Tuiniersverslag in woord en beeld. Zie ook het archief. Heeft u een tuinvraag, een tuinprobleem of een vijverprobleem en wenst u dat opgelost te zien? Meld het dan in de reakties of stuur een mail. U krijgt persoonlijk antwoord of indien het probleem algemener is, via dit blog.
Klik op de foto's om ze te vergroten.
04-03-2008
Tuinbeurzen
Opgelet, neem uw agenda en noteer :
Wij nemen deel aan twee plantenbeurzen: 1. De plantenbeurs in St. Lievens-Houtem, ingericht door de vzw "De Pastorie" op Paasmaandag 24/03/2008, van 10 tot 18.00 uur
2. De plantenbeurs in Hombeek bij Mechelen op de laatste zondag van april : 27/04/2008.
VERPOTTEN VAN KAMERPLANTEN. Gebruik goede bloemistenaarde die u vertien dagen voordien verrijkt met een samengestelde organische meststof één handvol per emmer grond). Giet de potkluiten de dag voordien goed nat. Neem de plant zoals aangegeven in fig. 1, tik met de potrand één of tweemaal op de tafelrand (fig. 2) en de kluit valt uit de pot zoals in fig. 3. Neem vervolgens een pot die een paar centimeter groter is dan die waar de plant uit komt, leg onderaan een potscherf op het draineergaatje en doe een beetje grove potgrond in de pot. Zet de potkluit van de plant er in het midden op en vul de zijkanten aan; druk flink aan langs de potrand en gebruik daarbij enkel uw duimen (fig. 4). Tik nu met de hand eens tegen de buitenkant van de potrand om de bovenlaag van de aangedrukte weer mul en effen te maken (fig. 5). Let erop dat u een voldoende gietrand behoudt: 1 tot 1,5 cm. Opmerkingen : Gebruik nooit nieuwe stenen potten zonder ze vooraf te drenken (minstens één nacht onder water dompelen). Oude potten moet u vooraf goed afschuren met zuiver water.
Tuintip. Percelen die voor de winter in grove kluiten omgespit of geploegd zijn, worden nu enkel opgeharkt om ze zaai- of plantklaar te leggen en dus niet voor de tweede keer gespit.
Hij nheeft gezegd: Lentewind doet beven, lentezon doet leven. Bruno.
HET SNIJDEN VAN STEKKEN. Gewone winterstek. Vele planten kunnen vermeerderd worden door middel van zo genaamde winterstekken. Maar is de meest geschikte maandom winterstekken te snijden en te planten. Winterstekken kunnen ook in januari-februari gesneden worden en dan worden ze ingebed. Zie februari. Hets snijden van de stekken dient steeds met een vlijmscherp mes te gebeuren(een entmesje of een scherp aardappelmesje zijn geschikt). De gewone winterstek heeft een lengte van ongeveer 20 cm; bovenaan wordt hij schuin boven een oog afgesneden; onderaan snijdt men hem schuin onder een oog. De snijwonden moeten schuin zijn, doch mogen niet te lang (te scherp) zijn, zoniet wordt de wonde te groot en is aan de punt het resterende hout te dun, wat verrotting in de hand werkt. De snijwonden moeten schuin en stomp zijn. Gebruik voor het snijden van winterstekken enkel de voldoende afgerijpte gedeelten (voldoende houtig) van de sterke éénjarige scheuten. Doorgaans wordt enkel het middengedeelte gebruikt. Het bovenste gedeelte is te slap en het onderste meestal te hard. Eénjarige scheuten zijn twijgen die zicht het jaar voordien gevormd hebben. Kunnen onder meer door winterstek vermenigvuldigd worden: Trosbessen, aalbessen, Forsythia, Buddleia, Ribes, Phyladelfus, Deutzia enz.
