Romans, verhalen, boeken, literair werk, proza, Poëzie, Auteur Fons Dehouwer en Marc Elis,
06-01-1978
EENZAAM
EENZAAM scriptum: fons dehouwer 1976
Moedeloos, angstig dwaalt mijn geest over de wuivende boomkruinen. De herfstwind kust zachtjes de ruiselende bladeren een laatste maal voor ze vallen gaan. Hun roestbruine kleur herinnert mij aan de tijd van vroeger, toen was het ook zo...
In mijn geest klinkt een oud padvinderslied dat ik op deze plaats ooit zong, vroeger...
De boomkruinen zijn hetzelfde gebleven. De lucht er doorheen schijnt grijzer en grauwer. Of... misschien zie ik het alleen maar zo omdat ik me eenzaam voel.
Ik wil alleen zijn. Ik zoek een plaatsje in dit bos om mij te bezinnen, om neer te knielen en te bidden.
Mijn vochtige ogen dwalen rond. Weg zijn de vogels, het wild. Waar is alles gebleven? Houten barakken, overblijfsels uit de zestiger jaren, nemen de plaats in van de natuur. Lege blikjes, glas, papier. Het bos lijkt wel een vuilnishoop. Overal mensen in jeans, met vulgaire manieren en in hun mondhoek een vunzige sigaret.
Ik maak een kleine wandeling. Een man op een brullende motor rijdt mij voorbij tussen de bomen. Daar, enkele ruiters te paard. Je kunt ze zo aanzien voor snobs. Wanneer ze dichter bij me zijn veranderen ze hun Nederlands in Frans. Ze denken dat ik het niet begrijp.
Langzaam nader ik het meer, vroeger een zandkuil voor wegeniswerken aan de autostrade. Ik kwam hier wel eens zwemmen met mijn vrienden. Het water was toen zo helder dat je metersdiep de bodem nog kon zien. Nu staat er een plaatje Verboden te zwemmen - Privaat domein. Het water is troebel. Een tiental meters verder spoelt een boer zijn beerkar en
spuit de inhoud in het water.
Heer, waar kan ik mij afzonderen ? Waar vindt ik nog een plaatsje om alleen te zijn ?
Nooit voelde ik mij zo eenzaam temidden van zoveel mensen...
Als iemand over zijn jeugd spreekt, bedoelt hij meestal zijn kinderjaren. Het staat mij allemaal nog als gisteren voor de geest. Ik voel me nog steeds jong want ondanks mijn leeftijd ben ik steeds blijven denken als een kind en alhoewel mijn lichaam reeds enige tekenen van slijtage vertoont vanwege intense sportbeleving, hoop ik dat mijn geest immer jong zal blijven.
Van alles wat ik in mijn leven heb meegemaakt waren mijn jeugdjaren de allermooiste. Ik denk dat vanaf die eerste dag dat ik mij het leven heb voorgesteld iedere dag steeds mooier is geworden tot op het moment waarop ik zelf verantwoordelijkheden begon te dragen.
Hoe eenvoudig en ongekunsteld konden wij vroeger, toen we klein waren, genieten van de eenvoudigste dingen van het leven. Terwijl wij nu in de zomer uitkijken naar mooi weer en zonneschijn, vonden wij vroeger zelfs een regenbui een fantastische belevenis. Wat hebben wij ooit genoten toen we schuilden in onze stal. De deur stond wagenwijd open en wij keken vol bewondering naar de regen die in pijpestelen neerviel. We beleefden intens het gutsen van het water en de roffelende droppels op het bladgroen en op de oneffen aarde. Onze kinderogen volgden de kleine zigzaggende wegeltjes die het water zocht naar de gracht. Als ergens wat olie was gemorst vormden zich in het water al de kleuren van de regenboog. Het leek een kunstwerk, mooier dan menig kunstenaar zou kunnen scheppen.
In onze stal, die slechts met oude dakpannen was bedekt en waarvan er hier en daar zelfs één ontbrak, waren verschillende lekken. Onder die lekken werden emmers of blikken dozen geplaatst. Het vallen van de waterdruppels in die verschillende potjes en pannetjes klonk als een hemelse symfonie. Ik zou een stuk van mijn leven geven om dat nog eens in diezelfde sfeer te kunnen beleven.
t Was een tijd van gezelligheid, van vreugde, van oude vertellingen bij de Leuvense stoof en schrik bij het slapengaan. Als de wind woei door de kieren en ons huis deed wiegen voelden we dat tot in ons bed. Als bovendien de schelfdeur begon te klepperen staken wij van schrik onze koppen diep onder de dekens. Ja, wind had voor mij altijd iets spookachtigs over zich. Ik had ook een verschrikkelijke angst voor donder en bliksem. Niet ik alleen, bijna alle bengels, ja zelfs vele grote mensen hadden het niet zo staan op onweer.
Die schrik bij de bengels, dat zal wel aan de ouders gelegen hebben. Wat was immers gemakkelijker om iemand zoet te houden dan het voor te stellen alsof God zelf de stoute bengels vermaande met zijn bulderende donderstem.
Ik weet nog dat bij de eerste bliksem en donderslag, ons moeder op bijna fluisterende toon zegde: Huërt, het Diëzeke kaeift dat was voldoende om ons stil aan haar voeten te zetten, de handen tegen onze oren, de ogen half dichtgeknepen om de bliksem niet te moeten zien en in onszelf biddend om vergiffenis. We hadden immers elke dag wel wat kattekwaad op onze kerfstok. Met die vier woorden en met de donder kon ons moeder ons zoet houden voor de rest van de dag.
Als het nu dondert heb ik helemaal geen schrik meer. Toch denk ik nog iedere keer aan die eenvoudige woorden die moeder ons vroeger toefluisterde op een geheimzinnige toon alsof zij een deel waren van een griezelverhaal: Huërt, het Diëzeke kaeift.
Ik ben Fons Dehouwer
Ik ben een man en woon in Vosselaar (België) en mijn beroep is Auteur van romans, poëzie, proza, filisofie,.
Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, musiceren, gitaarspelen,.
"Machianta" (1995)
"Vroege Oogst" (2000)
"Hooglied van de liefde" (2020)
"Annelies, liefde, geluk en verdriet (2021)
Zoeken in blog
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
forum
Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum