Inhoud blog
  • WUIVENDE HALMEN, die laatste zomer
  • WIE IS FONS DEHOUWER
  • ANNELIES, liefde, geluk en verdriet
  • HOOGLIED VAN DE LIEFDE (spirituele uitgave Hajefa)
  • MACHIANTA - liefde tussen twee culturen - Fons Dehouwer
  • VROEGE OOGST - Streekroman - Fons Dehouwer
  • IK BEN JE DANKBAAR
  • LIEFDESDROOM
  • MIJN RANKE ROOS
  • IK HEB EEN MOOIE TIJD GELEEFD
  • HIJ WAS ALS EEN CLOWN
  • ODE AAN EEN JEUGDLIEFDE
  • MIJN KINDEREN
  • Overlijden van mijn vriend (Fons Wuyts)
  • IK BEN NU OPA
  • SAMEN IN HET DONKER
  • IK ZOU ZO GRAAG VERLIEFD ZIJN
  • IK MIS VAAK IEMAND...
  • EENS...
  • IK BEN VANDAAG GELUKKIG
  • BLIJF BIJ ME VANNACHT
  • JIJ WAS MIJN EERSTE LIEFJE
  • 'S MORGENS GOEDE MOED
  • EEN TRAAN
  • BETAALDE LIEFDE
  • BLOEMENMEISJE VAN TAHITI
  • AARDBEIBLOESEMS
  • MIJN LIEFSTE
  • MIJN BOERDERIJ
  • DE HERFST VAN HET LEVEN
  • HET GEEFT NIET ALS JE WEGGAAT
  • DE DOOD VAN TRASKE BEGGES
  • JOSIENTJE
  • COWBOY'S LIEFDE
  • CHAREL VAN DEN EKKELBOER
  • EEN DROOM PROGRAMMEREN
  • JENNY
  • DE WIJSHEID VAN MIJN MOEDER
  • IN ELKE STAD
  • DE STRAATMUZIKANT
  • ALS JE MAAR IN MIJ GELOOFD
  • EEUWIGE LIEFDE
  • HET STRAATMEISJE
  • DE SCHARENSLIEP
  • HERINNERING
  • PURDY
  • LIEFDE IS...
  • IK GELOOF
  • GEBOORTE VAN EEN KIND
  • HET WARE GELOOF
  • HET WEERHUISJE
  • GEDACHTENISPRENTJE
  • DIE EERSTE GLIMLACH
  • DAT IS GELOVEN
  • GLIMLACH VAN EEN VREEMDE MAN
  • EEN NATTE DROOM
  • VANAVOND ZIJN WE MET ONS TWEE
  • LEMMERICKS
  • WEES EENS LIEF
  • MENS WIE BEN JE?
  • VERLIEFDEN
  • MIJN HEIMATLAND
  • DE OUDE MAN
  • MIJN DANKGEBED
  • DE KORENPATER
  • VAN JOIKE EN VAN DE JAS
  • EENZAAM
  • DONDER EN BLIKSEM
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
    Zoeken in blog

    Bloemlezing van Fons Dehouwer
    Romans, verhalen, boeken, literair werk, proza, Poëzie,
    Auteur Fons Dehouwer en Marc Elis,
    09-01-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BLIJF BIJ ME VANNACHT

    BLIJF BIJ ME VANNACHT                               scriptum: Fons Dehouwer 2004

     

     

    Blijf bij me vannacht

    Laat ons dronken zijn van liefde

    En elkaar alles beloven

    Eeuwig vrijen eeuwig dromen

    En jou als mijn droombeeld zien

    Zelfs met gesloten ogen

     

    Blijf bij me vannacht,

    Tot we dronken zullen zijn

    Van de zoete witte wijn

    ‘k Zal jouw lichaam dan verkennen

    En het daarna zacht verwennen

    Blijf bij me vannacht

     

    Blijf bij me vannacht

    ‘k wil jou strelen en jou zoenen

    En jouw warme kussen proeven

    Jouw volle borst zal ik beroeren

    En besprenkel dan jouw lichaam

    Met de geur van wilde bloemen

     

    Blijf bij me vannacht

    In mijn armen mag je rusten

    Als het liefdesvuur geblust is

    En de slaap ons dan komt sussen

    Tot het slapen slechts een droom is

    Blijf bij me vannacht

    09-01-2004 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-12-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JIJ WAS MIJN EERSTE LIEFJE

    JIJ WAS MIJN EERSTE LIEFJE                       scriptum: Fons Dehouwer 2003

     



    Jij was mijn eerste liefje

    En ik jouw beste vriend

    We waren veel te jong nog 

    Maar beseften dat zelf niet

     

    na al die lange jaren

    denk ik nog vaak aan jouw

    Mijn lieve kleine meisje 

    Werd vast een knappe vrouw

     

    Ooit sliepen we tesamen 

    en niemand die dat wist

    Zo vaak ben ik toen 

    door jouw open raam geritst

     

    We waren amper vijftien 

    en beiden haast nog kind

    Maar wat kon het ons schelen 

    We hebben elkaar bemind

    21-12-2003 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'S MORGENS GOEDE MOED

    ’S MORGENS GOEDE MOED                           scriptum: Fons Dehouwer 2002

     

     

    ‘s Morgens heb ik meestel nog wel goede moed

    Ik wil aan iedereen een glimlach geven

    Ik zeg een goede dag aan iedereen die ik mag

    Zo stap ik elke dag door het leven

     

    Mijn goede moed is ‘s middags al verdwenen

    Als ik het slechte nieuws leest in de krant

    En ‘s avonds op de TV daar zie je ook alleen

    De oorlog van verwoesting maar geen vrede

     

    God heeft zich in de hemel vast verslapen

    En droomt dat het ons mensen nog goed gaat

    Maar ik wordt bang dat de werel zal vergaan

    Aan oorlog terrorisme haat en kwaad

    21-02-2002 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-11-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN TRAAN

    EEN TRAAN                                           scriptum: Fons Dehouwer 2001

     

    Niet elke traan ween ik van verdriet

    Soms ook wel blijdschap waarvoor ik grien

    Maar als ik echt verdrietig ben

    Is ‘t vaak ook een traan die verlichting brengt 

     

             Soms maakt verdriet mij moedeloos?

             Dan brengt een traan mij ook wel troost

             Die warme gloed verzacht mijn pijn

             En helpt mij om weer gelukkig te zijn

     

    De emotie om wat romantiek

    Een stoere vent toont zijn verdriet

    Een woord van wijsheid dat me raakt

    Daarvoor weent ik vaak een traan

     

    Wanneer een held zijn leven geeft

    Zodat een ander mens verder leeft

    Dan ben ik triest en voel me week

    Gelaten emotie waarvoor ik ween 

     

    Een moeder die haar kind begraaft

    En machteloos haar lot aanvaardt

    Dat is wat mij verdrietig maakt

    Waarvoor ik troost zoek in een traan

     

    Als vriendschap onbeantwoord blijft

    In een wereld die ik niet begrijp

    Verzwegen woord dat niemand hoort

    Want niemand geeft dan een antwoord

    09-11-2001 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-10-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BETAALDE LIEFDE

    BETAALDE LIEFDE                                         scriptum: Fons Dehouwer 1998      

     

     

    Ik zat in een kroeg naast een bruinzwarte hoer

    Ze zei op mijn kamer daar mag je het doen

    Het kost je niet veel slechts een tientje of vier

    Daarvoor laat ik jou de hemel zien

     

    Ik was nog een bengel van amper achttien

    Met kracht omknelde zij stevig mijn knie

    Ik moest met haar mee de trappen op

    Verlegen als ik was met een rode kop

     

    Mijn eerste ervaring wat was ik nog groen.