Winterstek met hiel. Winterstek met hiel worden gesneden van sierstruiken en bomen die met de gewone winterstek moeilijk of niet te vermenigvuldigen zijn, zo onder meer stekelbessen (kruisbessen) en rosa rugosa. Er zijn twee soorten van winterstekken met hiel, namelijk de gewone en de lange hielstek. De gewone hielstek wordt onder meer gebruikt om de kwee- onderstammen te vermenigvuldigen. De lange hielstek gebruikt men voor stekelbessen en Rosa rugosa. Om een stek met hiel te maken, wordt de afgerijpte éénjarige scheut, aan de voet, van het oude hout afgescheurd. Daarna wordt de wonde in de afgescheurde knop glad gesneden. De gewone hielstek heeft ook een lengte van +/- 20 cm. De lange hielstek is 27-30 cm lang. Waar het niet nodig is of zelfs ongewenst is, dat er zich later veel wortelopslag of grondscheuten zouden vormen, worden de ogen op de onderste helft van de stek weggenomen; zo bijvoorbeeld bij stekelbessen en bij rozenonderstammen. Opmerking: in de meeste gevallen zal een verwonding boven de hiel van de hiestek de beworteling bevorderen. Daartoe neemt men over een lengte van één tot anderhalve cm een smal reepje van de bast (schors) weg. De basis van de stekken kunt u ook behandelen met groeihormoon of stekpoeder. Afbeelding hieronder gewone winterstek Forsythia
IN DE SERRE; Zorg ervoor de de jonge plantjes in de serre steeds voldoende ruimte en licht krijgen. Verspeen tijdig en zet de potten regelmatig wat verder uit elkaar. Overdag zoveel mogelijk luchten, vooral bij zonnig weer. Schermen tegen de middagzon kan zeeds nodig zijn, vooral bij open weer. Neem vooral ook uw voorzorgen bij kans op nachtvorst.
PLANTEN IN DE VERWARMDE SERRE. Tomaten : afkomstig van de zaaiing begin januari.
ZAAIEN ONDER KOUD GLAS. Zomerbloemkool: oppotten als de zaadlobben (kiemblaadjes) volledig gestrekt zijn. Bloemkolen verdragen niet de minste groeistilstand; daarom worden ze opgepot in een pot van 10 cm diameter. Jonge bloemkoolplanten die een groeistilstand gekend hebben zullen kleine bloemen (bloemkooltje) geven en schieten snel op. Kweek de plantjes luchtig op en niet te warm, zoniet gaan ze fileren (rekken). Peterselie : op vochtige, humusrijke grond; kiemt traag. Houd het zaaibed vochtig en beschaduwd (jutte zak). Zomerprei : op voedzame humusrijke grond, ook al in de open lucht. Prei moet vooral tijdens de jeugdgroei voldoende water en voedsel hebben.
PLANTEN IN DE OPEN LUCHT. Sjalotten en plantajuin : plant in kleine putjes en zorg ervoor dat de basis (wortelschijf) goed in contact komt met de grond. Plantafstand voor sjalot: 20x15 cm en voor plantajuin: 20x20 cm. Sla : op zonneberm of op beschutte plaats (gezaaid begin januari) of plant onder koud glas of plastic en neem dit begin april weg. Witte selderij : gezaaid begin januari kunnen de plantjes nu uitgezet worden in de open lucht, onder koude ramen of plastic. Plant op 10x10 cm. Aardbeien : in de open lucht de planten opschonen en alle dorre bladeren verwijderen. De grond lichtjes ophakken en de voorjaarsbemesting toedienen. Niet spitten tussen de rijen omwille van het oppervlakkig wortelgestel.
SIERTUIN. Bemesting : borders, rotstuinen, heestermassieven en keukenkruiden nu licht bemesten met een samengestelde organische meststof. Gazon : verluchten, dorre resten uitkammen en bemesten. Reukerwten : nu op een beschutte plaats zaaien op vooraf rijkelijk bemeste grond; of zaai onder koud glas, drie zaden per pot van 10 cm en plant uit als de jonge plantjes 10 cm groot zijn.
ONDERHOUD : geef uw siertuin een volledige beurt.
