nieuw eigen museum in het hartje van
Brussel. Laat je niet vangen door dat andere Magritte-museum in Jette.
We hebben het hier wel duidelijk over een tentoonstelling van drie etages die
sinds twee juni laatstleden permanent gehuisvest is aan het Koningsplein, op
tien minuten wandelafstand van station Brussel-Centraal.
Zelfs op een
broeierig hete zomerdag, als wij het pand bezoeken, is het koppen tellen. De
niets aflatende belangstelling voor de man met de bolhoed bekoort toeristen uit
alle windrichtingen, maar evengoed le Belge.
Compagnon
Naast erg
toegankelijke kunstwerken zoals zijn pijp of de Sabena-vogel, kom je ook erg
diepe, bijna kwalijke kunst tegen die niet te doorgronden valt. De titels van
de werken zijn vaak frappant, maar hij bedacht ze niet zelf, laten wij ons
vertellen. Hij had een compagnon die ze neerschreef en achteraf veranderde
Magritte ze opnieuw.
Het museum
telt drie etages gewijd aan zijn kunstwerken, die naast schilderijen, ook
voorwerpen en collages telt. Op de muren zijn talloze citaten van hem terug te
vinden, waardoor zijn poëtisch talent ook doorschemert op zijn taferelen.
In de museumwinkel kan je de meeste werken in verschillende vormen en maten
terugvinden, alsook leuke gimmicks zoals een ellenlang zwiepend potlood waarvan
wij de vrijheid namen één mee te nemen als souvenir. Een absolute aanrader voor
de kunstliefhebber.
Niets wetend en niets verwachtend
stappen we met zn drieën door Brussel en wat heeft het Centraal station veel
uitgangen HELP!
Eens ons door de massa heen te
hebben gewurmd gaan we op zoek naar onze plaatsen, ik kreeg meteen een acute
aanval van hoogtevrees, want zo hoog en zonder
enige steun of leuning brrr
De stoelen waren wel heel
charmant en ik vond ze zelfs comfortabeler dan de pluchen cinemazetels van
tegenwoordig.
De voorstelling start en een gsm
ook, VRESELIJK! Zeker wanneer de eigenaar die niet uitzet. Maar hij kon dan ook
wel op genoeg reactie rekenen van het publiek.
We waren zonder enige
voorbereiding of zonder te weten waar Babel over ging naar Het Paleis voor
schone kunsten naar Brussel getrokken. Het was dan ook een grote verassing toen
een meisje in het Engels begon uit te leggen hoe de communicatie vroeger
verliep en de mogelijke misverstanden. Wordt het een toneel? Maar niets is
minder waar, in de voorstelling zat zowel toneel als dans, gebarentaal en een
goede dosis humor.
Het decor wisselde ook
voortdurend, maar niet van aard, het licht gaat uit en alles wordt verplaatst.
Nee, de ijzeren kaders werden in vloeiende en bijpassende bewegingen
verplaatst. Nog eens een bewijs dat er niet veel verschillende decors moeten
zijn en ze niet duur moeten zijn om een effect te creëren.
Ook was het soms de moeite waard
om naar de schaduwen te kijken die op het zijdelingse doek verschenen.
Waarover Babel juist gaat, hangt
volgens mij af van hoe je de dingen opvat. De rode draad in het hele stuk was,
denk ik dan, communicatie. Maar ook kritiek op de huidige maatschappij kon je
duidelijk herkennen.
Ik zou hier duizend en één dingen
kunnen vertellen die mij zijn opgevallen en die ik heb afgeleid uit het stuk,
maar om het kort te houden som ik er een paar op.
Een Franstalige man praat over
zijn liefde, niet veel later wordt hij door steeds maar kleiner te worden en
van onder zijn kostuum een bontvel tevoorschijn te halen, een oermens is
geboren. Bij de oermens is de liefde zo simpel, aangetrokken zijn door aan het
meisje haar gat en oksels te ruiken. Maar eens het bontvel uit, en terug in de
volwaardige grootte, kom je terug bij de ingewikkelde liefde, het koppel moet
dringend eens praten. Weer een verwijzing naar communicatie en kritiek op de
hedendaagse maatschappij.