    Ik gaf haar mijn zakgeld dat was net genoeg

    Mijn hoofd drukte zij met kracht op haar borst

    Ik was erg bevangen en had grote dorst

     

    Mijn eerste ervaring was heel snel voorbij

    Na twee minuten was ik alweer vrij

    Ik had niet genoten of toch maar heel even

    De raad om er nooit meer geld voor te geven

    19-10-1998 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BLOEMENMEISJE VAN TAHITI

    BLOEMENMEISJE VAN TAHITI                       scriptum: Fons Dehouwer 1998

                              

    Bloemenmeisje van Tahiti 

    met je witte bloemenkrans

    Bloemenmeisje van Tahiti 

    ‘k heb aan jou mijn hart verpand

    Voor mijn Witte Tiaré Tahiti,

     voor mijn liefste strandgodin

    Bloemen die nooit meer verwelken

    zolang jij me maar bemint

     

    Op dat strand daar in Tahiti 

    onder gouden zonneschijn

    Daar heb jij mijn hart gestolen 

    wil ik voor altijd bij je zijn 

     

    Ik verlang zo naar jou liefde 

    want ik was te lang alleen

    Tot die lieve zachte glimlach 

    om jouw roze mond verscheen 

    Op het strand door in tahiti 

    schonk je mij een bloemenkrans

    Ik verklaarde jou mijn liefde 

    En ik vroeg jou om je hand

    23-08-1998 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-06-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AARDBEIBLOESEMS

    AARDBEIBLOESEMS                                      scriptum: Fons Dehouwer 1998

     

    Aardbeibloesems lentetijd

    Van brommend bijgezoem 

    De hoop op rijpe vruchten

    En ‘t rode bessenzoet

     

    Symbool en fruit van liefde

    De vorm van een rood hart

    Hunkerend naar vruchten

    Verliefd zijn elke dag

     

    Kussend warme lippen

    Sprekend de liefste woorden

    In de schaduw van een linde

    Van eeuwige liefde dromend

    15-06-1998 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-05-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN LIEFSTE

    MIJN LIEFSTE                                                 scriptum: Fons Dehouwer 1998

     



    De tijd gaat traag voorbij

    Als ik niet bij jou ben, mijn liefste

    De uren schijnen dagen

    De nachten zonder eind

    want ik verlang naar jou, Mijn Liefste

     

    Ref.  Geluk is mateloos als wij samen zijn

             Maar ‘t afscheid nemen doet steeds pijn

             Want ik verlang naar jou, 

             Ja, ik verlang naar jou, Mijn Liefste...

             

    Jij bent mijn hemelhuis

    Mijn muze en mijn kracht, Mijn Liefste

    Jij bent als een smaragd 

    Een hemels liefdeslied

    O ik verlang naar jou, Mijn Liefste

     

    Ik zing voor jou een lied

    Al hoor jij mij nu niet, Mijn Liefste

    Dra kom ik weer naar jou

    Dan blijf ik voor altijd

    Bij jou, mijn schat, Mijn allerliefste

    12-05-1998 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-02-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN BOERDERIJ

    MIJN BOERDERIJ                                           scriptum: Fons Dehouwer 1998

     

     

    Ik heb een hond en een poes en een grijze papegaai

    En op het dak daar zit ook nog een grote zwarte kraai

    Een ezel en een geit en drie koeien in de wei

    De kippen en de haan die zijn met een dozijn

    We wonen met z’n allen op een grote boerderij

    Heel gezellig samen kan er altijd nog een bij

     

    De hond is onze waker pas op wanneer hij gromd 

    Maar meestal is hij lui en dan slaapt hij op de grond.

    De papegaai die krijst zijn stem haast bijna schor

    Als op het dak de zwarte kraai de hele tijd maar mort

    De ezel zou graag lezen maar kent slechts I en A

    Dus moet hij nog veel leren voor hij echt lezen kan

     

    De koeien staan te loeien, de stier antwoord met boe

    En poes slaapt haast heel de dag want ze is altijd moe

    De geit die mekkert bè en ba als zij om eten vraagt

    En ‘t muisje in de kast zoek naar een lekker stukje kaas

    De konijnen knagen wortels en eten hun buikjes vol

    En kippen leggen eieren zo zijn we helemaal rond

    26-02-1998 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-05-1996
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE HERFST VAN HET LEVEN

    DE HERFST VAN HET LEVEN                         scriptum: Fons Dehouwer 1996

     

     

    De herfst maakt deel uit van het leven

    mijn haren worden stilaan grijs 

    Al voel ik me soms nog als de jeugd

    En groene blaadjes doen mij deugd

     

    En blijkt het allemaal fantasie 

    Een blauwtje lopen wil ik niet 

    Van bomlala en pierewiet

    Ik heb ze ooit zo vaak versiert

    Toen ik jong was had ik keus te over 

     

    Een sexy vrouw kan mij bekoren

    Dat geeft me kriebels in mijn buik 

    Al blijf ik slecht aan iemand trouw

    Zolang ze maar mijn hand vast houdt

     

    En blijkt het allemaal fantasie 

    Een blauwtje lopen wil ik niet 

    Van bomlala en pierewiet

    Ik heb ze ooit zo vaak versiert

    Toen ik jong was had ik keus te over 

     

    Verlangen is nooit ijdele hoop

    Aan kansen heb ik toch wel nood

    Oud zijn heeft wel vaak zijn charm

    Maar niet elke dag heb ik het warm

     

    En blijkt het allemaal fantasie 

    Een blauwtje lopen wil ik niet 

    Van bomlala en pierewiet

    Ik heb ze ooit zo vaak versiert

    Toen ik jong was had ik keus te over 

    21-05-1996 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-11-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET GEEFT NIET ALS JE WEGGAAT

    HET GEEFT NIET ALS JE WEGGAAT            scriptum: Fons Dehouwer 1995

     

     

    Het geeft niet als je weggaat, ik had het wel verwacht

    Het doet me zelfs geen pijn om weer alleen te zijn.