ENTEN IN FRUIT EN SIERTUIN. Wenst u een paar fruitbomen en/of sierstruiken te veredelen (enten) dan dient dit begin deze maand te gebeuren. Begin met steenfruit en beëindig het entwerk voor het eind van de maand.
Bruno's tuinagenda eerste week van maart wordt vervolgd.
ZAAIEN ONDER KOUD GLAS. Zomersavooi : zaai onder koud glas of plastic tunnel in een humusrijke vochthoudende grond. Na de kieming veel luchten om 'gedrongen' planten te bekomen. Zomerprei : eveneens onder glas of plastic. Het ziiabed tot de kieming voldoende vochtig houden. Scherm het zaaibed af van rechtstreekse zonnestralen tot de kiemplantjes zich beginnen te strekken. Veel luchten is ook hier noodzakelijk. Een eerste zaaiing op een beschutte plek in de open lucht is nu ook reeds mogelijk.
ZAAIEN IN DE OPEN LUCHT. Kervel : op een beschutte plek of op zonneberm, 10 g/m2, indien er de eerste week niet in broeibak gezaaid werd. Erwten : om vogelschade zoveel mogelijk te vermijden, zaai vijf tot zes cm diep. Diep gezaaid zijn de kiemen hard en bitter als ze hun kopje boven de grond steken. Of zaai tegen een kippengaas aan in de plaats van te werken met rijshout. Uitdunnen : half lange wortelen en radijzen op 2 - 3 cm; lange wortelen op 5 cm. Na het dunnen de gaatjes dichtgieten, om ei-afzetting door de wortelvlieg te voorkomen.
SIERTUIN. Gazon : Om in het voorjaar te zaaien moet de grond nu geploegd of gespit worden en rijkelijk bemest worden met organisch materiaal. Latere grondbewerkingen om in het voorjaar te zaaien zullen aanleiding geven tot verzakkingen in het gazon. De bekalking (30 kg per are) moest reeds voor de winter gebeurd zijn. Bestaand gazon : om de twee jaar 30 kg kalk per are (100 m2) toedienen
Bruno's Tuinagenda afbeeldingen bij derde week februari
Afb. 1 Plaats waar de stekken worden afgenomen. Afb. 2 De gesneden stek, gebruik steeds een zeer scherp mes en desgevallend stekpoeder. Afb. 3 De gestoken stekken.
ZAAIEN IN SERRE, BROEIBAK OF DE HUISKAMER. Spaanse peper en paprika: leg 3 zaden per pot van 15 cm diameter, bewaar enkel het beste kiemplantje. Spaanse peper verder in pot opkweken, in serre of de huiskamer. Paprika later uitplanten in de serre of onder koud glas of plastic tunnel. Er zijn nu echt ook reeds paprika selecties die het bij ons ook in de open lucht doen. Uitplanten in de open lucht vanaf half mei.
ZOMERBLOEMEN IN DE SERRE. Begonia- en cannaknollen: nu laten voorkiemen in kistjes met vochtig turfmolm of cocos (temperatuur 15 tot 20°C). Later vanaf 15 april, de voorgekiemde knollen voldoende afharden (veel luchten over dag). Uitplanten in de open lucht vanaf 15 mei. Kopstekken van Pelargonium (geranium) en chrysanten kunnen nu gestoken worden bij een t° van 20°C in een mengsel van 2/3 turf en 1/3 zand, of 1/3 bladgrond +1/3 turf + 1/3 zand (turf kan ook hier vervangen worden door cocos); dit mengsel wordt dan afgedekt met een laagje scherp (gewassen) zand van 1 cm dik. Steek de stekken de een tegen de ander in een grote pot,die slechts voor twee derden gevuld is; op die wijze wordt de verdamping van de nog niet ingewortelde stekken sterk beperkt. De stekken kunnen echter ook in een teil, een kistje of in volle tablet (van de serre) gestoken worden. Belommeren tot de stekken ingeworteld zijn is strikt noodzakelijk. Zorg er echter voor dat de stekken voldoende licht krijgen. Zo nodig voorzichtig broezen. Het grondmengsel moet vochtig, doch niet nat zijn.