Ook begint er op een moment een
Engelsman op te scheppen over hoe goed zijn taal is, de grootste en beste taal
van allemaal. Maar daar zijn de (twaalf!) andere nationaliteiten op het podium
het niet mee eens. Opeens ontstaat er een conflict over wie de beste taal
heeft. Heel grappig om te horen zeker wanneer een Japanner zijn taal begint te
verdedigen, jij als publiek begrijpt er niets van, tot je hem midden in zijn
preek merken hoort opsommen als Sony, Panasonic, Samsung, en ga zo maar door
Ten slotte is er het stukje dat
bij mij voor de meeste hilariteit zorgde. Een robot staat aan de controle voor
de luchthaven. Op een moment komt er een vrouw lastig doen. De robot doet haar
uiterste best, maar de mevrouw wil uiteindelijk toch niet meer mee met de
vlucht waardoor de robot blijft hangen en doorslaat. Héél grappig om te zien,
omdat de robot gespeeld wordt door een vrouw en ze ook heel de voorstelling
weer blijft opduiken. Hoe iemand dit een hele voorstelling kan volhouden, ik
heb er alleen maar bewondering voor. Ze slaagde erin de robot levensecht te
laten lijken.
Niets dan lof voor Babel, maar om
toch één kleine puntje aan te halen. Er was op een moment een naakt bovenlichaam
te zien dat volgens mij volledig nutteloos was.
Toch een heel mooi en verrassend
stuk dat niet voor niets een staande ovatie kreeg van het publiek.
Buiten aan het Magritte Museum, waar we eerst Ceci n'est pas une pipe (1929) Een heel bekend werk twee keer rond moeten hebben lopen voor we de van René Magritte. ingang vonden :)
The big family (1963) Een misschien minder bekend werk van René Magritte die mij heel erg aanspreekt. Langs de ene kant zie ik er vrijheid in door de vogel, maar het lijkt ook gevangen te zitten in de wolken, de lucht. Gevangen in zijn eigen vrijheid.
Rene Magritte is één van de
belangrijkste surrealisten van de vorige eeuw. Met een geheel eigen stijl en
een aantal beroemde werken heeft hij richting gegeven aan de surrealistische
stroming. Nog steeds - bijna 40 jaar na zijn dood - is er wereldwijd veel
belangstelling voor het werk van Magritte. En niet voor niets: lees, kijk en
geniet!
Het leven
van Magritte
Rene Magritte wordt geboren in 1898 te Lessen in België. Als Magritte 13 jaar
oud is pleegt zijn moeder zelfmoord. Ze springt in de Samber en wordt gevonden
met haar gezicht bedekt. Dit heeft grote invloed gehad op het leven - en werk -
van Magritte. Bedekte gezichten zijn ook regelmatig door hem op doek gezet.
In zijn jonge jaren zoekt Magritte in de richting van de kunststromingen
kubisme en futurisme. Maar in 1924 raakt hij bevriend met enkele leden uit de
Brusselse surrealisme groep: André Breton, Joan Miró en Salvador Dalí. Zij
beïnvloeden hem en zijn werk; en uiteindelijk is hij groot geworden met
schilderijen die surrealistisch van aard zijn. In de oorlogsjaren is hij één
van de voorlopers van de surrealistische beweging. In de decennia die volgen
geniet hij wereldwijde erkenning en zijn werken worden geëxposeerd van Parijs
tot in New York. Op 15 augustus 1967, kort na een grote expositie van zijn werk
in het museum Boymans-van-Beuningen in Rotterdam, sterft Magritte in Brussel op
69-jarige leeftijd.
Het werk van
Magritte
´De verdwaalde jockey´ uit 1926 was zijn eerste geslaagde surrealistische werk.
Hiernaast zie je een afbeelding van het schilderij. Het surrealisme was tot dan
toe vooral nogal dromerig van aard. Maar Magritte gaf in zijn schilderijen meer
een realistisch effect weer van het surrealisme. Hij gaf vooral vaak voorwerpen
weer, zoals een schoen, een appel, een pijp of een boom. Deze haalde hij uit
hun gewone omgeving en plaatste ze in een aparte atmosfeer. Hieronder een
aantal van de schilderijen van Rene Magritte.