    Ik zing nu elke dag en niemand die me stoort

    Met elke dag een glimlach, zo wil ik dat het hoort

     

     

    Het geeft niet als je weggaat, ik doe graag wat ik wil

    Als ik mijn liedjes zong dat was nooit naar jouw zin

    Jij maakte steeds problemen, ik werd daarvan zo moe

    Laat ons in vrijheid leven, doe jij maar wat je wil

     

     

    Nu kan ik rustig zingen, iedereen laat mij begaan

    Ik wil alleen maar zingen en zo door ‘t leven gaan

    Vaarwel en voor altijd, we passen niet bijeen

    Als jij me maar vermijdt en jij jouw leven leeft

    19-11-1995 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-09-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DOOD VAN TRASKE BEGGES

    DE DOOD VAN TRASKE BEGGES                  scriptum: fons dehouwer        

     

     

    ’t Was een mistige zaterdagavond in november. De stoof bleef met moeite aan, er zat geen trek in de schouw. Zoals elke avond zat Traske in haar zetel, een relaxzetel die ze enkele jaren geleden met nieuwjaar van haar jongste had gekregen. De televisie stond op het BRT-nieuws. De andere programma’s interesseerden haar slechts matig. Alleen een Vlaams stuk dat zag ze wel eens graag. Meestal viel ze in slaap en werd ze wakker wanneer de uitzendingen al lang voorbij waren.

    Vanavond had ze bezoek gekregen van haar jongste met zijn gezin. Dat was niet ongewoon, Willy kwam elke dag even bij haar langs. Soms nog heel laat op de avond. Ja, daar kreeg ze veel vriendschap van, echt gemeende vriendschap. Ze woonde nu reeds van in negenenzestig in een huis van hem en nooit hoefde ze een frank huur te betalen. Elke dag bracht hij een brood voor haar mee uit het dorp. Neen, zoals haar jongste voor haar zorgde, zo vond Traske, waren er geen twee op de wereld. Hij was wel een keer gescheiden. Als enige van al haar kinderen. Twee jaar is hij toen alleen geweest. Gelukkig heeft hij iemand anders gevonden. Op zijn vijfendertigste kreeg hij zijn eerste zoontje. Vanavond nog had ze een dikke kus gekregen van dat jongste kleinkind.

    Traske was gelukkig. Ze was dat niet altijd geweest, nee, dikwijls heeft ze zwarte sneeuw gezien. Altijd hard gesloofd voor haar gezin. Haar man, Louis, had altijd gewerkt voor een klein loon. Hij was fier geweest een arbeider te zijn. Toen men hem een hoger loon en een bediendenstatuut aanbood heeft hij geweigerd. Hij wilde arbeider blijven tot aan zijn dood. En hij is het gebleven, tenminste, hij heeft slechts één jaar van zijn pensioen genoten. Hij is op een zondag verongelukt toen hij van de mis naar huis toe kwam. Zonde van zo’’’n mens. Dat heeft zijn hele leven hard gewerkt en wanneer hij van zijn rust kon genieten is hij verongelukt, dood. Traske en Louis woonden in een huis van de fabriek en op de begrafenis van Louis kreeg ze al te horen dat ze moest verhuizen. Rijken hebben geen hart. Traske heeft niet geklaagd. Ze is verhuisd naar het huis van haar jongste waar ze altijd gelukkig is geweest omdat Willy elke dag op bezoek kwam.

    Ze hield zielsveel van haar kinderen en kleinkinderen. Niet dat ze van allemaal evenveel vriendschap kreeg, nee. Er waren er bij die van haar profiteerden. Vooral sinds ze wat geërfd had van haar zuster Fien. Fien was rijk geweest. Ze had geen kinderen. Onder den oorlog had ze een melktoer en menig keer is ze gepakt omdat ze water bij haar melk deed. Eigenlijk was het een schande wat Fien de arme mensen toen heeft aangedaan. Traske heeft van dat geërfde geld dan ook nog geen frank voor haar zelf opgedaan, nee, het moest dienen om mensen te helpen. Sinds die erfenis kwamen er heel wat over de vloer bij Traske. Ze had alleen maar gegeven als ze dacht, die mensen hebben het echt nodig. Traske had compassie met leed van anderen. Spijtig genoeg wisten sommigen daarvan handig gebruik te maken. Eigenlijk had ze wat te veel vertrouwen in iedereen.

    Zeven kinderen heeft ze groot gebracht. Ze hebben allemaal mogen studeren, tenminste, diegenen die bekwaam waren. Alleen de meisjes zijn op hun veertiende gaan werken. Traske heeft dat allemaal met één pree gedaan. Ze kan er nog altijd niet aanuit hoe ze dat allemaal heeft betaald gekregen.

    Sooi den oudste heeft nog in de vreemde gezeten, in de Kongo. Die is

    teruggekomen toen dat land onafhankelijk is geworden. Hij is nu bedrijfsleider in een boekbinderij.

    Anna was met een douaan getrouwd. Die heeft ne goeie man gehad. Hij is gestorven aan een hartaanval op zijn werk. Anna heeft altijd hard gewerkt als kuisvrouw. Van al haar kinderen leek Anna het meest op Traske.

    Dan had je Terry die getrouwd is met een postbode. Eigenlijk heette ze Trees maar sinds ze onder den oorlog met een Engelsman verkering heeft gehad liet ze zich Terry noemen. Terry was eerder aan de luie kant. Altijd genegen om van anderen te profiteren en te gierig om een frank uit te geven. Zij had aan Traske hopen vol geld gekost. Terry had zich tijdens den oorlog opgehouden met slechte mannen en had zo een ziekte opgedaan waar ze jaren voor heeft moeten doktoren. Traske heeft daarvoor al haar spaarcenten nodig gehad en dikwijls had ze toen water moeten drinken van de honger.

    Van Terry heeft Traske nooit veel vriendschap gehad. Wat je aan haar leende zag je meestal nooit terug. Haar eigen kinderen, ze had er drie, moesten aan haar nooit wat vragen. Nog liever stak die haar geld in een schoenendoos dan het aan haar kinderen te besteden.

    Ludo, haar vierde, had een hoge rang in het leger bij de luchtmacht. Hij was op zijn zestiende bij den troep gegaan, had er gestudeerd en was er gebleven.

    Geert, haar vijfde, werkte als beambte aan de staat. Die zag ze niet zo veel. Hij had zijn eigen kennissenkring. Traske heeft altijd een beetje het gevoel gehad dat ze wat te min was voor Geert.

    Dan had je Louis. Die had een fabriek in chocolade. Hij verdiende veel geld en was rijk. Hij woonde zelfs in een villa die ooit van een baron was geweest. De eerste tienduizend frank had hij van Traske geleend. Al de rest had hij met zijn handen verdiend tezamen met zijn vrouw. Traske was fier op Louis.

    Willy, haar jongste, had een drukkerij. Traske voelde zich het meest door hem aangetrokken. Hij behandelde al haar zaken, ook de financiële. Uren heeft ze met Willy gepraat. Neen als Traske zou komen te sterven hoefde er niets meer gezegd te worden. Ze wisten alles van mekaar.

    Traske dacht na over haar leven. Twee keer heeft ze ooit in een ziekenhuis gelegen. Een keer had ze haar voet gebroken bij een ongeval. Verleden jaar in de winter was ze gevallen en had ze haar schouder gebroken. Verder heeft ze een tijd gesukkeld met hoge bloeddruk. Voor de rest is ze bijna nooit ziek geweest.

    Traske voelde zich gezond en gelukkig. Ze had geen zorgen en elke dag kwam Willy op bezoek. Ze had meer dan veertig klein- en achterkleinkinderen wat kun je als achtenzeventigjarige nog meer wensen. Moest Traske nu sterven dan kon dat rustig gebeuren. Ze schrok even bij die gedachte.