IN DE MOESTUIN. Zaaien Sla : lentevariëteiten ook reeds in de open lucht. Zaai om de drie weken de passende variëteiten voor een goede opeenvolging van de oogst. Tip: houd uw zaaibedden vochtig door er een natte juttezak of een ander stuk stof over te leggen; wordt de zak droog, giet dan over de zak; zo slibt de grond niet dicht. Wanneer de eerste kiempuntjes zich vertonen de zak verwijderen. Bij hard zonnig weer, nog twee dagen lommeren. Planten Sla : onder koud glasof plastic tunnel, glas of plastic wegnemen begin april. Keukenkruiden : planten en verplanten, licht bemesten met compost of enig ander organisch materiaal.
IN DE FRUITTUIN. Bemesten : geef voor laagstamfruitbomen nu 1 kg samengestelde organische meststof per boom. Een eventuele voorraadbemesting met stalmest wordt voor de winter toegediend (zie november tweede week). Snoeien : bij zacht weer kunt u aalbessen, kruisbessen (stekelbessen), braambessen en frambozen snoeien. Appelbloesemsnuitkever : Het volwassen insekt (8 mm) overwintert. Eerste optreden: half feb.- einde maart. Ei-afzetting in het schuivend botstadium. Schadebeeld: de larve voedt zich met de voortplantingsorganen van de bloem en met de binnenzijde van de bloemblaadjes. De aangetaste bloemen verkleuren bruin en sterven af. Een nieuwe generatie verschijnt vanaf half mei, brengt de zomer door en overwintert.
Zaaien in serre, broeibak of huiskamer. Bij minimum temperaturen van 18 tot 20°C.
Krul- en zomerandijvie: vochtig en volledig belommerd zaaien. Een minimum temperatuur van 20°C is echt noodzakelijk om de kieming zo snel mogelijk te laten verlopen. Indien de kieming te traag verloopt, zullen later te veel planten opschieten. Verspeen onder koud glas of plastic tunnel, zodra de jonge plantjes hanteerbaar zijn. In april kan dan in de open lucht uitgeplant worden. Ook bij het uitplanten zal bij hard en zonnig weer, belommering noodzakelijk zijn. Witte selderij: leg het fijne zaad vooral niet te dicht op elkaar en scherm het zaadbedje, tot de kieming, af tegen de zon met een krantenpapier. Verspeen in kistjes of turfpotjes (4 tot 6 cm) als de plantjes vier blaadjes hebben; uitplanten in de open lucht, de tweede week van april.
In de moestuin. Aardbeien: plastic tunnels voor het vervroegen van aardbeien worden nu geplaatst. Kies voor het vervroegen vroege of half vroege variëteiten. Spinazie: zaaien in de open lucht zodra de grond bewerkbaar is. Spinazie is een veeleisend gewas, zaai dus enkel op een voedzame grond met een hoge pH.
In de siertuin. Fuchsia: zet de overwinterde moederplanten nu te schieten, bij een temperatuurvan 15 tot 17°C in een licht en vochtig grondmengsel. In maart maakt u dan kopstekken. Winterstekken: kunt u het best nu reeds snijden. Bind de stekken in busseltjes per soort en etiketteer ze. Nadat de snijwonden opgedroogd zijn graaft u de busseltjes voor twee derden in langs de noordzijde van een muur of heg. Zorg ervoor dat de onderste snijvlakken goed in kontakt komen met de grond. Goed aanstampen is noodzakelijk Snoeien van sierstruiken en parkbomen: Struiken die bloeien op scheuten die zich het jaar zelf hebben gevormd (vb. vlinderstruiken, Hibiscus of stokroos, enz): het éénjarig hout tot op 2 tot 3 ogen inkorten. Struiken die bloeien op scheuten die het jaar daarvoor tot ontwikkeling zijn gekomen (vb. Hortensia, sering): zwakke twijgen en uitgebloeide twijgen op voet wegnemen; één derde van de sterke twijgen op drie ogen snoeien. De overige twee derden van de sterke scheutenzullen dit jaar bloeien. Sierstruiken die bloeien op twee- en meerjarig hout, besdragende en bladheesters (vb. sierkers, Pyracantha, Cerasus lauro-cerasus): enkel uitlichten. Lentebloeiers (vb. Forsythia en Prunus triloba): snoeien na de bloei. Rozen: nog niet snoeien.