District
9 is een sciencefictionfilm uit 2009, geregisseerd door Neill Blomkap en
geproduceerd door Peter Jackson
Kort-film regisseur Neill Blomkamp is geboren in
Zuid-Afrika. Hij vestigde zich in zijn vakgebied met een hand-held,
first-person camera stijl. Ook werd hij zeer gewild om zijn vermogen om de computer-gegenereerde mix effecten
met naturalistische elementen van een film. Al snel wordt hij een populaire
directeur voor reclame en
voorzag zijn kennis van visuele effecten voor een aantal Amerikaanse tv-shows
zoals Smallville en Dark Angel, voor hij zijn vaardigheden combineerde als de
regisseur van een speelfilm, District 9.
Cammila Albertson, All Movie Guide
inhoud:
28 jaar geleden maakten aliens
voor het eerst contact met de aarde. Mensen zaten te wachten op de
vijandige aanval, of de gigantische vooruitgang in technologie. Geen
van beiden kwam. In plaats daarvan werden de aliens vluchtelingen van
hun thuiswereld. De aliens werden geplaatst in een geïmproviseerd
vluchtelingenkamp in Zuid-Afrika, District 9, terwijl de naties van de wereld overlegden wat ze met de aliens gingen doen.
Nu is het geduld opgeraakt. De controle over de situatie is
uitbesteed aan Multi-National United (MNU), een zelfstandige
organisatie ongeïnteresseerd in het welzijn van de aliens. MNU
maakt enorme winst wanneer zij de krachtige wapens van de aliens
werkend krijgen. Tot nu toe hebben zij gefaald, het activeren van de
wapens vereist DNA van de aliens. De spanning tussen de aliens en de mensen komt tot een hoogtepunt wanneer MNU-medewerker, Wikus van der Merwe (Sharlto Copley),
een alien-virus oploopt waardoor zijn DNA begint te veranderen. Wikus
wordt al snel de meest gezochte man ter wereld, en tevens de meest
waardevolle - hij is de sleutel tot het ontrafelen van het geheim van
alien-technologie. Weggejaagd en zonder vrienden is er maar
één plek voor hem om te schuilen: District 9.
Grote namen zoals Nadar, Lewis Carroll, Man Ray, Henri Cartier-Bresson,
Sebastião Salgado, Abbas, en Oliviero Toscani worden hier
voorgesteld naast anonieme of minder bekende foto's; alle beelden wekten echter de ethische of juridische afschuw op van het op dat moment geldende gedachtegoed.
Sinds haar uitvinding is de fotografie het voorwerp geweest van talloze controverses en opzienbarende processen.
Als
symbool van vrijheid van meningsuiting en van de individuele rechten,
maar ook van de macht en het geld, wordt de fotografie regelmatig
geconfronteerd met de autoriteiten, met censuur of manipulatie.
Ze wekte vurige debatten op, die vaak voor de rechtbanken eindigden.
Deze tentoonstelling was aanvankelijk te zien in het Musée de l'Elysée van Lausanne
en stelt een uitgebreide keuze voor van beroemde en minder bekende
foto?s die het voorwerp hebben uitgemaakt van processen of polemieken,
vanaf het prille begin van dit medium tot en met de hedendaagse kunst.
Dankzij
deze bloemlezing krijgt de bezoeker een beter inzicht in de manier
waarop de maatschappijen en de culturen de beelden uit hun tijd
beschouwden.
Een conflict of een controverse is volgens
Christian Pirker een ?gevoelige plaat? waarop de overtuigingen van een
maatschappij op een welbepaald moment worden blootgelegd.
Waarom oogst de ene foto bewondering en wordt de andere gecensureerd of vervolgd?
Deze
controverses kunnen ons veel leren over het verleden, maar ze kunnen
ons ook meer vertellen over ons heden en over de manier waarop we
vandaag de foto?s bekijken, die in een ander tijdperk aan de schandpaal
werden genageld.
Dit vormt een essentiële mogelijkheid om
ons vragen te stellen bij de wijze waarop ons foto?s van het heden
worden voorgelegd en de wijze waarop wij die ontvangen.