    Zoals elke avond bad Traske haar rozenhoedje. ’t Was fris in huis. Er zat geen trek in de schouw. De stoof gaf een geur af van verbrande koolgassen. Dat gebeurde wel meer. Ze was daar gerust in. Haar hondje, Daske, lag te slapen in zijn mand.

    Traske keek naar de klok. Ze duizelde en kon de cijfers niet van de wijzers onderscheiden. Een loom gevoel maakte zich van haar meester. Dat had ze nog nooit meegemaakt. Haar keel voelde droog aan, ze wilde wat gaan drinken.

    Met moeite stond ze recht en wankelde naar de pompsteen. Ze moest er met haar beide handen op steunen. Traske kon niet meer recht blijven, ze ging op de grond zitten en legde zich neer met haar hoofd tegen de keukenkast. Ze sloot haar ogen en haar gedachten gleden weg in een droom zonder einde. Geen echte droom, neen, Traske zag zichzelf liggen in de huiskamer. Ze keek naar zichzelf. Haar lichaam leek vredig te slapen en toch was Traske wakker. Ze zag Daske liggen in zijn mand. De TV stond nog aan, zonder beeld, alleen een fluittoon kon je horen. Al de rest was stil en vredig. Zij voelde geen kou of warmte meer, een onbeschrijflijk geluk voerde haar mee in een tunnel van licht en hemelse muziek. Sneller en sneller ging het. Aan het einde zag ze Louis, die haar glimlachend zijn hand toestak. Traske hoorde bekende stemmen uit een verre herinnering. Het wereldse maakte plaats voor het hemelse voor Traske Begges.

    Op een zondagmorgen in november werd het lichaam van Traske Begges gevonden door haar zoon Willy. Ze was gestorven door de uitwasemingen van een slechttrekkende kachel. Traske is een eenvoudig en gelukkig mens geweest tot de laatste dag van haar leven.

    19-09-1995 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-08-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JOSIENTJE

    JOSIENTJE                                                      scriptum: Fons Dehouwer 1995

     

    Amper negentien is Josientje heel koket

    Maar om haar brede heupen zit een veel te strak corset

    Onder een minirokje draagt ze ‘n vurig rode string

    En ook zwarte sjartellen, die kun je heel goed zien

     

    Een erg goedkoop parfum walmt Josientje achterna

    Geen echt frivole geur maar aftershave van haar papa

    Als mannen haar passeren dan lonkt ze heel genant

    Haar lust is onverzadigbaar, dat weten ze allemaal 

     

    Josientje is bekend als het sletje van de wijk

    Nooit heeft er ooit een man lang genoeg met haar gevrijt

    Ze raakte van die sex tot op heden nooit voldaan

    Ze staat nu alle dagen als een hoertje langs de baan

     

    Naarstig zoek Josientje naar een heel viriele vent

    Een die haar op tijd en stond heel en al verwent

    Maar niemand tot op heden kon Josientjes lusten aan

    Toch wil ze iemand vinden die met haar ter boot wil gaan

     

    Josientje is als meisje toch wel heel erg naïef

    Want welke man wil nu als vrouw zo’n straatmadelief ?

    Toch wil ze er een vinden die haar droom vervullen kan

    Een man met een sterk libido en veel centen op de bank

    21-08-1995 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-03-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.COWBOY'S LIEFDE

    COWBOY’S LIEFDE                                        scriptum: Fons Dehouwer 1995

     

     

    Een meeuw houdt van de zee, een buizerd van het woud

    Hun werelden verschillen als die van mij en jou

     

    Jij leefde als een princes te midden in de stad

    En ik ben maar een cowboy geboren op een farm

     

    Zou jij daar kunnen aarden temidden van het vee

    Dan neemt deze cowboy je graag met zich mee

     

    Lokkend weidse velden in morgenstond en dauw

    Het leven op de ranch is moeilijk voor een vrouw

     

    Zou jij hier kunnen aarden naast mij op deze farm

    En zul je dan niet missen de luxe van de stad

    21-03-1995 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-02-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHAREL VAN DEN EKKELBOER

    CHAREL VAN DEN EKKELBOER                   scriptum: fons dehouwer

                                                         

     

    Er zijn op de wereld mensen die altijd geluk hebben en anderen die nooit geluk hebben. Zij die het geluk hebben gelukkig te zijn verlangen niet meer naar geluk.

     

    Zo hoorde Charel van den Ekkelboer tot diegenen waarvoor geen geluk was weggelegd. Na zijn dood heeft hij een hoop schulden achtergelaten en is begraven door den arme. De mensen die hem ooit genegenheid hebben betoond kon Charel op één hand tellen. Nochtans het had ook anders kunnen zijn.

     

    Zijn vader, Miel, was facteur maar  verzamelde als hoofdverdienste eikels welke hij verkocht aan de bloemmolens. Daarom noemden ze hem den Ekkelboer. In die tijd kon je daar veel geld mee verdienen. De eikels werden gemalen en verwerkt tot varkensvoer. Charels moeder, Trees, bracht het grootste deel van haar tijd door &met klagen over zichzelf en kwaadspreken over een ander. ‘s Zondags had ze haar vaste plaats vooraan in de kerk. In het gezin van den Ekkelboer kwam er niet veel op tafel, een kwestie van spaarzame gierigheid.

    Charel werd geboren in Tielen tijdens de krisisjaren op een woensdagnacht in de maand februari. Buiten vroor het dat het kraakte, de vriesbloemen stonden op de ruiten en er woei een snijdende oostenwind. De bakel was verkleumd toegekomen. Toen ze haar handen in lauw water had gewassen, begonnen haar vingers zo erg te tintelen dat ze zich moest bedwingen om het niet uit te schreeuwen van de pijn.

    Het werd een moeilijke bevalling, het kind lag in stuitligging. Gelukkig had de bakel genoeg ervaring om het te keren. Op het ogenblik van de bevalling begonnen de geiten in de stal rumoerig te mekkeren en de schelfdeur klepperde angstaanjagend alsof  de kwade hand er mee gemoeid was.  ‘’’s Anderendaags vond  men al de geiten op de grond liggen met hun kettingen in elkaar verstrengeld. Voor de staldeur lag een kindermutsje, gemaakt van zwarte kattepels. Het was een voorteken van een moeilijk leven.

    Het kind zweefde weken aan een stuk tussen leven en dood. Er was geen eten in te houden. Omdat Trees zelf de borst niet kon geven werd het gevoed met geitemelk. De melk kwam van een boerke uit Gierle wiens dochter ze elke dag vers thuisbezorgde bij den Ekkelboer. Jeanneke, de boerendochter was een zonderling. Ze zei nooit wat maar mummelde onophoudelijk onverstaanbare woorden terwijl ze voortdurend op haar stoel zat heen en weer te wiegen. Ze kwam elke dag langs en Trees kreeg haar nooit de deur uit voor ze wat van de melk had mogen proeven.