Op de afbeelding: voorbeeld van een winterstek.
Hij heeft gezegd: Bemesten is geen geld op straat, doch een geldplaatsing op korte en lange termijn tegelijk met ongekend hoge intresten.
Zolang er kans bestaat op vorst : is het echt nog te vroeg om de moerasplanten en vijverplanten op te kuisen. Hoogstwaarschijnlijk krijgen we weer een winter zonder noemenswaardige vorst maar je weet maar nooit. De dorre plantenresten van vorig jaar beschermen de voet van de planten tegen vorst. Indien er toch nog ijsvorming op het water zou optreden, moet de vijver, vooral vijvers met vissen, met rust gelaten worden. Zeker nooit het ijs betreden of er proberen een gat in te maken.
Söchting Oxydator : Het beste systeem om de vijver te overwinteren is het plaatsen van één of meerdere "Söchting Oxydatoren". Zij voorzien in een perfekte zuurstofvoorziening zonder dat er beweging op het water gemaakt wordt, dus zonder dat koud water met minder koud water gemend wordt en zonder verbruik van elektriciteit. Bij ijsvorming op het water heeft het water onderaan de vijver steeds een temperatuur van 4°C. Tevens voorkomt de "Söchting Oxydator" de vorming van giftige biogassen meer nog, de aanwezige giftige biogassen worden geoxydeerd tot onschadelijke verbindingen en slaan neer. De "Söchting Oxydator" produceert zelfstandig, zonder verbruik van elektriciteit, aktieve vrije zuurstof door katalyse van zuurstofwater (H2O2) in aktieve zuurstof en water.
Heeft u vijverproblemen, bel dan de "Vijverdokter" 0496/536748, slechts 20,00 per consultatie. De vijverdokter verkoopt geen produkten maar geeft enkel advies en een doelgerichte remediëring.
Bij een minimumtemperatuur van 18 tot 20°C Tomaat : voor de teelt in koude serre, broeibak of onder een plastic tunnel. De kiemplantjes oppotten in een pot van 10 cm, zodra de zaadlobben volledig gestrekt zijn en het groeipunt zichtbaar wordt. De eerste dagen na het oppotten de plantjes nog warm houden, daarna mag de minimum temperatuur zakken tot 15 tot 18°C. Uitplanten in koude serre of plastic tunnel rond half april. Zomerbloemkool : warm zaaien om de kieming te bespoedigen, verspenen of oppotten (pot van 10) als de zaadlobben volledig gestrekt zijn. Zomerprei : wordt gezaaid bij een minimum temperatuur van 20°C, verspenen op 5X5 cm in koude bak als de kiemplantjes "volledig" recht staan. . Zorg voor een humusrijke, vochthoudende en voedzame grond om de jonge plantjes (draadjes) in te verspenen. Maak bij de grondvoorbereiding overvloedig gebruik van mestaarde of goed verteerde kompost. Kervel : bij voorkeur op broei zaaien. Tuinbloemen : Salvia, Petunia, Lobelia, Tagetes, Begonia en Pelargonium F1-hybriden (Geraniums) kunnen ook nu nog gezaaid worden. Kamerplanten : zaai slechts een twintigtal zaden van iedere soort, bodemwarmte (20°C) is gewenst.
ZAAIEN IN KOUDE BAK OF ONDER PLASTIC; Erwten : zaai in kistjes of potten; uitplanten in de moestuin begin maart. Zowel sluim- als peulerwten.