In de thema?s van de tentoonstelling worden dus verschillende vraagstukken aangesneden:
de waarheidsgetrouwheid van een boodschap en de authenticiteit van een
fotoafdruk, de auteursrechten, de vraag wat volgens de morele normen al
dan niet gefotografeerd mag worden, en de politieke macht van de
beelden en de controle erop.
De gekozen voorbeelden omvatten
zowel kunstwerken als reclame- of journalistieke foto?s, en helpen ons
bij het beter begrijpen van de voornaamste principes die de
fotografische creatie van 1839 tot op heden inspireren.
Een
boeiend traject door de zeden en de beelden, waaraan wij enkele beelden
toevoegen die bij ons voor controverse hebben gezorgd.
Gepresenteerde fotografen :
Hippolyte
Bayard, Nadar (Félix Tournachon) en Adrien Tournachon, Mayer en
Pierson, Lewis Carroll, Bruno Braquehais, Eugène Appert,
Napoléon Sarony, Secundo Pia, Max Priester en Willy Wilcke,
Rudolf Lehnert en Ernst Landrock, Lewis Hine, Frances Griffiths,
Charles Spencer Chaplin, Man Ray, Pierre Gilliard en Marc Bischofflewis
Hine, Henri Cartier-Bresson, Robert Capa, Captain Provand en Indre
Shira, Walter Frentz, Fotodienst van het Engelse Leger, David E.
Scherman, Evgueni Khaldei, Boris Lipnitzki, Robert Doisneau, Richard
Avedon, Alberto Korda, Marc Garanger, Ladislav Bielik, Nasa, Irina
Ionesco, Larry Clark, Horst Faas, Nick Ut, Guy Bourdin, Ian Bradshaw,
Garry Gross, Robert Mapplethorpe, Jahangir Razmi, Art Rogersgraham
Ovenden, Sebastião Salgado, Frank Fournier, Annelies Strba,
Andres Serrano, Jock Sturges, Robert Maass, René Zurcher,
Oliviero Toscani, Kevin Carter, Paul Watson, Wolfgang Volz, Abbas,
Jacques Langevin, Alberto Sorbelli, Gisela Blau, Tom Forsythe, Luc
Delahaye, Steven Meisel, Todd Maisel, Mladen Antonov, Michael Light,
David Lachapelle, Isabelle Favre.
Waarschuwing voor het publiek :
Sommige beelden zijn niet aangeraden voor gevoelige bezoekers, en vooral niet voor kinderen.
Curatoren van de tentoonstelling :
Daniel Girardin, curator van Musée de L?Elysée
en Christian Pirker, advocaat aan de balie van Genève.
De tentoonstelling Controverses in Botanique onthult het verhaal achter het
beeld en doet dat met veel bravoure. De meest bekende foto's passeren de revue
en laten je ontdekken wat ze echt beroemd hebben gemaakt.
Controverses deed onlangs heel wat stof opwaaien in Parijs.
De puriteinen in de lichtstad vinden een naakte tienjarige Brooke
Shields immers iets te veel van het goede en bestempelen het werk als
kinderporno. In Brussel hangt de foto zonder veel poeha naast die van een man
met een zweep in zijn aars. Zo zie je maar, puriteinen heb je in alle soorten.
Van Wilde tot artistiek naakt
En zo wordt meteen de toon gezet van deze tentoonstelling die de
geschiedenis van de fotografie weergeeft in een tachtigtal schandalen.
Chronologisch geordend gidsen de foto's je doorheen het beeldgeheugen van de
wereld.
De controverse start al bij het prille begin van de fotografie. Wanneer de
Ierse schrijver Oscar Wilde zich laat fotograferen door Napoleon
Sarony en deze foto ettelijke malen wordt gekopieerd, gaat de bal goed
aan het rollen. Meneer Sarony wil namelijk geld zien en eist erkend te worden
als auteur van de foto. Na veel vijven en zessen verwerft de fotografie aan het
eind van de 19de eeuw de status van kunst. Maar daarmee is de kous nog niet af.
Wat doe je met foto's die gecensureerd worden? Waar trek je de grens tussen
kunst en het louter vastleggen van feiten?