    Toen Charel ongeveer een maand of twee was kwam Miel thuis met luguber nieuws. Hij had in Vosselaar horen zeggen dat Jeanneke van de Geitenboer reeds verscheidene kinderen had behekst. Moeder Diels had hem de raad gegeven een kruisbeeld te plakken onder de stoel waar Jeanneke zou gaan zitten. Zo gezegd zo gedaan en toen Jeanneke ‘s anderendaags de melk kwam brengen, hield ze plots op met mummelen en schommelen en bleef stokstijf zitten op de stoel waaronder het kruisbeeld was geplakt. Haar ogen puilden uit van schrik en het zweet stond haar op het voorhoofd. Ja, waarlijk hier zat een heks op deze stoel. Toen Trees voorzichtig het kruisbeeld van onder de stoel wegnam is Jeanneke recht gevlogen en gaan lopen zo hard ze kon. Nooit heeft ze nog melk gebracht naar den Ekkelboer en vanaf toen ging het met de gezondheid van Charel iets beter.

    Als kind was Charel dikwijls ziek. Bij momenten stond hij van onder tot boven vol huiduitslag. Trees is er eens mee naar Mie Broos geweest in Vorselaar. Mie had de naam raad te weten met alle mogelijke zweren en huidziekten. Voor Charel had ze een groen zalfje meegegeven in een mosselschelp maar ‘’’t had niet veel geholpen en Trees vond het zonde van ‘’’t geld dat ze aan Mie Broos had gegeven. Mie Broos hielp arme mensen nochtans meestal gratis maar Trees vond zichzelf van hogere stand omdat haar man facteur was en had haar hooghartig een fooi gegeven. Toen Charel een jaar of zeven was is de huiduitslag spontaan verdwenen en ging het hem in alle opzichten beter af.

    Op school heeft Charel niet veel opgestoken. Hij kon lezen ja, en geld tellen had hij ook geleerd. Maar sparen, nee, al had hij gierige ouders, Charel heeft nooit een frank opzij kunnen leggen. Niet dat hij geen geld heeft verdiend. Hij heeft altijd hard gewerkt, tenminste, als hij geld nodig had. Charel kon geen frank in zijn broekzak verdragen. Als hij zijn loon getrokken had was het feest en liep hij meestal zat rond. Als zijn geld op was had hij armoede.

    Charel nam het niet zo nauw met het leven. Plezier had hij alleen als hij iemand een pee kon stoven. Zo had hij eens op een avond een frats uitgehaald waarvan de hele buurt was geschrokken en nog jaren later over werd nagepraat.

    Hij was in loondienst op de boerderij van Begges. Hij kwam moe en bezweet van den akker, zijn schup over zijn schouder. Achter ‘’’t woonhuis zat, zoals gewoonlijk ‘’’s avonds, het vrouwvolk, jonge meisjes van een jaar of zeventien, te buurten. Onder Clemanske haar stoel lag haar troeteldier Krol, een vette rosse kater, te slapen. Krol lag met zijn achterste tegen de stoelpoot, zijn staart krulde af en toe langzaam op en neer achter Clemanske haar stoel. Je kon zien dat het dier genoot van zijn eigen luiheid. Charel begaf zich eerst naar de put om zijn dorst te lessen en toen hij gedronken had en zijn mond aan zijn mouw had afgeveegd keek hij met een grijns naar het vrouwvolk.

    ‘Aan ’t kwaadspreken meiskes ?’ zei Charel.

    De meisjes die het niet zo op Charel hadden staan antwoordden niet en negeerden hem.

             

    ‘Ik zal ze eens laten schrikken’ dacht Charel. Hij ging stillekens achter 

    Clemanske haar stoel staan, hief zijn schup omhoog en stak die pardoes in de grond vlak op krol zijn staart. Met een geweldige schreeuw stoof de kater weg. 

    ‘Verdomme, das den eerste keer dat ik zoiets zie, de kater gaat lopen en zijne staart blijft liggen’ zei Charel.

    Paniek onder ’t vrouwvolk. Clemanske viel flauw op de grond bij het zien van de nog kronkelende kattestaart. De kater stoof ’t schaarhout in en is daar tot laat in de nacht blijven schreeuwen en grollen van de pijn. De hele buurt heeft er niet van kunnen slapen. Krol die nog een paar jaar heeft geleefd deed telkens denken aan dat voorval. Wat wilt ge, ne kater zonder staart was geen alledaags gezicht.

    Zulke fratsen maakten dat Charel bij niemand geliefd was. Nochtans hij had een gouden hart. Hij zou iedereen geholpen hebben die armer was dan hijzelf maar wat van ne rijke was mocht je zomaar pikken vond Charel. Hij is een paar keer opgepakt wegens stropen. Niet dat hij zich daarover druk maakte want Charel kon uren vertellen over zijn nachtelijke strooptochten.

    Eén keer heeft hij geweldige schrik gehad. Niet van de boswachter, nee, van zwarte katten die hem snachts achtervolgden. Eind Januari was Charel gaan stropen op ’’t goed van den Emsens. Hij had geen succes gehad, zelfs geen konijntje had hij tijdens zijn strooptocht kunnen verschalken. ’t Was volle maan en ijzig koud. Charel zijn handen en voeten waren als bevroren.

    Gelukkig had hij altijd een fles jenever bij zich. ’t Was jenever van den Tuut. Die stookte hem zelf in ’t geheim en Charel ging daar af en toe wel eens bij helpen. Zo kwam hij goedkoop aan zijn drank.

    Charel dronk met volle teugen van het straffe vocht. Hij voelde het gloeien van zijn keel tot in zijn maag, een weldadig gevoel dat Charel niet kon missen. 

    Hij was tot bijna aan de Haarlebeek geweest en begaf zich ontmoedigd opweg terug naar huis. In de Smallebroeken sprong hij over de Laak met een lange staak die hij daar onder de varens had verborgen. De Schrieken lagen er stil bij. Geen zuchtje wind beroerde de boomkruinen. Charel hoorde zijn eigen stappen en het kraken van de bevroren aarde onder zijn voeten en naast hem volgde zijn schaduw, door het licht van de maan. In de stilte van deze nacht was er alleen het kabbelende water onder het kelderijs van de Laakbeek dat af en toe de stilte doorbrak.

    Het sloeg twaalf uur op de kerktoren van Beerse. Door het  vriesweer klonk het klokgelui helder en klaar tot ver buiten het centrum van het dorp. Charel was nog nooit bang geweest maar vandaag voelde hij zich niet gerust. Volle maan, twaalf uur... ’t Was alsof iets of iemand hem bespiedde. Hij voelde een brandende blik van starende ogen op zijn rug. Charel hijgde een beetje van de schrik en voelde zijn hart kloppen tot in zijn keel. 

    Hij keek achterom en zag plots een zwarte kat springen in het schijnsel van de maan. En nog één, wel drie, vijf, misschien wel tien zwarte katten sprongen zigzag over de Laakbeek.

    Charel wreef zich de ogen. Had hij nu teveel gedronken?  Nee, hij voelde zich nuchter. Hij keek nog eens om en zette het op een lopen. Hoe harder Charel liep, hoe sneller ook de zwarte katten achter hem aan sprongen. Altijd maar zigzag over de beek.