IN DE MOESTUIN; Asperges : de in produktie zijnde percelen van witte en groene asperges nu oppervlakkig bewerken en stalmest of kompost toedienen; beiden kunnen ook vervangen worden door een goede samengestelde organische meststof. Wortelen : Zaai nu korte of half lange wortelen in de open lucht en meng wat radijszaad tussen het wortelzaad: zo tekenen de zaailijnen zich vlugger af omdat de radijsjes vlugger kiemen. Radijs kan dus vanaf nu ook in de open lucht gezaaid worden. U kunt ook gebruik maken van voorgekiemd wortelzaad: meng 5 delen zaad met één deel vochtig en gewassen zand in een bloempot, zet de bloempot op de schoorsteenmantel en leg er een ruitje op. Houd het geheel vochtig. Zaai zodra de zaadhuid barst. Eersteling-aardappelen : nu op een koele, goed verlichte plaats te kiemen (spruiten) leggen.
IN DE SIERTUIN. Sierstruiken en bomen met vallend blad kunnen nu geplant worden. Bij zacht weer kan ook doorlopend gesnoeid worden.
HIJ HEEFT GEZEGD : Wortelen kunnen in de sneeuw gezaaid worden.
Kabuiskolen. Vroege variëteiten van witte en rode kool, nu zaaien onder koud glas of op broeibed.
Planten in de open lucht. Knoflook, op doorlatende lichte grond. Knoflook wordt beter begin oktober geplant omdat het groeiseizoen hier in noord-west Europa te kort is. Maar voor diegenen die nog geen knoflook geplant hebben kan het ook in Januari. Let op, dat u de grond niet "doodloopt", plant desnoods vanop een wegeltje of leg planken over de grond om het gewicht te verdelen. In ieder geval zal een planting in oktober een betere opbrengst geven. FRUITTUIN
Winterbespuiting met vruchtboomcarbolineum; de bomen mogen nog niet het minste teken van leven geven. Spuit enkel bij vorstvrij weer, temperatuur +/- 5°C. Oude bomen: schuur de stam eens af met een stalen borstel, zodoende vernietigt u heel wat schuiloorden van overwinterende insecten en ziektekiemen. Strijk de stammen nadien in met kalkmelk.
Bloemen on de tuin: bij zacht weer bloeien nu: winterjasmijn, kerstroos, Viburnum fragrans en Viburnum titus, toverhazelaar of Hamamelis en ook nog de winterakonieten. Plant deze stille getuigen van het eeuwige plantenleven dicht bij de woning of het terras, zo hebt u er meer plezier van.
Bloemen uit uw tuin. Knip enkele goedvertakte Forsythia-takken af en zet ze in een vaas met water in de woonkamer. Ook wilgenkatjes en Ribes sanguineum laten zich op die wijze in bloei trekken, hoewel het voor Ribes nog iets te vroeg is. Beter is begin februari.
Verzorging. Snoeien van sierstruiken en parkbomen met uitzondering van de lentebloeiers; die komen na de bloei aan de beurt. Rozen in geen geval nu reeds snoeien. Sneeuw moet regelmatig van coniferen, sparren en sierstruiken afgeschud worden. Maar dat zal ook dit jaar weer geen probleem zijn zeker. Bij strenge vorst wordt de winterbedekking van niet volledig winterharde planten verzwaard; bij dooi de bedekking weer gedeeltelijk wegnemen. De vraag is: zal het nog vriezen?
Hij heeft gezegd: hoe zachter de winter hoe duurder de energie, begrijpe wie kan!?!
Hij heeft gezegd: Bijna dagelijks wordt er in de media gesteld dat we meer moeten sporten en/ of fitnessen. We zouden beter allemaal tuinieren om al onze spieren en pezen aan het werk te zetten. Met een groentetuin eet ja dan ook nog veel gezonder. Wat groenten uit de moestuin en een bloemetje uit de siertuin en dagelijks je beweging in de tuin, wat kan het leven toch mooi zijn. Bruno
Zaaien. Radijs: onder koud glas of op broeilaag. Kervel: op broeilaag onder plat glas of in verwarmde serre.