Het beeld is ook op allerlei manieren misbruikt geweest. Wordt er een foto
gevonden van soldaten die staan te pronken met afgehakte hoofden? Maak er de
tegenpartij maar eens flink beschaamd mee. Ben je je partijvoorzitter opeens
beu? Even retoucheren en de man bestaat niet meer. Wil je wat gevoelens
losweken bij het publiek? Ensceneer een tragische situatie en de hele wereld
plengt zowaar een traan.
De reeks sluit af met - hoe kan het ook anders - de blote mensen van Spencer
Tunick. Spencer maakt kunst, terwijl een persfotograaf die het
gebeuren meevolgt een proces aan zijn been krijgt voor het fotograferen van
(aangeklede!) deelnemers.
Context telt
Een afwisseling tussen kunst -en persfotografie zorgt ervoor dat het geheel
nooit louter als een beknopte geschiedenis van de twintigste eeuw wordt
ervaren. Er wordt evenveel belang gehecht aan een foto die een obscene Barbie
mixt als aan een foto van de vlag van de Sovjet-Unie op de verwoeste Reichstag
in Berlijn. Leuk is ook dat je het verhaal achter bekende foto's te weten komt.
Of heb je je nooit afgevraagd welke fotograaf er mee voor heeft gezorgd dat het
bekende Che Guevara-hoofd een icoon is geworden?
Wie de moeite niet neemt om de begeleidende teksten bij de foto's te lezen,
zal niets aan deze tentoonstelling hebben. Want voor één keer is het de context
die in de kijker staat, en niet de foto zelf. Het mooie aan Controverses is dat
het ook de toeschouwer dwingt om vragen te stellen bij de juridische of
ethische kwesties die fotografie soms opwerpt.
Ik blader door de krant en
daar staat het: Controverses. Een expo over foto's die geleid hebben tot
opspraak, controverses en processen. De tentoonstelling spreekt mij zeer aan en
beter laat dan nooit gaan we deze met een groepje bezoeken.
Het is koud en de bomen verliezen hun bladeren door de harde wind die ook nog
eens mijn haar in de war brengt of zeg maar, in de lucht. Met een groepje vrienden
vertrekken we naar Brussel en stappen we afin het Noord station, wat betekend dat we enkele strip-clubs voorbij
moeten. Het was weer eens iets anders dan de zwart-witte gevlekte koeien naast
mij in de wei. Alhoewel, ik heb me wel even zo gevoeld wanneer we onze weg niet
meer vonden en noodgedwongen voorbijgangers moesten aanspreken, geen van hen
reageerde.
Gelukkig kwamen we dankzij
een vriendelijke man met ons vieren toe in een mooie tuin midden in de drukte.
Heel vreemd, maar rustgevend. Je hoort de autos nog, maar het lijkt wel alsof
ze bij het decor horen, alles om je heen lijkt er weg te vallen.
Na even rond te lopen en luchtfotos
proberen te nemen van onszelf, wat niet lukt trouwens, gaan we beginnen aan het
serieuze werk: de expo.
We komen terecht in een zaal die begint met het ontstaan van de fotografie tot
en met de hedendaagse kunst en veel mensen die eromheen draaien, vreselijk! De
fotos waren steeds voorzien van uitleg, zeer interessant, maar ook vaak
hetzelfde. Want elke foto heeft namelijk geleid tot controverse, op zijn eigen
manier. Neem nu bijvoorbeeld de foto van de eerste landing op de maan of was
het: in de studio? Het is namelijk nog steeds niet duidelijk of de foto wel
degelijk genomen is op de maan of in een studio. De wapperende vlag, er is geen
wind op de maan, en de schaduwen tonen aan dat er reden is tot twijfelen, maar
er is nog steeds geen sluitend antwoord. Wat mij ook is bijgebleven, is een naaktfoto
van een tienjarig meisje, waarbij haar mama de toestemming had gegeven om deze
te publiceren. Ik vind dit schandalig, kunst of geen kunst. Deze heeft dan ook
geleid tot heel wat opspraak, terecht volgens mij.
Ik heb zeer veel
bijgeleerd op de uitstap, het was vermoeiend, maar zeker de moeite waard. op
naar de volgende!