    Charel liep zo hard hij kon, struikelde, viel op de grond en stond weer terug recht zonder snelheid te verliezen. Hij hoorde de katten achter zich ijselijk miauwen. Hij kreeg er kippevel van en in één ruk liep hij door naar de schelft van Begges waar hij placht te slapen. De hele nacht is hij toen blijven zweten en hijgen van de schrik en ’t heeft weken geduurd voor hij weer eens durfde te gaan stropen.

    Telkens wanneer Charel dat verhaal, laat op de avond, vertelde aan de buren was het of hij het steeds weer opnieuw beleefde. Niemand waagde het dan ’s nachts alleen naar huis te gaan en wie één keer het verhaal had gehoord vergat het nooit meer.

    Zo leefde Charel van de ene dag in de andere zonder aan morgen te denken. Hij trok van de ene boerderij naar de andere. Bleef nooit lang op dezelfde plaats en het gebeurde wel eens dat hij naar de Walen trok om er te helpen bij den oogst.

    Charel zijn schulden werden altijd groter en groter. Schulden die hem uiteindelijk fataal zijn geworden tezamen met zijn groot verdriet.

     

    Charel van den Ekkelboer had de naam een eenzaat te zijn. Toch is hij ooit een paar jaar getrouwd geweest. Hij moet zelfs een dochter hebben. Hij praat daar nooit over. Verdriet is het enige wat hem daarvan rest.

    Het begon al toen hij Linda, zijn vrouw, leerde kennen. Ze was wat wulps ja, maar Charel hield veel van haar en zij van hem. Trees, zijn moeder, had nooit een goed woord over voor Linda. Ze was van te min volk, vond Trees, alhoewel zij zelf ook niet van zo’n bijzondere komaf waren.

    Toen hun dochter, Sandra, geboren was, werd het nog erger en van pure treiterij door Trees is Linda toen bij Charel weggegaan. Hij heeft haar nooit meer teruggezien. Toch is hij haar nooit vergeten en in zijn hart bleef hij altijd van haar houden.

    Charel heeft toen een paar jaar samen met kleine Sandra bij zijn ouders ingewoond. Dat was een echte nachtmerrie. Hij moest er bijna al zijn geld afgeven voor kost en inwoon.

    Nochtans had Trees door haar kwaadspreken over de rest van de familie, bekomen dat zij, en zij alleen, veel geld had geerft van tante Marie, geld dat moest dienen om kleine Sandra op te voeden.     

    Charel werd kort gehouden toen hij thuis inwoonde. Had hij soms kennis met één of ander meisje dan was die nooit goed genoeg voor Trees. Sandra werd tegen haar vader opgestookt en het kind vervreemde helemaal van hem.

    Omdat Charel thuis geen begrip en liefde vond is hij het maar afgestapt. Maar denkt ge dat hij toen gerust was? Het kwam zelfs zover dat Miel, zijn Vader, hem is gaan overdragen bij de gendarmen omdat hij geen vast adres had. Hij heeft toen een paar maand als landloper op de kolonie gezeten. Hoe kun je nu je eigen zoon zoiets aandoen. Van toen af is het altijd bergaf gegaan met hem, hij kon zijn schulden niet meer overzien en is stilaan weggekwijnd. 

    Hij is meer en meer beginnen drinken, verzorgde zich niet meer en zijn oude kleren leken soms wel lompen. Vrouw Begges heeft hem ooit eens uit louter compassie in ’t nieuw willen zetten.

         ‘Charel’  zei ze op een keer 

    ‘Morgen ga ik met U naar Turnhout, een nieuw kostuum en wat nieuwe kleren kopen. Zie dat ge U wast en opfrist. Zondag is het Pasen, dan kunt ge tenminste deftig mee met de familie uwe pasen gaan houden.’ 

    Charel antwoordde niet maar is toch samen met Vrouw Begges naar Turnhout gereden met den Tram. In de Gasthuisstraat hebben ze toen een nieuw kostuum, een werkbroek en een hemd gekocht.

         ‘Pak zijn oude spullen maar in’ had Vrouw Begges gezegd. ‘Die zijn voor de voddenmand’.

    Samen stonden ze op de markt naar den tram te wachten. Vrouw Begges die moeilijk haar water kon ophouden en regelmatig naar de WC moest, ging rap onder het gemeentehuis naar de openbare waterplaats. Charel zou aan de tramhalte op haar blijven wachten. Terug aan de tramhalte gekomen kon Vrouw Begges Charel nergens meer vinden, hij was op stap gegaan.

    Drie dagen later vonden ze hem terug in ’t café bij den Besseleer. Hij had zijn oude spullen terug aan. Zijn nieuw kostuum had hij verkocht en het geld allemaal opgedronken.

             ‘Van de groten dorst’ had Charel gezegd. Van toen af is hij in ongenade gevallen bij Vrouw Begges.

     

    De laatste jaren van zijn leven zat er niet veel moed meer in bij Charel van den Ekkelboer. Hij werkte zo hard hij kon maar het ging hem allemaal niet meer af. Meestal voelde hij zich ziek en moedeloos. Hij was nochtans amper veertig jaar oud.

    Hij woonde bij een weduwe in Turnhout, Vera heette ze. Een vrouw die bijna evenveel problemen had als Charel zelf. Ze had een zoontje van een jaar of vijftien. Of het nu Charel was die Vera onderhield of andersom weet ik niet. Feit is dat geen van beide het breed hadden.

    Op het einde was Charel zich zelf niet meer. De kloeke knappe man van vroeger was een stuk verdriet geworden. Er ging geen uur voorbij zonder dat Charel een traan wegpinkte. Hij bezat niets meer en zijn schuldenberg kon hij niet meer overzien. Zijn ouders waren rijk genoeg maar te gierig om hem te helpen. Andere familie had hij wel eens wat gevraagd maar die konden hem ook niet helpen. Charel begreep dat wel.

             ‘t Was Kerstavond geweest. Hij had alleen thuis gezeten. Niemand had hem uitgenodigd voor het kerstfeest, eigenlijk al jaren niet meer. Met zo’n dagen voelde Charel nog meer de eenzaamheid dan anders.

    Kon hij vandaag zijn dochter maar eens in zijn armen houden. Hij wist geeneens meer hoe oud ze nu was. Wat had hij graag haar lieve kindermond gevoeld op zijn wang. En Linda, waar zou die nu zijn. Hoe graag wou hij zijn 

    gezinnetje nog eenmaal terug samen zien. Een ontzettend verdriet maakte zich meester van Charel. Een verdriet zo groot en zwaar dat geen mens in staat is het te dragen. Een verdriet dat meer pijn doet dan dood te gaan. 

    Charel is traag de zoldertrap opgegaan. Met zijn betraande ogen keek hij nog eenmaal naar beneden, naar de vloer die hij nooit meer levend zou betreden. Hij ging moeizaam op de houten ladder staan en deed zichzelf de koord om de hals die hij aan een balk had vastgemaakt. Nog eenmaal ademde Charel de aardse lucht in zijn longen, hij zag zijn droevig leven in een oogwenk aan zijn geest voorbijgaan. Hij snikte nog enkele keren zijn verdriet uit en is toen naar beneden gesprongen. Tijdens de korte snok hoorde Charel zijn halswervels kraken, een geluid als dat van een snaar die brak, sterretjes, en het wegebben van zijn levenspijn. En dan... een engelenhand die hem werd toegestoken. Een vrijgeleide voor de hemel der eenzame zielen. Want wie zo’n verdriet heeft gehad krijgt van ons Heer vergiffenis ook al heeft hij een eind gemaakt aan zijn eigen leven.