Kapucijnenbaard: wortels van wilde suikerij kunnen nog altijd gerooid en in de kelder ingelegd worden voor de teelt van capucijnenbaardsla; oogst na ongeveer vier weken. Witlof: vorstvrij bewaarde witlofwortels kunnen ook nog ingezet worden,al dan niet met dekgrond. Aardappelpootgoed: Wie zijn pootgoed, voor vroege aardappelen, al aangeschaft heeft kan de knollen reeds voorkiemen. Plaats de pootaardappelen koel en vooral in volle licht (geen zon) voorkiemen geeft sterke scheuten.
FRUITTUIN
Snoei. Appel- en perebomen kunnen gesnoeid worden tot een temperatuur van -5°C. Indien er teveel botten aanwezig zijn, kunt u die best tijdens de snoei reeds uitdunnen; bewaar enkel de kloeke botten op jeugdig hout. Uitdunning van de botten voorkomt uitputting van de boom en resulteert in een kwalitatief betere opbrengst. Wijnstokken (druivelaars) worden gesnoeid bij zacht weer. Dit karweitje dient in elk geval uitgevoerd te zijn voor de sapstroom opnieuw in beweging komt, zoniet gaan de snoeiwonden "bloeden" en kunnen de wijnstokken afsterven. Ent- en stekhout: het hout is nu in volledige rust. Verzamel nu sterke éénjarige twijgen om winterstekken en enten van te snijden. Graaf ze voor twee derden in zand in, langs de noordzijde van een heg of muur.
BLOEMEN ZAAIEN IN DE WARME SERRE? BROEIBAK OF HUISKAMER.
Zaaien op bodemwarmte. Bodemtemperatuur: 18-20°C. Pelargonium F1 hybriden, geven werkelijk zeer goede resultaten. U kunt de uit zaad bekomen planten verder behandelen zoals de uit stek gekweekte planten. Ze kunnen ook op dezelfde wijze overwinterd en gestekt worden. U hoeft ze enkel tijdig te zaaien, hoewel later zaaien ook nog wel gaat, doch dan bloeien ze pas in juni. Begonia gracilis en tuberhybrrida: zeer dun zaaien (bijzonder fijn zaad). Verspenen op 1 tot 2 cm als de kiemplantjes twee tot drie echte blaadjes gevormd hebben; later een tweede maal verspenen op 5x5 cm. Salvia: ook dun zaaien, verspenen na het vormen van de eerste echte blaadjes, daarna oppotten in pot van 10 cm. Direkt oppotten in de plaats van eerst te verspenen gaat ook maar geeft meer uitval.
Zaaien onder koud glas. Wortelen: onder koud glas, al dan niet op broeilaag (zie figuur), zorg ervoor dat de broeilaag diep genoeg ligt en zaai korte wortelen. Indien de wortel in de broeilaag techt komt zal hij sprieten.
Zaaien in de open lucht. Tuinbonen (labbonen) zaaien op 10 cm diep, in de rij om de 20 cm twee bonen uitleggen.
Stekken in de serre. Chrysanten: voor grootbloemige potplanten met meer dan 20 bloemen. Voor minder zware potplanten en voor de als snijbloem gekweekte grootbloemige chrysanten (bv de variëteit Susie) hebt nog de tijd tot half februari om te stekken.
Gazon. Strooi nu, op een vorstvrije dag 20 Kg kalk per 100 m2, om de pH op niveau te houden en om het mos te weren.
Broeibak (zie figuur hierboven). In het midden van de broeibak ziet u de broeilaag, gevormd door aangestampte warme mest (paardemest), gemengd met één derde bladeren of gazonmaaisel. Zeer goed aanstampen is belangrijk. Ook tegen de betonnen, stenen of houten wallen wordt warme mest of het hiervoor genoemd mengsel aangebracht.
Veel plezier en tot volgende week, Groetjes van Bruno