    Charel werd op het einde begraven door den arme, de dienst voor arme mensen. 

    02-02-1995 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-1993
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN DROOM PROGRAMMEREN

    EEN DROOM PROGRAMMEREN                  scriptum: Fons dehouwer 1993 

     

     

    Als ik mijn droom kon programmeren

    Zoals een taak op mijn peecee

    Dan zou ik graag een keertje dromen

    Van een lieve toverfee

     

    ‘k Zou haar vragen zing een liedje

    en betover mij daarmee

    Laat me zijn een lief klein kindje

    Heel gelukkig en tevree

     

    23-08-1993 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-1992
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JENNY

    JENNY                                                              scriptum: Fons Dehouwer 1992

     

     

    Jenny is het meisje aan de bar

    Met rode lippen en het blonde haar

    Haar mini rokje en haar lange benen

    Een man zou er zijn ziel voor geven

     

             Flirten, lachen, dansen, drinken

             Iedereen wil wel met haar wat klinken

             Maar voor haarzelf is er gemis

             Omdat ze straks weer eenzaam is

     

    Jenny is het meisje aan de bar

    Met rode lippen en dat blonde haar

    Een mini rokje en haar lange benen

    Een man wil haar slechts voor heel even

    23-08-1992 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-1992
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WIJSHEID VAN MIJN MOEDER

    DE WIJSHEID VAN MIJN MOEDER               scriptum: fons dehouwer

     

    Ofschoon wij mensen allemaal een vrije wil hebben, zegt men wel eens dat al ons doen en laten reeds op voorhand was voorbestemd in ons karma. Het is dan ook moeilijk te begrijpen dat wij daadwerkelijk een vrije wil hebben.

    Wij zijn allen kinderen van onze Hemelse Vader en ik geloof dat de Heer onze God een perfect beeld heeft van wat wij met onze vrije wil zullen doen en dat Hij op voorhand weet hoe wij in alle omstandigheden zullen reageren. Ik wil dit op een menselijke manier voorstellen door U dit waargebeurde verhaaltje te vertellen.

    Ongeveer drie jaar oud was ik alleen thuis met mijn moeder en vroeg haar om een snoepje. Mijn moeder had meestal wat chocolade in huis, zo’n blok van ongeveer 250 gram waar je kleine reepjes kon afbreken. Ze gaf mij een half stuk van zo’n reepje. Ik begrijp nu best dat mijn moeder het zich toen niet kon veroorloven mij een heel stuk te geven. Wij waren immers met een groot gezin en bijna behoeftig. Je weet hoe dat met kinderen van drie jaar gaat, ik wou en zou een heel stuk chocolade hebben. Natuurlijk kreeg ik geen heel stuk en weende tranen met tuiten.

    Nadat ik zo geruime tijd had gezaagd en geweend werd mijn moeder het uiteindelijk beu. Ze nam de andere helft van het stuk en legde dat voor mij op de tafel met deze woorden: 

    ‘Hier heb je de andere helft, eet het maar op. 

    Maar denk eraan, je krijgt het niet van mij, wél van de duivel. Als je het opeet heb je dat stuk chocolade van de duivel gekregen’. 

    Ik herinner me nog letterlijk haar vermanende woorden.

    Daar stond ik dan plots als van de hand Gods geslagen. Je moet weten dat wij werden opgevoed in een sfeer van volkomen eerlijkheid en godsvrucht. Het idee dat ik dat half stukje chocolade van de duivel kreeg deed me verstijven van schrik. Ik heb het wijselijk niet opgegeten en begreep volkomen de les welke mijn moeder me toen heeft gegeven en tot op de dag van heden is die wijsheid me altijd bij gebleven.

    Zo zie je maar eens hoe goed mijn moeder mijn vrije wil wist in te schatten. Ze wist op voorhand wat ik zou doen. Nochtans, het bleef mijn vrije wil. 

    Heb jij er al bij stilgestaan h

    oeveel beter nog God, Onze Hemelse Vader, ons als kinderen kent en hoeveel beter Hij op voorhand weet wat wij met onze vrije wil zullen doen?

     

    25-07-1992 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-1990
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN ELKE STAD

    IN ELKE STAD                                                  scriptum: Fons Dehouwer 2014

     

     

    In elke stad, in elke haven 

    Daar ergens in een donkere buurt

    Waar rode lichten achter ramen 

    Menig meisje haar lichaam verhuurt

     

    Er heerst daar vaak zoveel verdriet

    Daar waar de misdaad welig tiert

    Met meisjes verweg van hun land

    Slavinnen van de donkere nacht

     

    Naamloos zonder kenbewijs

    bestolen door hun pooiers

    geen enkele weet van dag of tijd

    Hun jeugd is daar verloren

    23-08-1990 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-1990
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE STRAATMUZIKANT

    DE STRAATMUZIKANT                                    scriptum: fons dehouwer

     

     

     

    ’t Was één van de eerste zomerse lentedagen. Nog te koud om in hemdsmouwen te lopen en te warm om een jas aan te doen. Kortom één van die dagen waarna dokters goede zaken doen aan verkoudheden.

    Op de Eiermarkt en de Melkmarkt is er een verkeersprobleem. Men lost er een grote vrachtwagen en dat geeft altijd wat hinder in de smalle Antwerpse straatjes. Op de grote markt fotografeert een schare Aziatische toeristen de onuitputtelijke waterfontijn van Brabo.

    Langs de Maalderijstraat krijg ik een mooi zicht op de voet van de Onze Lieve Vrouwetoren die zijn schaduw werpt over de nog wat te vroeg uitgezette terrasjes. Onwillekeurig roept dit beeld mij een sfeer van vakantie op. De wandelende mensen doen mij denken aan een aquarel van een stadsgezicht gemaakt in de jaren vijftig.

    Halfweg tussen zon en schaduw plaatst een gracieuze zestiger een vouwstoeltje op de grond. Uit een bruine, versleten kast haalt hij zijn muziekinstrument. Een veel bespeelde gitaar, van een uitstekende kwaliteit, waarvan de glitter reeds enkele jaren is weggesleten. Met een ongekende vaardigheid stemt hij zijn instrument en laat zijn hand, als opwarming, glijden over de snaren die een weelde aan klanken over het plein uitzaaien. Hij schudt enkele keren zijn pols alsof hij zijn slapende hand wil wakker maken. Dan speelt hij... de Moonlight Serenade van Glenn Miller. Wondermooi is de akoestiek aan de voet van de toren. De man speelt met een virtuositeit van een professional. Zowel de bas, de begeleiding en de melodie klinken als een orkestrale harmonie. Je kunt het genot van de gezichten der wandelaars aflezen. De meeste mensen gooien muntstukken in de hoed van de muzikant terwijl anderen onverschillig om hem heen lopen.

    De kalende man lijkt als vergroeid met zijn gitaar. Zijn kleren zijn wat oudmodisch. Alleen de schoenen zijn van een uitstekende kwaliteit. Italiaans, geloof ik, van een zeer dure soort. Zijn snor heeft nog vaag de vorm van een verzorgde lijn zoals je die vroeger vaak bij orkestleden  aantrof.

    Na zijn eerste nummer neemt hij de muntstukken uit zijn hoed en steekt een sigaret op. Hij rookt met gulzige trekken alsof hij te weinig tijd heeft en houdt zijn sigaret tussen duim en middenvinger. Als het stompje te klein is geworden schiet hij het weg op een handige manier die hij waarschijnlijk reeds duizenden keren heeft herhaald.

    Als om de hoek een groep voetgangers komt opdagen begint hij weer te spelen... ‘Strangers in de Night’. Zijn hele repertoire bestaat uit oude evergreens.

    Wanneer de voetgangers weg zijn stopt hij midden in de melodie, raapt zijn geldstukken uit zijn hoed en steekt weer een sigaret op die hij op dezelfde gulzige manier oprookt.

    ‘Je speelt mooi’ zeg ik hem.

    ‘Och meneer, mijn tijd is voorbij’ zegt hij met wat spijt in zijn stem.‘Ge had me vroeger moeten horen, toen ik nog in de showbizz zat.        Allemaal heb ik ze begeleid. Al de groten van de jaren vijftig en zestig. Sinatra, Belafonte, Piaf, Louis Armstrong, dat is trouwens de meest sympathieke mens die ik ooit heb ontmoet.’

    Hij spreekt een Antwerps dialekt, vermengd met de vreemde klanken 

    van een Brusselse afkomst.

             

    ’Dan heb je toch wel in een groot orkest gespeeld’ vraag ik hem.

             ’Het grootste meneer’ zegt hij. 

    ‘Heel de wereld heb ik gezien, Parijs, Londen, New-York, Tokio. Overal heb ik geleefd als een koning. Maar nu zijn ze me vergeten’. Hij zucht, weemoedig denkend aan vroeger. ’Waarom hoor je er niet meer bij?’ vraag ik hem.

             

    ’Den drank he jong’ zegt hij wat verlegen.’Maar vooral die verlamming op mijn pols. Lang aan een stuk kan ik niet meer spelen. Tussen elk stuk moet ik wat rusten.’

             ’En kunt ge niet op pensioen gaan?’

     

         ’Pensioen? Maar meneer, in mijn tijd heb ik daar nooit voor betaald en 

    bovendien leefden wij meestal in het buitenland. Voor dat ik die verlamming op mijn pols kreeg was ik misschien vijf jaar van mijn loopbaan in ons land. We verdienden veel geld. Hadden zelf weinig onkosten en tijd om uit te gaan was er niet want we moesten altijd optreden. Eten en drinken was meestal gratis. Maar ik had niet op tegenslagen gerekend. Na die verlamming op mijne pols kon ik natuurlijk niet meer mee. Ik heb nog wel eens geprobeerd in een klein orkestje maar dat ging niet. Dat zijn geen echte muzikanten meneer.’

     

    ‘Hebt ge dan geen spaarcenten opzij kunnen leggen voor uw oude dag?’ vraag ik de man.

             ’Dat had ik meneer, dat had ik. Maar dat heeft ons dierbaar België mij allemaal afgenomen.’ 

    Er klinkt een wrange klank over onrecht in zijn stem.

             ‘Toen ik tien jaar geleden ben gestopt had ik genoeg geld om de rest van mijn leven mee rond te komen, tenminste, als ik het kalm aan zou doen. Ik kocht drie appartementen met alles erop en eraan. Eén om zelf te bewonen en twee om te verhuren. Van de huur had ik mijn hele leven kunnen rondkomen meneer. Maar toen moest ik mijn belastingaangifte doen en kreeg ik één van die controleurs op mijn dak. Van al die jaren dat ik gewerkt en gespaard had waren er geen bewijzen meer te vinden. Het orkest bestond niet meer en ik kon nergens navraag doen. Ik ben toen belast op mijn hele bezit met als gevolg dat ik om mijn belasting te kunnen betalen alles heb moeten verkopen. Ik heb er niets van overgehouden dan miserie. Mijn hele leven heb ik voor niets gewerkt meneer. Je zou voor minder de hand aan jezelf slaan. Nu werk ik voor mezelf. Ik huur een kleine studio en ga dagelijks hier en daar wat spelen, tenminste, als het weer het toelaat. Ik verdien niet veel maar ik kan rond komen. Ik wil niemand tot last zijn. Ik vertik het trouwens om naar het OCMW te gaan. Als ik ooit zal sterven zal er geen geld zijn om me te begraven, daar zorg ik wel voor. Dat ze daarvoor maar het geld gebruiken dat ze me hebben afgenomen, de dieven.’ 

    Dan stokt zijn stem. Over zijn wang vloeit een traan. De straatmuzikant heeft zijn hart gelucht en speelt zijn volgende melodie. ”Het Slavenkoor van Verdi.”

     

    25-07-1990 om 00:00 geschreven door Fons Dehouwer  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Over mijzelf
    Ik ben Fons Dehouwer
    Ik ben een man en woon in Vosselaar (België) en mijn beroep is Auteur van romans, poëzie, proza, filisofie,.
    Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: schrijven, musiceren, gitaarspelen,.
    "Machianta" (1995) "Vroege Oogst" (2000) "Hooglied van de liefde" (2020) "Annelies, liefde, geluk en verdriet (2021)
    Zoeken in blog


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum


    Blog als favoriet !

    Gastenboek
  • mooi

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per week
  • 26/12-01/01 2023
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 05/10-11/10 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 17/08-23/08 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 31/03-06/04 2008
  • 10/09-16/09 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/02-15/02 2004
  • 05/01-11/01 2004
  • 15/12-21/12 2003
  • 18/02-24/02 2002
  • 05/11-11/11 2001
  • 19/10-25/10 1998
  • 17/08-23/08 1998
  • 15/06-21/06 1998
  • 11/05-17/05 1998
  • 23/02-01/03 1998
  • 20/05-26/05 1996
  • 13/11-19/11 1995
  • 18/09-24/09 1995
  • 21/08-27/08 1995
  • 20/03-26/03 1995
  • 30/01-05/02 1995
  • 23/08-29/08 1993
  • 20/07-26/07 1992
  • 20/08-26/08 1990
  • 23/07-29/07 1990
  • 23/04-29/04 1990
  • 18/12-24/12 1989
  • 21/08-27/08 1989
  • 19/09-25/09 1988
  • 15/08-21/08 1988
  • 25/04-01/05 1988
  • 17/11-23/11 1986
  • 08/09-14/09 1986
  • 12/05-18/05 1986
  • 20/02-26/02 1984
  • 17/01-23/01 1983
  • 19/07-25/07 1982
  • 10/05-16/05 1982
  • 16/10-22/10 1978
  • 21/08-27/08 1978
  • 14/08-20/08 1978
  • 12/06-18/06 1978
  • 15/05-21/05 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 09/01-15/01 1978
  • 02/01-08/01 1978

    Zoeken met Google




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs